No. 15061.
ZiEZDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 27 Maart.
Anno 1909.
De vereenvoudigde spelling.
FEUILLETON.
Het wogïsSepsegj.
leen gekregen en gehouden; w« hebben x«
evenwel zo veranderd dat we zo voor zui
ver hollands© woorden houden.
Weet de eenvoudige, ja zelfs de meer ont
wikkelde lezer wel dat woorden als: aal
moes, appel, bijbel, boezeroen, bo
ter, braaf, inkt, jenever, kamer,
kous, kerk, kelder, keuken, zol
der, en... en nog duizenden andere dood
gewone woorden eigenlik gesmokkelde waar
ia? Deze woorden zijn door onze voorvaderen
naar do uitspraak in een hollands pakje ge
stoken, presies zoals Kollewijn deed met woor
den als buro, ;bloeze enz. Trouwens we
behoeven niet eins heel ver terug te gaan
om dat op te jaerken. In geschiedkundige
verhalen leest men nog heel dikwijls van
komptoirko (uit het frans comptoir
plaats om te rekenen). Uit dit woord is ons
kantoor ontstaan, en nu denkt er nie
mand toch meer aan om comptoirte schrij
ven. In iedere nieuwe druk van de Woor de-
lijst van Do Vr. en Te W. ontdekt men
bastaardwoorden die meer naar de beschaafde
spreektaal zijn gewijzigd. Zo zijn gaandeweg
in onze schrijftaal veranderd opgenomen o. a.
loep voor lonpe, sigaar, prinses,
singel voor cigaar, princes, oingel,
sjaal voor chale, sjees voor ohais
onz. zonder enig protest; maar als K. vol
komen in overeenkomst daarmee blouse in
bloeze, cent in sent verandert, dan
wordt dit onnodig on foeilelik gevonden.
Do vereenvoudigde spelling is lelik, zegt
de tegenpartij. De vereenvoudigers hebben
tegen do spelling De Vr. en Te W. een ern
stiger grief. Zo vinden deze spelling moei
lik om aan to leren en onprakties om toe te
passen. Dit is meer dan bloot een kwestie
van smaak. De voetangels en klemmen die
deze spelling spant aan/ degenen die
zich van haar bedienen zijn zo talrijk en
zo moeilik te herkennon, dat niemand hieraan
ontkomt. Niet alleen de eenvoudige werkman,
de winkelier of kantoorschrijver, maar zelfs
de geleerde, de doctor en professor in de
letteren zondigt meermalen tegen één of meer
regels en uitzonderingen van deze spelling.
Wat zegt men bijv. van een zin als deze:
„in tropischo streeken tegen de d r o o g e
moeson?" In vier woorden vijf foutenDit
is niet uit het themaschrift van een onop
lettende schooljongen, maar kwam voor in
het leerboek van een onzer professoren
Watblief? Men denke niet dat dit slechts
bij uitzondering zal voorkomen, want we
zouden het met tal van andere voorbeel
den kunhen aanvullen. Kollewijn gaf vroe
ger reeds eon gehele lijst van fouten, geci
teerd uit verschillende werken en van de
hand van zeer bekende letterkundigen (men
leze slechts blz. 104 van zijn „opstellen"
alsook de noot op blz. 181.)
En aan deze spelling wordt op de scholen
oen groot gedeelte van de tijd besteed die
de studie van andere onderworpen zon kun
nen ten goeie komen. Vooral op 3de en 4de
klasse scholen (die voor het "merendeel do
toekomstige arbeiders leveren) .zou de vrij
komende tijd kunnen worden aangewend, voor
het aanleren van moer praktiese en voor
de aanstaande werkkring dier scholieren nut
tiger zaken.
Ten slotte nog dit:
De overtuiging van het goed recht der
vereenvoudiging heeft schrijver dezes naar
de pen doen grijpen, niet om een nutteloze
strijd tussen voer- en tegenstanders te doen
ontbranden (dit is trouwens reeds in het
eerste artikel verklaard), maar om het dwazo
vooroordeel tegen de voreenvoudigim? ..ook
uit deze lezerkring zo mogelik te verban-
non, om hun die Dr. Kollewijn en zijn spel
ling slechts bij name of in het geheel !niet
kennen te doen zien dat diens streven en
dat van zoveel 'anderen geen spot of ver
achting, maar waardering verdient.
De vereenvoudiging is geen zaak van cn
voor letterkundigenIntegendeel, het is een
volksbolang en moet dus een volks
zaak worden. Laat desnoods do literatoren
hun mooilike spelling behouden, maar laat de
ambachts- en handelsman niet langer ge
plaagd worden met deze spelling dio zij voor
hun werkkring beslist niet nodig hebben,
die hun in hun jeugd het grootste deel
van Jiun leertijd heeft gekost en die hun
op Tijperen leeftijd veelal een bron van er
gernis is en slechts dient om hen J>ij anderen
belachelik to maken.
Dat schrijver dezes door zijn zoer gebrek
kige onvolledige artikelen een hervorming
zou teweegbrengen onder de lozers van dit
blad, weet hij wel beter. Hij heeft slechts
in ruime kring zo beknopt mogelik willen
meedelen, wat bekwame mannen over de ver
eenvoudiging gesproken en geschreven heb-
"ixm, hopende daardoor enige belangstelling
te hebben gewekt vooral bp .hen die van
de vereenvoudiging het meeste nut zouden
hebben.
Mocht die belangstelling bij velen de wens
doen ontstaan ieta meer over de Kollewijnso
spelling te lezen, dan zal hij zich voor zijn
arbeid ruimschoots beloond achten.
Z.
Lezing me). A. van Bemmelen, tea bate der
werkloozen.
Die merkwaardige figuur van Isabella Eb er-
hardt, do beschaafds vrouw, dio zich uit do bo-
schaving wegrukte om als musolmano het lovoa
to leiden van een kind des lands zal niet zoo
spoedig uit 't geheugen gaan van wie gisteravond
haar levensverhaal hoorde.
Mej. Van Bemmelan hoeft haar karakter bij
het lichtbeeld dat haar ten voeton uit, voor ons
stelde, uiteengezet, verhaalde vervolgens hoe zulk
oen karakter, snakkend naar vrijheid uit do Euro-
peesche conventie, kwam tot dit ronddolen in do
woestyn.
Haar ganscho korte levensverhaal als een ro
mantische vertelling is langs ons voorbijgetrok
ken, tot hot onverwachte eladoIsabella Ebor-
hardt's ontijdige dood op haar zovon en twin
tigste jaar.
Merkwaardig is dezo figuur om hot verfijnde
geestesleven op haar achtiendo jaar schroef
zij roods in 't Fransch, Russisch, Duitsch cn
Arabisch on was zjj van allerlei vraagstukken
uitnemend op de hoogte naast dien oonvoud
van hart. "Een eenvoud van gemoed die onnatuur
lijk lijkon moest aan laaghartige karakters, wolko
haar dan ook door laster tot zich noor trachten
to halen. Dit ondervondt zij van beschaafden.
Do inboorlingen van 't land behandelden hoor
met groots ondorschoiding, droegen haar een ver-
eering toe. Onder hen zy'n geen benijders, die
haar hour gaven misgunnen.
Bij 't ongeluk, een slijkvlocd waarin zij den
dood vond, vergingen ook een deol van haar ge
schriften, waarvan zij het manuscript bij zich had.
Haar geredde geschriften zijn door Viotor Bar-
nucand uitgegeven ondor den titel„Aantccko-
ningen langs den weg" en „In de warmo schaduw
van den Islam."
Na do pauzo gaf do spreokstor ooa vorkaal
weer van oen dor avonturen van Isabella's om-
zwexvon.
Van zulk een ongemeens bekoring is deze vrou
wenfiguur dat do belangstelling van monigeon zal
uitgaan, dunkt ons, naar het boekje met reis
schetsen door de spreekster van den avond go-
schrovon, over Isabella Ebcrhordt en hot land
dat zij verkoos.
In do pauzo bestond de gelegenheid eenige
sohilderijen door den hoor Zilcken en het bestuur
der Leidscho Kunstvcreeniging welwillend voor
dien avond uit de coilcctio Ln hot Nut afgestaan,
to bezichtigen. Dezo schilderijen, het landschap
voorstellend, waarover de spreekster 't woord
voerde, illustreerden op oen sohoono wjjzo haar
verhaal. In 't avondlicht van de bovenzaal der
Stadszaal voldeden zij niet minder don in de
KuastverecnigLogszaal aan de Slconschuur.
Zoo werd deze avond een zeer geslaagde, waar
op de efcL van den Bond voar Trouwen-Kiesrecht,
die hem organiseerde, met voldoonlng mag torug-
zien.
Morkwa&rdig is verder hot feit, dat hij de eerste
uiting is van do praclische belangstelling, die
de Bond zich ia zijn werken voorstelt.
Met eon kort woord in haar inleiding de ver
zorging bosprekond, die noodlijdenden van do wol
denkenden en warmvoolonden mogen verwachten,
bracht de presidente het fait in herinnering der
lezing, welke Mevrouw Mullor-Lulofs hier de
volgende maand zal houden, waar zij haar aan
dachttrekkende denkbeelden omtrent samenwer
king in zaken van liefdadighoid zal ontvouwen.
Na eou woord van dank aan allen, inzonder
heid aan do spreekster en den heer Zilcker,
sloot do presidente van" doa Bond voor Vrouwen
kiesrecht de vergadering.
Geschreven door een voorstander dier spelling.
(INGEZONDEN).
KL
Wat zessen de tegenstanders?
Critics all an ready made.
Het is begrijpelik dat de voorstellen van.
Kollewijn die zulk een ingrijpend© verande
ring van ons spellingsysteem, beoogden aan-
vankelik een vinnige kritiek hebben moe
ten doorstaan, en we kunnen er met vreugd
bijvoegen, hebben kunnen doorstaan.
"Werd Kollewijn verweten dat hij te veel
wilde hervormen, hij kon do tegenstanders
hierop terecht antwoorden, dat zij in hun
kritiek te veel wilden afbreken. Ja zelfs
aanvankelike vooratanders hadden allerlei
aanmerkingen of vroegen koncessiesl)
Een der meest aangevochten regels is wel
dio geweest welke over de verbuiging van
lidwoorden enz. handelt. Do verbuiging8-„n"
weglaten was een doorn in veler ogen
i&n tal van voorbeelden ook uit andero talen
vu zelfs het latijn werden genoem^ om de
dwaasheid ervan aan te tonent).
Het grootste bezwaar tegen deze regel was
do onduidelikheid die daardoor zou ontstaan.
.Bv. in zinnen als: ,,Do man, die Jan vTeest."
rDo vader slaat de zoon'' zou men dan niet
meer weten wie er vreesde en wie er geslagen
werd.
Het heeft Dr. Kollewijn niet de minste
moeite gekost dergelik© argumentjes to ont
zenuwen, Allereerst wees hij er op, dat w©
niet, zoals bijv. in het latijn, een vrij©
"oordorde hebben; m. a. w. dat het spraak
gebruik gewoonlik aan het eerste zelfst. nw.
do handeling toekont5), dat meiLdus-niet be
hoeft te schrijven„Do zoon"
om te weten wie er de kl^frpéh- ip$£eelt.
Doch er is meer. Als in^»^U»>j^nen nu
•eens vouwelike of onzijdig© zqJigUr^aaamw.
voorkomen? Bijv.: De vrouw, die Jans vreest;
ï,Do moeder slaat do dochter," „Het paard
uat het hondje beet" onz. zijn ze dan niet on-
duidelik? Als deze zinnen in hot verband
gelezen zonder verbuigingsuitgangen volko
men begrijpelik zijn (en niemand hoort men
hierover ooit klagen 1) dan kunnen dezo uit
gangen bij d© mannelike naamwoorden even
goed gemist worden.
Dat do verbuigings-n voor de duidelikheid
!©t d© minste waarde heeft, toonde Dr. K.
verder overtuigend aan met voorbeelden
uit het duits on engels, waaruit bleek dat
r«lfs in de aan verbuigingsuitgangen zo rijke
duitse taal dubbelzinnigheden kunnen voor-
.komen en het engels volstrekt niet onduide-
liker is ondanks zijR gemis aan gram ma-
ties c vormen.
Dezelfde grief, onduidelikheid, Is ook geuit
tegen do e- cn o-spelling. Ook hier moesten.
x) Zo herinneren we ons nog, dat toen voor
énkele jaren Dr. Kollewijn in lxct Nut een
lezing gehouden had over de vereenvoudiging
ben der aanwezigen (naar we monen de heer
Kielstra) d© opmerking .maakte dat d© be-
jveging zeker aan aanhangers winnen zou
als do heer Kollewijn oon enkele zijner voor
stellen, bijv. die over de verbuiging, zou wil
len intrekken.
D© heer Kollowijn antwoordde hierop on
geveer, dat hij gaarne om aanhangers t© win
nen wat minder veeleisend zou willen zijn,
als dan al dio toekomstige aanhangers maar
hetzelfde verlangden. Ongelukkerwijs waren
deze niet homogeen en had de een bezwaar
'tegen deze, de ander tegen gone regel. Als
hij dus allen hun zin wikle govon, bleef cr
zijn veroenvoudigingsvoorstellen weinig
y»er.
no© men onze onuitgesproken en
.Voor een groot deel waardeloze verbuigings
uitgangen op gelijke lijn heeft willen stellen
met de voor goed begrip onontbeerlike la-
tijnsè casusuitgangen, is ons steeds een raad
sel geweest. Het is evenwel hier de plaats
niet daarop nader in te gaan.
8) Zinnetjes als„Den leeuW doodde do ja
ger"' of „Den jager doodde de leeuw" ko
men alleen in themaboeken voor om jeugdige
aspiranten in de Neder 1. taal to plagen.
„Zeggen" hoort men niemand zo
iets.
18)
Aarzelend herhaalde de dowedaschi de opge
vangen woorden, waarnaar de grijsaard onbo-
weegiyk en oplettond zat te luisteren.
Toen z(j had uitgesproken, hief hy zijn handen
Op en viel op zfjn gezicht op den grond.
.Dood roy, wrekende God I" riep hy. .In
vei keerde handen heb ik bet kleinood gelegd t"
Toen herkreeg hy zijn zeifbeheeraching weer.
,Als hij, die mijn oogen voor Djarleep
Singhs erfgenaam hielden, het niet is, wie is
dan de heer van het tygeroog, dien gij be
loofde te zullen zenden?'
Op ditzelfde oogenblik doortrilde oen schok
zoowel de oude man als Awamah.
Als am woord op zijn vraag werd "er buiten
aan de deur vau de bamboehut geklopt en
een diepe stem had half luid, doch verstaan
baar, dat eene woord .Djarleep Singh t' ge-
■proken.
Op een weDk van den ouden man haastte
het meisje zich naar de «leur en schoof den
eenvoudigen grondel terug.
Eon Hindoe trad binnen, gekleed als de
dienaren van voorname Indifirs, on hy boog
diep voor den ouden Brahmaan neer.
„Ik ken u nietl" sei deze. .U sprak een
woord, dat deze deur doet openen, voor ieder,
die het uitspreekt. Wie heelt u dat verteld?
.Hij, die dezen naam draagtl"
De oude Brahmaan sprong op alsof zijn
felooto voet op een giftige slang had getrapt.
.En wie zond u?"
.HU, die toy dezen naam laerde-l"
allerlei spitsvondigheden dienst doen om to
bewijzen dat deze vereenvoudiging tot allerlei
bezwaren en misverstand aanleiding zou
geven.
Door De Vr. en Te "W. is nl. onderscheid
gemaakt tussen delen (planken) en d e e 1 e n
(gedeelten), slepen (gesleept worden) en
s 1 e e p e n (voorttrekken), kolen (brandstof)
en kooien (groenten), roven, (op wonden)
en rooven (stelen) en tal van andere woor
den. Ging .men nu al die woorden eender
schrijven dan zou dit tot grote verwarring
aanleiding geven, zeiden de tegenstanders.
"Wan dit waar dan zou. onze taal elk ogen
blik aanleiding tot verwarring geven omdat
daarin een groot aantal woorden voorkomen
die bij verschillende betekenis toch dezelfde
schrijfwijze hebben. Bijv.: aker (eikel en
emmer), baai, (golf, wollen stof en wijn),
baar (niouweling, draagwerktuig, golf en
staaf), hal (speeltuig en danspartij)voorts
bok, dam, das, drop, fatsoen, geest,
greep, enz. enz.4) Evenzo in het meerv.
zweren (etteren en een eed doen), stelen
(rooven en meerv. v. steel) enz. Kortom, hon
derden woorden (men behoeft slechts een
woordelijstje in te zien) kan men vinden, die,
eerder nog dan de door De Vr. en Te "W.
genoemde woorden, aanleiding tot verwar
ring zouden kunnen geven en toch komt dit
inderdaad zelden voor.
Ook het dialektiese bezwaar, dat men b ee
ne n, boomen schrijven móét omdat de uit
spraak eigenlik be'nen, bo"men is, kan van
weinig belang geacht worden, omdat die uit
spraak in de beschaafde spreektaal zo goed
als geheel verdwenen is.
De kritiek op de overige regels der ver
eenvoudiging moeten we stilzwijgend voor
bijgaan om nog even stil te kunnen staan bij
het hoofdbezwaar.
Tegen de vereenvoudigde spelling in haar
geheel is het oordeel gehoord dat ze lelik is
en om dit oordeel klem bij te zetten werden
voorbeelden aangehaald bij voorkeur uit bast
aardwoorden gekozen, omdat deze er zich
het best toe leenden de argeloze lezer af te
schrikken.
Dat K. schrijft mensen, vissen, de
len, lopen is voor het oog niet zo on
aangenaam, maar woorden als: boeket,
bloeze, buro, kado, sjokola, sent
enz. maken een onverkwikkelike indruk, zegt
de tegenpartij.
Do grief die hier K. gemaakt wordt, nl.
door zijn vereenvoudiging het woordbeeld van
vele woorden zo lelik gemaakt te hebben
kan hij beantwoorden met verwijzing naar
De Vr. en Te TV. en naar andere taalkun
digen. Het is ten allen tijde nodig gebleken
en zal steeds nodig blijken woorden zowel
geleende als eigene naar het spraakgebruik
te wijzigen.
Men wil het K. als een zondo aanrekenen
dat hij de schrijftaal in meerdere overeen
stemming wil brengen met do spreektaal;
maar dat is vóór hem toch al door tal van
anderen gedaan. De spreektaal veranderkgclei-
delik, bijna onmerkbaar, do schrijftaal be
houdt haar vaste vormen. Eindelik is het
verschil tussen dezo twee echter zó groot
geworden dat een plotseling ingrijpen nood-
zakelik is. Zolang we een lovende, d. i. v6r-
andorende taal hebben zal een dergolike her
ziening van tijd tot tijd nodig blijken. Ver
beeld jo dat zo iets nooit had plaats gehad
en dat we nu nog schreven zoals do
mensen in de 12de eeuw spraken? Dat
is immers ongerijmd.
Wat nu het veranderen van vreemde woor
den betreft, ook dat is een gewoon verschijn
sel. Bezien we onze otymologiese inventaris,
dan blijkt ons dat we o zo weinig woorden
ons eigendom kunnen noemen, verreweg de
meesto heden gebruikte zogenaamde hol
landse woorden hebben we vroeger in bruik-
A) Zo maakt Dr. K. melding van het woord
post, dat twaalf betekenissen heeft (Van
Dale geeft er zelfs zeventien) nl.deurstijl,
schildwacht-, artikel, ambt, posterjj, postwa
gen, postkantoor, postbode, onderdeel eener
begroting, een stekel vinnige vis, een plant
en postpapier. Hij maakt hiervan de vol
gende rebus: Do post kwam met een post
uit do post, liep langs een post en kocht
naast een post wat post, een post, een post
en een post.
ZwUgsnd nam de grijsaard den Hindoe op.
."Welke boodschap brengt go?"
,Hen, die in deze hut van Paramousa, den
heiligen dienaar vau den wrekendon God, ver-
toeren, naar Djarleep Singh te geleiden
De oude Brahmaan trilde nog over al zfjn
leden. Diep liet hy zyn hoofd op zyn borst
zakken en sprak toen zacht:
8lk ben bereid; breng mU bfj heinl"
Hij liep op de deur toe; do Hindoo echter
wees op Awamah:
.Wie is dat?"
.Een dewodaschl, aan de Godheid gewijd".
.Ze deelt de hut met u?"
.En den dienst der Godheid."
.Vergezel ons dan 1" zei de bode.
.Mijn onlvangon bevel luidt, degenen, die in
deze hut vertoeven, naar Djarleep Singh te
voeren V'
Het door een tuin ingesloten huis in de
.witte stad" met zijn witte wanden geleek
uiterlijk volkomen op de huizen la dit stads-
gedeelte, die door Europeanen werden bewoond;
maar wanneer men eerst de vestibules, ver
sierd met Indischs wapenen, en de vertrekken
van binnen had gezien, dan voelde men zich
dadelijk in de met kostbare tapijten en vollen
behangen kamers van een Indiër verphatst.
De lucht was verpest met een bjjna narcotisch
werkenden geur; schemerachtig licht werd
uit oud-Indische lampen geworpen, die meester
stukken van juwelierskunst waren.
In zulk een vertrek waren de oude Iwa-
priester Paramousa en Awamah gevoerd.
Plotseling stiet Paramousa een roep van
verbazing uit en een gil kwam over de lippen
van het meisje. Een der gordijnen werd
haastig op zU geschoven en een groote, slanse
man van misschien even dertig jaar, stond in
een zijden Indisch huisgewaad vóór hen. Ver
schrikt staarden twee paar oogen hom aan.
Dat was dezelfde, aan wien Paramousa het
diamanten tijgeroog had overhandigd, die in
Awamaha hart loefde, en toch was by het
weer met l Zyn kleur was een tint donkerder
zijn oogen keken heeischzuchtiger en vuriger,
maar overigens was hy aan den ander geiyk
ia houding, figuur en vorm van gelaat.
.Priester van don wrekenden Godl" zei de
Indiër op gedempton toon, .spreek, berksnt
ge my?"
De oude man strekte byna afwerend de
handen tegen hem uit:
.U bent de heer van bet tygeroog en u
bent het ook weer eigenlUk nietl" riep by.
.Zyn myn oogen dan verblind, dat ik Djarleep
Singh in twee gestalten zie?"
De Indiër fronste zyn voorhoofd: .Wat
beteekent dat? Herkent ge hem, wiens naam
in duizenden harten is gegrift,*niot in mfi?"
.Heerl" kreunde de oude man. .Zooals ln
u, herkende ik hem ook in dien ander t"
Dreigend flikkerden de oogen van den voor
namen Indiër.
.Van welken anderen spreekt ge, Para
mousa?"
.Van hem, die op u geiykt, Heer, als de
zon van vandaag geiykt op die, welke mor
gen zal schynen; ale de eene golf van den
heiligen stroom op de andere."
Ongoduldig hief de Indiër zyn hand op.
.Wie zou op Djarleep Singh kunnen ge-
ïyken buiten my?"
.Hy, die, luisterend naar dezen naam, ge
hoor gaf aan myn boodschap en in het heilig
dom van den God afdaalde."
.Ellendeling t" Dreigend vlamde het oog van
den jongeo Indiër. tEeo vreemde hebt ge dus
ingewyd ln het geheim, dot myn voder u toe
vertrouwde!"
De oude Brahmaan viel voor hem op den
grond neer.
.Dood mUl" kermde hy. .Ruk myn oogen
uit, die zich zoo lieten bediiegen. Verbrand
deze band, dio het kleinood ln oen verkeerde
hand
Een woedend geschroeuw, z66 wild en ver-
schrikkeiyk, dat ook Awamah neerknielde cn
bovend het gelaat lu de handen verborg, brak
los van de lippen van den Indiër.
.Het heilige tygeroog, ge zoudt het met
uw leven bewaren 1 De kracht van ons volk
sluimert daarin. Wee u, daar gy geen zorg
zaam bewaker waart l"
.Het is weg, Heerl Ik heb het in de han !en
gelogd van hem, die op u gelijkt en in wien
ik meende het heilige bloed van Djarleep Singh
te herkennon. Myn leven is afgedaan, o Heer
neem dien last en smaad van myt"
Er ontstond een oogenblik pauze; slechts
was het zware ademhalen der drie hoorbaar.
.Spreek, Paramousa 1" zei eindelyk de Indiër
op doffen toon. .Indien ge geen snoode ver
rader bent geworden, zoo zyt ge ten offer van
een bedrieger gevallen. Eaar vertel me eerst
wie is dat meisje daar aan myn voeten?"
.De eenige dewedaschi, die ik in den dienst
van den wrekenden God opvoedde en myn
kleinkind, o Heer. Vraag het haar; zy ook
zal u zeggen, dat die ander op u geleek als
hadt gy beiden dezelfde moeder."
.Lasior niet l" riep de Indiër ruw. .En wat
dit meisje betreft, zjj is bevlekt in myn oog,
als die vreemde haar heeft geilen l Qy echter
moet my van al het gebeurde op de hoogte
stellen en laat geen letter anders dan de
zuivere waarheid over uw lippen komen I"
Met toonlooze stem deelde Paramousa alles
mee, terwyi de trekken op het gelaat van den
Indiër steeds 6 om herder werden.
lie Botterd. Onderwijzeressen.
Naar het „Schoolblad*' vermint, hoeft hot ge
meentebestuur van Rotterdam er geen bezwaar
tegen, do onderwijzeressen, dio wegens hot aangaan
van een huwelijk zijn ontslagen, aan to stellen
als tijdelijke leerkrachten.
AARLANDERVEEN. De door hot ge
meentebestuur vastgestelde kiezerslijst be
vat 652 namen of 13 meer dan in 1903.
Voor don militiedienst is afgekeurd do
loteling F. J. Vester, zoodat thans aan de
beurt van oproeping is J. H. Baltcs, lo
tingsnummer 14.
Het percentage voor den hoofdolijken
omslag voor 1909 is vastgesteld op 2.2 pCfc
het bedroeg verleden jaar 1.8 pCt., daaren
tegen zijn, te beginnen in 1909, vervallen de
35 opcenten op den aanslag wegens perso-
oeele belasting.
De aankoop van eigendommen ten be
hoove van den aanleg van den spoorweg
AlphenAmsterdam vordert goed. Ongo-
veer de helft der te onteigenen perccelen
is reeds langs minnelijken weg van eigenaar
veranderd.
BODEGRAVEN. De zangvoreeniging
„Harmonie," heeft- met zoor veel succes
haar dertiende uifcvooring gogoven en
aan velen een genotvollen avond bezorgd.
Het groote succes is ook voQT.pen groot
deel to danken aan de medewerking van
do solisten mej. J. O. Schriek, den heer
J. O» A. Wolff, beiden te Gouda, en de®
heer L. Hofman, te Voorburg. De laatste
handhaafde weder zijn ouden roem maar
ook mej. Schriek. on de heer Wolff, die
beiden voor de eerste maal alhier optra
den, toonden zeer veel talent te bezitten.
Den directeur van „Harmonie", den heer
Laffrée, komt ook een woord van lof toe
voor zijn goode leiding.
Gisteravond waren, bij hot eindigen
van den cursus van de Ambachtsteeken-
school voor belangstellenden te bozichtigen
do teekemngen en ook het overige werk,
door do leerlingen in het afgcloopen win
terhalfjaar vervaardigd. Velen maakten
van dezo gelegenheid gebruik. Uit het ten
toongestelde bleek, dat er door de leerlin
gen dezen winter, dank zij der goede lei
ding van de onderwijzers, flink is gewerkt
en dat het onderwijs aan de Ambachtstoe-
kcnsohool goede vrucht on voortbrengt.
J. van Waveren, leerlinge van do open
bare school A, alhier, is geslaagd voor
het toelatingsexamen aan do Rijksnor-
maal school te Gouda
HAZERSWOUDE. Op het verzoek van A.
H. van der Haven, buitengewoon veldwach
ter in deze gemeente, om benoemd te wor
den tot onbezoldigd rijksveldwachter, i3
door den Minister van Justitie afwijzend
beschikt.
Uit vertrouwbare bron deelen wij me
de, dat de waterleiding a.s. Dinsdag zal
worden geopend.
Do levering van hot ijzeren hek om de
nieuwe begraafplaats is opgedragen ann on
zen dorpsgenoot G. O. Hoogedoorn.
De beschildering van de ligtenten, in be
werking voor de verceniging „Ziekenver
pleging", is gegund aan J. Bogermans.
NOORDWIJKERHOUT. Een geacht en
bemind man is door den dood uit ons mid
den weggenomen, Boudewijn Houwaart Hij
was geroepen tot vele betrekkingen. Tn het
Polderbestuur, den Kerkoraad, belasting
colleges, enz. had hij zitting. Hij bereikte
den ouderdom van bijna 89 jaroq. Onder
algemeen© deelneming werd hij begraven.
De vastgestelde kiezerslijst alhier be
vat 462 namen.
SASSENHEIM. Dezo week vorvoegdo
rioh een jongmensch, ruim 20 jaar, bij den
voorzitter dor Chr. Jong.-Ver. „Volg mij",
om onderstand. Hij gaf voor to heeten r.
d. Berg, woonachtig to zijn te Enschcdce en
letterzetter van beroep, ctooh zonder werk.
Hij k'on zoo goed zijn woord doen en wan
zoo op de hoogte met zaken, het vereeni-
gingeleven betreffende, dat hij èn voorzit
ter én jongelingen het was juist verga
dering het hart stal en een rijksdnaider
nit do kas los kreeg. Hiermede vertrok hij
per tram richting Haarlem. Na informatie
is gebleken, dat mon met een oplichter hcoffc
te doen gehad.
.Die vreemdeling bezat moed," zei hy ten
slotte meer tot zichzelf ala tot den oudon
Brahmaan, .Indien ik toevallig eenige dagen
vioeger was teruggekeerd, dan-had hy zyn
moed met den dood moeten boeten. Kent hy
het geheim van bet lygeroog?"
.Hy kont het, o Heerl"
.Dan moet b(J sterven, al zoudon we hem
ook in de uiterste hoeken van de wereld
moeten opzoeken l" riep Djarleep Singhs zoon
uit, terwyi hy van het kussen opsprong,
waarop hy gedurende de mededeeling van don
oudon man was gaan zitten. .Vertoeft hy nog
op Indischen bodem
.Hy Is weg, Heer. In de onrust, die over
my kwam eer ik uw boodschap ontving, zond
tk myn ziel uit om den man te zoeken, dia
het kleinood uit myn hand bad ontvangen.
ZU volgde zyn glansop zee ontvlucht hy
de straf en de wraak t"
.Belde zullen hem echter treffen l" mompelde
de Indiër. .En driemaal meer nog u en het
meisje daar, als wU het kleinood niet van hem
terug ontvangen. Ga nu weg. Maak u gereed
my to volgen ver weg over de zee naar het
land van onze onderdrukkers. Trek daar het
meisje jongenskleeren aan, opdat baar geslacht
niet bekend worde. Verberg den toegang tot
den tempel zoo goed, dat geen sterveling hem
kan vinden. Uw leven en cat der dewedaechl
ls feiteiyk verloten; ge kunt het echter terug-
krygen ln het uur, waarop het kleinood ln
myn hand zal geraken, in die van den oenlgen
werkeiyken Heer van het tygeroog l"
(Wordt vervolgd).