No. 15061. ZiEZDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 27 Maart. Anno 1909. De vereenvoudigde spelling. FEUILLETON. Het wogïsSepsegj. leen gekregen en gehouden; w« hebben x« evenwel zo veranderd dat we zo voor zui ver hollands© woorden houden. Weet de eenvoudige, ja zelfs de meer ont wikkelde lezer wel dat woorden als: aal moes, appel, bijbel, boezeroen, bo ter, braaf, inkt, jenever, kamer, kous, kerk, kelder, keuken, zol der, en... en nog duizenden andere dood gewone woorden eigenlik gesmokkelde waar ia? Deze woorden zijn door onze voorvaderen naar do uitspraak in een hollands pakje ge stoken, presies zoals Kollewijn deed met woor den als buro, ;bloeze enz. Trouwens we behoeven niet eins heel ver terug te gaan om dat op te jaerken. In geschiedkundige verhalen leest men nog heel dikwijls van komptoirko (uit het frans comptoir plaats om te rekenen). Uit dit woord is ons kantoor ontstaan, en nu denkt er nie mand toch meer aan om comptoirte schrij ven. In iedere nieuwe druk van de Woor de- lijst van Do Vr. en Te W. ontdekt men bastaardwoorden die meer naar de beschaafde spreektaal zijn gewijzigd. Zo zijn gaandeweg in onze schrijftaal veranderd opgenomen o. a. loep voor lonpe, sigaar, prinses, singel voor cigaar, princes, oingel, sjaal voor chale, sjees voor ohais onz. zonder enig protest; maar als K. vol komen in overeenkomst daarmee blouse in bloeze, cent in sent verandert, dan wordt dit onnodig on foeilelik gevonden. Do vereenvoudigde spelling is lelik, zegt de tegenpartij. De vereenvoudigers hebben tegen do spelling De Vr. en Te W. een ern stiger grief. Zo vinden deze spelling moei lik om aan to leren en onprakties om toe te passen. Dit is meer dan bloot een kwestie van smaak. De voetangels en klemmen die deze spelling spant aan/ degenen die zich van haar bedienen zijn zo talrijk en zo moeilik te herkennon, dat niemand hieraan ontkomt. Niet alleen de eenvoudige werkman, de winkelier of kantoorschrijver, maar zelfs de geleerde, de doctor en professor in de letteren zondigt meermalen tegen één of meer regels en uitzonderingen van deze spelling. Wat zegt men bijv. van een zin als deze: „in tropischo streeken tegen de d r o o g e moeson?" In vier woorden vijf foutenDit is niet uit het themaschrift van een onop lettende schooljongen, maar kwam voor in het leerboek van een onzer professoren Watblief? Men denke niet dat dit slechts bij uitzondering zal voorkomen, want we zouden het met tal van andere voorbeel den kunhen aanvullen. Kollewijn gaf vroe ger reeds eon gehele lijst van fouten, geci teerd uit verschillende werken en van de hand van zeer bekende letterkundigen (men leze slechts blz. 104 van zijn „opstellen" alsook de noot op blz. 181.) En aan deze spelling wordt op de scholen oen groot gedeelte van de tijd besteed die de studie van andere onderworpen zon kun nen ten goeie komen. Vooral op 3de en 4de klasse scholen (die voor het "merendeel do toekomstige arbeiders leveren) .zou de vrij komende tijd kunnen worden aangewend, voor het aanleren van moer praktiese en voor de aanstaande werkkring dier scholieren nut tiger zaken. Ten slotte nog dit: De overtuiging van het goed recht der vereenvoudiging heeft schrijver dezes naar de pen doen grijpen, niet om een nutteloze strijd tussen voer- en tegenstanders te doen ontbranden (dit is trouwens reeds in het eerste artikel verklaard), maar om het dwazo vooroordeel tegen de voreenvoudigim? ..ook uit deze lezerkring zo mogelik te verban- non, om hun die Dr. Kollewijn en zijn spel ling slechts bij name of in het geheel !niet kennen te doen zien dat diens streven en dat van zoveel 'anderen geen spot of ver achting, maar waardering verdient. De vereenvoudiging is geen zaak van cn voor letterkundigenIntegendeel, het is een volksbolang en moet dus een volks zaak worden. Laat desnoods do literatoren hun mooilike spelling behouden, maar laat de ambachts- en handelsman niet langer ge plaagd worden met deze spelling dio zij voor hun werkkring beslist niet nodig hebben, die hun in hun jeugd het grootste deel van Jiun leertijd heeft gekost en die hun op Tijperen leeftijd veelal een bron van er gernis is en slechts dient om hen J>ij anderen belachelik to maken. Dat schrijver dezes door zijn zoer gebrek kige onvolledige artikelen een hervorming zou teweegbrengen onder de lozers van dit blad, weet hij wel beter. Hij heeft slechts in ruime kring zo beknopt mogelik willen meedelen, wat bekwame mannen over de ver eenvoudiging gesproken en geschreven heb- "ixm, hopende daardoor enige belangstelling te hebben gewekt vooral bp .hen die van de vereenvoudiging het meeste nut zouden hebben. Mocht die belangstelling bij velen de wens doen ontstaan ieta meer over de Kollewijnso spelling te lezen, dan zal hij zich voor zijn arbeid ruimschoots beloond achten. Z. Lezing me). A. van Bemmelen, tea bate der werkloozen. Die merkwaardige figuur van Isabella Eb er- hardt, do beschaafds vrouw, dio zich uit do bo- schaving wegrukte om als musolmano het lovoa to leiden van een kind des lands zal niet zoo spoedig uit 't geheugen gaan van wie gisteravond haar levensverhaal hoorde. Mej. Van Bemmelan hoeft haar karakter bij het lichtbeeld dat haar ten voeton uit, voor ons stelde, uiteengezet, verhaalde vervolgens hoe zulk oen karakter, snakkend naar vrijheid uit do Euro- peesche conventie, kwam tot dit ronddolen in do woestyn. Haar ganscho korte levensverhaal als een ro mantische vertelling is langs ons voorbijgetrok ken, tot hot onverwachte eladoIsabella Ebor- hardt's ontijdige dood op haar zovon en twin tigste jaar. Merkwaardig is dezo figuur om hot verfijnde geestesleven op haar achtiendo jaar schroef zij roods in 't Fransch, Russisch, Duitsch cn Arabisch on was zjj van allerlei vraagstukken uitnemend op de hoogte naast dien oonvoud van hart. "Een eenvoud van gemoed die onnatuur lijk lijkon moest aan laaghartige karakters, wolko haar dan ook door laster tot zich noor trachten to halen. Dit ondervondt zij van beschaafden. Do inboorlingen van 't land behandelden hoor met groots ondorschoiding, droegen haar een ver- eering toe. Onder hen zy'n geen benijders, die haar hour gaven misgunnen. Bij 't ongeluk, een slijkvlocd waarin zij den dood vond, vergingen ook een deol van haar ge schriften, waarvan zij het manuscript bij zich had. Haar geredde geschriften zijn door Viotor Bar- nucand uitgegeven ondor den titel„Aantccko- ningen langs den weg" en „In de warmo schaduw van den Islam." Na do pauzo gaf do spreokstor ooa vorkaal weer van oen dor avonturen van Isabella's om- zwexvon. Van zulk een ongemeens bekoring is deze vrou wenfiguur dat do belangstelling van monigeon zal uitgaan, dunkt ons, naar het boekje met reis schetsen door de spreekster van den avond go- schrovon, over Isabella Ebcrhordt en hot land dat zij verkoos. In do pauzo bestond de gelegenheid eenige sohilderijen door den hoor Zilcken en het bestuur der Leidscho Kunstvcreeniging welwillend voor dien avond uit de coilcctio Ln hot Nut afgestaan, to bezichtigen. Dezo schilderijen, het landschap voorstellend, waarover de spreekster 't woord voerde, illustreerden op oen sohoono wjjzo haar verhaal. In 't avondlicht van de bovenzaal der Stadszaal voldeden zij niet minder don in de KuastverecnigLogszaal aan de Slconschuur. Zoo werd deze avond een zeer geslaagde, waar op de efcL van den Bond voar Trouwen-Kiesrecht, die hem organiseerde, met voldoonlng mag torug- zien. Morkwa&rdig is verder hot feit, dat hij de eerste uiting is van do praclische belangstelling, die de Bond zich ia zijn werken voorstelt. Met eon kort woord in haar inleiding de ver zorging bosprekond, die noodlijdenden van do wol denkenden en warmvoolonden mogen verwachten, bracht de presidente het fait in herinnering der lezing, welke Mevrouw Mullor-Lulofs hier de volgende maand zal houden, waar zij haar aan dachttrekkende denkbeelden omtrent samenwer king in zaken van liefdadighoid zal ontvouwen. Na eou woord van dank aan allen, inzonder heid aan do spreekster en den heer Zilcker, sloot do presidente van" doa Bond voor Vrouwen kiesrecht de vergadering. Geschreven door een voorstander dier spelling. (INGEZONDEN). KL Wat zessen de tegenstanders? Critics all an ready made. Het is begrijpelik dat de voorstellen van. Kollewijn die zulk een ingrijpend© verande ring van ons spellingsysteem, beoogden aan- vankelik een vinnige kritiek hebben moe ten doorstaan, en we kunnen er met vreugd bijvoegen, hebben kunnen doorstaan. "Werd Kollewijn verweten dat hij te veel wilde hervormen, hij kon do tegenstanders hierop terecht antwoorden, dat zij in hun kritiek te veel wilden afbreken. Ja zelfs aanvankelike vooratanders hadden allerlei aanmerkingen of vroegen koncessiesl) Een der meest aangevochten regels is wel dio geweest welke over de verbuiging van lidwoorden enz. handelt. Do verbuiging8-„n" weglaten was een doorn in veler ogen i&n tal van voorbeelden ook uit andero talen vu zelfs het latijn werden genoem^ om de dwaasheid ervan aan te tonent). Het grootste bezwaar tegen deze regel was do onduidelikheid die daardoor zou ontstaan. .Bv. in zinnen als: ,,Do man, die Jan vTeest." rDo vader slaat de zoon'' zou men dan niet meer weten wie er vreesde en wie er geslagen werd. Het heeft Dr. Kollewijn niet de minste moeite gekost dergelik© argumentjes to ont zenuwen, Allereerst wees hij er op, dat w© niet, zoals bijv. in het latijn, een vrij© "oordorde hebben; m. a. w. dat het spraak gebruik gewoonlik aan het eerste zelfst. nw. do handeling toekont5), dat meiLdus-niet be hoeft te schrijven„Do zoon" om te weten wie er de kl^frpéh- ip$£eelt. Doch er is meer. Als in^»^U»>j^nen nu •eens vouwelike of onzijdig© zqJigUr^aaamw. voorkomen? Bijv.: De vrouw, die Jans vreest; ï,Do moeder slaat do dochter," „Het paard uat het hondje beet" onz. zijn ze dan niet on- duidelik? Als deze zinnen in hot verband gelezen zonder verbuigingsuitgangen volko men begrijpelik zijn (en niemand hoort men hierover ooit klagen 1) dan kunnen dezo uit gangen bij d© mannelike naamwoorden even goed gemist worden. Dat do verbuigings-n voor de duidelikheid !©t d© minste waarde heeft, toonde Dr. K. verder overtuigend aan met voorbeelden uit het duits on engels, waaruit bleek dat r«lfs in de aan verbuigingsuitgangen zo rijke duitse taal dubbelzinnigheden kunnen voor- .komen en het engels volstrekt niet onduide- liker is ondanks zijR gemis aan gram ma- ties c vormen. Dezelfde grief, onduidelikheid, Is ook geuit tegen do e- cn o-spelling. Ook hier moesten. x) Zo herinneren we ons nog, dat toen voor énkele jaren Dr. Kollewijn in lxct Nut een lezing gehouden had over de vereenvoudiging ben der aanwezigen (naar we monen de heer Kielstra) d© opmerking .maakte dat d© be- jveging zeker aan aanhangers winnen zou als do heer Kollewijn oon enkele zijner voor stellen, bijv. die over de verbuiging, zou wil len intrekken. D© heer Kollowijn antwoordde hierop on geveer, dat hij gaarne om aanhangers t© win nen wat minder veeleisend zou willen zijn, als dan al dio toekomstige aanhangers maar hetzelfde verlangden. Ongelukkerwijs waren deze niet homogeen en had de een bezwaar 'tegen deze, de ander tegen gone regel. Als hij dus allen hun zin wikle govon, bleef cr zijn veroenvoudigingsvoorstellen weinig y»er. no© men onze onuitgesproken en .Voor een groot deel waardeloze verbuigings uitgangen op gelijke lijn heeft willen stellen met de voor goed begrip onontbeerlike la- tijnsè casusuitgangen, is ons steeds een raad sel geweest. Het is evenwel hier de plaats niet daarop nader in te gaan. 8) Zinnetjes als„Den leeuW doodde do ja ger"' of „Den jager doodde de leeuw" ko men alleen in themaboeken voor om jeugdige aspiranten in de Neder 1. taal to plagen. „Zeggen" hoort men niemand zo iets. 18) Aarzelend herhaalde de dowedaschi de opge vangen woorden, waarnaar de grijsaard onbo- weegiyk en oplettond zat te luisteren. Toen z(j had uitgesproken, hief hy zijn handen Op en viel op zfjn gezicht op den grond. .Dood roy, wrekende God I" riep hy. .In vei keerde handen heb ik bet kleinood gelegd t" Toen herkreeg hy zijn zeifbeheeraching weer. ,Als hij, die mijn oogen voor Djarleep Singhs erfgenaam hielden, het niet is, wie is dan de heer van het tygeroog, dien gij be loofde te zullen zenden?' Op ditzelfde oogenblik doortrilde oen schok zoowel de oude man als Awamah. Als am woord op zijn vraag werd "er buiten aan de deur vau de bamboehut geklopt en een diepe stem had half luid, doch verstaan baar, dat eene woord .Djarleep Singh t' ge- ■proken. Op een weDk van den ouden man haastte het meisje zich naar de «leur en schoof den eenvoudigen grondel terug. Eon Hindoe trad binnen, gekleed als de dienaren van voorname Indifirs, on hy boog diep voor den ouden Brahmaan neer. „Ik ken u nietl" sei deze. .U sprak een woord, dat deze deur doet openen, voor ieder, die het uitspreekt. Wie heelt u dat verteld? .Hij, die dezen naam draagtl" De oude Brahmaan sprong op alsof zijn felooto voet op een giftige slang had getrapt. .En wie zond u?" .HU, die toy dezen naam laerde-l" allerlei spitsvondigheden dienst doen om to bewijzen dat deze vereenvoudiging tot allerlei bezwaren en misverstand aanleiding zou geven. Door De Vr. en Te "W. is nl. onderscheid gemaakt tussen delen (planken) en d e e 1 e n (gedeelten), slepen (gesleept worden) en s 1 e e p e n (voorttrekken), kolen (brandstof) en kooien (groenten), roven, (op wonden) en rooven (stelen) en tal van andere woor den. Ging .men nu al die woorden eender schrijven dan zou dit tot grote verwarring aanleiding geven, zeiden de tegenstanders. "Wan dit waar dan zou. onze taal elk ogen blik aanleiding tot verwarring geven omdat daarin een groot aantal woorden voorkomen die bij verschillende betekenis toch dezelfde schrijfwijze hebben. Bijv.: aker (eikel en emmer), baai, (golf, wollen stof en wijn), baar (niouweling, draagwerktuig, golf en staaf), hal (speeltuig en danspartij)voorts bok, dam, das, drop, fatsoen, geest, greep, enz. enz.4) Evenzo in het meerv. zweren (etteren en een eed doen), stelen (rooven en meerv. v. steel) enz. Kortom, hon derden woorden (men behoeft slechts een woordelijstje in te zien) kan men vinden, die, eerder nog dan de door De Vr. en Te "W. genoemde woorden, aanleiding tot verwar ring zouden kunnen geven en toch komt dit inderdaad zelden voor. Ook het dialektiese bezwaar, dat men b ee ne n, boomen schrijven móét omdat de uit spraak eigenlik be'nen, bo"men is, kan van weinig belang geacht worden, omdat die uit spraak in de beschaafde spreektaal zo goed als geheel verdwenen is. De kritiek op de overige regels der ver eenvoudiging moeten we stilzwijgend voor bijgaan om nog even stil te kunnen staan bij het hoofdbezwaar. Tegen de vereenvoudigde spelling in haar geheel is het oordeel gehoord dat ze lelik is en om dit oordeel klem bij te zetten werden voorbeelden aangehaald bij voorkeur uit bast aardwoorden gekozen, omdat deze er zich het best toe leenden de argeloze lezer af te schrikken. Dat K. schrijft mensen, vissen, de len, lopen is voor het oog niet zo on aangenaam, maar woorden als: boeket, bloeze, buro, kado, sjokola, sent enz. maken een onverkwikkelike indruk, zegt de tegenpartij. Do grief die hier K. gemaakt wordt, nl. door zijn vereenvoudiging het woordbeeld van vele woorden zo lelik gemaakt te hebben kan hij beantwoorden met verwijzing naar De Vr. en Te TV. en naar andere taalkun digen. Het is ten allen tijde nodig gebleken en zal steeds nodig blijken woorden zowel geleende als eigene naar het spraakgebruik te wijzigen. Men wil het K. als een zondo aanrekenen dat hij de schrijftaal in meerdere overeen stemming wil brengen met do spreektaal; maar dat is vóór hem toch al door tal van anderen gedaan. De spreektaal veranderkgclei- delik, bijna onmerkbaar, do schrijftaal be houdt haar vaste vormen. Eindelik is het verschil tussen dezo twee echter zó groot geworden dat een plotseling ingrijpen nood- zakelik is. Zolang we een lovende, d. i. v6r- andorende taal hebben zal een dergolike her ziening van tijd tot tijd nodig blijken. Ver beeld jo dat zo iets nooit had plaats gehad en dat we nu nog schreven zoals do mensen in de 12de eeuw spraken? Dat is immers ongerijmd. Wat nu het veranderen van vreemde woor den betreft, ook dat is een gewoon verschijn sel. Bezien we onze otymologiese inventaris, dan blijkt ons dat we o zo weinig woorden ons eigendom kunnen noemen, verreweg de meesto heden gebruikte zogenaamde hol landse woorden hebben we vroeger in bruik- A) Zo maakt Dr. K. melding van het woord post, dat twaalf betekenissen heeft (Van Dale geeft er zelfs zeventien) nl.deurstijl, schildwacht-, artikel, ambt, posterjj, postwa gen, postkantoor, postbode, onderdeel eener begroting, een stekel vinnige vis, een plant en postpapier. Hij maakt hiervan de vol gende rebus: Do post kwam met een post uit do post, liep langs een post en kocht naast een post wat post, een post, een post en een post. ZwUgsnd nam de grijsaard den Hindoe op. ."Welke boodschap brengt go?" ,Hen, die in deze hut van Paramousa, den heiligen dienaar vau den wrekendon God, ver- toeren, naar Djarleep Singh te geleiden De oude Brahmaan trilde nog over al zfjn leden. Diep liet hy zyn hoofd op zyn borst zakken en sprak toen zacht: 8lk ben bereid; breng mU bfj heinl" Hij liep op de deur toe; do Hindoo echter wees op Awamah: .Wie is dat?" .Een dewodaschl, aan de Godheid gewijd". .Ze deelt de hut met u?" .En den dienst der Godheid." .Vergezel ons dan 1" zei de bode. .Mijn onlvangon bevel luidt, degenen, die in deze hut vertoeven, naar Djarleep Singh te voeren V' Het door een tuin ingesloten huis in de .witte stad" met zijn witte wanden geleek uiterlijk volkomen op de huizen la dit stads- gedeelte, die door Europeanen werden bewoond; maar wanneer men eerst de vestibules, ver sierd met Indischs wapenen, en de vertrekken van binnen had gezien, dan voelde men zich dadelijk in de met kostbare tapijten en vollen behangen kamers van een Indiër verphatst. De lucht was verpest met een bjjna narcotisch werkenden geur; schemerachtig licht werd uit oud-Indische lampen geworpen, die meester stukken van juwelierskunst waren. In zulk een vertrek waren de oude Iwa- priester Paramousa en Awamah gevoerd. Plotseling stiet Paramousa een roep van verbazing uit en een gil kwam over de lippen van het meisje. Een der gordijnen werd haastig op zU geschoven en een groote, slanse man van misschien even dertig jaar, stond in een zijden Indisch huisgewaad vóór hen. Ver schrikt staarden twee paar oogen hom aan. Dat was dezelfde, aan wien Paramousa het diamanten tijgeroog had overhandigd, die in Awamaha hart loefde, en toch was by het weer met l Zyn kleur was een tint donkerder zijn oogen keken heeischzuchtiger en vuriger, maar overigens was hy aan den ander geiyk ia houding, figuur en vorm van gelaat. .Priester van don wrekenden Godl" zei de Indiër op gedempton toon, .spreek, berksnt ge my?" De oude man strekte byna afwerend de handen tegen hem uit: .U bent de heer van bet tygeroog en u bent het ook weer eigenlUk nietl" riep by. .Zyn myn oogen dan verblind, dat ik Djarleep Singh in twee gestalten zie?" De Indiër fronste zyn voorhoofd: .Wat beteekent dat? Herkent ge hem, wiens naam in duizenden harten is gegrift,*niot in mfi?" .Heerl" kreunde de oude man. .Zooals ln u, herkende ik hem ook in dien ander t" Dreigend flikkerden de oogen van den voor namen Indiër. .Van welken anderen spreekt ge, Para mousa?" .Van hem, die op u geiykt, Heer, als de zon van vandaag geiykt op die, welke mor gen zal schynen; ale de eene golf van den heiligen stroom op de andere." Ongoduldig hief de Indiër zyn hand op. .Wie zou op Djarleep Singh kunnen ge- ïyken buiten my?" .Hy, die, luisterend naar dezen naam, ge hoor gaf aan myn boodschap en in het heilig dom van den God afdaalde." .Ellendeling t" Dreigend vlamde het oog van den jongeo Indiër. tEeo vreemde hebt ge dus ingewyd ln het geheim, dot myn voder u toe vertrouwde!" De oude Brahmaan viel voor hem op den grond neer. .Dood mUl" kermde hy. .Ruk myn oogen uit, die zich zoo lieten bediiegen. Verbrand deze band, dio het kleinood ln oen verkeerde hand Een woedend geschroeuw, z66 wild en ver- schrikkeiyk, dat ook Awamah neerknielde cn bovend het gelaat lu de handen verborg, brak los van de lippen van den Indiër. .Het heilige tygeroog, ge zoudt het met uw leven bewaren 1 De kracht van ons volk sluimert daarin. Wee u, daar gy geen zorg zaam bewaker waart l" .Het is weg, Heerl Ik heb het in de han !en gelogd van hem, die op u gelijkt en in wien ik meende het heilige bloed van Djarleep Singh te herkennon. Myn leven is afgedaan, o Heer neem dien last en smaad van myt" Er ontstond een oogenblik pauze; slechts was het zware ademhalen der drie hoorbaar. .Spreek, Paramousa 1" zei eindelyk de Indiër op doffen toon. .Indien ge geen snoode ver rader bent geworden, zoo zyt ge ten offer van een bedrieger gevallen. Eaar vertel me eerst wie is dat meisje daar aan myn voeten?" .De eenige dewedaschi, die ik in den dienst van den wrekenden God opvoedde en myn kleinkind, o Heer. Vraag het haar; zy ook zal u zeggen, dat die ander op u geleek als hadt gy beiden dezelfde moeder." .Lasior niet l" riep de Indiër ruw. .En wat dit meisje betreft, zjj is bevlekt in myn oog, als die vreemde haar heeft geilen l Qy echter moet my van al het gebeurde op de hoogte stellen en laat geen letter anders dan de zuivere waarheid over uw lippen komen I" Met toonlooze stem deelde Paramousa alles mee, terwyi de trekken op het gelaat van den Indiër steeds 6 om herder werden. lie Botterd. Onderwijzeressen. Naar het „Schoolblad*' vermint, hoeft hot ge meentebestuur van Rotterdam er geen bezwaar tegen, do onderwijzeressen, dio wegens hot aangaan van een huwelijk zijn ontslagen, aan to stellen als tijdelijke leerkrachten. AARLANDERVEEN. De door hot ge meentebestuur vastgestelde kiezerslijst be vat 652 namen of 13 meer dan in 1903. Voor don militiedienst is afgekeurd do loteling F. J. Vester, zoodat thans aan de beurt van oproeping is J. H. Baltcs, lo tingsnummer 14. Het percentage voor den hoofdolijken omslag voor 1909 is vastgesteld op 2.2 pCfc het bedroeg verleden jaar 1.8 pCt., daaren tegen zijn, te beginnen in 1909, vervallen de 35 opcenten op den aanslag wegens perso- oeele belasting. De aankoop van eigendommen ten be hoove van den aanleg van den spoorweg AlphenAmsterdam vordert goed. Ongo- veer de helft der te onteigenen perccelen is reeds langs minnelijken weg van eigenaar veranderd. BODEGRAVEN. De zangvoreeniging „Harmonie," heeft- met zoor veel succes haar dertiende uifcvooring gogoven en aan velen een genotvollen avond bezorgd. Het groote succes is ook voQT.pen groot deel to danken aan de medewerking van do solisten mej. J. O. Schriek, den heer J. O» A. Wolff, beiden te Gouda, en de® heer L. Hofman, te Voorburg. De laatste handhaafde weder zijn ouden roem maar ook mej. Schriek. on de heer Wolff, die beiden voor de eerste maal alhier optra den, toonden zeer veel talent te bezitten. Den directeur van „Harmonie", den heer Laffrée, komt ook een woord van lof toe voor zijn goode leiding. Gisteravond waren, bij hot eindigen van den cursus van de Ambachtsteeken- school voor belangstellenden te bozichtigen do teekemngen en ook het overige werk, door do leerlingen in het afgcloopen win terhalfjaar vervaardigd. Velen maakten van dezo gelegenheid gebruik. Uit het ten toongestelde bleek, dat er door de leerlin gen dezen winter, dank zij der goede lei ding van de onderwijzers, flink is gewerkt en dat het onderwijs aan de Ambachtstoe- kcnsohool goede vrucht on voortbrengt. J. van Waveren, leerlinge van do open bare school A, alhier, is geslaagd voor het toelatingsexamen aan do Rijksnor- maal school te Gouda HAZERSWOUDE. Op het verzoek van A. H. van der Haven, buitengewoon veldwach ter in deze gemeente, om benoemd te wor den tot onbezoldigd rijksveldwachter, i3 door den Minister van Justitie afwijzend beschikt. Uit vertrouwbare bron deelen wij me de, dat de waterleiding a.s. Dinsdag zal worden geopend. Do levering van hot ijzeren hek om de nieuwe begraafplaats is opgedragen ann on zen dorpsgenoot G. O. Hoogedoorn. De beschildering van de ligtenten, in be werking voor de verceniging „Ziekenver pleging", is gegund aan J. Bogermans. NOORDWIJKERHOUT. Een geacht en bemind man is door den dood uit ons mid den weggenomen, Boudewijn Houwaart Hij was geroepen tot vele betrekkingen. Tn het Polderbestuur, den Kerkoraad, belasting colleges, enz. had hij zitting. Hij bereikte den ouderdom van bijna 89 jaroq. Onder algemeen© deelneming werd hij begraven. De vastgestelde kiezerslijst alhier be vat 462 namen. SASSENHEIM. Dezo week vorvoegdo rioh een jongmensch, ruim 20 jaar, bij den voorzitter dor Chr. Jong.-Ver. „Volg mij", om onderstand. Hij gaf voor to heeten r. d. Berg, woonachtig to zijn te Enschcdce en letterzetter van beroep, ctooh zonder werk. Hij k'on zoo goed zijn woord doen en wan zoo op de hoogte met zaken, het vereeni- gingeleven betreffende, dat hij èn voorzit ter én jongelingen het was juist verga dering het hart stal en een rijksdnaider nit do kas los kreeg. Hiermede vertrok hij per tram richting Haarlem. Na informatie is gebleken, dat mon met een oplichter hcoffc te doen gehad. .Die vreemdeling bezat moed," zei hy ten slotte meer tot zichzelf ala tot den oudon Brahmaan, .Indien ik toevallig eenige dagen vioeger was teruggekeerd, dan-had hy zyn moed met den dood moeten boeten. Kent hy het geheim van bet lygeroog?" .Hy kont het, o Heerl" .Dan moet b(J sterven, al zoudon we hem ook in de uiterste hoeken van de wereld moeten opzoeken l" riep Djarleep Singhs zoon uit, terwyi hy van het kussen opsprong, waarop hy gedurende de mededeeling van don oudon man was gaan zitten. .Vertoeft hy nog op Indischen bodem .Hy Is weg, Heer. In de onrust, die over my kwam eer ik uw boodschap ontving, zond tk myn ziel uit om den man te zoeken, dia het kleinood uit myn hand bad ontvangen. ZU volgde zyn glansop zee ontvlucht hy de straf en de wraak t" .Belde zullen hem echter treffen l" mompelde de Indiër. .En driemaal meer nog u en het meisje daar, als wU het kleinood niet van hem terug ontvangen. Ga nu weg. Maak u gereed my to volgen ver weg over de zee naar het land van onze onderdrukkers. Trek daar het meisje jongenskleeren aan, opdat baar geslacht niet bekend worde. Verberg den toegang tot den tempel zoo goed, dat geen sterveling hem kan vinden. Uw leven en cat der dewedaechl ls feiteiyk verloten; ge kunt het echter terug- krygen ln het uur, waarop het kleinood ln myn hand zal geraken, in die van den oenlgen werkeiyken Heer van het tygeroog l" (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 9