VOOR DEJEUGD
- BOSCH DAGB1AD -
G-oeöe oplossingen ontvangen van:
No. 15022
Woensdag 10 Februari.
Anno 1909.
Ooed voor Kwaad.
Het leven der Vogels in Februari.
Oplossingen der Raadsels.
i.
Natuurkunde.
II.
Linnenkast.
III.
Roodborstje.
IV.
Vuurwerk uurwerk.
V.
Klein maar dapper.
A. Koronhof, Martinus Starren, J. cn A.
L. v. Bergen, „Pronkappol", „Pronkpecr",
J. T. v. Teylingen, W. v. d. Berg, J. en
F. Beij, A. Hartevold, W. Brandt, Abra
ham van Rosmalen, Arie Schipper, Dioni-
Biua v. d. Tuin, Pietor Sohaft, „Dik Trom",
Gerard Paul idea, Pioter Bckooy, Uato
Hasselbach, Abram Klooe,, Suzanna Har
te veld, B. J. de Wit, Krot, Wilhelmus
en W. A. Schoone, „Iwan", „Jan Willem
Frioo", M. Halbmeijcr, Willem Smit, Jo
hanna Selior, Christina Wonk, „Anjelier",
Josophina v. Wijk, Jacobus r. d. Velden,
O. OoetveaD, ,,Het Vollendammortjo",
Corn. Dieben, „Okko Tannema", Cornelia
Karstens, >rDc Meeuw", Jozef on Willem
Beenakker, „Sprookjes Fee", P. J. Cof-
frio Jr., AJida Hunor, Joban C. Schneider,
Eugftno Joseph Schipper, P. Oudshoorn,
Abraham Sic val, Izak Piket, Suzanna v.
Poelgeest, Jan v. Poelgeest, Jacobus Pikot,
Jansje en Johanna Selior, Hendrik de Ru,
Jantje en Fransje Be ooy, „Dessendinan",
J. Spaans, Willem Verbij, Abraham Sirag,
Jaantje Slcgtanhorst, Gerard Brugman,
Mario Sohocvcrs, W. F. v. Rossen, „De
ncht vriendinnetjes", „De Afrikaan", J.
M. Mciners, Wilhelraina Verkoren, Lena
Bontje, Beb v. d. Mark, Bavius Holsder-
ver, „Beatha", „Het Boerinnetje", „De
twee Haasjes", Abram Owel, Geertrui
Bakshoven, „Silvia", Margaretha v. Meij-
gaaïden, Jan Owel, „Dc twee Kleintjes",
Corn, 't Hooft, Marie v. Riet, Geertje v.
Evcrt, „Galjard", Gerard Spaans, P. v.
Alphen, Cornelia v. Alphen, „Mistletoe",
Johan Langezaal, Franciscus A. Sollie, J.
J v. cL Sluis, Frans Hüncr, Jeannette
Oostveen, Rudolf en Dina Schipper, Mar
tina Ver3traaten, „Gustavo Aimard", „De
Oranjebloesem", M. E. Segaar, J. H. Boo-
gp.rs, Maria Verhoeven, Johanna Bckooij,
Jacoba Antonia Rijnswou, Anton", Jaco
bus Smittenaar, Hendrik Kriek, Margare
tha do Vroede, Lioze Kriek, Willem, Abra
ham en Lucas Scrlio, Albertua Schenk, Jo
han en Anton Janssen, Joha. Kloos, Roi-
nicr du Pon, Aafje Wempo, Piot Hassel-
baeh, Cato Harselbach, J. va^ Gruting,
Wilhelm J. Bijlovcld, Jo en ffarie Hooi
donk, Dirk Binnekamp, P. do Wit, Cato
van Dorsten, Jaantjo Ober, Maria Ouds-
hoorn, „Herdcrinnotjo", „De tweelingen",
Anna Veerman, S. J. do Haan, Sneeuw
witje", „Populierentak", Jacobus v. Weer-
lee, Margaretha en Nicoline Smit, David
Oudshoorn, P. J. Frank, „TijgeTvinkje",
„Goudhaantjo", Leo v. Berkel, Frans
Sandbcrg, „Spirea", Christina Serlie, Ja
cobs Boshoven, „Do twee Tulpen", Teunis
Smittenaar, Christ.ina Bouwer, Wilholmina
Verboren, Jeannctte Schrijver, Francina,
Jahan en Treesjo Verren, „Jtaap Ede",
Adriaan v. d. Lof, Filippus v. d. Lof, Piet
Snijers, Jan en Willem Couvóe, Willy en
Cato Vink, Jan on Mario de Graaf, Henri
Berkel, Frans v. Hoeken, Jan en Willem
Stokhnijron, Pb. v. d. Drift, Jansje v. d.
Born, Philippus en Hendrik do Nie, Ge
rard en An toon Looien, „Lindeboompje",
„De twee K ruil ©bollen", Hendrik de
Graaf, Johanna Janssen, Meindert en Hda-
ri Fonteyn, Israël Slager, Jannie Verhoef,
allen te Leiden.
„Gouden Rogt®", „Pirola", te Leider-
d o r p
„De drie Biggetjes", te Barmen.
„Witte Lelie", te a i o r s woud e.
..Twee Gebroeders", te K a t. w ij k.
Mietje Koek, G. van Nieuwkoop, C. Does-
wijk, C. Lijen, C. Zwetsloot, C. Zoet, Piet
en Jan v. Nieuwkoop, Willem Doeswijk, D.
v. Nieuwkoop, allen te Kaag.
Margaretha Verboom, Odiha Wernink,
Margo Oppelaar, allen te Koudekerk.
Jacob Bol, M. Roos, Roelf on Dirk van
Nieuwkoop, Jansje 011 Dirk den Elzen, C.
G. de Vries, W. v. d. Veer, Maria Roos,
A. van Nieuwkoop, allen te Haarlem
mermeer.
Oatootje van Dam, te Noordwijk.
Andr. Wendtt,„Albrecht Bciling", „Dc
twee Dapperen", „Klein maar Dapper",
te Oegstgcost.
Mai^tinetta Sillovis, te Ouds hoorn.
Samuel Star, „Broer cn Zus", Pietcr
Oostenrijk, te R ij n s b u r g.
„Roodborstje", te Voorschoten.
C. C. v. Nieuwkoop, Jo Bergman, te
Warmond.
J. C. Ductz, Hendrik Binnendijk, te
Wassenaar.
Fredorik do Jong, Joh. Parlcvliet, Aartje
Parlcvliot. te Zoetcrw.oude.
De prijzen violen ten dcol aan: Bavius
Holsderrver en .rAnjelier".
Correspondentie.
„Lena Bontje" te Leiden. Mot
genoegen vernam ik uit je vriendelijk
schrijven, dat jo ona krantje zoo gaarne
leest en jo bij de raadeelvriendjcs en vrien
dinnetjes wilt aansluiten. Ik heet je van
harte welkom in onzen kring "en hoop, dat
jc eon ijverige medewerkster zult worden.
Tcgon jo gohuiinaam heb ik geen bezwaar,
mits je er aan denkt steeds jo brieftjes met
je waren naam en jo schuilnaam te onder
teekenen.
Jansje e K Fransje (Bekooy
te Lei don. Ja kinderen, julie moogt
oveneens met on^ mcedoen< want hoe meer
onze kring flioh uitbreidt, hoe liever 't mij
ie. Willen jullie me de volgende^week ecna
molden, hoe oud je bent.
P. renAlphen. Je moogt zooveel
raadsels en anekdoten inzonden ale je wilt,
doch mot de püaatsing moet je gednlo'
hebben.
Jaoob Piket. Het kan gemakkelijk
gebeuren, dat er in do cijfer raadsels eens
een fooitje sluipt, cfcwh meestentijds is
dat niet van invloed op het aantal goede
oplossingen, want do kinderen die gere
geld oplossen bomerken dat dadelijk.
„Anton." In dank ontving ik je
nieuwe bijdragen en hoop or spoodig een j
goed gebruik van te kunnen maken. Daar
ik mij niet herinnor, dat je mij de vorige j
week een vraag deedt, die ik niet beant
woordde, verzoek ik jo die wel te willen
herhalen. Wat jo opmerking omtrent het j
weer betreft, ben ik 't met je eens, dat het i
de vorige week al heel onstuimig was, en
men blij mag rijn, als m:n er heelhuids
is afgekomen, want er zijn al weer heel
wat ongelukben gebeurd. Het ongeval
met dc pont vond ik ontzettend.
I. Piket'. Neen vriendje, het- is niet
noodig, dat je eon apart briefje schrijft,
je kunt volstaan met de antwoorden bij
(Re van je broor in te sluiten.
L Slager. Met genoegen vernam :k.
dat het gewonnen prijsje zoo bijzonder in
je smaak viel en gaarne zal ik aan je ver
langen voldoen en den heer uitgever jo
dank overbrengen. .Te kimt, air jo ®r laat
en tijd voor hebt natuurlijk nog met ons
blijven meedoen. Wat een schuinaam be
treft, moot je Kever een anderen beden
ken. Het. beste vind ik een naam van een
Hollandse hen held. Vorstexmamen vind ik
echter minder gepast. Vriendelijke groeten.
„Het Volondammertje.* Do
beloofde bijdragen zie ik gaarne tegemoet.
Je ingenomenheid met het verworven
prijsje doet mij veel genoegen.
„D e twoo haasje s." JulHe kunt ge
rust weer mee doen, maar dan niet «oo
gauw wegloopen, ajs de vorige keer.
Oornolia Kaïrstöns. Aangenaam
kennis to maken, nieuw raad;elvriendinne-
tjo! Jo briefje zag er, voor een meisjo van
jou leeftijd al heel netjes uit. Je moet
maar flink jo best blijven doen.
Nooltje Boshoven. Met genoegen
vernam ik van jo zusje Jacoba, dat je een
prettigen verjaardag gehad hebt en vééï
mooie cadeaux ontving. Je postpapier vind
ik bijzonder fijn en het plaatje, dat or bo
ven staat heel mooi. Mot je pop zal jo
zeker wel het meeste ingenomen zijn, ia 't
niet? Vriendelijke grootjes.
P h. v. cL Drift. Als je bijdragen tot
nu toe niet geplaatst werden, waren ze
zeker niet geschikt, vriendje. Je vraag kan
ik bevestigend beantwoorden; alle nieuwe
bijdragen moeten op een apart stukje pa
pier geschreven worden en behoorlijk met
den naam van den inzender onderteekend.
Het papier mag daarbij slechts aan één
kant beschreven worden.
„H et Boerinnotj e". De verras
sing, die je voor je Pa's verjaardag be
dacht hebt, vind ik heel aardig en ik twij
fel er niet aan of hij zal tevreden over rijn
dochtertje wezen.
ryS n e e u w w i t j e". Hot speet me te
vernemen, dat je door ongesteldheid ver
hinderd waart de raadsels op te lossen.
Wat scheelde er aan? Er zijn op het oogen-
blik een massa kinderen ongesteld. Long
ontsteking on z-g. vaJscbe groep komen
dagelijks voor. Oppassen voor kou vatten
is daarom aan te bevelen.
„De twee K r u 1 le b o 11 e n". Wie
van jullie tweetjes gaat in Maart het exa
men voor de kweekschool doen?
„T r e k v o g e l". Alle kinderen da© aan
ons courantje meedoen mogen nieuwe bij
dragen inzenden.
Gerard Wagemans. Daar ik reeds
meermalen geschreven heb, dat allo kinde
ren van abonné's met ons mee mogen doen
bad je daarvoor geen toestemming behoe
ven te vragen.
„B e g o n i a". Wol meösje, wat een
massa mooie en nuttige cadeaux heb je
voor je verjaardag gekregen; je hebt wa
rempel niete te klagen en zult het wel jam
mer vinden, dat zoo'n dag maar eenmaal
per jaar voorkomt. Ia het niet?
Oato Hasselbach. Ik vind het al
heel kinderachtig van je broertje Piet om
zich zoo spoedig te laten ontmoedigen. Hij
kent zeker het spreekwoord niet, dat luidt
„De aanhouder winti"
„Gouden Regen" en „Pirola".
te Leiderdorp. Het speet me uit jullie
briefje te moeten vernemen, dat je eenige
broeder zoo ernstig ziek is en ik hoop van
harte, dat er spoedig een gunstige keer
in zijn toestand moge komen en hij weer
genezen zal. Vriendelijke groeten en beste
wenschen voor je zieleen broeder.
MARiE VAN AM8TEL.
••.o
Qp een mooien Woensdagmiddag waren
Dirk Dobbe en Jan Vastendruk bezig in
'boer Gille's boomgaard de appels op te
rapen, die door de hevige stormen van do
boomen waren gewaaid. Om de waarheid
te zeggen, hadden zij op dien tijd in de
hajnk-An dor dorpsschool moeten ritte»;
dooh Dirk had zioh voorgenomen eenvoudig
weg te blijven. En hij had den kleinen Jan
overgehaald, met hem mee le gaan.
Er steeke niets kwaads in, had Dirk ge
zegd, zooveel jongens doen het en waarom
zonden wij het niet doen?
„Dat is alles heel mooi", antwoordde
Jan, „maar als ik geweten had, dat jo
van plan was, dezen boomgaard te plun
deren, dan was ik naar school gegaan."
Dirk barstte in lachen uit.
„Wat ben jij een gekke jongen, Jan",
zeide hij. Noem je dit soms stelen 1 Ik noem
het den boer helpen, door. vruchten op te
rapen, die anders op den grond lagen te
rotten."
„En toch zou een rechter heit diefstal
noemen", zei de jongere knaap, terwijl hij
een paar roodwangige appels in den zak
stak.
De jongens werkten met een ijver, een
betore zaak waardig, totdat Dirk op eens
den dikken boer op hen af zag komen.
„Daar komt de oude Gille aan", fluis
terde hij, „kom mee."
Voort ging het, mot bekwamen spoed, het
hek uit, de laan door en de brug over. Zij
zagen, dat de rivier zeer gewassen was en
dreigde buiten haar oevers te treden, doch
er was geen tijd stil te staan, dus rendeh
zij de helling af.
Toon schepten zij adem en Dirk bemerk
te met genoegen, dat de boer de jacht had
opgegeven, wan hij stond op de brug, zijn
groote vuist tegen hen te schudden. Zij kon
den niet verstaan, wat hij zeide, want rijn
stem werd verdoofd <aoor do bruis'-hond o
rivier, die als een machtige stroom tegen
de buigende pijlers en den dam aansloeg.
„Wij zijn hier volkomen veilig", zei Dirk,
„die oude Gilles zal wel niet lang op de
brug blijven staan '-*• als hij heengaat, sme
ren wij hem naar huis."
„Het spijt mij, dat ik niet naar school
ben gegaan", zei Jan. „Ais er eens iets ge
beurde... O, Dirk, zie eens gauw, do rivier,
de rivier 1"
Beide joDgens slaakten een luiden kreet,
want do rivier was buiten haar oevers ge
treden en overstroomde de weilanden aan
de zuidzijde.
„Kom", riep Dirk nit, ,,zijn metgezel bij
den arm grijpende, wij moeten naar hot
kerkje loopen, dat ie het dichtste bij."
Zij liepen, zoo hard zij konden. Als zdj
nu en dan omkeken, zagen zij tot hun groe
ten schrik, dat hot water zioh in alle rich
tingen verspreidde. Toen zij eindelijk,
ademloos de deur van het kleine kerkje be
reikten, vonden zij die opon cn traden sa
men binnen. Het kerkhof stond nu gedeel
telijk onder water, en toen Dirk keek naar
den kant, waar groeno velden geweest wa
ren, bespeurde hij slechts oen groot moer.
„Hoe moeten wij thuis komen", dacht hij,
want hij on Jan woonde aan den anderen
kant van het meer.
Zij waren zeer verschrikt, grcndeklo de
deur, klommen toen do steenen orgeltrap-
pen op naar hot koor en beschouwden het
verwoeste tooneel. Welk een wonderbare
redding. Het gehuahtje, waar de kerk zich
bevond, stond geheel onder water en do
brug was door den stroom meegevoerd.
„Zou boer Gille ontkomen rijn?" vroegen
zij zich af.
Zij zagen maar steeds naar het water,
dat gestadig steeg, hooger en hooger, en de
schrik sloeg hun om het hart bij de ge
dachte, dat het kerkje, evenmin als de
brug, tegen den stroorü zou bestand zijn.
Het was een vreesolijk gezicht. Toen lcwaro
bij den oudsten knaap een goed denkbeeld
op.
„Laten wij in den toren gaan", zeidc hij,
„en de klok luiden. Het is de eenige kans
(op redding 1
Met eenige moeite vonden zij de deur
cn spoedig deed de oude klok haar klagend
hulpgeroep weerklinken. Als Dirk ver
moeid was, nam Jan rijn plaats in, hoewel
hot kleine ventje nauwelijks de kracht had,
de klok in beweging te houden. Eindelijk
viel do duisternis en nog altijd kwam geen
hulp, hoewel dc klok bleef luiden. Plotse
ling riep Jan, die op den uitkijk had ge
staan, uit:
„O, Dirk, kijk ééns wat een dwaallichtjes
op het water."
Dirk liet onmiddellijk het klokketouw
schieten en kwam naast zijn makker staan,
terwijl hij uitriep
„Hoeral Dat rijn bootjes, die ons komen
redden."
Op het geroep der jongens, was de man
in de voorste boot spoedig bij de kerk en
liet Dirk het klokketouw door het venster
zakken, waarlangs de beide jongens zicb
voorzichtig lieten afzakken. Na waren zij
gered, doch hoe groot was hun verbazing,
toen zij zagen, dat hun bevrijder niemand j
anders was, dan boer Gille, wiens boom-
gaard zij hadden g*w\Vu>dengC
„Jongens," zeide hij, dat komt er van,
als men appels steelt. Vreest niet, dat ik
jo straffen zal: Ik geloof, dat je je straf
dubbel en dwars beet hebt, maar volgt den
raad van een ouden boor en steelt niet
moer."
„Fdbruari geeft den dijken werk" zoggen
de boeren, en over het algemeen ligt daar
veel waars in, maar nu en dan is in Fe
bruari al het open wator bevroren en heb
ben de vogels het hard te verantwoorden.
Do wilde eend, een der voorzichtigste vo
gels, komt bijv. in Gelderland naar elke
bron, dio zij kan vindon, om voedsel te zoo
ken. Ik weet een paar beschutte hoekjes
waar die bronnen ontspringen en daar
vriest het zolfs in de hardsto winters niet.
Daar komen ook do snippen bescherming
en voedsel zookon.
Als bemand de rissen snippen in een
poolierswinkcl zag hangen, zou hij als hij
die vogels ten minste niet bestudeerd
heeft donken, dat zij gemakkelijk te krij
gen waren; doch integendeel, zijn mooio
kop cn rug, warm bruin, lichtgeel en grijs
gestreept, smelten zoo volkomen samen
mot het droge gras en den bruinen veen
grond, waarop hij zijn voedsel zoekt, dat
gij bijna op hem trappen kunt voor h'j
opvliegt. De moeras bewoners noemen hom
dan ook den bedrieger.
Als zijn wijfje in hot' vcenmooras zit te
broeien, geeft hij do koddigste voorstel
lingen, want in zijn blijdschap springt hij
onder het roepen van „Tsjiekrtsjiek" een
heel eind in de hoogte. Dan komt hij weer
neer en maakt een brommend geluid, dat
moeilijk te beschrijven is en ontstaat, door
dat hij de vleugels in een bepaalden stand
brengt.
Een stukjo hodfc, waaraan een touwtje t*
gebonden, dat kleine jongens boven ban
hoofd zwaaien en een brommer noemen,
geeft er een heel goed denkbeeld van.
De snip is een zeer gezochte vogel; hij l>
in waarheid een zegen voor een deel der
arme moeradbevolking Zij maken met veel
saoces jacht op hem. Drie of vier dozijn
snippen in een week si edit weer, doen don
schoorsteen rooken, want als lekkernij
voor fijnproevers brengen zij een goeden
prijs op.
De zenuwen van den snip zijn zeer ont
wikkeld, zooals zij ook moeten zijn, aange
zien zijn voedsel gewoonlijk niet voor het
grijpen ligt en hij het met rijn snavel nit
den wc eken grond moet opgraven.
Haaelboenders zwerven bij slecht weer