Strenge Winters. ■eggen, dat het er 'a avonds spookt en dat is niet onmogelijk I" „Maar..." maar no moet ik naar huis, anders krijg ik ran moeder de vrouw... Ajuus." Dood, wegl In zon en vroolijkheid roe- ren zaj af. Eenigo uren later en alles was voorbij. En zij, de eemge, die geen pleizier had in het varen, die niet wilde gaan, zij was alleen achtergebleven om te treuren in de gesloten villa, waar geen zonnestraal meer binnendrong. Hierover peinzend, kwam ik aan een open plaata in het bosoh en voor mij lag de fjord; de regen had opgehouden, de zon aonk in de licht gekrulde golfjes, die er uitzagen als konden zij zulk een onge luk niet veroorzaken. „Het Centrum" van 8 Januari jl. ver haalt, dat in 1763 Horke Schonegevel, Tabe E. Hengst en Fetso I. de Vries een schaat- •erttoohb over de Zuiderzee maakten van Dokkum naar Amsterdam. Dece gebeurtenis doet denken aan stren ge winters en daarom meende Joh. M. C. de Wolf, te Steenwijkerwold, den lezers van dat blad genoegen te doen met het vol gende Een kroniek, berustende in het vermaar do archief de oude hanze-stad Kampen, ge titeld: „de annalibua quaedam nota", voor een groot deel geschreven, door Jaoob Rijn- diop, die als secretaris van 1466 tot 14Si „in vele gowigtige zaken ten dienste der stad gebruikt is," vermeldt dienaangaan de: „Tnit jair ons heren MOCOOVTJ was een grote oolde winter." „In den jare MOCCOXXXJ, XXXIJ, XXXIIJ weren swaxe oolde winteroic int jair ons heren MCOOCXXXIIIJ. Ende doe legen die Gelrcseche voir Buren." Den 29sten April 1448 werd te Kampen begonnen aan den bouw eener brug over do rivier den IJsel. Do polen werden in den rivierbodem geheid met een heiblok, dat 806 ponden woog. Des Maandags na 8t.-Jacchsdag (28 Juli) lagen de onderleg gors en des Zaterdags na St. Janodag-Ont- hoofdiog (29 Augustus) sloeg men de plan ken er op, zoodat de brug aanvang Septem ber begaanbaar was. Do kosten beliepen 17,675 rijnsguldens Don helaas„Des win ters dair nae", zegt onzo kroniek, „op Sanct Ponli oonvorsionis (28 Januari) brac <He tweedeel van die brugge off", (dertien jukken sloegen weg) „vermits den starkon ÏB-gange". Vooral 1481 bracht „een kolde, lange, berde winter". Den 26sten December begon hot geducht te vriezen, dot voortduurde, „sonder en- nich doyen off opholden", tot na Lichtmis. Toen verdreef een sterke dooi plotseling het ijs en „began men to visschen na olde gewoonte", doch even voor „Sunte Peter" (22 Februari) trad wederom de vorst in en het vroor sterk gedurende twee weken. „Dat yss dreef f seer dicke en secr voele jn di Isele. Die visschers mosten opholden van visschen; die vaste was oic kolt utcr maeten." Dat ,,ut©r maeten" is zooveel te opmer kelijker, wijl de Vasten eerst aanving den 7den Maart, daar Paschen op 22 April kwam. „In dor tijt en was geen mensohe die ge- denoken mochte sulken langen kolden vorst en winter. Daar aan dien strengen winter was voor afgegaan een buitengewoon natte en koude zomer, „dat oio geen mensche in der tijd dergelycken mochte gedenoken", ontstond groot gebrek aan levensmiddelen, zoowel voor menschen als vee, „Botter, vleisch en all eeteware was seer duer." Rogge, aangevoerd ait Dantzig, gold 46 reinsguldens per last, terwijl voor betere qualiteit („uten selven scepe dat beter rog ge was") 49 reinsguldens werd botaalcL Van eerstbedoelde rogge verkocht de Raad van Kampen (men had 33^ last daar van ingekocht) aan de stad Hasselt 2 laat, aan Steonwijk 3$ last, aan Kuinxe 1 last „om oeren kommer te stop pon." Het ove rige weid aan de bakkers bij mudden, bij J lasten, aan de burgera bij schepels en schepels verkocht, alsook aan aangrenzen de steden („ansaten") bij schepele en IJ schepels, uitgezonderd aan Elburg en Hat» turn, want „die ruter ter ELburoh liggende, onse burgeren gewont en geslagen hadden." Na St.-Jan (24 Juni) begonnen de rog- goprijzen gelukkig te dalen. Te Amsterdam had de last 64 reinsguldens gegolden ,,endo was daitoe niet gueb." Op Sinte-Margeretha-dag (20 Juli) werd do beste rogge uit de schepen voor 30 reins guldens en minder verkocht. Doch allengs stegen de prijzen weer „alsoe, dat aire Godes hilligen daoh die last roggen golt 60, 60 reinsguldens." Na St.-Catharina-dag (25 November) kostte te Amsterdam de' Last 70 reinsguldens 1 Het jaar 1667 bracht voorwaar een „ouderwetech" winter, zibh kenmerkend door strenge on langdurige vorst, zooals „Het Boek der Opschriften" van J„ van Lennep en J. ter Gouw vermeldt: „Op het Vrieeen van 7fc Jaer 1667. In January sewtien Hondert seven em cestig Doen VrooH en het Sneeuwde seer heftig: Stijf sec Weeken stent do Vaert heel stil, Drie Weeken voormen weer geheel na wil Het voomaemste dat hier wort, genotcort, Is datter soo veel Ys kwam in Meorrt. Nota: Den 16 Maert bcgont weer hart te Vriesen. Den 17 moesten de Viasohora de winst verlieoen. Den 18 Liep veel volk voor de Laeg op 't Y. Den 19 passeert men van d' een tot d' an der sy. Den SO Boot Weer en Wint nog weynig soen. Den 21 Leek of Weer en Wint anders wou doen. Dot 22 was de Wint weer felder aen 't Vriesen. Den 23 begont IJs door de Son hart te vesrliesen. Den 24 Al Vrieeende verloor 't IJs zijn kragt. Den 25 Zijnder veel over 't Y komen met voord agt. Den 26 Liepender nog drie van Stee over 't Y. Namiddag zeylden de Schuyten de Stad voorbij. Den 27 Heeft <F Ooste wint 't IJs op Pampus hoog gesst. Den 29 was 't Varen daer over nog wel belet. Deo 30 quamen oenige daer óver varen en lopen mee. Den 1 April liepen eenige Personen nog op de Zuyder Zee. Deo 2 dito is in 't Val een schip door 't IJs vastgehegt. Dit is genoteert door M. T. do Loots en haer knegt. Om Godes groote Wonder ende Kragt Tc doen helpen houden in godagt" Ook in 1684 was de winter buitengewoon streng. Zóó sterk was het ijs, dat paard- bespannen sleden er over gingen. De herinnering daarvan wordt bewaard in het volgende opschrift van een zilveren lepel „Dees lepel is met paard en slo8 Gebragt van Vlieland over Zee." Eveneens bleef door felle vorst de win ter van 1740 lang bewaard in de geheuge- nis als „de kouwe winter'bij uitnemend heid. Wederom is het een lepel, die de regee ring van dezen strengen heer heeft yeir- eeuwigd. Bij de afbeelding van ©en arre- alode mot paard en voerman ia er op gegra veerd: „De es lepd is gekogi En van Enkhuizen megebrogt Tor gedachtenis dat men reeden Met seer veele paaiden en sleden Na Enkhuizen over de zee En ik Pyttor Hommes mee dien 20 fobniarius 1740/' En niet minder dan 485 zulke si oden gin gen dat jaar over de Zuiderzee van Am- sterdam naar Enkhuizen I Te Amsterdam reden vele aanzienlijke burgers met door 2 paarden gjetrokfecn koetsen in de Keizersgracht. Tussohen Den Helder en Tessel was geen water te zien, terwijl de zwaarst geladen wagens over de Sond reden. Op 12 Januari kwam te Hamhurg de postwagen binnen met doodgevroren passa giers. Regenbakken, kelders on zelfs rm- soheiden steenen sluizen barstten door d^ felle vorst. Een „laat winter" bleef lang in herin nering door hot volgende rijmpje: „Op Sinfc-Mattheijs (21 Febr.) Was er nog geen ijs, En midden Maart, Reed men er over met slede en paard. Dat was, naar wij vermeenen, in 1823. In 1845 was de Zuiderzee in Januari tus- schen Den Helder en Tessel toegevroren en 25* Maart d. a. v. lag nog de zeearm tu: sohen den vasten wal en het eiland dicht De winter van 1890'91 regeerde ook streng en langdurig, daar de vaart van November tot Maart gestremd bleef. Hij kenmerkte zich tevens door het ver schijnen der „nieuwe ziekte", de influen za, die echter in het daaropvolgende win terseizoen de meeste slachtoffers maakte. Dit hel nachtelijk leven eener groele slid. Het volgende bevat een paar bijzonderhe den „uit bet nacht regis ter van den Gecon- troleerden Particulieren Nachtveiligheids dienst te Amsterdam, loopende van 1 Jan. tot 31 December 1908. Het spreekt vanzelf, dat de politie nog wel andere dingen zou weten te zeggen. Op verzoek der abonnó's 64-maal wonin gen doorzocht, waarin dezen iete verdachte meenden t© bespeuren. 1206-maal gewaarschuwd, dat ramen, deu ren of hekken van de woningen der oboD- nó's niet gesloten waren. 73-maaJ den sleutel in de huisdeur ge vonden. 32-moal assistentie verleend om de huis deur te openen.- 23-maal gewaarschuwd en assistentie ver leend bij defecte waterleiding en lekkages. 8-maal een begin van brand gebluscht en de brandweer gealarmeerd, waarbij eenmaal drie kinderen gered. 14-maal een inbraak verhinderd. 61-maal bij plotselinge ziektegevallen de hulp van dokter of apotheker ingeroepen. 8-maal gewaarschuwd, dot personen des nachts door dienstboden de woning in- of uitgelaten werden. 31-maal beschonken personen uit portie ken verwijderd. 46-maal personen geholpen, die op den openbaren weg werden lastig gevaUen. 12-maal assistentie verleend aan de poli tie. 64-maal verdachte personen genoodzaal- een wijk te verlaten. 3 inbrekers op heeterdaad betrapt en r d© politie overgeleverd. 9-maal hulp verleend aan drenkelingen, waarbij 6 persoDen uit het water gered. 7-maal personen gearresteerd en aan d' politie overgeleverd, die des nachts bald dadigheid pleegden aan woningen van abonné's. 15-maaJ eerste verband (noodverband;) ge logd bij verwonding* Het Britsch Museum. Hot was dezer dagen 160 jaar geleden, dat het beroemde Jbritsah Museum, de grootst© verzameling der wereld, gesticht werd. Ruskin noemde het Britsch Museum „de best^goordende en best-onderhouden verzameling van allo dingen der mensche» lijke wetenschap ter wereld". En deze lof komt nog het Museum toe, dat door zijn veelzijdigheid en rijken inhoud werkelijk alleen staat. Het was den löden Jan. 1769, dat aan bet publiek of liever aan de leer- en weetgierige lioden, die zich de moeite getroost hadden om een toegangskaart te vorkrijgen, de toe gang opengesteld werd. Met onvermoeiden ijver ia sedert dien dag aan de vermeerde ring der verzamelingen gewerkt. Sedert het Britsch Museum zijn poorten geopend heeft, hebben buitengewone ver anderingen plaats gehad. Interessant is de geschiedenis der stich ting van het Museum. De room, „stichter" er van te zijn, komt niet toe aan een enkele. Meerdere personen dceJen met elkander die etjr. Reeds 59 jaren vóór de opening van het Museum had het Parlement als een geschenk de beroemde bibliotheek van Cot ton aanvaard. Deze bestond uit een verza meling van manuscripten en 8taats-docu menten, die Sir Robert Cotton ba'j het be gin der 17de eeuw verzameld had. Tot op dat oogsnÜlïk was die verzameling echter niet goed gerangschikt en evenmin voor het publiek toegankelijk. In het begin van 1752 viel een gebeurte nis voor, die oorzaak was van do stichting van het Museum. Het was de dood van Sir Hans Sloane, die in zijn testament bepaal de, dat zijn museum van merkwaardighe den den Koning voor 20,000 pd. st. te koop zou aangeboden worden, en dat, indien deze den aankoop niet wensebte, het Mu seum 8ucoc8siovelijk aan verschillende we tenschappelijke vereen: ging en zou aange boden worden. Horace WaJpole, die het talent en den smaak van een antiquair bezat, was tot een van de bestuurders der stichting benoemd; hij zeide, dat Sloane zijn Museum op 80,000 pd. st. schatte, en dat zou iedereen doen, die een liefhebber was van nijlpaar den, haaien met één oor en spinnen zoo groot als ganzen- Er moot hierbij opgemerkt worden, dat de verzamelingen van Sloane door een prachtige verzameling van antieke en na tuurhistorische voorworpen, die van Wil liam Charleston afkomstig was, verrijkt ■worden. De oommissie, door toedoen van den voorzitter Onslow benoemd, bracht een rapport uit, waarin werd vastgesteld, dat het Sloane-Museum een veel grootere waarde had dan 20,000 pd. st., en raadde aan, om voor deze verzameling, voor de bibliotheek van Cotton en voor do verzame ling manuscripten van Hariey, die voor 10,000 pd. st. aangekocht moest worden, een passende plaats te zoeken. Het geld, dat tot uitvoering dezer plan nen benoodigd was, zou echter niet door belastingen, maar door een loterij opge bracht worden. Op voorstel van de com missie werd door het Parlement een over eenkomstig besluit genomen. Het Pari©- ment benoemde den aartsbissohop van Can terbury, den staatskanselier en den voor zitter tot administrateurs van het Britsch Museum. Ook voor de loterij werden be slissingen genomen. De inkomsten werden op 300,000 pd. st. berekend, waarvan 200,000 pd. st. voor prijzen zou bestemd worden, terwijl het overschot, na aftrekking der koeten, dienen zou tot administratie van het Museum. Zoo werd een nationaal instituut in waarheid door een berosp op den harts tocht van he>t volk voor het spel in het leven geroepen. Mot een kapitaal van iets meer dan 95,000 pd. st. begon bet Museum. Voor 10,000 pd. st. werd het Montagu-huis met zijn tuinen, enz. aangekocht; een gelijke som werd besteed tot herstellingen en ver anderingen. De tot dusver bijeengebrachte verzamelingen .werden na hierin overge bracht. In 1757 schonk koning George II aan het Museum de waardevolle koninklijke bibliotheek van manuscripten cn gedrukte boeken, daaronder het onschatbare Alexan- drijnsche handschrift van het Ou do en Nieuwe Testament, dat de patriarch van Kon8tantinopel aan Karei I geschonken had. Eerst in het begin echter van 1759 waren alle voorbereidingen tot openlijke tentoonstelling der verzamelingen geëin digd en 15 Januari opende het Britsch Mu seum voor den eersten keer zijn deuren ▼oor het publiek. Het zal wel niet noodig zijn over de uit breiding van het Museum te spreken, dio bet in de 150 jaren sedert de opening tot heden heeft ondergaan. Ieder weet hoo groote waarde aan kunstvoorwerpen en an tiquarische en literaire schatten in het Museum geborgen zijn. Ofsoboon het Mu seum reeds een „afnemer" in het notuur- geschiedkundig museum in de South Ken sington gevonden heeft, is er nog altijd een stroven de ruimte, die tot expositie dient der schatten, te vergrooten. Met een nieuw bijgebouw voor een kwarb- millióen pond zal in korten tijd begonnen worden. „VROUWENDAG.1' 2 Februari: Lichtmis ofwel Vrouwendag. Vroeger was het gebruik, dat de vrouwen op dezen dag „baas" waren. Tegenwoordig is daar niet meer een speciale dag voor aangewezen. Wel zijn er nog allerlei volksgezegden in omloop, dio wijzen op het ontwaken van de Lente in dezen tijd. „Buiten" geeft er een paar uit Limburg: „Mit Lichtmis vluug de Leourwerk Eine ploogstert hoog/' En: „Schjient mit Lichtmis de zon op den tóre, Dan mot de achjeepex de orte (de resten) beware." Er zijn nog meer gezegden, die e>r op wij zen, dat we blij moeten zijn, als het met Lichtmis géón mooi weer is. Blij, omdat het elfcm later mooier zal worden. Uilen- epiegeliaansch-blij. Want: Lichtmis donker, Maakt de boer toet jonker". En: Lichtdag donker, Aiohdag klaor, Gêft altied 'n nobel jaor." En: Lichtmis in klee (klaver), Paosche in achnee." Het sneeuwklokje. Weinigen zijn er, wier hart niet open gaat, als zij, soms reeds in het begin van Februari, de sneeuwklokjes uit den grond te voorschijn zien komen. Is het dan slechts gedurende een paar weken geen vriezend weer, zoo bloeien zij tegen het laatst dezer maand uit den treu ren, en wekken reeds vroeg blijde lentege waarwordingen op. En al gaat het dan ook weer vriezen, en al worden straks deze schijnbaar zoo fcee- dere boden der lente door een dikke sneeuw laag overdekt, dit deert haar niet, want, als de sneeuw bij den volgenden dooi dan maar zooveel zakt, dat ze Hun knopjes of bloempjes er boven uit kunnen steken, dan blijken zij niets van hun frischheid verlo ren te hobben, ©n bloeien zij voort, alsof er niets gebeurd ware. De sneeuwklokjes leven in den grond voort door bolletjes, tor grootte ongeveer van een knikken Uit. elk bolletje komen zeer vroeg twee zeer langwerpige blaadjes te voorschijn, die in het midden door een overlangsche streep geteekend zijn. TusscheD die blaadjes verschijnt een dun steeltje, dat zich spoedig er even boven ver heft, en dan uitloopt in een grijsachtig topje. Het is daar ook iets dikker. Weldra zien we, dat daar één bloempje 1 in een grijs dim vliesj© besloten was, want dit laatste wijkt spoedig vaneen, en dun komt het bloempje te voorschijn, hetwelk, te zwaar voor het zeer dunne steeltje, waarmede het aan het hoofdsteeltj'e verbon den ia, zoodat het uit dat vlicsje te voor schijn komt, naar beneden hangt. Aan dit bloempje is gemakkelijk de kelk cn de bloemkroon afzonderlijk te herken nen, daar wij hier vooreerst die naar bul ten omgebogen witte bloemblaadjes opmer ken, die wij voor den kelk, en daarbinnen, drie andere, aan den top «en welnigja groen, die wij zonder aarzelen voor do bloemkroon houden. Binnen dat klokvormige gedeelte van bet bloemdek, hetwelk gevormd wordt doo? de drie bloemblaadjes, vinden wij zes meel draden en óén stamper. Vlak onder de bloom zien we een lang werpig rond, dik lichaampje zitten, waar in het toekomstige zaad verborgen ia Het plinten dor sneeuwklokjes (gaJantns nival us) geschiedt in October of November, in groepen of mozaïeken 10 c. M. diep en 5 tot 6 c.M. van elkander. Elk bloemenliefhebber raden wij* aaiij hiermede eens een proefje te nemen en ze dan tussohen den gelijktijdig bloei enden krokus te plaatsen, waarmede ze prachtig harmoniceren. Gegoten huizen. „Klei", het orgaan der baksteenfabrikan ten, schrijft: De uitvinder Edison, wiens roem in den laats ten tijd wel een weinig aan het tanen is, ten onrechte overigens, want men kan maar niet voortdurend aan het uitvinden blijven tracht nu nieuvte lauweren te ver gaderen door zich aan de oplossing van het woningvraagstuk te wijden. Hij beweert, een uitvinding te hebben go- daan, die de wereld geheel, onderstboven f £21 keeren. Die uitvinding zou bestaan' daarin, dat men een huis binnen vior eo' twintig uur, geheel voor gebruik gereed,! kan bouwen. De deskundigen rijn tot dusver nog niet; geheel en al van de mogelijkheid, om dit? te doen, overtuigd; doch Edison zegt, dai- deze heeren oude pruiken zijn, en dat hjjï weldra voot f 2400 zulk een huis binnen den; bepaalden tijd overeind zal zetten, Hü' voegt daar echter niet bij, dat hij 't ook zalj gaan bewonen. Tot dusverre heeft Edison zijn belofte evenwel nog niet gehouden. Doch wie gelooven, haasten niet. Een verslaggever, een Amerikaansohe na tuurlijk, is eens op kondschap uitgegaan, en kwam het volgende te weten. De nu zestigjarige Edison, die er gezond en opgewekt uitzag, vertoonde zijn bezoe ker het model van een cottage in Queen Ann'' stijl. Dat buis wil hij bouwen door1 middel van gepatenteerde vormen, waarin! de eerste de beste aannemer oement kan gieten, nadat zaj opgesteld zijn. Het huis zal 7.60 M. breed en 14 M. diep zijn. Het zal drie verdiepingen hebben en aan drie gezinnen een gerieflijke woning verschaf fen. Het geheim, waarvan de uitvinder don 6Üuier niet wilde opheffen, moet bestaan in het systeem dor vórmen, waarin het oe ment wordt gegoten. Het oement zal eigen lijk geen cement zijn, maar beton, bestaan de uit een deel cement, drie deelcn zand en vijf deelen van kleingeslagen baksteen. Er zal in het geheel geen hout voor het huis gebruikt worden. Alleen langs de plinten in de kamers zullen latten in het beton ge legd worden, om de kleeden te kunnen vastspijkeren.- Ais de vormen gesteld zijn, heeft men niets anders te doen dan de specie door een gat, boven de nok van het aanstaande dak uitgespaard, in die vormen te gieten, zoo lang tot die specie overloopt, wat bewijst, dat aJlea gevuld ia Na twaalf uur neemt men de vormen weg, en is het buis, schoorsteenen, vensters en alles inbegrepen, gereed. Edison raadt ech ter niet aan, bet gobouw aanstonds te be trekken, doch twaalf unr te wachten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 16