N®.
150TZ.
Vrijdag: 29 Jannart
A®. 1909.
feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Officieels Kennisgeving.
Db toekomst van Leiden.
FEUILLETON.
Het legaat.
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANTt
Toot Lodes per week 0 Cents j per 8 maanden I S
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd r^n
Franco per post
f uo.
1.30.
1.65.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
V»n 1—6 rogela /1.05. leiara regel meer f 0.171. - Groetere letter, nut
plaatarnimte. - Kleine eirortentiëe een 30 woorden 40 Oenuooot»nti »lk
tiental woorden meer 10 Oente.-Voor bet inciaieeren wordt JO.05 berekend.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op artt. 12 en 37 «er Drankwet;
Brengen ter algemeene kennis, dat door
O VAN EES Jr., winkelier, wonende te
Leiden, een vorzoeksohrift ia ingediend,
om verlof voor den verkoop van uitsluitend
alcoholvrijen drank, voor gtbruik ter
plaatse van verkoop, in den winkel en de
opkamer van het perocei Pieterskerkgr. 28.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 29 Januari 1909.
II.
Keereo wij thans terug tot onze woon
plaats om deze te bezien uit een oogpunt
van stedenschoon en voor wat da verkoe rs
wegen betreft. Aanstonds rij het gezegd,
dat Leiden een der schoonste, zoo niet de
cohoonsto Oud-HolLand&che stad ia. Wie
dit niet mocht hebben opgemerkt, gelieve
te letten op de schare vreemdelingen, die
jaarlijks ons een bozoak brengen. Talrijk
zijn do punten, die een prachtig gezicht op
een of ander stadsgodeelt© gevenhier
zij slechts herinnerd aan het Rapenburg,
gezicht op het Kort-Rapenburg van af de
Beestenmarkt, idem op de Hoogstraat
vanaf de Aalmarkt, idem van den Nieu
wen Rijn op de Korenbeurs, do Oude
Vest nabij do Mare, de Breestraat, de Hee-
rengTacht nabij den Nieuwen Rijn, het go-
zicht op de Hooglandsche Kerk vanaf de
Kerkgracht en zoo zouden er meer te noe
men zijn. De schoone Oud-Hollandsche ge
bouwen mogen vooral niet vergeten worden.
Wie dan ook van Leidon spreekt als van
een „gat", geeft daurmee blijk van groote
onbeschaafdheid Leiden ia mooi, verba
zend mooi. Maar toch is dat. mooi niet van
onzen tijd. De 20ste-eeuwer wil wel het
Oud-Hollandsch mooi bewonderen, maar
hij wil niet voortdurend er in zijn. Er is
zoo goed ala niemand, dio zijn geheel©
huis Oud-Hollandsch inricht, het bezit van
een enkele kamer stelt reeds tevreden.
Zoo gaat het ook met stedenschoon. Naast
een Oud-Hol landscho binnenstad dient
een moderne buitenstad to bestaan met het
Schoon, dat do modern© mensch zoekt,^ n.l
natuurschoon. En juist dat mist Leiden.
Hoe misdeeld is onze stad daarvan 1 Fei
telijk is het eenige, wat zij heeft het ver
dwijnende van der Werfpark, de Singels
en het Plantsoen, tusschen welks groen
„Musis Sacrum" hinderlijk storend ge-
femeten is. Welk een aandacht wijden Am
sterdam en Den Haag in hun, door de
kunstenaarshand van Berlage ontworpen,
ttitbreidingsplannen aan natuurschoon
Hoe duidelijk blijkt niet dat Rotterdam
het gemis voelt. Natuurschoon is even
noodig voor een stedelijke bevolking als
het dagel'ijksch brood voor den mensch.
Herinneren wij nog eens onze jongensj aren,
toen wij in het aardrijkskundig boek van
Bos Lazen: „De parken zijn de longen der
6teden." En Leiden laat zijn iongen ver
schrompelen.
Thans een enkel woord over do Leidache
verkeerswegen. Onzo stad heeft slechts
één verkeersweg, die van 't Station over
Paardensteeg en Breestraat naar den
Hoogcn Rijndijk, overigens is tij een
warnet van straten, stegen en grachten.
En hoe ziet die eene verkeersweg er uit?
Van 't Station komende ziet men zich aan-
stsnds geplaatst tegenover een zwart oom-
plex, roet, steenkolen en wat al niet meer.
Den vreemdeling, die langs deze zijde
binnentreedt, wordt Leiden waarlijk niet
smakelijk gemaakt; rijn eerste indruk is
dio van viesheid en vuilheid. Verderop
wordt de Stationsweg beter en zou hij zelfs
een draaglijk onderdeel kunnen vormen
van een behoorlijken verkeerswegTot
dat wij aan Boerhav© komen, dio zich da-
goli'kn groen staat te ergeren aan „Ami-
cifia". Hoe 't mogelijk is, dat in do 20ste
eeuw, waarin alle sociëteiten een kwij
nend bestaan voortsleepen, zoo'n onmo
gelijk ding als de buiten-sociëteit „Ami-
citia" kan blijven bestaan, ia een raadsel.
Maar nog duidelijker, dat de mensch in
raadselen op deez' aarde wandelt, wordt
het ons, als wij zien, dat de hoofd verkeers
weg van Neer lande eerste universiteitsstad
Lancu de Beestenmarkt voert. Mogelijk
vindt een schüdcr de koeien verrukkelijk,
maar een gewoon me^sah ergert rich, dat
hij op mark+dngan gedwongen wordt door
vuil rijn weg naar het hart der stad to
zoeken. Over de Blnuwpoortabrug spreken
wij niet, haar dagen zullen hopen wij
geteld zijn.
Aangenaam is hei onmiddellijk daar
naast te kunnen ontwaren, hoe verbete
ring merkbaar is. Do Paardensteeg met de
nieuwe Borstelbrug vormen eon nieuw stads
gcdeolte, dat volkomen voldoet aan de
cisohen voor modern verkeer en wat zijn
lijnen betreft zich wonderschoon voegt in
het kader van het Oud-Hollandsch steden-
beekL Het gezicht van do BLauwpoortebrug
op do nieuwe Borstelbrug is waarlijk
schoon. En toch is het groen niet vergeten,
het gazon nan het Galgewatcr en de thans
goplante boomen, zullen, den aan den wal
staande stuurlieden van Leiden ten spijt,
eenmaal toonen, dat het tegenwoordige
stadsbestuur van Leiden de moeilijke taak
verstond hot nieuwe tot een goed geheel
met het oude saam te voegen.
Wij zullen den eenigen hoofdverkeersweg
niet verder vervolgen en ons slechts bepa
len tot de opmerking, dat 't ontbreken van
olcotrisoh licht op Breestra»at en Hooge-
woerd opvallend is.
Gaan wij thans over tot het aangeven
van enkele hoofdlijnen, die een plan tot
verbetering van onze stad zullen moeten
beheerschcn. Allereerst dient dan gezorgd
voor den aanleg van parken, waarbij min
der gedacht dient aan wandelparken, dan
wel aan woningparken in den geest der
Utrecktsoho Hooglandsche en Wilhelmina-
parken, nl. parkaanleg en sportterrein in
het midden, waaromheen villabouw. Daar
bij past zich dan een verdere villabebouwing
zeer wel aan.
Voor deze gecombineerde exploitatie
wijst zich in de eerste plaats als vanzelf
aan het land tusschen Spoorbaan, Maro-
dijk, Rijnsburgersingel en Stationsweg, het
Schuttersveld inbegrepen. Dit terrein
onteigene de gemeente volgens de Wo
ningwet, zooals Amsterdam dit kort gele
den deed met het terrein voor rijn zuider
uitbreiding. Ecu ijsbaan kan blijven be
staan in den geest als de Amsterdamsche
IJsclub achter het Rijksmuseum, welk ter
rein dan des zomers voor sportterrein kan
dienst doen en een sieraad voor de omge
ving kan zijn. Over dit terrein dienen we
gen te voeren van het Station naar de
Haarlemmervaart en naar den Rijnsbur
gersingel over den Korenmolen, waar ter
plaatse een brug dezen weg ia verbinding
brengt mot de binnenstad. Op dezelfde
wijze wordt het terrein over den spoorweg
tusschen Rijnsburgschen wegSpoorbaan
Rijkswerkinrichting en Poelwetering geëx
ploiteerd, waarbij onmiddellijk behoort
een verbotering van den Stationsweg en
opruiming van het reeds genoemde zwarte
complex.
Ter plaatse of op het teriein van „Zo-
merzorg" vinde dan een station voor elco-
trisehe trams plaats, terwijl een nieuw
spoorweg-station kome op 't terrein tusschen
Stationsweg en de bestaande IJsbaan. Aan
den Stationsweg verdwijno „Amicitia" en
blijve het groen daarvan, zoomede vonvis-
•do de Beestenmarkt haar bestemming
voor dio van plantsoen. De Blauwpoorts-
brug worde vernieuwd en verbreed en het
Kort-Rapenburg overwulfcL
Een ander park dient te komen aan den
Zoeterwoudsohen Singel tegenover do
Kraaieretraat, in aansluiting met het
Plantsoen en waarin een nieuwer, mooier
Musis Sacrum'' meer reden van bestaan
zal hebben dan het tegenwoordige. Men
kan hier spreken van een dringenden eisch
des tijds, de rondom gelegen terreinen
wachten slechts op parkaanleg tor plaatse
om zich te ontwikkelen. Wie den fraaien
aarilü kent, dien het zich sedert kort ont
wikkelend kwartier langs den Zoeterwoud
sohen Singel aanbiedt, week weLke weg hier
de aangewezeno is.
Een park aan het Raamveld langs den
Hoogen Rijndijk blijvo voorloopig achter
wege totdat de del^itieve plannen van het
nieuwe Rijn-Schie-kanaal het mogelijk zul
len maken hier vast de richting aan te
geven.
Leiden, 29 Januari.
De verhuurdorsbond van Huiseigena
ren voor Leiden en Omstreken hield gister
avond in het Bondsgobouw Hooglands he
Kerkgracht No. 40 rijn gewone jaarlijkscho
lodenvergadering. Nadat do voorzitter de
vergadering met een korten nieuwjaars
groet gropend had, werden door den se
cretaris en penningmeester de verslagen
uitgebracht over den toestand van don
bond, waaruit bleek, dat de stand dor kas
bevredigend ia en dat het aantal leden in
het afgeloopen jaar van 478 tot 501 is ge
stegen.
Wegens hnurwcigering, enz. werden door
den deurwaarder behandeld 119 huurders
zaken, waarop slechts 12 volledige uitzet
tingen volgden.
Ton kantore werden 1426 briefjes voor
verhuizen afgegeven.
Aan achtergelaten huurschuld werd op
gegeven een bedrag van 3059.45, waar
van reeds werd geïncasseerd 667.20
De aftredende bestuursleden, do hoeren
N. Lefeber, S. Smit on H. P. L. Vorst
wenden bij acclamatie opniouw als vico-
voorzitter, inspecteur en commissaris ver
kozen.
Verder werden nog enkoio zaken van
huishoudelijkon aard behandeld, waarna de
ze vergadering door den voorzitter werd
gesloten.
Onder presidium van den hoer S. H.
Koster had in „De Graanbeurs" do .,Bd-
tengowoano Gearkomste" van het Fricsche
Selakip „Fier fen hus" plaats. Na do ge
bruikelijk*» opening liet rich het Sjong-
koar hooren, dat na een periode van de-
pressio thans blijkbaar een beteren tijd te
gemoet gaat. Een woord van hulde aan den
heer Do Rook, voor do wijze, waarop hij
het Sjoagkoar en de muziek heeft geleid,
is zeker aliorminst misplaatst. Vooral dient
geprezen te worden do uitvoering van het
fraaie fragment uit Haydn's „Schöpfung",
gearrangeerd voor zang, piano on strijk-
muziex, met woorden van den bekonden
Frieechen schrijver Jan fen 'e Gaestmar.
Hoofdschotel vormde als naar gewoonte
hot tooneol.
Opgovoord werd vóór de pauze een too-
neelstukje van Piotor Jelles Troilstra ge
titeld „Oan do Sédijk", waarin do Enoch
Ardton gosokiedonis blij-oindend is behan
dcJd. Het beste moment wa<j voorzeker dat,
waarin de teruggekeerde zoo man in dich-
terDjk-bartfitocbtelijko woorden- zijn smart
en zijn verontwaardiging uitstort over do
vermeende ontrouw zijner verloofde. Ook
do andere spelenden kwotcn zich uitstekend
van hun taak. Ditzelfde mag voorzeker
ook getuigd worden van degenen, dio sa
men in het kluchtspel „Oanbarnd Iten"
een tafereeJ te aans?houwen gaven van do
moeilijkheden, waarin Sjoukc, schoenmaker
zoo al wordt gewikkeld, doordat men geon
twee hecren dienen kan: brijpot en drie
stal. Het stuk was oen en al een lach
succes.
Nog moeten vermeld worden een paar
voordrachten, gehouden door loden van het
Selskip. Onnood'g is het to zeggen, dat na
de „sluting" een geanimeerd bal aanving.
Do klassieke Skotache Trijo mo.^st zelfs in
twee afdeclingen worden gedanst.
Do talrijke aanwezigen bun aantal be
droeg ongeveer 250 zullen zekor met
genoegen aan dezen avond terugdenken,
waar van begin tot eind een gezellige, on
gedwongen geest heerschte.
Een oollecte voor „Schoolkindorvoeding"
bracht 10.48 gld. op.
Op twee voordrachten voor onderwij
zer te Zaandam komt voor de heer H. 8.
van der Kwast, te Lcidm; op een dier voor
drachten de heer J. F. van Hos, mede te
Leiden.
De eerste luit. der infanterie E. 0. J-
Moonen, leerling dor hoogere krUgschool,
wordt met klei godetacheerd bU het tweede
reg. veld artillerie te Leidon.
De 1ste luit. P. van Hulstijn, van de
infanterie Ooet-Indisch lcgor, wordt met
Mei gedetacheerd bij het 2do reg. veldartil
lerie te Leiden.
Gisteravond trad de luitenant A. Kap-
tein op, in een openbare vergadering te
24)
„Ja", antwoordde zij. „Zij wilde het kas
teel zien en Davy bracht haar daar bij mij.
Ik zal u het geheele geval vertellen. Kijk
echter niet zoo verbijsterd. Wat doet het.
er toe of vader er achter komt en boos is?
Ik geef er geen zier omik heb gonoeg van
zijn tirannie en ben van plan er mij aaa
te onttrekken en vrij te zijn. Ik geloof, dat
ik nu op dit oogenblik naar hem toega
om hom al de dingen te vragen, welke ik
wensch te weten. Zal ik nu gaan?"
„Ja", zeide hij, zonderling gejaagd. „Ga
Pu."
X.
Geraldine begaf zich regelreoht naar het
etudeorvortrek van baar vader en klopte
tegen do deur daarvan. Hij riep „binnen"
en toen zij de kamer betrad, keek hij op
van zijn papieren en boeken, zag haar aan
met oogon, waarin nooit een vriendelijk
welkom had ge-schenen, en zeide op zijn ge
wone, onpersoonlijke wijze
„A, Geraldine, zijt gij het? Ik wenscb u
'over een belangrijke zaak te spreken."
„En ik wensch ook met u te spreken",
antwoordde zij zenuwachtig, ondanks haar
natuurlijken moed, want hij had iets over
tdoh, dat altijd haar levendigen aard in be
dwang hield en haar vroolijke stemming
bedierf. Zij had zich nooit op haar voordee-
ligst aan hem voorgedaan, hetgeen gedeel
telijk was toe te schrijven aan hun verschil
in temperament, een verschil, hetwelk
niet door liefde was overbrugd maar
hoofdzakelijk aan het idée-fixe vaH haar,
dat hij alles in en van haar afkeurde.
„Ja", zeido hij, terwijl hij haar beduidde
plaats te nemen, „wij moeten noodzakelijk
samen eens spreken over hel belangrijke on
derwerp van uw beroep."
„O, maar ik ben niet gekomen om over
mijn beroep te spreken", zeide Geraldine,
terwijl zij voor den lessenaar staan bleef
en al haar moed bijeen verzamelde. „Dat
kan wachten."
„Werkelijk?" antwoordde hij koel.
„Ja," zeide zij, „dat kan wachten. Er is
echter een onder onderwerp, dat niet lan
ger onbesproken kan blijven, vader. Ik
verlang den levensloop mijner moeder te
vernemrn."
Hij gaf haar geen antwoord, maar trok
een der laden van zijn lessenaar open en
nam er eenige proefvellen uit. Hij legde
die ter rijde en zceht naar andere.
„Yader," zeide zij met iet-s smeekenda in
haar stem.
Hij ging door met zoeken naar hetgeen
hij noodig had en gaf door niets te kennen,
dat hij haar had gehoord.
„Yader," zeide zij, „gistermiddag heb ik
tevergeefs aan de deur van uw slaapka
mer geklopt en u gevraagd mij binnen te
laten."
Hij bleef nog steeds het stilzwijgen be
waren, maar rij ging dapper voort, niet
uit het veld geslagen door zijn handelwijze
jegens haar.
„Ik daoht, dat gij eindelijk wel tegen
mij, over mijn moeder zoudt spreken,"
zeide rij. „Ik dacht, dat toen het ijs ge
broken was en die boodschap van zoo ver
over de zee was gekomen, gij wol..."
In haar ijver had zij haar ontzag voor
hem vergeten en leunde over een hock van
zijn .lesöjeiaar, terwijl- zij zich mot haar
handen steunde en eenige van de papieren,
welke hij daar had gelegd, in wajaondo
bracht.
Hij keek op en haar ziende, stiet hij haar
ruw weg.
„Op een anderen tijd, op een anderen
tijd," zeide hij norsoh. „Ziet ge niet, dat
ik bozig bendat ik werk, belangrijk werk,
onder handen heb?"
Een gevoel van verontwaardiging joog
haar het blood naar do wangen en ver
drievoudigde haar moedmaar voor het
oogenblik hield rij haar gimo-dJicwegingen
onder bedwang.
„Vader," zeido rij, terwijl zij stond,
waar hij haar had heen geduwd, „heeft u
nooit eens bedacht, dat ik het recht heb
meer aangaande mijn moeder te w ten?"
„Het reöht?" vroeg hij, zich oprichtend
en haar aanstarend.
„Ja," ging zij voort, „het recht om meer
omtrent haar te weten, indien rij dood is."
„Indien zij dood is," herhaalde hij lang
zaam
„Ja," hernam zij. „Indien zij dood is-
Meent gij, dat dio gedachte nooit bij mij
is opgekomen En zelfs indien ik nooit aan
zoo iets had gedacht, kunt gij u dan niet
voorstellen, dat ik, toen ik hoorde van dit
legaat, dat haar was na-golaten, geen be
hoefte gevoelde u van aangozicht tot aan
gezicht te vragen, of het aan iemand is na
gelaten, die werkelijk twintig jaren gelo
den stierf, of die slechts voor u twintig
jaren geleden ia gestorven?"
Hij bleef zwijgen, maar rijn gelaat was
pijnlijk vertrokken.
„Misschien denkt gij, dat ik al dezen tijd
onverschillig ben geweest," ging zij voort.
„Natuurlijk was ik er ook niet olk uur,
'elke minuut van vervuld. Niemand zou dat
zijn. En jong© menschen nemen do dingen
zooals rij z© vinden. Maar er zijn oogcnblik-
kon geweest, dat ik hartsiochteiijk ver
langde. Maar u waart altijd ongenaakbaar.
Ik heb er geen enkel oogenblik van mijn
leven aan gedacht u mijn geheimen te ver
tellen en nog minder naar de uwe te vra
gen.
Hij schoof onrustig op rijn stoel hoen
en weer.
„Maar riet gij niet de rechtvaardigheid
in van hetgeen ik u nu vraag?" zeide zij.
„Zdet u niet in, dat ik, nu ik volwassen
ben, het recht heb te weten, waar mijn
moeder ligt begraven, als rij werkelijk
dood is? En zoo zij niet dood is, heb ik bet
recht te weten, waar zij is en hoe ik haar
kan bereiken, voordat het te laat is."
Hij antwoordde nog steeds niet en Geral
dine, die nu alle bedeesdheid had afge
schud, liet zich meeslepen door do hevig
heid harer aandoeningen.
„Zelfs, indien zij dood is, moet ik alles
van haar weten", zeido zij. „U kan niet
veronderstellen, dat ik niet weet, dat er
iets geheimzinnigs aan haar is verbonden.
Uw onverschilligheid jegens mij, uw doch
ter; uw dwaze haat jegens de vrouwen; de
wijze, waarop gij tnijn eigen sckso uit mijn
nabijheid hebt weten te verbannen, alles
wijst op het feit, dat, zelfs indien zij dood
is, het niet alleen haar dood was, maar
iets in haar leven, hetwelk u in steen ver
anderde, zoo gij van het begin af niet reeds
steen waart. Zoo zij evenwel niet gestor
ven, maar van u weggeloopen is, bijvoor
beeld, zou ik dat niet in haar laken, neen,
niet in het minst. Ik zou ook van u weggo-
Gorkum. daartoe uitgenoodigd door dq
afd. Gorkuin van den No;. Bond voor
Viou weinu esFecht, Spr. gaf als riju race*
ning to kennen, dat het vrouwenkiesrecht-1
vraagstuk volstrekt niet mag verheven
worden tot een zelfstandig staat
kundig vraagstuk. Het is een onafsclicide-
lijk deol van hot groote kicsrechtvrang-
stuk, vormt daarmedo ëén grheel. Bij
een zoodanige beschouwing, aldus spr.,
treedt het belang van den Staat uieor naar
voren, welk belang do grondslag van bet-
kiesrecht is. Van het vrouwonkirareoht ver
wacht hij een verzachtenden inrloea op de
uitwerking van het algemeen mannenkies*
recht; het vrouwenkiesrecht komt de invoe-*
ring vau het algemeen m.mncnkicsrecht te
gemoet.
EU do leerlingen en oud-leerlingen van
wijlen prof. P. Biestorveld, hoogleeraar aan
de Vrüe Universiteit, boetaat het voornem jn,
als nagedachlonia aan den beminden hoog
leeraar, op diens graf eon monument ie plaat*,
son. (Tel.)
Z. K H. de Prins vertrok gisterechtend
te 6 u. 1 min. per Staatsspoor van Den Haag
naar Schwerln.
De Prins zal na x(jn verbluf te Scbwerln
80 dexer naar BerlUn vertrekken en 2 of 8
Februari des ochtends In Den Haag terug*
koeren.
Maandag 8 Februari a.s xal ten Hove
het jaarlUksch diner van burgerlUke autoriteiten
plaais hebben.
Het stoomschip C o 1 e b o s, van Am*
sterdam naar Batavia, vertrok 27 Jou. vajx
Djeddah; do Solo, van Rotterdam naax
Java, is 27 Jan. Carvociro gepasseerd; de
Bogor arriveerde 28 Jan. van Rotterdam
te Padang; de Statendam, van Nieuw-»
York naar Rotterdam, is 28 Jan. Prawlo*
point gopasseorddo Prins Willem
IV arriveerde 26 Jan. van Amsterdam taf
Paramaribo; do Prins Willem V vof«
trok 27 Jan. van ^ramaribo naar Amste>"
dam; do Admiral, thuisreis, vertrok 2
Jon, van Dclagoabaai; do B r g o r*
meister, uilr. vortr. 26 Jon. van Tangcrj
de W i n d h u k, thuisr., vertr. 26 Jon. vah
Durban; do G r o t i u s, van Batavia nwJf
Amsterdam, vertrok 28 Jan. van Lissabon;
do B 1 o w, van Singapore naar Amster
dam, vertrok 27 Jan. van Genua; do R e i<
ohenbach vertrok 27 Jan. van Macas
sar naar Java; do Koning Willem
III, van Batavia naar Amsterdam, paa*
seerdo 28 Jan. Perim; de Wilis, vos
Rotterdam naar Batavia, vertrok 28 Jon*
van Marseille; do Anchises arriveerde
26 Jan. van Amsterdam ©n Liverpool tfl
Batavia.
HILLEGOM. De zaal van den heer Sla»
termans was gisteravond weder goed bezeil
met mensohen, die kwamen genieten vaö
hetgeen de „Hillcgomache Harmonie-ka^
pel" onder leiding van den heer J D*
Schouten, ten beste gaf. Het programma
bestaande uit elf nummers, liep uitstekend
van stapel, vooral con solo voor saxophone
door den heer Luibe.
HAARLEMMERMEER. Do verconigïn^
„Eensgezindheid" to Nieuw-Yenncp, die
haar derdo voordrachtenavond gaf voor
dezen winter, had daartoe uiFgcnoodigd 't'
duo Do Munnik, uit Den Haag. Wat het tea
gohoore bracht voldood d'on annwezigoal
loopen zijn, als ik uw vrouw was geweeste
Iedere vrouw zou dat doen. Het is reed*
hard genoeg uw dochter te rijn, maar uw
vrouw, welic een lotWel, voor zoover ik
mij kan herinneren, zijt gij geen enkelA
maal ontdooid om mij een bewijsje van
warmo menschelijke genegenheid te geven;
hebt geen enkele maal getracht mij te
grijpen. Do oudo man, die de legaten na'
liet, beweorde, zooals Harold Warwick mi?
heeft verteld, dat gij een grootheid van
geest bezat, welke andcron begreep. Ik heb
dio nooit in u gekendik zou dio in aan
gebeden hebben, als ik het had geweten. DS
liefde, welke ik voor u had kunnen voelen,
heb ik dien besten, ouden Daddy Durham
geschonken. Zoo ik niet hem en de boek
wurmen had gehad, ja, en Davy en Chrio*
tiaan, zou ik opgegroeid zijn als gij, totaal
zonder liefde. Verbeeld n, dat Davy, de
kustwachter en Christiaan, do Noorweeg-
sche scheepskok, moesten m'dewerken om
te voorkomen, dat ik zonder liefde opgroei
de. O, ik zeg niet, dat ik alleen in dit op
zicht sta. Ik ben slechts een van de vele
kinderen in do wereld, die bij de dienstbo
den sympathie en genegenheid moeten vin
den in plaats van bij hun ouders. En toch',
vader, zou ik alles ter wereld hebben wilhO
doen om uw genegenheid te winnen; maar
gij gaaft er niet om, gij steldet alleen be
lang in de dictionnaire, in doode talen,
niet in levende menschenharten. O, ik weefi
niet, waarvan u gemaakt is. Ik weet nieb
wat u mot uw gevoelens hebt uitgericht,-
gij zijt niet menschelijkgeen mensch ür
er, die niet een weinig liefde voor een andej
gevoelt, maar gij...
CWordt yetrvolgd-l