N®. 150TZ. Vrijdag: 29 Jannart A®. 1909. feze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Officieels Kennisgeving. Db toekomst van Leiden. FEUILLETON. Het legaat. DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTt Toot Lodes per week 0 Cents j per 8 maanden I S Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd r^n Franco per post f uo. 1.30. 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIES: V»n 1—6 rogela /1.05. leiara regel meer f 0.171. - Groetere letter, nut plaatarnimte. - Kleine eirortentiëe een 30 woorden 40 Oenuooot»nti »lk tiental woorden meer 10 Oente.-Voor bet inciaieeren wordt JO.05 berekend. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op artt. 12 en 37 «er Drankwet; Brengen ter algemeene kennis, dat door O VAN EES Jr., winkelier, wonende te Leiden, een vorzoeksohrift ia ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gtbruik ter plaatse van verkoop, in den winkel en de opkamer van het perocei Pieterskerkgr. 28. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 29 Januari 1909. II. Keereo wij thans terug tot onze woon plaats om deze te bezien uit een oogpunt van stedenschoon en voor wat da verkoe rs wegen betreft. Aanstonds rij het gezegd, dat Leiden een der schoonste, zoo niet de cohoonsto Oud-HolLand&che stad ia. Wie dit niet mocht hebben opgemerkt, gelieve te letten op de schare vreemdelingen, die jaarlijks ons een bozoak brengen. Talrijk zijn do punten, die een prachtig gezicht op een of ander stadsgodeelt© gevenhier zij slechts herinnerd aan het Rapenburg, gezicht op het Kort-Rapenburg van af de Beestenmarkt, idem op de Hoogstraat vanaf de Aalmarkt, idem van den Nieu wen Rijn op de Korenbeurs, do Oude Vest nabij do Mare, de Breestraat, de Hee- rengTacht nabij den Nieuwen Rijn, het go- zicht op de Hooglandsche Kerk vanaf de Kerkgracht en zoo zouden er meer te noe men zijn. De schoone Oud-Hollandsche ge bouwen mogen vooral niet vergeten worden. Wie dan ook van Leidon spreekt als van een „gat", geeft daurmee blijk van groote onbeschaafdheid Leiden ia mooi, verba zend mooi. Maar toch is dat. mooi niet van onzen tijd. De 20ste-eeuwer wil wel het Oud-Hollandsch mooi bewonderen, maar hij wil niet voortdurend er in zijn. Er is zoo goed ala niemand, dio zijn geheel© huis Oud-Hollandsch inricht, het bezit van een enkele kamer stelt reeds tevreden. Zoo gaat het ook met stedenschoon. Naast een Oud-Hol landscho binnenstad dient een moderne buitenstad to bestaan met het Schoon, dat do modern© mensch zoekt,^ n.l natuurschoon. En juist dat mist Leiden. Hoe misdeeld is onze stad daarvan 1 Fei telijk is het eenige, wat zij heeft het ver dwijnende van der Werfpark, de Singels en het Plantsoen, tusschen welks groen „Musis Sacrum" hinderlijk storend ge- femeten is. Welk een aandacht wijden Am sterdam en Den Haag in hun, door de kunstenaarshand van Berlage ontworpen, ttitbreidingsplannen aan natuurschoon Hoe duidelijk blijkt niet dat Rotterdam het gemis voelt. Natuurschoon is even noodig voor een stedelijke bevolking als het dagel'ijksch brood voor den mensch. Herinneren wij nog eens onze jongensj aren, toen wij in het aardrijkskundig boek van Bos Lazen: „De parken zijn de longen der 6teden." En Leiden laat zijn iongen ver schrompelen. Thans een enkel woord over do Leidache verkeerswegen. Onzo stad heeft slechts één verkeersweg, die van 't Station over Paardensteeg en Breestraat naar den Hoogcn Rijndijk, overigens is tij een warnet van straten, stegen en grachten. En hoe ziet die eene verkeersweg er uit? Van 't Station komende ziet men zich aan- stsnds geplaatst tegenover een zwart oom- plex, roet, steenkolen en wat al niet meer. Den vreemdeling, die langs deze zijde binnentreedt, wordt Leiden waarlijk niet smakelijk gemaakt; rijn eerste indruk is dio van viesheid en vuilheid. Verderop wordt de Stationsweg beter en zou hij zelfs een draaglijk onderdeel kunnen vormen van een behoorlijken verkeerswegTot dat wij aan Boerhav© komen, dio zich da- goli'kn groen staat te ergeren aan „Ami- cifia". Hoe 't mogelijk is, dat in do 20ste eeuw, waarin alle sociëteiten een kwij nend bestaan voortsleepen, zoo'n onmo gelijk ding als de buiten-sociëteit „Ami- citia" kan blijven bestaan, ia een raadsel. Maar nog duidelijker, dat de mensch in raadselen op deez' aarde wandelt, wordt het ons, als wij zien, dat de hoofd verkeers weg van Neer lande eerste universiteitsstad Lancu de Beestenmarkt voert. Mogelijk vindt een schüdcr de koeien verrukkelijk, maar een gewoon me^sah ergert rich, dat hij op mark+dngan gedwongen wordt door vuil rijn weg naar het hart der stad to zoeken. Over de Blnuwpoortabrug spreken wij niet, haar dagen zullen hopen wij geteld zijn. Aangenaam is hei onmiddellijk daar naast te kunnen ontwaren, hoe verbete ring merkbaar is. Do Paardensteeg met de nieuwe Borstelbrug vormen eon nieuw stads gcdeolte, dat volkomen voldoet aan de cisohen voor modern verkeer en wat zijn lijnen betreft zich wonderschoon voegt in het kader van het Oud-Hollandsch steden- beekL Het gezicht van do BLauwpoortebrug op do nieuwe Borstelbrug is waarlijk schoon. En toch is het groen niet vergeten, het gazon nan het Galgewatcr en de thans goplante boomen, zullen, den aan den wal staande stuurlieden van Leiden ten spijt, eenmaal toonen, dat het tegenwoordige stadsbestuur van Leiden de moeilijke taak verstond hot nieuwe tot een goed geheel met het oude saam te voegen. Wij zullen den eenigen hoofdverkeersweg niet verder vervolgen en ons slechts bepa len tot de opmerking, dat 't ontbreken van olcotrisoh licht op Breestra»at en Hooge- woerd opvallend is. Gaan wij thans over tot het aangeven van enkele hoofdlijnen, die een plan tot verbetering van onze stad zullen moeten beheerschcn. Allereerst dient dan gezorgd voor den aanleg van parken, waarbij min der gedacht dient aan wandelparken, dan wel aan woningparken in den geest der Utrecktsoho Hooglandsche en Wilhelmina- parken, nl. parkaanleg en sportterrein in het midden, waaromheen villabouw. Daar bij past zich dan een verdere villabebouwing zeer wel aan. Voor deze gecombineerde exploitatie wijst zich in de eerste plaats als vanzelf aan het land tusschen Spoorbaan, Maro- dijk, Rijnsburgersingel en Stationsweg, het Schuttersveld inbegrepen. Dit terrein onteigene de gemeente volgens de Wo ningwet, zooals Amsterdam dit kort gele den deed met het terrein voor rijn zuider uitbreiding. Ecu ijsbaan kan blijven be staan in den geest als de Amsterdamsche IJsclub achter het Rijksmuseum, welk ter rein dan des zomers voor sportterrein kan dienst doen en een sieraad voor de omge ving kan zijn. Over dit terrein dienen we gen te voeren van het Station naar de Haarlemmervaart en naar den Rijnsbur gersingel over den Korenmolen, waar ter plaatse een brug dezen weg ia verbinding brengt mot de binnenstad. Op dezelfde wijze wordt het terrein over den spoorweg tusschen Rijnsburgschen wegSpoorbaan Rijkswerkinrichting en Poelwetering geëx ploiteerd, waarbij onmiddellijk behoort een verbotering van den Stationsweg en opruiming van het reeds genoemde zwarte complex. Ter plaatse of op het teriein van „Zo- merzorg" vinde dan een station voor elco- trisehe trams plaats, terwijl een nieuw spoorweg-station kome op 't terrein tusschen Stationsweg en de bestaande IJsbaan. Aan den Stationsweg verdwijno „Amicitia" en blijve het groen daarvan, zoomede vonvis- •do de Beestenmarkt haar bestemming voor dio van plantsoen. De Blauwpoorts- brug worde vernieuwd en verbreed en het Kort-Rapenburg overwulfcL Een ander park dient te komen aan den Zoeterwoudsohen Singel tegenover do Kraaieretraat, in aansluiting met het Plantsoen en waarin een nieuwer, mooier Musis Sacrum'' meer reden van bestaan zal hebben dan het tegenwoordige. Men kan hier spreken van een dringenden eisch des tijds, de rondom gelegen terreinen wachten slechts op parkaanleg tor plaatse om zich te ontwikkelen. Wie den fraaien aarilü kent, dien het zich sedert kort ont wikkelend kwartier langs den Zoeterwoud sohen Singel aanbiedt, week weLke weg hier de aangewezeno is. Een park aan het Raamveld langs den Hoogen Rijndijk blijvo voorloopig achter wege totdat de del^itieve plannen van het nieuwe Rijn-Schie-kanaal het mogelijk zul len maken hier vast de richting aan te geven. Leiden, 29 Januari. De verhuurdorsbond van Huiseigena ren voor Leiden en Omstreken hield gister avond in het Bondsgobouw Hooglands he Kerkgracht No. 40 rijn gewone jaarlijkscho lodenvergadering. Nadat do voorzitter de vergadering met een korten nieuwjaars groet gropend had, werden door den se cretaris en penningmeester de verslagen uitgebracht over den toestand van don bond, waaruit bleek, dat de stand dor kas bevredigend ia en dat het aantal leden in het afgeloopen jaar van 478 tot 501 is ge stegen. Wegens hnurwcigering, enz. werden door den deurwaarder behandeld 119 huurders zaken, waarop slechts 12 volledige uitzet tingen volgden. Ton kantore werden 1426 briefjes voor verhuizen afgegeven. Aan achtergelaten huurschuld werd op gegeven een bedrag van 3059.45, waar van reeds werd geïncasseerd 667.20 De aftredende bestuursleden, do hoeren N. Lefeber, S. Smit on H. P. L. Vorst wenden bij acclamatie opniouw als vico- voorzitter, inspecteur en commissaris ver kozen. Verder werden nog enkoio zaken van huishoudelijkon aard behandeld, waarna de ze vergadering door den voorzitter werd gesloten. Onder presidium van den hoer S. H. Koster had in „De Graanbeurs" do .,Bd- tengowoano Gearkomste" van het Fricsche Selakip „Fier fen hus" plaats. Na do ge bruikelijk*» opening liet rich het Sjong- koar hooren, dat na een periode van de- pressio thans blijkbaar een beteren tijd te gemoet gaat. Een woord van hulde aan den heer Do Rook, voor do wijze, waarop hij het Sjoagkoar en de muziek heeft geleid, is zeker aliorminst misplaatst. Vooral dient geprezen te worden do uitvoering van het fraaie fragment uit Haydn's „Schöpfung", gearrangeerd voor zang, piano on strijk- muziex, met woorden van den bekonden Frieechen schrijver Jan fen 'e Gaestmar. Hoofdschotel vormde als naar gewoonte hot tooneol. Opgovoord werd vóór de pauze een too- neelstukje van Piotor Jelles Troilstra ge titeld „Oan do Sédijk", waarin do Enoch Ardton gosokiedonis blij-oindend is behan dcJd. Het beste moment wa<j voorzeker dat, waarin de teruggekeerde zoo man in dich- terDjk-bartfitocbtelijko woorden- zijn smart en zijn verontwaardiging uitstort over do vermeende ontrouw zijner verloofde. Ook do andere spelenden kwotcn zich uitstekend van hun taak. Ditzelfde mag voorzeker ook getuigd worden van degenen, dio sa men in het kluchtspel „Oanbarnd Iten" een tafereeJ te aans?houwen gaven van do moeilijkheden, waarin Sjoukc, schoenmaker zoo al wordt gewikkeld, doordat men geon twee hecren dienen kan: brijpot en drie stal. Het stuk was oen en al een lach succes. Nog moeten vermeld worden een paar voordrachten, gehouden door loden van het Selskip. Onnood'g is het to zeggen, dat na de „sluting" een geanimeerd bal aanving. Do klassieke Skotache Trijo mo.^st zelfs in twee afdeclingen worden gedanst. Do talrijke aanwezigen bun aantal be droeg ongeveer 250 zullen zekor met genoegen aan dezen avond terugdenken, waar van begin tot eind een gezellige, on gedwongen geest heerschte. Een oollecte voor „Schoolkindorvoeding" bracht 10.48 gld. op. Op twee voordrachten voor onderwij zer te Zaandam komt voor de heer H. 8. van der Kwast, te Lcidm; op een dier voor drachten de heer J. F. van Hos, mede te Leiden. De eerste luit. der infanterie E. 0. J- Moonen, leerling dor hoogere krUgschool, wordt met klei godetacheerd bU het tweede reg. veld artillerie te Leidon. De 1ste luit. P. van Hulstijn, van de infanterie Ooet-Indisch lcgor, wordt met Mei gedetacheerd bij het 2do reg. veldartil lerie te Leiden. Gisteravond trad de luitenant A. Kap- tein op, in een openbare vergadering te 24) „Ja", antwoordde zij. „Zij wilde het kas teel zien en Davy bracht haar daar bij mij. Ik zal u het geheele geval vertellen. Kijk echter niet zoo verbijsterd. Wat doet het. er toe of vader er achter komt en boos is? Ik geef er geen zier omik heb gonoeg van zijn tirannie en ben van plan er mij aaa te onttrekken en vrij te zijn. Ik geloof, dat ik nu op dit oogenblik naar hem toega om hom al de dingen te vragen, welke ik wensch te weten. Zal ik nu gaan?" „Ja", zeide hij, zonderling gejaagd. „Ga Pu." X. Geraldine begaf zich regelreoht naar het etudeorvortrek van baar vader en klopte tegen do deur daarvan. Hij riep „binnen" en toen zij de kamer betrad, keek hij op van zijn papieren en boeken, zag haar aan met oogon, waarin nooit een vriendelijk welkom had ge-schenen, en zeide op zijn ge wone, onpersoonlijke wijze „A, Geraldine, zijt gij het? Ik wenscb u 'over een belangrijke zaak te spreken." „En ik wensch ook met u te spreken", antwoordde zij zenuwachtig, ondanks haar natuurlijken moed, want hij had iets over tdoh, dat altijd haar levendigen aard in be dwang hield en haar vroolijke stemming bedierf. Zij had zich nooit op haar voordee- ligst aan hem voorgedaan, hetgeen gedeel telijk was toe te schrijven aan hun verschil in temperament, een verschil, hetwelk niet door liefde was overbrugd maar hoofdzakelijk aan het idée-fixe vaH haar, dat hij alles in en van haar afkeurde. „Ja", zeido hij, terwijl hij haar beduidde plaats te nemen, „wij moeten noodzakelijk samen eens spreken over hel belangrijke on derwerp van uw beroep." „O, maar ik ben niet gekomen om over mijn beroep te spreken", zeide Geraldine, terwijl zij voor den lessenaar staan bleef en al haar moed bijeen verzamelde. „Dat kan wachten." „Werkelijk?" antwoordde hij koel. „Ja," zeide zij, „dat kan wachten. Er is echter een onder onderwerp, dat niet lan ger onbesproken kan blijven, vader. Ik verlang den levensloop mijner moeder te vernemrn." Hij gaf haar geen antwoord, maar trok een der laden van zijn lessenaar open en nam er eenige proefvellen uit. Hij legde die ter rijde en zceht naar andere. „Yader," zeide zij met iet-s smeekenda in haar stem. Hij ging door met zoeken naar hetgeen hij noodig had en gaf door niets te kennen, dat hij haar had gehoord. „Yader," zeide zij, „gistermiddag heb ik tevergeefs aan de deur van uw slaapka mer geklopt en u gevraagd mij binnen te laten." Hij bleef nog steeds het stilzwijgen be waren, maar rij ging dapper voort, niet uit het veld geslagen door zijn handelwijze jegens haar. „Ik daoht, dat gij eindelijk wel tegen mij, over mijn moeder zoudt spreken," zeide rij. „Ik dacht, dat toen het ijs ge broken was en die boodschap van zoo ver over de zee was gekomen, gij wol..." In haar ijver had zij haar ontzag voor hem vergeten en leunde over een hock van zijn .lesöjeiaar, terwijl- zij zich mot haar handen steunde en eenige van de papieren, welke hij daar had gelegd, in wajaondo bracht. Hij keek op en haar ziende, stiet hij haar ruw weg. „Op een anderen tijd, op een anderen tijd," zeide hij norsoh. „Ziet ge niet, dat ik bozig bendat ik werk, belangrijk werk, onder handen heb?" Een gevoel van verontwaardiging joog haar het blood naar do wangen en ver drievoudigde haar moedmaar voor het oogenblik hield rij haar gimo-dJicwegingen onder bedwang. „Vader," zeido rij, terwijl zij stond, waar hij haar had heen geduwd, „heeft u nooit eens bedacht, dat ik het recht heb meer aangaande mijn moeder te w ten?" „Het reöht?" vroeg hij, zich oprichtend en haar aanstarend. „Ja," ging zij voort, „het recht om meer omtrent haar te weten, indien rij dood is." „Indien zij dood is," herhaalde hij lang zaam „Ja," hernam zij. „Indien zij dood is- Meent gij, dat dio gedachte nooit bij mij is opgekomen En zelfs indien ik nooit aan zoo iets had gedacht, kunt gij u dan niet voorstellen, dat ik, toen ik hoorde van dit legaat, dat haar was na-golaten, geen be hoefte gevoelde u van aangozicht tot aan gezicht te vragen, of het aan iemand is na gelaten, die werkelijk twintig jaren gelo den stierf, of die slechts voor u twintig jaren geleden ia gestorven?" Hij bleef zwijgen, maar rijn gelaat was pijnlijk vertrokken. „Misschien denkt gij, dat ik al dezen tijd onverschillig ben geweest," ging zij voort. „Natuurlijk was ik er ook niet olk uur, 'elke minuut van vervuld. Niemand zou dat zijn. En jong© menschen nemen do dingen zooals rij z© vinden. Maar er zijn oogcnblik- kon geweest, dat ik hartsiochteiijk ver langde. Maar u waart altijd ongenaakbaar. Ik heb er geen enkel oogenblik van mijn leven aan gedacht u mijn geheimen te ver tellen en nog minder naar de uwe te vra gen. Hij schoof onrustig op rijn stoel hoen en weer. „Maar riet gij niet de rechtvaardigheid in van hetgeen ik u nu vraag?" zeide zij. „Zdet u niet in, dat ik, nu ik volwassen ben, het recht heb te weten, waar mijn moeder ligt begraven, als rij werkelijk dood is? En zoo zij niet dood is, heb ik bet recht te weten, waar zij is en hoe ik haar kan bereiken, voordat het te laat is." Hij antwoordde nog steeds niet en Geral dine, die nu alle bedeesdheid had afge schud, liet zich meeslepen door do hevig heid harer aandoeningen. „Zelfs, indien zij dood is, moet ik alles van haar weten", zeido zij. „U kan niet veronderstellen, dat ik niet weet, dat er iets geheimzinnigs aan haar is verbonden. Uw onverschilligheid jegens mij, uw doch ter; uw dwaze haat jegens de vrouwen; de wijze, waarop gij tnijn eigen sckso uit mijn nabijheid hebt weten te verbannen, alles wijst op het feit, dat, zelfs indien zij dood is, het niet alleen haar dood was, maar iets in haar leven, hetwelk u in steen ver anderde, zoo gij van het begin af niet reeds steen waart. Zoo zij evenwel niet gestor ven, maar van u weggeloopen is, bijvoor beeld, zou ik dat niet in haar laken, neen, niet in het minst. Ik zou ook van u weggo- Gorkum. daartoe uitgenoodigd door dq afd. Gorkuin van den No;. Bond voor Viou weinu esFecht, Spr. gaf als riju race* ning to kennen, dat het vrouwenkiesrecht-1 vraagstuk volstrekt niet mag verheven worden tot een zelfstandig staat kundig vraagstuk. Het is een onafsclicide- lijk deol van hot groote kicsrechtvrang- stuk, vormt daarmedo ëén grheel. Bij een zoodanige beschouwing, aldus spr., treedt het belang van den Staat uieor naar voren, welk belang do grondslag van bet- kiesrecht is. Van het vrouwonkirareoht ver wacht hij een verzachtenden inrloea op de uitwerking van het algemeen mannenkies* recht; het vrouwenkiesrecht komt de invoe-* ring vau het algemeen m.mncnkicsrecht te gemoet. EU do leerlingen en oud-leerlingen van wijlen prof. P. Biestorveld, hoogleeraar aan de Vrüe Universiteit, boetaat het voornem jn, als nagedachlonia aan den beminden hoog leeraar, op diens graf eon monument ie plaat*, son. (Tel.) Z. K H. de Prins vertrok gisterechtend te 6 u. 1 min. per Staatsspoor van Den Haag naar Schwerln. De Prins zal na x(jn verbluf te Scbwerln 80 dexer naar BerlUn vertrekken en 2 of 8 Februari des ochtends In Den Haag terug* koeren. Maandag 8 Februari a.s xal ten Hove het jaarlUksch diner van burgerlUke autoriteiten plaais hebben. Het stoomschip C o 1 e b o s, van Am* sterdam naar Batavia, vertrok 27 Jou. vajx Djeddah; do Solo, van Rotterdam naax Java, is 27 Jan. Carvociro gepasseerd; de Bogor arriveerde 28 Jan. van Rotterdam te Padang; de Statendam, van Nieuw-» York naar Rotterdam, is 28 Jan. Prawlo* point gopasseorddo Prins Willem IV arriveerde 26 Jan. van Amsterdam taf Paramaribo; do Prins Willem V vof« trok 27 Jan. van ^ramaribo naar Amste>" dam; do Admiral, thuisreis, vertrok 2 Jon, van Dclagoabaai; do B r g o r* meister, uilr. vortr. 26 Jon. van Tangcrj de W i n d h u k, thuisr., vertr. 26 Jon. vah Durban; do G r o t i u s, van Batavia nwJf Amsterdam, vertrok 28 Jan. van Lissabon; do B 1 o w, van Singapore naar Amster dam, vertrok 27 Jan. van Genua; do R e i< ohenbach vertrok 27 Jan. van Macas sar naar Java; do Koning Willem III, van Batavia naar Amsterdam, paa* seerdo 28 Jan. Perim; de Wilis, vos Rotterdam naar Batavia, vertrok 28 Jon* van Marseille; do Anchises arriveerde 26 Jan. van Amsterdam ©n Liverpool tfl Batavia. HILLEGOM. De zaal van den heer Sla» termans was gisteravond weder goed bezeil met mensohen, die kwamen genieten vaö hetgeen de „Hillcgomache Harmonie-ka^ pel" onder leiding van den heer J D* Schouten, ten beste gaf. Het programma bestaande uit elf nummers, liep uitstekend van stapel, vooral con solo voor saxophone door den heer Luibe. HAARLEMMERMEER. Do verconigïn^ „Eensgezindheid" to Nieuw-Yenncp, die haar derdo voordrachtenavond gaf voor dezen winter, had daartoe uiFgcnoodigd 't' duo Do Munnik, uit Den Haag. Wat het tea gohoore bracht voldood d'on annwezigoal loopen zijn, als ik uw vrouw was geweeste Iedere vrouw zou dat doen. Het is reed* hard genoeg uw dochter te rijn, maar uw vrouw, welic een lotWel, voor zoover ik mij kan herinneren, zijt gij geen enkelA maal ontdooid om mij een bewijsje van warmo menschelijke genegenheid te geven; hebt geen enkele maal getracht mij te grijpen. Do oudo man, die de legaten na' liet, beweorde, zooals Harold Warwick mi? heeft verteld, dat gij een grootheid van geest bezat, welke andcron begreep. Ik heb dio nooit in u gekendik zou dio in aan gebeden hebben, als ik het had geweten. DS liefde, welke ik voor u had kunnen voelen, heb ik dien besten, ouden Daddy Durham geschonken. Zoo ik niet hem en de boek wurmen had gehad, ja, en Davy en Chrio* tiaan, zou ik opgegroeid zijn als gij, totaal zonder liefde. Verbeeld n, dat Davy, de kustwachter en Christiaan, do Noorweeg- sche scheepskok, moesten m'dewerken om te voorkomen, dat ik zonder liefde opgroei de. O, ik zeg niet, dat ik alleen in dit op zicht sta. Ik ben slechts een van de vele kinderen in do wereld, die bij de dienstbo den sympathie en genegenheid moeten vin den in plaats van bij hun ouders. En toch', vader, zou ik alles ter wereld hebben wilhO doen om uw genegenheid te winnen; maar gij gaaft er niet om, gij steldet alleen be lang in de dictionnaire, in doode talen, niet in levende menschenharten. O, ik weefi niet, waarvan u gemaakt is. Ik weet nieb wat u mot uw gevoelens hebt uitgericht,- gij zijt niet menschelijkgeen mensch ür er, die niet een weinig liefde voor een andej gevoelt, maar gij... CWordt yetrvolgd-l

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1909 | | pagina 1