VOOR DEJEUGD 15-IDSCH DAGB1AD No. 14976, Woensdag* 16 December. DE GOUDEN KORENSCHOOF. Wollen Speelgoed. Anno 1908. •*.6 -t? »37« ~:.L* 6 *Aj i «A.» e «X' o «JL» iD s °JL> s "A? i «A.11 e»Jl* o A« a »jL« a Ae s «JLmJL» i rA; 9 A® Te Aunis in Frankrijk leefden twee dames, moeder en dochter, die veel goed deden. De generaalswcduwe mevrouw Duval, en haar dochter, de gravin Carrcges, bezaten beiden een groot vermogen. Onder de Arabische bevolking had de moeder den bijnaam gekre gen „Weldoende JSneeuw" naar haar witte harende dochter met haar blonde lok ken, die van „Gouden Korenschoof". Op een lenteavond, toen de gravin Kenéo op haar balkon zat, werd haar aandacht ge trokken, door een Arabisch kind, dat de lek kernijen, die waren uitgestald voor het raam van een banketbakkerswinkel, met zijn billeken scheen te verslinden, terwijl een sterke begeerte op zijn gelaat te lezen stond. Toen de jonge dame hem een oogenblik had gadegeslagen, riep zij haar Arabischen be diende, voegde hem conige woorden toe in zijn taal en onmiddellijk liep oe man de trap af. Een oogenblik later stond do kleine Arabier voor haar. „Hoe heet je kind?' „Brahim Ben Salah." „Vertel mij eens, Brahim, wat deed je voor dien winkel „Ik keek naar al die lekkere dingen," antwoordde het kind blozend. „En zou je geen lust hebben, er iets van te proeven?" „Waarom vraagt u mij dat?" vroeg het kind met schitterende oogen. „Hier, dat is voor jou", en de edelmoedige vrouw nam een pakje uit den hand van den bediende en gaf het den kleinen Arabier. „U is wel goed, ik dank u", antwoordde Brahim, „maar ik neem geen aalmoezen aan „Je bent trotsch, Brahim, het spijt mij, mijn jongen, dat ik je beleedigd heb." De gravin, wier belangstelling voor den jongen Arabier was opgewekt, had in zijn vermagerd gezichtje gelezen, dat hier brood meer noodig was dan suikergoed. Maar noe zou zij het met den trotschen Arabier aan leggen? Brahim", zeide zij eindelijk, wil je bij mij in dienst treden? Ik heb iemand noo- 'dig, om mij te vergezellen op mijn ochtend bezoeken." ,,0, heel graag." Van dien dag af droeg Brahim de mand der gravin die haar giften voor de armen bevatte. Daar hij schrander en ijverig was, werd hij weldra voor allerlei werk gebruikt en na een maand had het kind zich onmis baar gemaakt. Van zijn leven vernam de gravin heel wei nig. Zij wist, dat zijn vader officier was ge weest en het jaar te voren was gestorven, zijn vrouw en eenig kind in de diepste ar moede achterlatend. Telkens wanneer de gravin beproefde cloor vragen dit zonderling karakter eenigszins te leeren begrijpen, ontving zij steeds zulke ontwijkende antwoorden, dat- rij het eindelijk opgaf, hopende, dat de kleine Arabior mettertijd wel vertrouwelij ker zou worden. Onverwacht gebeurde er mts dat verande ring bracht. Op een avond merkte de gravin op, dat Brahim, toen hij na volbrachten arbeid huis waarts keerde, het opeens op een loopen zette, toen stond hij een oogenblik stil, haalde diep adem en vervolgde in kalmcn stap zijn weg. Hoewel zij aan dit feit geen gewicut hecht te, deelde de gravin het toch aan haar moe dor mede, die antwoordde, dat zij hem den horigen avond hetzelfde had zien doen. Den volgenden en daaropvolgenden dag ging het evenzoo. Vóór dat hij den banketbak kerswinkel voorbij ging, ging Brahim aan liet draven en eerst als hij voorbij was, liep hij weer t-Hm door. Wat kon dat te betee- kenen hebben? De eerlijkheid van Brahim was te bekend, om te veronderstellen, dat er iets kwaads achter schuilde en bovendien zou de kleine Arabier in dat geval, net hoofd wel omgedraaid hebben in plaats van naar den winkel te zien, zooals dat zijn ge woonte was. De gravin wilde de waarheid weten. Toen Brahim des Zaterdags sneller dan ooit voorbij den winkel was gcloopen, werd hij plotseling tegengehouden door den bedien de, die hem bij de gravin bracht waar hij onmiddellijk aan een verhooT word onder worpen. „Waarom loop je eiken dag den bakkers winkel zoo liard voorbij?" „O, meesteres, ik kan het niet zeggen." „Je moet, ik wil het weten." „Ik ben bang voor den winkel... de din gen, die daar liggen zien er altijd zoo heer lijk uit. O, meesteres, hoe zoet moeten die zijnVroeger kon ik er gerust naar kijken, want toen had ik niets, maar als ik nu naar huis ga, heb ik geld en als ik mij onderweg ophield, zou ik niet kunnen laten iets jo koopen. En ik mag mijn geld niet uitge ven, want mijn moeder heeft het noodig. „Je bent een goede jongen, Brahim, ga nu maar naar huis. Morgen is het (FascBen en gan geef ik je vrijaf." Dien nacht droomde Brahim van Paasch- eieren. Hij zag een reusachtig chocolade-ei en daaromheen kleinere gekleurde eieren van glinsterende suiker. Toen hij ontwaak te, was het helder dag, Brahim richtte zich op... O welk een verrassing... daar vlak bij zijn lied lag het groote chocoladc-ei. Hij slaakte een kreet van vreugde en ging naar het naburig vertrek, waar hij zijn moe dor vond met de Gouden Korenschoof, die zijn ontwaken afwachtte. Hij wierp zich aan de voeten zijner weldoenster, dio hem vrien delijk toelachte. Nu is Brahim Ben Salah luitenant iu het Fransche leger. Mevrouw Duval is dood cn Brahim's moeder is haar in liet graf ge volgd. De gravin de C-arreges de Gouden Korenschoof leeft nog altijd. Brafiim brengt elk jaar het Paaschfecst bij zijn weldoenster door en steeds geeft ze hem bij die gelegenheid een Paaschei. In do kinderkamer, bij de kleintjes en al- kleinsten, verkrijgen de zachte, aardige, beestjes vau wol of geweven stof, langza-j merhand burgerrecht. Zd& maar eens met" welk een verrukking die dikke, goed door voede poesjes, hondjes en konijntjes aan het hart worden gedrukt en hoe onafschei delijk de gelukkige bezitters van hun lie velingen zijn. Zelfs grimmige beren en plompe olifanten vinden een hartelijke ont vangst en een liefderijke behandeling. Bo vendien is zulk speelgoed uit meer dan één oogpunt te verkiezen boven dat van hout en metaal. Het heeft geen hoeken of scher pe kanten, waaraan het kind zich bozeeren kanhet ia onbreekbaar en heeft dus een langen levensduur en men behoeft het niet voor geld in speelgoedwinkels to koopen; het kan door een vlugge hand gemakkelijk vervaardigd worden. Modellen voor deze kindervrienden uit het dierenrijk ziet men overal in winkels en bazaars. Wij zullen er ook eenige geven, die zeker bijval zullen vinden. De buitenzijde, de huid of vacht, knipt men naar rijn eigen ontwerp, of als men. er een machtig kan worden, naar een pa troon. Welk materiaal er het best voor ge-1 schikt is? Het goodkoopo katoenflanel bij-j voorbeeld, ia indien van een grijze kleur, zeer geschikt voor olifanten, muizen, enz. Men kan ook laken, wol of katoen, fluweel, plucho of zijde nemen, naar verkiezing. Verschillendo soorten stof kunnen ook zeer goed te zamen gebruikt worden. Zoo. zag ik onlangs een allerliefsten tax van; het zuiverste ras, een halven meter lang,< met korte pootjes en bekleed met zwart; fluweel, waarin aan dö buikzijde geel at-' las (laken) was gezet. De buitenzijde knippe men aoo mogelijk; uit één stuk; allo onvermijdelijke noodzake lijke naden echter worden stevig met zijde genaaid, want zij hebben heel wat te ver-, duren, als de dieren worden opgevuld. Dit opvullen nu is de grootste kunst^ die slechts door oefening te verkrijgen is. Het is als het ware boetseeren met wat-' ten. Op het gelijkmatige vaststoppen dér ledematen komt het vooral aandaardoor- alleen leeren de dieren op zichzelf staan.' Men neme nooit te groote massa's op-' eens, doch vuile liever geduldig op met; kleine vlokken, die worden aan gestopt' met een daartoe geschikt voorwerp, zooals een dik potlood dat van onderen een glad den knop heeft. Groote holten kan men. ook met kapok of zeegras opvullen, dooh voost pooien, kop staart zijn watten altijd, het beste. Ts het werk voltooid, dan zal het bijna altijd noodig blijkeD, de pooten: flink aan te drukken. Deze tooncn namelijk, licht neiging, om zich uit te strekken, of 'n horizontalen stand ann te nemen. Daardoor late men zich evenwel niet van do wijs brengen, door ccnige harde maatregelen leeren do viervoeters spoedig, het recht gebruik van hun ledematen te make*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 11