PERSOVERZICHT. JE PORTEMONNAIE. I Met dat bewonderenswaardig t evenwicht van aan den eenon kant bezonken, tot do jaren van onderscheiding gekomen, gelou- I torden. levenslust en levonscorrcotheid, en <y».n den anderen kant het strammo vau zijn uchaainsmachinerie, het spit en jicht, dat hem niet toeliet nioh anders dan hortend eaden&eerend noemde hij het in zeldzame uren van zelf-gewetens onderzoek te be wegen, met dien in een prachbigen politie- ken zet gesloten (gewapende) vrede tusschcn rijn lust oni jong te schijnen, zij het dan ook be z a d i g dvjong, en zijns lichaams lust om oud to zdjn.... met, enfin, een „jeu- nesse dorée" liet hij galantelijk de dames voorgaan en klom dit is wel het juiste woord vervolgens zelf in het primitief stoomtram wagentje, dat hem naar Scheve ningen zou voeren. Het was tegen vier uren en de hemel had een koperen glans, die het dalen van een warmen nazomerdag typeer de. De tram was goed bezet, doch de trams, die hen te gemoet reden, waren het niet minder. En met een toenemend en angst en verlatenheidsgevool zag hij die volle trams hem passceren, elk vol met knappe vrouwen en mooie meisjes. O 1 er zou aan het strand ui et-s meer te doen zijn- A213IO ISO!! De gedragslijn der Ohriato- I ,j k-H istorisohea „D o Ne- I e r 1 a n d e r" komt op tegen een bow©- Img van do „Limburger Koe- li e r", ala zouden do C.-H. tegenover bot ■Labinetr-Kuypor vrijwed hetzelfde gedaan lebben, ala thans „De Standaard" loet ton opzichte van het Kabinet- ■Rcmskerk. Het blad betoogt, dat wat ll) e Standaard'' thans doet wel in laar lij-n, doch niet in die van de Ö.-H. Igt. Tactiek van dr. Kuypcr is het steeds Iweest, doet het uitkomen, do politieke lei vorming, die hij beoogde aan zijn poc- loon to verbinden. Altijd heeft hij gemeend, ■at alleen door zelf als leider en als loofd, aan wien gehoorzaamheid verschkil- ligd was, op to treden, de kTaehtsontwik- leling mogelijk werd, die noodig was tot lm vors booting van het liberale regime. 1,1) o Standaard" was altijd do uit- ■rukking van het persoonlijke gevoelen Ian dr. Kuyper, en is nog steeds geheel Imj van elke partij-inmenging. Inmiddels leeft dr. K. persoonlijk de partdjorganisa- lt!•- als een wapen in zijn hand en. daarmede Is effect bereikt. Yaudaar, dat voortdu it nd aan doze machtspositie wordt horin- l.ord. Dat ondervond, volgens het blad, het limnUerie-Mackay. In dio dagen ml. werd Boor „Do Standaard" steeds voedsel lege vem aan de bewering, dat toch eigen- l)ij!t dat Kabinet niet do echto kleur had. ■Toen werd do vorkiezingskreefc: ,,Vóór of ■egm het Kabinet-Mackay" afgekeurd. Te- Ie do v-er het ministerie-Kuypcr editor trad ■,,D e Standaard" geheel anders op. ■Toon werd niet aan de echtheid getwijfeld, ■hoewel ook toen cenige portefeuilles niet in ■A."!! of R--K. handen waren. Na do af bre ading van dab Kabinet werd het steeds go- Iprezen door hot blad. Zóó bleef, merkt hot ■C.-H. orgaan op, het geloof in do onmis- Ibaarheid van den eminenten leider be- Iv.aard. Vóór of tegen het Kabi net-Kuyper Iwerd in 1905 geon onmogelijke ,,cry" ge- lacht en is het dit zelfs nu nog niet. Inte- Igendeel wordt thans, nu do omstandigheden ■het daadwerkelijk optreden van den vroo Igeren premier onmogelijk hebben gemaakt, Iele vertrouwbaarheid der ministers afhan- Ikelijk gemaakt van hun meerdere of m wi lder© aanhankelijkheid aan het Kabinet- I Kuyper. I Dr. Kuypcr is, gaat het blad voort, [dit geloof hij zelf en dit gcloovon zijn gc- trouwste volgelingen de inaarnatio van bet anti-revolutionnair beginsel. Dit inzicht bepaalt dan ook de houding van „D Standaar d", tegenover het Knbinet-Heomskerk, gelijk het die bepaal de tegenover het Kabinet-Mackay Onop houdelijk moot het Kabinet voelen: In dien gij dr. Kuyper niet openlijk huldigt Tula leider, kan ik u mijn 6toun onttrekken. En dan valt gij. Wij verwonderen noch ergeren ons daar over, al zien wij zeer goed in, dat dit spe len met. „de knots" even doodelijk kan worden voor het eerstgenoemde, als hot dit geweest is voor het laatstgenoemde Kabi- het. Hij kon niet eer; hij zat tob half vier op rijn bureautje en nog had hij moeite om van de armzalige f 1200, die hij verdiende, fat soenlijk rond te ko non. Op het gebied van boekhouden, wiskunde en verzokeringwezen was hij geen licht; hij had zich nooit tot die vakken aangetrokken gevoeld. Jammer, dat het baantje van „arbiter elcgantiae" niet mee. bestond 1 Nu had hij vaak to kam pen met allerlei kleine zorgjes en beertjes. Niet te erg, nooit ook maar tot a a n de boren dat liet zijn lassieko levensopvatting niet; toe, want hij was, gelijk de scherpzin nige lez»r al moet opgemerkt hebben, in zijn eteldzame vrije uren dillettant minnaar van ide oud-Romeinsch© levenswijze: maar tóch genoog, om het verlangen naar een mooie vrouw in hem gaande te houden, met de concessie, dat zij ook wat geld zou hebben. •Gelijk zijn ga-nschc levensopvatting schran der en diplomatiek was in elkander gezet, zoo was dit ook een handige, good-gezieno truczijn begeerte naar een vrouw en zijn behoefte aan wat geld te laten samenwerken Indien „D e Standaard" meent, dat het steeds vestigen van de aandacht op den persoon van dr. Kuyper de beste weg is om ons to brengen op het goede pad, bet rij zooi Ieder staat en valt zijn eigen heer] Daarna komende op do honding dor C.-H. zet het blad uiteen, dat, nadat een deel der A.-R. had besloten zich niet langer te voegen onder de persoonlijke leading van dr. K- en een eigen partij had gevormd, caj natuurlijk do vrijheid herkregen om ook tegenover dien leider zelfstandige oritiek uit te oefenen en dot zij dat in alle vrij moedigheid gedaan hebben. Meer belust op het doen erkennen van do door hen verdedigde beginselen ook door do tegen partij dan om zelf het bovtuur van 's Lands zaken in handen to krijgen, bobben zij alles gesteund, wat ook van liberale zijde in dio richting gedaan word. Zij hebben zich nie>t ontzien, zoolang zij geen RcgeeringsparbiJ zijn, hun anfci-rov. vrienden te crifcioeoren, zoo noodig tegen to staan. Toen evenwel een Christelijk Kabinet onder leiding van dr. Kuyper optrad, verandordo do toe stand. Dr. K. werd voor do C.-H. als mi nister minder gevaarlijk, dan toon hij als partijleider zioh vrij kon bewegen. Juist daardoor, zegt bot blad, verviel ons hoofdu bezwaar. Van den eersten dag af tot den laateten heeft onzo partij heb Kabinet- Kuyper dan ook warm gesteund en wij noodigen den „L imburger Koe- r i e r" uit ons één feit aan to wijzen, waaruit het tegendeel blijkt. Trouwens „Do Standaard" heeft dit zelve rui terlijk erkend. Do C.-H. zijn van meening, dat elk Kabinet reeds last genoeg heeft van zijn natuurlijke, principieelo tegen standers en laat de verzwakking daarvan daarom liefst over aan hen, dio meenen het beter te kunnen doen. Nauwelijks echter was het Kabinot-Kuyper afgetreden, of do O.-H. hernamen hun volkomen vrijheid te genover don leider der A.-R. partij. Ver der releveert het blad hoe de C.-H. met vreugd© een nieuw Christelijk Kabinet za gen optreden en hoe liet den strijd niet heeft ontweken, toon „Do Standaard" het voorstelde alsof heb huidig Kabinet uit anti-rev. oogpunt minder vertrouwbaar was. Het ging toen niet tegen don perr- soon van dr. Kuyper, verklaart het blad, dat is wel gebleken bij do verkiezing te Ommen maar vóór het Christelijk Ka binet. Die strijd is eindigt het blad uitge streden, en niemand kan te goeder trouw meer betwisten, dat het Kabinet, evengoed als bob Kabinet-Mackay en evengoed als het Kabinet-K uyper is een Christelijk Ka- binet. Daarom steunen wij het van harte. Maar een Kabinet-K uyper is het niet. Dat is alleen mogelijk motdr. Kuyper er in. Wil nu óf „De Standaard" óf een deel ran liet Christelijke volk deswege dit Kabinet voortdurend door spelde prik ken verzwakken, het zij zoo. Gevolg daarvan kan alleen zijn het optreden van een libe raal Kabinet. Want een ander Christelijk Kabinet met dr. Kuyper als president is nu eenmaal in Staatsrcohtelijken zin ondenkbaar. Do verantwoordelijkheid van die verzwak king rust evenwel uitsluitend op ,,D c op voorwaarde, dat z© ©lk hun zin zouden krijgen. En wederom viel het te bewonde ren van dat standpunt, dat hij nu naar Scfaeveningen trok; immers, niet alleen dat hij daar meer kans had een mooie en bemid delde vrouw tegen het lijf te loopen (in figuurlijken zin voor het letterlijke be hoedde hem zijn klassieke levensopvatting), méér kans daar, zeg ik, dan in de kroeg, maar ook kostte een windstoel een dubbeltje, terwijl een bitter met fooi minstens ari© stuivers begrootte. Doch niet deze overwegingen vervulden hem, terwijl de tram voort-hotste over het versleten railtje». Na een jarenlange oefening was hij tot dat peil van volmaaktheid, dat hij bij dergelijke politieke tweesprongen da delijk als 't war© instinctmatig voelde en deed wat hem te doen Btond. Ook maakt© hij zioh niet meer druk er mee, wat de da mes, dio tegenover hem zaten, van hem zou den denken. Het wa© een moeder met een volwassen dochter, goed geconserveerde exemplaren, doch weinig interessant-. Hij wist, dat zij tevergeefs zaten te trachten ic ontdekken of hij even beneden de veertig of even boven de zestig zou zijn; hij wist, dat ala hij daar zoo zat, quasi nonoha- lant, doch inderdaad in een wèloverlegdc houding, een panacé van allerlei materieele en ideale eisclien, dat men dan vijftig per cent kans had om juist te raden en evenveel om zich ruim twintig jaar te vergissen. En ook dat was berekend, wijl hij óók wist, dat, gold voor de mannendas ewig Weib- iicfae, voor de vrouwendas ewig Gcheim- nisevolle de puzzle, de aantrekkingskracht bezit. Ook hieraan dacht hij op dit oogenblik echter niet. Eerlijk gezegd moet ik eigen lijk bekennen, dat zijn hoofd in de tram vrijwel gedachtenledig was. Hij had e ventje 5 gedacht, dat er veel moois al op den terug weg was on dat hij allemaal vanmiddag niet meeT aan het 6trand zou zientoen had hij nog even de va-ge gedachten gekoesterd, dat hij zijn vrouw nimmer zou toestem meè ee»n dergelijken hoed op te zetten als cle da me naast hem dToeg en dat kindermeisjes wel' eens eefli aardig snoetje», doch zetaen eon vollo portemonnaie hebben. Eli toen waren zijn gedachten stil geworden als wa ren zij moe van het werken op oonoe.pt-po lis sen en premie-berekening, tot zijn tram, oven vóór het eindpunt, een andere op de hielen reed en hij op het achterbalkon van Standaard" en op dio bladen, welk© In dozen bet hoofdblad volgen. Maar men heeft allerminst recht om, bij wijze van verontschuldiging, zich to beroe pen op do gedragslijn der Christ.-Hist ©- riflchen. Hun gedragslijn was vlak omgekeerd. Over we^klooohoidve^xeke- ring zegt de „Nieuwe Rot tor- da rus oh o Oourant"j M©n herinnert rich den strijd, die in den aanvang deo jaar» werci gevoerd naar aan leiding van het voorstel van het Haagsch© gemeentebestuur, om bij do inrichting van het gemeentelijke werkloozonionda het zooge naamde „Noorsohe stelsel" toe te passen wolk stolsel hierop neerkomt, dat de ge meente aan do gesubsidieerde werkliedea- veiteomgingi den eisch etelfc, dat deze, tegen verhoogde contributie, ook niet tofc de voreecoging ais zoodanig toegetreden werklieden Laat deelen in do werklooshei de- kas, en daarom tevens in den bijslag, door de g cm een te gegeven bij de uitkeeringon, uit die kas to doen. Op dezen weg werd een oplossing gezocht voor de moeilijkheid, om, zonder een, om allerlei redenen onweüsohe- Hjke, rechtstreeksche gemeentelijke werk- loothoidverzekering in het leven te roepen, do uit de openbare kas voor dezo verzeke ring beschikbaar geetcldo fondsen, ook to doen ten goede komen aan andere dan bij de vakvereenigingen aangesloten arbeiders. In Gent had men de oplossing beproefd, door een bijslag uit de gemeentekas te go- ven aan werklooeen, die konden aantoo- ncn individueel of door toetreding tot een spaarvereeniging, wat voor den kwaden dog te hebben weggelegd. Dit denkbeeld was echter in de praefcijk weinig deugdelijk gebleken. Vandaar in Noorwegen, waar do Staat do werkloosheid-verzekering der ar beiders geldelijk ateunt, in 1906 do toe passing van het bovenomschreven uicuwo stelsel Reedia aanstonds rees echter in Noorwegen van do rijde der georganiseerde werklieden ernstig verzet tegen den eisch, dat zij niet- georganiseerden, zij het dan op meor b per- kendo voorwaarden, zouden toelaten tot hun werk Ioozen fondsen, en daardoor hen ton deole doen profiteeren van hetgeen do or ganisatie had tot 6tand gebracht-. En ook in Den Haag werden van do zijde der vak vereenigingen on van verschillende Kanicrs van arboid dezelfde bezwaren tegen het denkbeeld: met kracht geuit. Toch heeft de gemeenteraad do zaak doorgezet, onder den indruk, door dio voorstanders gewekt, dat men in Noorwegen, al was voorshands nog gec.n stellig oordeel mogelijk over de toepassing van het stelsel, toch niet on tevreden was over de aanvankelijke wer king der wet. Naar ons uit Noorwegen wordt medo- gcdeeld, was echter het jret?ultaat van do wet tot voor korten tijd volkomen negatief, daar geon enkele vakverccniging zich, op de voorwaarden van do wet, voor steun had willen aanmelden. Allo aohten het be- j zwaar van opneming der niet-georganiseer- den overwegend. Deze volkomen misluk king van de wet van 1906 heeft toen de i Iimr. r.1 n n-rorTi»'..| i LJ.-U i-r. - dio andere eon vrouw ontwaarde, die di rect zijn heelo horsencomplex een verjon- genden fut inbliea. Eerst was het alleen een witte figuur, een slanke taille en een wit-linnen tailleur-kostuum. Doch toen hij naderkwam de eerste bram wachtte blijk baar om het primitief stationnetje te kun nen binnen stoomon en de figuur zich even half omwendde ora iets tegen het meis je naast haar te zoggen, toen zag hij in één oogopslag, dat heb d o vrouw was, dio hij zocht; jong, mooi, geestig, ©n waarschijnlijk rijk. De hand, dio zich om de balustrade boog, droeg één nobelen briljanten ring van hooge waardo en op haar fraai gevormd oor lag een parol, die hij dadelijk voor echt herkende. Bovendien droeg zij een grooten lichten zomerhoed met een magnifieke witte veer. Haar heele verschijning stempelde haar tot iemand van aristocratischcn hui.«e Ook haar vriendin, die hij van aanzien wel kende, was een leelijk, maar schatrijk meis je. Z ij was mooi en geestig. Als gerouti neerd vrouwenkenner bedroog hij zich ook hierin niet. Niettegenstaande nog een vrij groot© afstand hen scheidde; niettegen staande zijn oogen niot van de beste» meer wraren en zij, beha.lv© dat ééne oogenblik met haar gelaat van hom stond afgewend, wist hij dadelijk, dat zij een heerlijk type had, hetwelk altijd als een onuitgesproken, nooit ontmoet ideaal hom voor do verbeelding zweefde. De schok zette al zijn spieren en zenu wen weer in actio. Maar do voorste tram schoof nu voort, onverbiddelijk, e»n terwijl de» zijne op haar beurt nu voor het station netje bleef stilstaan, zag hij het lichte figuurtje in de boolit vordwijmen het sta tion ingaan. Zou hij haar ooit weerzien? Aan verder dacht hij maar niet eeais, in hoogcr vlucht repten zdjn illusies zich nog maar nie»t eens, hij vroeg alleen maar zich af of hij haar nog eens zou terugzien, en of hij gelegenheid zou hebben zijn nederig persoontje onder haar aandacht te bre»n- g«n- Nu kraste ook zdjn trammetje heb houten Btationnct-jo binnen. Hij haastte zich naar buiten, zooveel dit met het kostelijk oven- Kvicht overeen te brengen was, doch zij was vendwonon. Mistroostig zocht hij langen tijd aan het strand. Eindelijk vond hij haar tueschen een hoop verlaten badstoelen dicht bij zee. Regeering aanleiding gegeven een wetswijzi ging voor te ©tellen, waarbij cta bijslag van 25 pCfc. de»r uitkeeringon aan do vakver eenigingen op 331/3 pCt. werd verhoogd, op wolken gpjodalag -nieuwo onderhande lingen met do vakvereenigingen zijn ge opend. Desondanks houdt heb verzet bij de vakvereenigingen «tand!. Eerst onlangs zijn drie voreenigingen mot te zomen bijna 12,009 loden gezwicht, en erkond als recht hebbende, te rekenen van 1 November j.l„ op de staatsui tkeering van werkloosheidver- zekering, voorzien in de wet van 12 Juni 1906. Het Haagseh© voorbeeld is hier te lande door geen ander gemeentebestuur gevolgd. Dooh wo&r do kwestie der werkloosheidver- ■ekering, gelukkig, voorkomt op de agenda van verschillende gemeentebesturen hier te fausde, scheen het rriet onraadzaam op den loop der zaak in Noorwegen zelf ev'cn de aandacht te vestigen „Onze Oourant" bespreekt een zeld- Baam geval, dat dezer dagen bij de Alme- loosohe rechtbank voorkwam. Re-t blad zegt: Zelden of nooit-, wanneer een verdediger vraagt om ontslag uit de „voorloopt go heohtonis'' wordt dit toegestaan. Regel is, dat de rechtbank „geen termen" vindt, om aan dit verzoek te voldoen. Te Almeloo ging het anders. Na twee minuten in de raadkamer ge weest te rijn, kwamen de rechters terug en werd de onmiddellijka invrijheidstelling van de beklaagden gelast. Natuurlijk is hiermee nog niets beslist over ©©huid of onschuld; de uitspraak volgt nog. Maar het is nu toch noodig, om eens to wijzen op het feit, dat deze beklaagden maandenlang hebben „gezeten", al was het dan ook „voorloop-is", terwijl de rechtbank in twee minuten wist to beslissen, dat dit zitten on noodig was. Waar dan. nog bijkomt, dat dio hechte nis twee maanden verlengd werd... omdat de rechter van instructie met vacantio was 1 Ons rechtsgevoel stuit dat. „Yoorloopige hechtenis" kan, helaas I noodig zijn. Onze rechtspraak kan ze n'et missen. Maar het is een hulpmiddel, dat onschuldigen voor hun leven ongelukkig ma ken kan. Maandenlang zitten ze vast. Hun zaken staan stil en verloope.:. Hun gezin raakt in ellende. Hun goed© naam is weg. Hun ge zondheid wordt geknakt; him ziel verbitterd. Het is noodig, meent het blad, dat de pu blieke opinie tegen onnoodige vrijheidsbe neming krachtig getuigt; dat zal den rech ter dwingen tot voorzichtigheid. ,,D c Nieuwe Courant" antwoordt „D o S t a n d a a r d" op het artikel van dit blad, hetwelk wij vermeldden in ons vo rig Overzicht. Zij zegt-: Wij hebben dadelijk na de algemeen© be raadslagingen over da sta-atsbegrooting al gezegd, dat men eens zou zien, hoe nu in „De Standaard van dag tot dag het streven zou gaan groeien om op grond van hetgeen er in de Kamer van beide zijden was gezegd, het ka bi nct> He einske rk naar zich. toe te halen en in te palmen. Dat komt vol- Haar vriendin zat in een stoel en z ij zat aan haar voeten er tegen aam. Hjj zetto zich in een van de verlaten stoelen, zoodat hij haar niet reoht in het gezicht keek, maar toch drie»kwart had. Ja, hij had zich in de tram niet vergist. Dit was nu niet eon vam die stom-mooie vrouwen, die hem koud lieten. Je moest zien wat eon geestig geneden profieltje en toch zonder scherpte, mot slechts even aan geduide lijnenWat een heerlijk, als vam een verborgen pret aldoor lachende oogen Heb was ah zocht haar geest zich een uit weg door dio beweeglijk, vonken sproeien de oogen I Zoo zat hij in bewondering, van tijd tot tijd zijtn blikken afwendend, om het aange name van clen nieuwen indruk, als hij zo wcor op haar richtte toen opeens ook nog iets anders zijn aandacht trok. Eenige me ters ter zijde van zijn stoel en van den hare laig, half in het zand getrapt, een portomon- naio. Oogenblikkelijk toen hij dit zag deed ook zijn andere, laat- ons zeggen zijn meer materieel o natuur zich weer gelden, oil do portemonnaie hield als magnetisch zijn blik gpjboeid. Het was een groot slag portemonnaie, zoo iets als een huishoudLportcrnonnaie, en zij was puilend vol. Toen hij voelde, dat e ij op hem lette, wendde hij 6nel zijn blik weer af, toch lieten zijn gedachten het "ding niet los. Het strand was nu geheel verla ten; hij zou wachten tot ook rijn vriendin nen weg waren, en dan ongemerkt do por temonnaie oprapen. Zijn besluit was vlug genomen. En weer ging hij zioh du verdie pen in de vrouw, die schuin tegenover hem izat. Was dat niet verstandige politiek? Was dat weer niet een bewonderenswaar dige oplossing van een conflict? Aan den eenen karnt zijn lust om de portemonnaie op t© rapen, aan den anderen kamt die om rijn overbuurvronw te bewonderen n om geen gek figuur te slaan. Aam den eerste kon hij niet toegeven zoolang de tweede voedsel vond. Wat was dam verstandiger dan de tweede te laten grasduinen naar hartelust zoolang hij kon en daarna do beurt aan den eerste te geven Dat beboirt tob de vóór deelen van den meer middel- ba rem leeftijd, dat men practischer wordt, en zichzelf meer te beheerschen weet. Doch dit laatste ging niet hoelemaal op. Do portemonnaie won het vam het geestig maakt uit. Er gaat geen dag voorbij of d© „antithese" vindt op de eerste bladzijde een cereplaats. Zoo do juichkreet: „Thans zijn de stukken op het schaakbord verzet, ea staat in heb laud en in de Kamer, recht© tegenover links, ingedeeld naar onze antithese." Bijf al dit gekraai vergete men niet, dab de positie van ,,D o Standaard" than© een andere i3 dan in de periode 19011905. Toen heette de hoofdredacteur&plaats tijde lijk vacant; de titularis zat in het Torentje. Thans is er geen enkele reden, veeleer het tegendeel om aan te nemen, dat in heb orgaan de mcening der Regeering zich uitspreekt. Hoe wij denken over hetgeen de heor Heemskerk 21 November in de Kamer heeft gezegd, hebben wij in den breed© uit eengezet. Do interpretatie van „D o Standaard" orengt in die woorden vrtn den premier evenmin wijziging aU in onze meening. Eén ding begrijpt het blad goed'- onze „toenadering" tot het ministerie richt zich tegen „De Standaar d" m gaat tegen den Kuyper-koers en de amtïthese-politiek lijnrecht in. Het blad spreekt daar niet meer over, maar het gevoelt en weet het. Inde irae. En vandaar ook die prikkelende smaad van „verlies van ruggegraat", nu plotseling in de plaats getreden voor het versleten - verwijt van „afglijden naar links". Dat. komt later wel weer te pas. Wat wij het ergste in dit alles randen is de bedekte aansporing om „voor onzen Koning te gaan roepen." Wij gevoelen zoo iets bijna als godslastering. Maar misschien lazen we verkeerd en heeft „De Stand aar d" er dr. Kuyper mee bedoeld. De heer J. Kleefstra, paedagoog, schreef in „D e T el o g r a a f" een artikel over ,,d e T uc h t-TJ n i e". Daaraan is het vol gende ontleend: Wie den strijd wil aanbinden tegen onze tuchteloosheid, moet zich toeleggen opdc veredeling van het gezins leven. Ieder, die Engeland, bezoekt, wordt getroffen door do tucht en den beschaaf den toon onder het publiek, en ieder, dio het Engelsche gezinsleven leert kennen, voelt zich prettig aangedaan door de juiste verhoudingen, die daar bestaan en als het ware zonder druk door ieder in acht geno men worden. Er is natuurlijk een oorzake lijk verband tusschen deczo twee verschijn selen en niemand zal het, dunkt mij, dan ook gewaagd vinden, wanneer ik beweer, dat om maar iets te noemen de voor- beeldoloozc orde van het Londensche straat leven mogelijk gemaakt wordt door de stille opvoedende kracht, die van het Engelsche gezin uitgaat. Laat mij daartegenover eens den vinger leggen op enkele verschijnselen, die mij m het Ncderlandsche gezinsleven getroffen hebben. Dc grondtoon van het burgerlijke Nedcr- landsche gezinsleven is vitten en smalen op allés, wat vreemd of nieuw is; en op ieder, clie cenigszins autoritair optreedt. Dat ligt in den volksaard. De menschen bedoelen liet niet zoo kwaad integendeel, wanneer men geen notitio neemt van hun onhebbelijkheden, maar rich gezichtje en hij bemerkte tot zijn ergernis dat een volle beurs op heb oogenblik meer aantrekkingskracht voor hem bezat dan een mooie vrouwr. Zijn genot als hij naar haar keek was niet meer onvermengd, niet meer rustig en zuiver. Telkens drong zich die portemou- naio naar den voorgrond in rijn gedach ten. Wat hij zou doen als er eena een twin tig gulden in zat? Misschien zat er meer in, misschien ook minder; maar rij builde 1 Of hij dat beertje bij zijn chemisior zou betalen of dat hij eens ergens in de stad of in Soheveningen lekker zou gaan etenl Hij bod in lang niet lekker gegeten. Zijn kost- juffrouw werd minder en hij zou ten slotto de kamers moeten opzeggen. Nu betrapte hij zichzelf op den wensch, dat die twee schepsels zouden opstappen! Hot leven kwam toch meestal anders uit dan do philosofie. Wie zou een uur geleden gedacht hebben, dat hij een moo-io vrouw, een ideale mooie vrouw, zou afvallen voor een portemonnaieDe mensch is een zwak vat. Maar zij gingen niet weg 1 Het werd ze=: urein en hij moe6t naar huis om te gaa o. eten. Wie weet of zij hier niet den heeleti avond bleven zitten? Neen, hij kon zijn eten niet er voor laten koud worden. Bovendien jeukte rijn maag. Maar... de portemonnaie? Hij moest haar laten liggen. Het was wel hard, maar het moest l Kon dan maar I Doch toen liij er voorbij kwam, werd het (hom één oogenblik, één noodlottig oogen blik, te sterk. Moest hij dat geld daar laten liggen voor een paar vrouwenoogen, dio hij niet eens kende? Zij zou het niet zienDo portemonnaie lag schuin achter haar stoel Dit alles doorflitste hem in dio eène nood lottige seoonde, toen. rijn zelfbeheer selling hem in den steek liet. En achteloos bukte (hij zich en greep. Maar hij greep mis. Want uit den stoel aohter hem klonk een schaterend gelach, dat hom plots deed veiibleek'en, en de por- temonnadfc sprong huppelend daar naar toe. „Heerlijkproestte het mooie, geestige meisje, terwijl ze het touw op haar handje woud', waaraan de volle beurs nader sprong. „Ik begon er net aan te wanho pen 1"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 9