S.'SSSjIo
LEXDSGH Saterdag" 28 Movoxaber.
Aasio ISC.!?.
PERSOVERZICHT.
D e Economist" van deze maand be
at een artikel van prof. dr. P. van Gcer
ver staatstoezicht op do p a r t fr
ul i e r e levensverzekering,
let is geschreven naar aanleiding van een
Liangs verschenen brochure van dr. C. Q.
liceken, waarin een Nederlandsche
iaatschappij van Levensverzekering geheel
rd uirgekleed en de onmacht betoogd
rd der rechterlijke macht tegenover ver-
rde handelingen en wetsovertredingen
an naamloozc vennootschappen.
Het mislukken van de pogingen van den
.er von Rccken, gehoor to vinden, geeft
len lieer Van Geer aanleiding tot zijn be
bouwingen over wetteloosheid, waarin
Jn onzent het levensvcrzokeringsbedrijf
re r keert
,,Üp een wettelijke regeling wordt voort
trend tevergeefs aangedrongen. Lr zijn er,
lie de zaak op dc lange baan wenschen te
ui ven en o aar om beweren, dat vooraf
ooi gaan een nicuwo wettelijke regeling
]r naanvl. vennootschappen, alsmcdo van
t verzekeringscontract. Dat acht hij ge-
karlijk. Waarop steunt het vertrouwen,
it in de levensverzekering meer dan in
tdg ander bedrijf een rol speelt?
Daarop kan geen ander antwoord gegeven
warden dan dat de zakelijke waarborgen ten
1 male onvoldoende zijn, terwijl het
t\Ue van persoonlijke waarborgen in
lïiiancieelc aangelegenheden niet meer be
hoeft le worden aangetoond. De meeste Ke
uringen hebben de zaak Langs wettelijkcn
g geregeld en daardoor het vertrouwen
iu de levensverzekeringsmaatschappijen wil-
versterken. I11 ons land be-staat noch
staatstoezicht, noch do noodige openbaar-
ulcr h-ecrscht een toestand van volslagen
bandeloosheid. Oin aan te toonen, dat zij
•t in haar gestci vertrouwen ten volle
rd ionen, beroepen de lcvcnsverzekerings-
aalschappijen r zich o. a. op, dat zij tot
[dii toe nog niet in haar verplichtingen zijn
|te kort geschoten. Maar dio grond moet,
volgens prof. Van Geer, terstond uit het
bat worden verwijderd. ïlct is, naar hij
opmerkt, zeer goed mogelijk, dat een Maat-
happij aan haar actueclc verplichtingen
voldoel, zich uiterlijk in bloc ie oden toe
and bevindt en toch de kiem der ontbin
ding in zich draagt, ja zelfs in slaat van
faillissement kan verkccrcn, lang vóór dit
uit liaar verslageh kan worden afgeleid."
Als voorbeelden noemt schr. een paar
ndsen, het wc-du wen fonds voor Indische
officieren en het fonds voor Indische amb
tenaren.
,,Deze verkeerden in zulk een schijnbaar
gunstigen toestand, dat naar het oordeel
der autoriteiten, de contributie der deel! eb-
rs zonder schade kon worden verlangd.
Maar een onderzoek bracht aan het licht,
daj> na cenigen tijd dc toestand zoo bedenke
lijk was, dat beide fondsen slechts voor on
dergang konden worden behoed door een
jaarlijksche staalssubsidio,, co elke parti
culiere Maatschappij onder dergelijke om
standigheden onfeilbaar zou ziju ten gron
de gegaan. Hoe ook particuliere levensver
zekeringsmaatschappijen zich op een dwaal-
eg kunnen bevinden, terwijl zij schijnbaar
bloeiendcn toestand verkeeren en door
hun verslag den waren toestand verbergen,
tracht de heer Van Geer vervolgens aan te
toonen, waarbij hij ,.c waarborgen nagaat,
'die de lovensverzckerings-maatschappijen,
bij ontbreken van een wettelijke regeling,
uibieden, dc statuten, de benoeming van
commissarissen, het aanstellen van accoun
tants en controleurs, enz. De persoonlijko
aarborgen hebben, volgens schr., geen of j
luttelen waarborg en met do zakelijke is Kot
zijns inziens al niet beter gesteld."
Ten opzichte van de premie-reserve; de.
wijze, waarop zij wordt berekend en hoo
daarmedo wordt gehandeld, blijkt, dat do
heer Van Geer zich met de zienswijze van
enkelen der hoogst aangeschreven N'edcr-
landschc schrijvers niet kan vereenigen. De
waardeering der beleggingen, de rentevoet,
de berekening van do reserve, alsmede van
de sterftetafcls, komen daarbij ter sprake.
Onze Maatschappijen vertoonen ook dien-
aangaando de grootste verscheidenheid. De
wetgever mag z. L niet langer aarzelen, een
regeling van het verzekeringsbedrijf in to
voeren en de zekerheid te geven, die thans
ten eencnmale ontbreekt. Dan eerst, zegt
hij, zal do lcvt-nsverzekering haar hoog doel
kunnen bereiken.
Hoo moet een wettelijke regeling cr uitr
zien?
Schr. meent, dat ook daarover deskundi
gen het op verre na niet eens zijn. Hij be
spreekt de beide grondtypen van wetgeving,
het Duitsche en het Engelscbc. Het eerste
is voor ons ongeschikt-, maar ook het l£n-
gelsche (\erplichto openbaarheid) mag z.i.
niet ongewijzigd worden aangenomen. En
kele openbaarheid, zonder toezicht cn con
trole, acht schr. onder de ten onzent heer-
schcnde omstandigheden cn opvattingen niet
aan te bevelen, zoodat een tusschcnstelsel
de voorkeur verdient. Daarbij acht hij do
oprichting van een Rijksbureau onmisbaar.
Zwaar zal het aldus opgelegde juk niet
zijn, toch zal het verscheiden Maatschap
pijen dwingen, zich grondig te herzien of
anders, het bedrijf te staken.
De Koagscho Kouter van de „Provi n-
ciale Groninger Courant"
schrijft- o. m. over het analytisch
verslag:
Het debiet van het nieuwe verslag is nog
betrekkelijk zeer gering en als het doel,
dat er mee wordt beoogd, n.l. om een zeer
groole verspreiding te verkrijgen, wordt
be renet, zullen do koslen nog enorm stij
gen. De vraag is nu maar of hot nut van
do nieuwigheid guëvenredigd is aan de
steeds klimmende en nu reeds us er dan
verdubbelde uitgaven, vergeleken bij de
raming. Ik voor mij kan dut niet inzien.'
Het verslag wordt iu Den Haag, 's avonds
te 10 a ÏOA mir aan de genboa 11 eerden be
zorgd; dan heeft iedereen, <iio belang stelt
iu heigeen er in do Tweede Kamer voor
valt, do verslagen van do kranten al uren
lang genoten; inAdo provinciën is liet er-
slag 's morg. iis pas, daags nu de zitting,
verkrijgbaar en vau de avondvergaderingen
komt het pas 2-1 uren of 30 uren na de slui
ting. Voor do vlugheid heeft men liet dus
niet te neni' iien al is het verslag, aan
welks samenstelling veel zorg b steed
wordt cn waarvoor ik ilcn bewerkers gaar
ne allo hulde breng, iets uitvoeriger dan
dat der groote dagbladen, heel \eel meer
geeft het niet en in den laa.teten tijd
zelfs in een opzicht minder. Replieken cn
interrupties worden vrij zorgvuldig we«u"-
gegeven, maar toch, door bet wggjaten van
allo uiterlijke gemoedr-» au doeningen in do
Kamer vróolijkheids-uitingen, brwegin-
gen, protestlcekenen, verwonder ings- of
ironische exclamation krijgt men thans
geen volledig beeld meer van de vergade
ringen. In de eerste dagen was dat anders;
toen wemelde het analytisch verslag van
die uiterlijk waarneembare indrukken van
de Kamer. Dit schijnt den horren r.te-t te
bevallen; heb teekent te getrouw af, dat het
decorum soms nogal iets te wenschen over
laat. Men heeft dus -die toevoegingen ver
boden cn daarmee is de aardiglieid cr
af c-n in dit opzicht winnen nu do kran'.on
verslagen het van het analytische, dat ove
rigens cn terecht niet zóó heet, ofschoon
het de bedoeling was, dat liet zóó zijn
zou. Een analytisch verslag doet verwach
ten, dat men het gesprokene, saamgevat in
do hoofdtrekken, weergeeft-; niet verkort
met zooveel mogelijk dezelfde woorden van
den spreker en met angstvallige zorg om
hem cn zijn manier van zeggen to volgen.
Vandaar ook dat het verslag, dat kort
heet, veel te lang en nu do hilaritcifcs-uitin-
gen en dergelijke ontbreken, to saai is.
Evenwel, nu men cr mee begonnen is, zit
met er aan vast; men zal er nog schatten
aan moeben besteden; het doel zeer
groote circulatie zal wel nooit worden
bereikt en zoo kan reeds nu worden ge
zegd, dat het een mislukking is, dio ons op
den duur on groote kosten to staan zal
komen, enkel ten genoegen van een paar
leden, dio er jarenlang een stokpaardje
van gemaakt hebben."
Onder 't hojfd Do Calvinistische
Zondag zege het „H andol sblad":
Wij lezen iu „Do JStandaara":
„Zooab nog kortelings het „ilanilcls-
b 1 a d" zich uitliet, inzako do Chnstelijko
scholen, inzake Zondagsrust, en inzake rog
zter enkcio gevallen, kon van iets „speci
fiek Christelijks" sprake zijn, maar neei
l.et overige terrein van den Staat was neu
traal. En dit sehrec-f men in een blad, dat
toch geacht mocht worden van Groen vaa
Prinscerer eeuige nota te hebben genomen,
maar nu blijkt zelfs de hoofdgedachte van
dezen staatsman nooit te hoboen verstaan.
Vraagt men of ock wij dan toch met er
kennen, dat er op staatkundig terrein een
neutrale zone is, waarbij hot verschil in
grondbeginsel niet aan de orde komt, dun
beantwoorden wij dio vraag vanzelf be
vestigend. en ook onder het Kabinet van
1905 is dit van de Kegeeringstafel steeds
volmondig erkend. Maar even beslist moet
er voor gewaakt-, dat deze neutrale zóno
binnen haar juiste grenzen beperkt blijve.
Wo voeren den strijd volstrekt niet, gelijk
het „il aD dols blad" zich inbeeld Cs
uitsluitend voer Christelijke belangen,
maar voor do Christelijke beginselen. Ook
al waro straks op schoolgebi d ons recht
gedaan, cn ai waro do heiliging van den
Zondag verzekerd, dan zouden we nog in
niets van den strijd voor de Christelijke
grondslagen van 011s Staatsbeleid aflaten".
ku moet „D e Standaar d" 'ons
toch eens vertellen waar en wanneer Groen
van Prinstere-r heeft uiteengezet wat do
christelijke beginselen zijn, die on katholie
ken èn calvinisten leiding kunnen g:\cn op
staatkundig gebied?
,,D o Standaard" toont hier zelf dit
niet gord te begrijpen. Hij noemt als eeu
zanü, noodzakelijk volgens do christelijke
beginselen ,,de heiliging van den Zondag
En „do Lediging van den Zondag" is icte,
wat nooit een bijzonder verlangen van dc
katholiek n is geweest; los vau do antirevo-
lutionnaircn, zijn zij geen \joorstanoers
eer tegenstanders van den t'alvinisli-
scken Zondag. Indien zij mede den Calvi-
nistischcn Zondag helpen tot stand bren
gen, wat. nog zeer twijfelachtig is!
zuilen zij dat niet doen krachtens hun
christelijke beginselen, maar wegens 'op
portunistische politieke overwegingen.
„Land en Vol k'' klaagt over de
d u urte van ons postwiss-e 1-t a-
r i e f
Vooral voor middelmatige bedragen, laat
ons zeggen van f 25 tot 100, is ons tarief
veel te duur. Het is waar, men kan zul.1:
een b drag in bankhiijetten per aang.dee-
kenden brief goedkooper verzenden. Doch
daaraan zijn bezwaren verbonden, die bij 1
dergelijke veel voorkomende middelmatige
bedragen meer wegen dan bij verzending j
van gvootcre sommenmen moet enveloppe
en lak nemen; niet elk bedrag laat zich in
papier afpassen, zoo dat toch neg weer een
postwissel ter aanvulling noodig is: en al
laat het bedrag zich in papier afpassen j
(bijv. 75, f 80 of 90), dan heeft men j
niet altijd juist de vcreischte briefjes bij de j
hand. I
Aan onzen middenstand cn kleinhandel i
en ook aan menigen particulier zou groot
gerief worden bezorgd, als de Minister als
nog kon besluiten, verlaging van het ta- i
rief, op den voet van België, Oostenrijk
en Zwitserland te bevorderen.
Over speculatie- en dobbel-
zucht schreef dc Haagsche Sprokkelaar
van het „U trechtsche Dagblad":
„De opruiming Van twee speculantenkan
toren of juister: speelbanken was een
ramp voor ccn aantal kleine bezitters, die
zich in het net hadden laten lokken door
do voorspiegelingen van zekere winst
met beperkt risico; tweo dingen, dio
elkaar op zichzelven al reeds uitsluiten, om
dat zoodra cr rLsico (al dan niet beperkt)
is, de winst niet zeker is. Trouwens, welk
verstandig mensch laat zich wijs maken, dat
iets, wat dan ook, hem zeker winst zal
geven, en nog wel in verhouding zeer aan
zienlijke.
Maar cr zijn overal,, doch vooral in Den
Haag, een aantal onverstandige monschen
vooral wanneer het op speculeeren aankomt.
Regelmatig komen er debacles, op grooter
of kleiner schaal voor, ruimt do Beurs ccn
aantal parasieten op, waarbij „Jan" (zoo
als dc Beurs het publiek noemt) zijn fortuin
laat zitten, of vervluchtigen zich cenigc
kantoren, waarbij een aantal spaarpennin
gen in rook verdwijnen. Maar nauwelijks is
dat voorbij en vergeten; cn als cr men we
oplichters komen; die met gewetenloozc leu
gens verlokken tot roekeloos snel,, met mee-
rcndeels kwade kansen, dan zijn cr dadelijk
weer een aantal menachen, die hun kapi
taaltjes d<x>r langjarig zuinigheid bïjeen-
brachten, gereed om dit aan die onbekenden
in handen te geven... cn het er in te laten.
Verleden, jaar ging hot in liet gropt. Bij
de Ame-rikaansche crisis lieten een aantal
speculanten hun fortuin, die nog min ot
meer reëel op grootcn voet hadden geleefd
van speculatiewinst, zoolang dit met werke
lijk beperkt risico goed ging. Hu echter
hebben de gefailleerde ondernemers van de
speelbanken, dio zelf ook voor g^en cent
weerstandsvermogen hadden, een groot aan
tal kleine bezitters in het. ongeluk gestort
door hun praktijken, die, dunkt mij, de jus
titie ook wel als oplichterij zal kunnen ver
volgen.
Men verteld njij als ccn geva' uit vele
van eon juffrouw, die uit naaien gaat. en
spaarzaam een sommetje van een f lOOO.had
bijeengebracht. Do mooie beloften van een
der sped kantoren verlokten haar, mis
schien ook de winst-, dio een kennis had ge
maakt. en dc duivel blies haar in, dat ze
immers op die manier in korten tijd rijlc
kon worden. Ze ging cn waagde haar eerste
f ]000 en won. Dat was baar ongeluk.
Toen haar kaoitaalt-je vcrduh'xdd was,
vroeg de duivel haar, waarom zij het nu
niet in eens met die 2 mille zou ga^n doen;
dan had ze immers in ren paar weken mis
schien 20.000; cnthans is ze precies
oven arm ais toen zo haar leven van spaar
zaamheid begon: meneer de „bankier"
lieoft haar spaargeld opgemaakt of meege
nomen.
„L'or n'cst qu'une chimère 1"
En... inmiddels lokken alweer nieuwe vo
gelaars met zoet gefluit, alsof ze een haar
beter waven dan hun verdwenen voorgan
gers, cn.... vliegen weldra wcor nieuwe vo
gels in het net.
..Kiekjesman" in het „N icuwablad
v. h. Noorden" laat zich volgenderwijs
uit:
,,Tn een vorig schrijven wees ik op de zon
derlinge praktijk van sommige „bankiers",
dio zich in reusachtige annonces bij het pu
blick voorstelden al3 dc „apostels" van de
„nieuwe methode" van speculeeren in Ame-
rilcaansche fondsen. Tweo dezer herren, die
ook in Den Haag een „branche" 1 radden,
zijn een dezer dagen fout gegaan. Een hun
ner zelfs met het m. i. reusachtig bedrag
van ISO,000. Ik zeg reusachtig, want We
cliontcele bestond meer uit zeer kleine bur
gertjes, die ieder met 50 en 100 „spe
culeerden zooals de technische term luidt,
zoodat de zaak over een zeer groot aantal
klanten moet- beschikt hebben. Do auclcro
bankier, dio met de „nieuwe methode"
wenkte, wins nergens te vinden, toen het
kantoor geopend zou worden. In do Passa
ge, waar de bureaux gevestigd zijn alle*
was er nog kortelings prachtig opgeschil
derd cn fijn in orde gemaakt stond <ien
ganschen dag een drom mensehen, die heb
„geval" bespraken. Tot zekere Jioc-ir e is
hot om medelijden to krijgen niet dc slacht
offers, dio op die manier hun lyvspnardo
duitjes kv. ij traken, maar aan den anderen
kant ben ilc hot toch eens met hen, <110 rra
gen wat die lieden in de kou «loon, vaar
zij niet thuis behooren cn waar zij niets te
maken hebben. Iemand, die ixikking «.-p de
markt verkoopt., moet niet in Amoriknan-
sohc fondsen dobbelen. Ook niet volgens bet
„nieuwe systeem" cn ook niet, al kan hij
er hoogstens een f 50 of f 100 mode verlie
zen. En zoo is het ook het geval mol UI
van andere kleine „pijveren cn midden
standers", die ijverig to New Vork .ope
reerden". Dat is eenvoudig absurd.
Een andere vraag is, of deze hoeren van
dc „nieuwe methode", dio bier zooveel
slachtoffers hebben gemaald, niet cons aan
den heer Officier van Justitie zonden móe
ten voorgesteld- worden. Tl: vernam, dat ccn
dier heeren niet eens bock hield, gelijk oen
behoorlijk koopman toch dient te doen. FTot
„ootje" werd tc Londen bewaard. Dit is
het cenigc zekere in dc onzekerheid, die ten
opzichte van dc zaak van dien heer bestaat-.
Waar cr steeds gewaarschuwd wordt tegen
fh\-schentrekkers, en dat wel met behulp
der autoriteiten, in casu soms door do po
litie, zou m. i. op gelijke wijze tegen rWo
heeren opgetreden moeten worden. Dwazen
di speculeeren willen, kunnen natuurl ik
ntet door de wet van hun voornemens afge
houden worden, maar evengoed als de be
denkelijke loterijen verboden zijn, zoo dien
de ook tegen deze soort van specula! ie-go-
legenheid openlijk gewaarschuwd te worden.
Bij do a s herziening van do wet on do
naamlooze vennootschappen mag deze zaïk
niet vergeten worden."
„D e Residentiebode" vestigt do
aandacht op een artikel van den heer K.
Eloul in „Dc Tijdspiegel", waarin
deze uiteenzet, wat de cischcn zijn der
p r n c t ij k van dc liberale ged a e h«
t e, welke gedachte hij aldus omschrijf'.
„Ieder zoekt zijn eigen, balarg, ieder kent
zijn eigen belang het best-, cn ieder is heb
best in staat om dat eigen belang zelf to
bevorderen."
Op het onderwijs toegepast meent deze
schrijver, „dat men strikt genomen zou
kunnen volstaan met te vorderen, dat cle
ouders zelf behoorlijk zorgen voor het onder
richt van hun kinderen. „Dat is, then r e-
t i s c h, dan ook de eenige goede «isclt en
practise li is het degene, die behoort to
domineeren, op straffe van de individueels
vrijheid meer dan hoog noodig is te beper
ken. (Fractisch moet de in deze te volgen
gedragslijn hierop neerkomen: bijzoudcr
o n cl 0 r w ij 8 regel, overheidson.
d e r w ij r aanvulling."
De overheid ziet alleen toe of het onder
richt voldoende is en verleent steun om het
peil hoog te houden.
„In welke mate echter de overheidsschool
als aanvulling plaats behoort to vinden
naast de particuliere, zou ik niet weten aan
te geven. Hier hangt de toepassing geheel
van de plaatselijke omstandigheden af.
Eonerzijds valt te overwegen, dat men er
ger pressie oefent door een ongeloovige fei
telijk te dwingen, zijn kinderen te zenden
,Ik moet een hoed hebben, een goodkoor»
en toch aardig hoedje. Ik heb aile winkels
hur al afgezocht, maar ik kan niets vin
don, dat me echt bevalt, zio jo. Het is
allemaal zoo gewoon en hetzelfde. Ik wou
tets bijzonders hebben en toch niet opzich
tig. Ik weet niet wat ik wou, precies;
maar als ik het zio, dan zal ik wel zeg-
g n: „Dat is het."
Zij zaten samen in het schemeruur na
het eten, wanneer haar ouders hen altijd
t l do thee alleen lieten en een dutje gin-
g n doen. Een vage wanhoop om haar ka
rakter bracht hem even uit zijn humeur.
V,Ik weet niet wat ik wou." Hoo dikwijls
bad deze uitdrukking hem niet geeergerd 1
'Maar zij babbelde door, onbewust van zijn
ontstemming:
„Hè, ik moest met jou mee kunnen, de
Volgende week, naar BrusselDaar zou ik
Wvl een hoedje vinden, en niet duur. Maar
I dat gaat natuurlijk niet. Hè, waren wij
maar getrouwd!"
De opnieuw in hem opkruipende ergernis
IVccd tot zwijgen gebracht door een idee:
bjj zou in Brussel een hoedje voor haar
boopen 1 Hij wist wel wat zij bedoelde en
din had hij meteen iete origineels, om voor
baar mee te brengen.
In do dagen, die volgden vóór zijn ver-
Hek, vergat zij den wensoh, als zoovele,
die dagelijks in haar opkwamen. In haar
Onvoldaanheid van niet weten wat zij wil-
.de sprankelde iedl?r uur een verlangen in
ïbaaT omhoog; maar zój zag niet in, dat-
baar rusteloosheid voor een groot deel te
bijten was juist aan het liefkoozen en ann-
fclo digen van al die onbesliste begeerten.
Hij dacht cr echter wel om. Hij lachte
in zichzelf een beetje om dien vent, ernstig
technoloog, dio in Brussel de étalages af
liep, om, voor'het eerst, een dameshoed to
koepen. Maar als li ij zich dan herinnerde,
hoe zij het aardig zou vinden, meer om de j
atieim-" dan cm liet geschenk; als hij zich
haar vom stelde in dc bl ij do aanhankelijk
heid van het weerzien na een scheiding van
acht dagen, hoe zij nieuwsgierig zou zijn
wat hij voor haar had meegebracht en cr
t-och niet oiu drufdc vragen; hoo zij het
nooit raden zou en hoe zij verrast zou zijn
als zij zag hoe hij haar wenschen niet zoo j
gauw vergat al9 zij.
Iets bijzonders en toch niet opzichtig.
Do dagen gingen om in aarzelingen. Niet?
was goed' genoeg voor haar; van niets wist
hij zeker genoeg, dat het zou zijn wat zij
bedoelde. lederen midcldag, als zijn zaken
gedaan waren, flaneerde hij door de drukko
winkelstraten; stond 'n kwartier stil voor 'n
uitstalling, keerde nog eens terug voor de
zelfde, liep een straat om, dat hij er nog
eens langs kwam. Eindelijk was het de laat
ste dag cn moest hij beslissen; morgenoch
tend zou hij vertrekken. Moedig stapte bij
toen maar ineens den winkel binnen, wel
ken een paar kennisen, dio hij er naar ge
vraagd had, als d> best-gesorteerde hadden j
aangewezen.
Er werden hem tientallen hoeden ver- 1
toomdi: copuctto kleine hoedjes 'als een
bloem of als een schuimpje; aanmatigende
wijd-geluifelde mot een den blik trekkende
veer of hloementros; lichte, luchtige ding- i
getjee, wondere samenflanscltjes \ian wat
tule cn gaas; een elegant hoedje, eenvou
dig met wat violet-linb cn een paar rozen,
chique zonder ophef, gedistingeerd, smaak
vol, ongewoon cn tooh eenvoudig. Zou h-H
dut ziin? dacht bü.
Hij vroeg dc juffrouw, dames bepalen
haar keus toch mee-st gemakkelijker, vond
ze hij vroeg haar het even op te zetten,
to zien hoo het stond. Hij stelde zich het
gezichtje van zijn meisje daaronder voor,
haar mooi-gebouwd figuurtje heel wat
aantrekkelijker dan de zure wink Ij ui en
hij zag haar lieve oogzn lichten, een glim
lach trekken om haar mondje. Dat hocd-
jo zou hij dan maar nemen. Hij liet het
zorgvuldig in een doos pakken, betaalde,
wilde liet niet thuisgebracht hebben, cn
met zijn schat ging liij den boulevard langs
naar zijn hotel. Alleen op zijn kamer, haal
de hij het nog eens te voorschijn. Het was
nu wel zoo duur niet, maar dat deed cv
niet tce; 't was cr om te doen, te weten
of het haar bevallen zou. Voor hetzelfde
geld kon je zóóveel verschillende krijgen.
En hij haalde zich andere hoeden voor den
geest, die hij gezien had. 't Was vreeselijk
moeilijk, een hoed voor een vrouw te koo-
penMaar toen hij met alle geweld zich
in baar smaak cn wijze van zien had inge
dacht, toen liij het hoedje eert op een vaas
had gezet-, toen het zichzelf nog eens boven
het hoofd gehouden, toen lachte hij, want
hij geloofde stellig: zij zou het een dot van
een hoedje, een snuitje van een hoedj?
vinden. Het wa® in ieder ge
val iets ongewoons en hij wist, dat zij daar
in de eerste plaats naar vroeg. Om te zien,
dat het ongewoon wae, daar bleef alle smaak
buiten.
Kom, hij was toch wel mal zich zoo dik J
te maken om een hocdl Beviel hij haar
niet, nu, best! dan kocht zij maar een an
deren Het waren hoogstens een paar gul
dens, die weggegooid waren. En zijn invaj
zou zij toch in ieder geval weten op prijs
te stellen.
Tn den trein bedacht hij, dat de rozen
er niet zoo goed op stonden, het zou aar
diger zijn zonder dio rozen, met wat meer
lint of zoo. Dat zou hij haar ook zeggen; dan
zag zo, dat hij cr toch wel vorstand van
bad, en ook, dat hij zijn best had gedaan.
Zij was hem komen lialcn, nu reden zij
in ecu victoria naar haar liuis. Toen de
eerste begroetingen cn vragen afg«loopen
waren, zwegen beiden een ocgenblik; toen
vroeg zij, dicht tegen hem aankruipend, om
haar onbescheidenheid goed to maken:
„Wat heb jo voor me meegebracht?"
„Raad eens," zei hij, genietend.
„Hoo kan ik dat nu radenI Hoe?"
„Je hebt laatst zoo gezegd, dat je hel
graag hadt."
Zii haal do de schouders op.
„Je wou met me mee naar Brussel, om
„Een hoedje?" juichte, vroeg zij.
Hij knikte. Hij had een hevigen lust om
haar in liet open rijtuig een kus to geven.
„O, wat leuk. Wat ben ik daar benieuwd
naar! O, laat eens even een tipje zien, toe!
Wat is het er voor een?"
„Ja, ik waarschuw jo vooruit, dat ik
niet hcelemaal heb kunnen krijgen wat
ik wou. En dan is 't natuurlijk altijd een
goedkoop prulletje voor alle dagen. Dan
heeft een hoed veel te lijden."
„Hoe ziet het er uit? Wat voor model
is het? Toe, vertel eens, waarmee is bet op
gemaakt?"
„Er zitten van achter een paar rozen op:
die vind ik niet mooi. Daar moet je wat 1
anders voor verzinnen."
„Wat voor kleur heeft bet! Paars?"
„Violet en lila."
„0, violet!"
i
Nu stond zij voor den ?y tegel en draaide
zich en draaide zich nog eens zonder iets
te zeggen. Haar gezicht pruilde.
Hij voelde de oude ontstemming wcor diai
hij ieder oogenblik, om een woord, een ge
baar, een oogopslag, bij haar had. Zij had
hein nog niet bedankt, nog niet eens een kus
gegeven.
„Nu, hoo vindt je hem!' vroeg hij, wat
norsch en (.och nieuwsgierig. Hij stond
haar heerlijk vond hij.
„Hm Zij draaide zich nog eens om,
haalde eeu tweedo spiegeltje, „t Gaat
nogal
Ik weet 't niet. en 't gaat nogal, dat
WW u dc tweo zegswijzen, die altoos in
haar mond lagen.
„Die rozen moet je er af nomen.
„Vind je niet, dat hij me wat oud staat?"
aarzelde zij.
„.Dan moet je hem niet opzet len."
„Neen, dat niet. Maar ik ben 11't een
getrouwde vrouw er mee."
..Zou jo dat dan zoo erg- vinden, al was
«at. nu eens zoo
Zij gaf geen antwoord.
„Hij staat me toch wel wat ouwelijk."
Hij werd driftig.
Welnu dan, afgeloopen, dan koop jij eea'
ander en dan aal ik dezen wel aan de doch
ter van mijn hospita geven!"
Zij zei nieta, koppig. Zij zette den hov<5
af, legde hem slordig op den schoorsteen
neer en ging in een anderen hock van do
kamer zitten. „Hij was altijd dadelijk uit
zijn humeur."
„Adieu," zei hij opeens, opstaand. Hij
ging met groote stappen do gang door,
trok de deur luid achter »ch dicht.
Zij bleef een oogenblik zatten staren naar
do plek, waar hij gezeten had. Toon rees
zij overeind, schreed aarzelend naar den
schoorsteen, paste zich den hoed nog eens
op.