'ZONDAGSBLAD
LEID.5CH DAGBLAD
kecÊpt.
21 'Noiïemb-SF.
Hotels in Londen.
Het praehtigo nieuwe Piccadilly-Hotel,
welks eigenaardige gevel de. opmerkzaam
heid van lederen vreemdeling trekt er, tien
millioen gulden gekost heeft, is reeds ticD
maanden na opening in benarde geldelijke
omstandigheden geraakt. Het lot van dit
pos gebouwde hotel heeft aanleiding gege
ven tot de vraag, of Londen in den iaatsten
t.ijd niet al te veel grooto hotels gebouwd
heeft, en de vraag wordt algemeen met
,,ja" beantwoord. Men heeft berekend, dat
in Londen in den loop der laatste tien jarca
niet minder dan 120 millioen gulden in den
bcuw van grooto hotels is gestoken, met het
resultaat, dat Londen, hetw'elk voor eenig©
jaren nog achter alle overig© hoofdsteden
van Luropa stond wat aanging het bezit
van weelderige, groote hotels, thans de
'toonaangever is. De keerzijde van do me
daille is echter, dat deze hotels door de
concurrentie, welko zij elkander aandoen,
nauwelijks eenig dividend kunnen uitkee-
ren.
De vijf grootste hotel-maatschappijen van
•Londen brcDgen niet meer dan 42 pCt. te
earacn op cn do aandcelcn dor meeste ho
tels zijn thans nauwelijks meer de liqlft van
hun nominaal waard. Dan staat het bij her
vasteland welbekende ,,Keysers lioyal Ho*
'tel" nog tamelijk gord, want zijn ItO.OCO
te'n-pond-aandeden worden nog met .5
shilling per stuk gequoteerd, terwijl de
150,000 ecn-pond-aamdeelen van het Carl-
ton-hotcl slechts 12 shilling 0 pence doen
en do 307,600 tien-ponds-aandeelen van hetf
Savoy-hotel 5 pond sterling per stuk op
brengen. Alle deskundigen zijn van meening,
dat in Londen minstens tien jaren lang
geen nieuw hotel meer gebouwd mag wor
den. Niettemin bestaan er weer plannen
voor nieuwe reuzenhotels. Een der succes-
volsto onder do nieuwo hotels schijnt wel
het Waldorf" to zijn, dat weeldo met
goedkoopte- -beeft weten to verbinden. Dit
jhotel, dat een kapitaal van 600,000 pd. st.
kostto en waarvan do bedrijfskosten op
800,000 pd. st. per jaar worden geraamd,
geeft om 5 uren een shillingtec. met brood,
beter en koek en is aldus een Londensche
attractie geworden, en cr worden meer
dan 600 tea's per namiddag opgediend.
Staatsschulden.
Van de 90 bestaande Staten zijn cr in het
geheel maar 14, die absoluut geen schulden
hebben. Meer dan de helft van deze geluk
kigen is buiten Europa te vinden, nl. Abcs-
sinie, Afghanistan, Boctan, Boe-hara, Chi
na, Marokko, Nepal en Oman, die in het
geheel geen budget vaststellen.
Van d© in 1903 ontstane republiek Pa
nama is de toestand der staatsfinanciën
niet bekend. Voor de vijf Europccsche
gchuldlooze „Staten" vinden wij d© repu
blieken Andorra en San-Marino, het vor
stendom Monaco, waar de speelbank een
'overvloedige bron an inkomsten is, en de
vorstendommen Reuss oudero linio en Lïch-
tenstein.
Alle overige Staten, en, zooals men ziet,
alle belangrijke, hebben een schuldenlast
te dragen, welke voor alle te zamen
êS,021,740,000 gulden bedraagt.
Ora den omvang van deze som cenigszins
'duidelijker te maken, dieno het volgende.
Van 1492, de ontdekking van Amerika, af,
bedroeg de totale goudproductie der aarde
«1,477 millioen gulden, do zilvcrproduotie
'f9,454 millioen. Do gansche waarde van de-
'ze metalen is dus gesteld dat deze gehce-
!e voorraad nog aanwezig ware slechts
ongeveer tweo derden van de som, waarover
achuldbckentenissen in omloop zijn. Als eens
alle bezitters van staatspapieren deze tegen
baar geld ingewisseld hebben, zou geen
Etaat der wereld aan dit verlangen ook mair
in dc verste verte kunnen voldoen.
De hoogte der schulden bij de afzonder
lijke Stilten varieert van f 254,200 bij
Schaumburg-Lipp© tot 16,804,525,850 bij
Rusland.
Dc schuld per inwoner bedraagt in Frank
rijk 375 per hoofd. Vender hebben dc vol
gende Staten per hoofd het daarachter ver
melde schuld bed rag: Portugal 318, Spanje
240, België 220, G root-Britannic 202,
Nederland 201, Italië f 133, Duitsclilaud
162, Oostenrijk 154, Rusland 131, Noor
wegen 302, Verecnigdc Staten 73, Dene
marken Cl, Zweden 53, Venezuela f 42,
Turkije 37, Zwitserland 15 cn China 3.
HIT GORGELEN.
Het gorgelen, hoe algemeen bekend het
ook is, wordt toch meest verkeerd toege
past en bereikt daarom zijn doel, alle or
ganen in den mond te bespoelen, slechts
zeer onvolkomen.
Hoe het dan wel gebeuren moet, leert dr.
G. Richter. Dc patiënt zit met achter
waarts gebogen lichaam op een stoel, neemt
een slok water in den mond cn buigt het
hoofd zoo ver mogelijk naar achteren. Daar
door wordt 't strottenhoofd op de wervelko
lom gedrukt en do slokdarm dus afgesloten.
Met een zakdoek wo at nu do tong naar
voren getrokken, en do patiënt moet het
water inslikken. Kijkt men daarbij in den
mond, dan krijgt men den indruk alsof het
water geheel verdwijnt, en d© patiënt ge
looft het ingeslikt te hebben. Nu begint het
gorgelen, dat wil zeggen een langzaam uit-
ademcu. Na een poosje sluit do patiënt zijn
mond en buigt lichaam cn hoofd snel naar
voren. Dan vloeit het water door den neus
naar buiten, waardoor alle organen bespoeld
zijn geworden. Zelfs kleine kinderen kun
nen deze methode gemakkelijk leer en.
STOFGOUD.
Wc moeten lecron klaar staanwe moeten
ons loeren voegen; wc moeten leeren dade
lijk aanpakken; we moeten leeren veel doen
in weinig tijds, methodisch, gemakkelijk cn
kloek; we moeten leeren durven en uithou
den.
Het goedmoedige, lobbesachtige, hobbezak-
kcrige, slapschouderige, slapbeenerige van
„kom ik er vandaag niet, dan lukt het mor
gen wel", gevolg van de kleinheid onzer ver
houdingen, moet er uit.
L. Simons.
In het betrachten der matigheid ligt "het
geheim der levenskunst.
Prof. dr. P. K. Pol
Saksisch gebraad.
Een pond mager ossovleesch wordt met
een pond doorregen spek heel fijn gehakt.
Dit gehakt vermengt men met twee geklop
te eieren, een paar lepels gesmolten boter,
eenige sneden geraspt oud wittebrood, een
ui, zeer fijn gehakt, wat nootmuskaat, een
weinig fijne kruidnagelen, een klein beetje
cajennepeper en zout naar smaak.
Nu kneedt men alles nog eens goed door
een, en maakt er frikadellen van, waarop
men bij het braden nog eenige reepen spek
legt. In gefruite boter laat men ze een half
uur braden. Nu strooit men er nog wat
geraspt wittebrood over, giet er, zachtjes
aan, twee kopjes melk bij, en laat het dan
nog een halfuur op zacht vuur braden.
VROUWENHAAR.
Het geduld van den statisticus heeft op
dc eigenaardige vraag, hoeveel K.M. haar
een vrouw wel op hot hoofd draagt, nu zelfs
het antwoord gevonden.
Zooals in dc „Gaulois" verteld wordt,
zijn dc blonde haren in den regel voller en
dichter dan do donkere. Een donkerharige
vrouw draagt gemiddeld con haarlengte
van niet minder den 70 K.M. mee, terwijl 't
haar van een blondine soms een lengte van
135 K.M. en meer bereikt. Daarentegen is
het donkere haar sterker cn kan racer weer
stand bieden dan het blonde. Het draagt
een last van 113 gram zonder stuk te gaan,
terwijl het helblonde haar reeds bij 63 gram
knapt.
AIjSJÜCRXEI.
Een record van lingzaamheid wordt uit
Tennessee gemeld.
Een Amerikaansch vleesehhouwer had zijn
loopjengen ontslagen. Het bestuur van den
loopjongensvakbond, waarbij do ontslagene
aangesloten was, kwam zielf bij den patroon
beklagen, die als reden van ontslag opgaf,
dat de jongen zeer langzaam was id 't bedie
nen zijner klanten. ,,Hij pleegde sabotage",
zeido de slager. „Ik zond hem herhaalde
lijk mot kalfsvlcesoh uit en wanneer het in
het «t-zit mijner cliënteele kwam, was het
inmiddels mndvlcesch geworden."
Een fietsrijder reed op een landweg een
tamelijk hoogen heuvel op en giDg voorbij
een boer, di© met moeite een ezelkar hielp
voortduwen.
De fietsrijder hielp hem door met éét
hand de kar te duwen, terwijl hij op zijn
fiets naast dc kar bleef rijden.
Weldra was men boven, cn de boer be
dankte zijn helper zeer hartelijk en voegde
er bij
„Mot één ezel zou ik do kar niet boven
gekregen hebben, mijnheer 1"
Scherp. „Hoeveel meiden houdt je
mama?"
„Geen enkele. Maar zij huurt ze bij dozij
nen
Rechter: „Waar woon je V
Eerste vagebond: „Nergens, Edel
achtbare."
R e c h ter: „En jij
Tweede vagebond: „Vlak naast
hem."
Vriendelijk. Zij: „Och, man, wat
ben jk toch verkoudon. Als ik adem haal
heb ik overal pijn."
Hij: „Wel, lieve mensch, haal dan asje*
blieft geen adem meer."
Het Kamerlid: „Schoelje, moord©»
naar
Dc bode: „Kalm wat, meneer, ik ben
dc minister niot!"
Dilettanten op de planken.
In een drama do vader tot de dochter, dv.
dochter tot den vader sprekende.
II ij„En wat bon jc met alles weer mooi
op tijd, meidHoc lap je het hem toch
zoo?"
Z ij: „Dnt komt door de gewoonte, vader;
door dc Rauwe Tine" (routine).
Een dame kwam 'bij1 een andere dame
om inlichtingen aangaande con dienstbode
te vragen.
„En is zij niet bang voor werk?" vroeg
de eerst© mevrouw.
„O, volstrekt niet", was het antwoord.
„Zij gaat cr dikwijls naast liggen cn valt
dan gerust in slaap!"
„Die N. is toch een gemeenc kerel."
„Waarom?"
„Hij gaf mc die 20, die ik hem onlangs
geleend heb, terug, juist toen mijn kleer
maker er bü stond 1" -
No. 14955
Aim o 1908.
•9Jj
N.
r VAN HET T
£11 eoeoao«o<§6ö00aöe lil
ERiniA m OEQRtBE.
Zij stonden in het flikkerende haardlicht
van een kouden Novembemamiddag; zij
met haar eene hand rustend© op het tafeltje
achter haar en de andere spelend met een
koord. George met zijn rug tegen den schoor
steenmantel en de handen in do zakken.
„Dus wilt gij niot naar mij luisteren,
wilt geen rede verstaan?" vroeg hij
.langzaam, op een toon, die verried, dat hij
zijn uiterste best deed, zijn stem te beheer-
6chen.
„Ik noem het geen rede, George", was
het antwoord, terwijl zij haar oogen naar
hem ophief. „Ik heb hier een ellendig salaris
en hard werk. Wanneer ik naar Amsterdam
ga, krijg ik al dadelijk de zes beloofde leer
lingen en zal ik over een paar maanden in
staat zijn in het openbaar te spelen. Mijn
heer heeft het mij positief verzekerd."
„Die akelige Duitsoherstiet George
uit. „Gij weet, dat ik de gedachte haat. Lk
wil niet, dat gij nog harder gaat werken
en in het publick optrcodt. Al was het al
leen maar de gedacht© aan de mogelijkheid
vnn niet slagen. Wanneer gij nu nog maar
één jaartje wilt wachten en geduld oefe
nen 1"
Erna schudde hot hoofd.
„Het is geon kwestie van geduld of van
wachten, George. Ik moet aan moeder don-
'ken. Wanneer ik haar het leven wat gemak
kelijker kan maken en gelukkiger, arme,
lieve moeder zou ik er alles voor over
hebben en alles opgeven 1"
„Mij ook?" vroeg hij geraakt. „Gij weet
hoe hard ik werk om alles in orde te krij
gen. En ik weet zeker, dat uw moeder zich
in Amsterdam onder vreemden Diet geluk
kig zal gevoelen."
Erna schudde ongeduldig het hoofd.
„Neen, George, ik kan hier niet langer
i blijven. Moeder zal gelukkig zijn, waar ik
.hot ben, en ik verlang er naar vooruit te
'komen en profijt van mijn kennis tc trek-
ken. Werkelijk, ik zal slagen cn gij zult
trot8ch op mc zijn. Ik verlang cr naar on
der ander© pianisten te vcrk^crcn cn... uit
te blinken."
George wandelde misnoegd het vertrek
op cn Doder.
„Dus dan is het een zekere trots, een
verkeerdo ijver, een rusteloosheid en onvol
daanheid?" vroeg hij, voor haar blijvende
stilstaan.
Erna bloosde.
„Neen. Ik ben niet gelukkig in dit kleine
nest van een stadje en voel mij diep ellen
dig. Laat mij een pa-ar jaar."
„En dan terugkomen cn met mij trou
wen?"
„Ja."
„Neen! Neen! Dat wilt gij niet! Gij wilt
heengaan, omdat gij mij niet werkelijk lief-
hebt. Wanneer gij mij licfhadt, zoudt gij
hier blijven en wachten. Wilt gij?" vroeg
hij, nader komend.
„Neen, George. Ik heb n lief, maar wil
ook werken en vooruitkomen."
„Dan is er niets meer tusschen ons te zeg
gen. Gij wilt natuurlijk, nu gij toch zoo fets
als een nieuw leven begint, vrij zijn, en ik
zou de laatste ter wereld wezen om u te
binden."
„Natuurlijk", hernam Erna, uit het ven
ster ziende. „Het zal voor ons beiden Do-
ter jzijn. Goeden dag, George, en... vaarwel.
Zij stak hem haar hand toe, doch hield
haar blik afgewend, bevreesd, dat hij de tra-
non in haar oogon zien zou.
En zoo scheidden zij.
Een paar weken later woonde Erna met
haar moeder in Amsterdam en maakte zich
thuis in do muzikale wereld.
Zij maakte snelle vorderingen en trad
reeds na acht maanden in het Concertge
bouw op.
Na den afloop van het concert wachtte
haar moeder haar in de kleedkamer op.
„Ernalicf, gij hebt uzelf overtroffen. Ik
ben zoo trotsoh op u. Wanneer gij het ge
zicht van don professor hadt kunnen zien,
terwijl gij speeldet! Maar hebt gij... nog
bekenden gezien, lieve? Ik zag..."
„Neen", zei Erna belangstellend. „Wie?
Do Bertrams?"
„Neen... ik zag George."
Erna bloosde cn werd stil. Was het toeval
geweest of was hij met bedoeling hier? Zij
maakt© zichzelf wijs, dat zij niet meer om
hom gaf, maar haar angstig kloppend hart
en do doodaljtleeko gelaatskleur getuigden
het tegendeel.
„Gij ziet er niet goed uit, lieve", zei haar
moeder, toen zij thuiskwamon. „Gij moet
dado lijk naar bed gaan en rusten. Morgen
zullen wij verder praten."
„Onzin, lieveling, moedertje. Ik ben niet
vermoeid. En... hebt u spijt, dat wij hier
zijn gaan wonon?"
„Neen, ik betreur sleohts één ding."
„En dat is het vorbreken van mijn enga
gement, is hot niot, moedertje? Maar, moe
der, ik was in het gelijk: dez© avond heeft
het bewezen. Zou het niot jammer geweest
zijn? Wanneer hij werkelijk van mij gehou
den had, zou hij niot zoo terstond afstand
van mij gedaan hebben. Wanneer ik weder
voor de keus gesteld werd, zou ik niet an
ders doen dan ik deed."
En met riio verzekering sliep zij in,
droomde er van on ontwaakte er mede.
Den volgondcn middag om vier uren,
toen Erna alleen in haar kleine zitkamer
zat, reed een rijtuig voor. Een lieer steeg uit
cn binnen weinige minuten hield Erna een
klein naamkaartje tusschen de vingers.
„Laat mijnheer binnen", zei zij een wei
nig ontdaan.
„Ik behoef zeker geen excuus voor mijn
bezoek te maken", zei hij. „Als oen oud...
vriend kom ik u even geluk wen schen met
uw succes van gisteren."
„Dank u... Is u... in Amsterdam gelo
geerd V'
„Ja, voor zaken Is uw moeder thuis cn
mankt zij het goed?"
„Bost, dank u. Moedor zal zoo dadelijk
komen."
Toen hij na een uur vertrok, verzocht
mevrouw hom nog eens terug te komen vóór
hij A. verliet. Zij zouden het zoo prettig
vinden, verzekerde zij.
„Ja", zei Erna werktuiglijk. „Ik vind
het prettig, dat, wanneer ik uit ben, moe
der eens gezelschap heeft."
En met een coquet lachje stak zij Kaar
ouden verloofde de hand toe.
George ging heen met gebogen hoofd.
Hij was gekomon om haar geluk te wen-
schen cn zij had zich moeten bedenken, dat
het een ernstige stoot voor zijn trots was
geweest, en hem meer aanmoedigend kun
nen bejegenen.
Toen Erna 'e avonds om elf uren van een
repetitie huiswaarts keerde, mankt© een
dronken man het haar lastig onderweg en
zij dee«d vruchtclooze pogingen zich van hot
monster te ontdoen, dat haar stijf tegen
zich aan gekneld hiekt cn reeds bezig was
haar heur horloge te ontstelen.
Op het kritieke oogenblik voelde zij een
stcvigen arm, die haar vrijmaakte, en hoor
de een forscho stom, di© haar toeriep:
„Neem mijn arm cn gij zult veilig zijn."
Zij gehoorzaamde terstond en twijfelde
geen oogenblik aan dc stem en den arm,
dio haar omvat hield.
„Hoo is het toch mogelijk", zei George
norsch, „gij drijft de onafhankelijkheid
ver. Wie loopt er nu in Amsterdam om elf
uren alleen op straat?"
„Hot was een groot geluk, dat gij
kwaamt, George. Ik wilde.... naar huis
gaan. Het was laat geworden ©n... Gooteld
eens, dat hij mijn horlogo gepakt had. Moe
der kreeg het vóór haar huwelijk van va
der; ik denk, dat het haar hart gebroken
zou hebben, wanneer het verloren was ge
weest."
Hij lachte.
„Ziet gij... het is noodig, dat er voortaan
iemand op u past. Altijd dat alleen uit
gaan."
„Ik ga niet altijd alleen", zei rij een wei
nig uitdagend. Ik ben u zeer dankbaar voor
do redding...."
„Niets moor? Wilt gij ook niet eens iets
voor mij doen?"
„Het is jammer, meer dan jammer van
zoo'n pianiste. Maar zoo gaat hot in a©
wereld. Jonge menschen denken, dat liefde
hooger staat dan de kunst. Nu, wij zullen
eens zien", zei de professor hoofdschud
dend.
„Wij zullen eens zien", zei Erna glimla
chende, met een knipoogje naar George.
liomstmatifge regen.
Het is misschien enkele jaren geleden,
dat men veel hoorde van het maken van
regen, waarop bijv. sommige lieden in Ame
rika zich toelegden. Berichten uit Amerika
komen altijd ©enigszins ongeloofwaardig
voor, behalve wanneer zij een of ander©
weerkundige aangelegenheid betreffen, iu