No. 14937
Zateinlag 31 October.
A0. 1203.
<Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
)it nommer bestaat uit
VIER Bladen.
)ffieieele Kennisgeving.
Als de gele bladeren vallen.
FEUILLETON.
Voos* vrouw en
PRIJS DEZER COURANT:
?oor Leiden per week 0 Cents; per 3 maanden I I I f 1.10.
3aiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn I 1.30.
franco per post1.65.
PRCS DER ADVERTENTIES:
Van 1—6 rogels /"l 05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar
plaatsruimte. Kleine advertentiëD van 30 woorden 40 Cents contantelk
tiental woorden meer 10 Cents.-Voor hot incasseeren wordt/0.05 berekend.
Verkiezing; Kanier van
oophandei en Fabrieken.
burgemeester en Wethouders van Leiden,
ter lennis van belanghebbenden,
ingevolge art. 10 van het Koninklijk
van 4 Mei 1896 (Staatsblad No. 76),
vaststelling van ccn algemeen reglement
or de Kaniers van Koophandel cn Fa-
ieken, op Maandag 2 November
0 8, des namiddags van twee tot
1 e r uren, ten Raadhuize, een verkiezing
plaats hebben van vijf leden van de
lamer van Koophandel en Fabrieken in
gemeente, ter vervulling van do vaca-
lres, die op 1 Januari 1909 zullen ontstaan
gevolge van dc riodieke aftreding van
heeren A. CÖUVEE P.Jzn., H. C. Jü-
A, A DE KOSTER, H. J. VAN NOU-
en W. F. VERHEY VAN WIJK,
ie echter allen herkiesbaar zijn en van
én lid ter vervulling van de vacature,
itstaan door het overlijden van den heer
G. L VAN WENSEN, die op 1 Januari
H1 aan de beurt van aftreding zoude zijn
Bwcest
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE KI Do»EK, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 1 October 1908.
rt Is heerlijk in deze warm-vochtige
weldra November-dagen.
Toch, in al hun betrekkelijke kortheid,
erken ze afmattend op ons gestel, 't Is
jEof er iets buitengewoons is in dc lucht;
dat ons gejaagd of koortsig maakt en
het werk minder gemakkelijk doet val-
eu.
Een zonderling licht valt door de reeds
takken, een grillig licht, schel
maar niet diep. Hoor, welk een ritselend
in de toppen, ofschoon dc dampkring
toch in rust. verkeert.
Hoo heerlijk nu nog bij dag het zachte
vau den hemel, bij avond de sterren
pracht aan het donker uitspansel.
Dit is het afscheidsfeest van den zomer,
de stilte die den storm voorafgaat.
Straks komt het oogenblik, waarop het
plotseling duisterder om ons heen wordt,
een wegstervend zonnelicht
Als we dan verb.aasd den blik door het
venster slaan, naar dc bleek-blauwe lucht,
dao treft ons het gezicht van lange, lood-
blauwc wolken, met zonderling gevormde
koppen, die zich als reuzenhoofden uitstrek
ken over de vaalgroene aarde.
En, bij het dalen van de dagvorstin, ko
men ze opzetten, die donkere massa's, dio
weldra alles omhullen met een stikdonkere
duisternis. Het suizen van den wind gaat
over in een krachtig n druk, die stammen
en takken doet krommen als onder een
loodzwaren last. Eén droppel water, bijna
lauw, valt, terwijl één seconde dc nacht voor
een bliksemflits wijkt. Pnn storten dc wolk
gevaarten zich in geweldige waterplassen
op de aarde uit en maken zich alles tot
speelbal cn prooi.
Een booze nacht is het, die volgteen boo
ze nacht, waarin de winden en de wateren
een geweldigen aanval doen op de reeds half
afgedragen tooi van den zomer; ccn boozo
nacht, die ons den slaap uit de oogen houdt
en versuft doet ontwaken in den valcn mor
genstond.
Di\n is het eerste wat onzen blik treft, de
verwoesting, door de elementen aaugericht.
De waterstroomen hebben hun sporen over
al achtergelaten; de kinderen vermaken
zich in de plassen, door den koelen morgen
wind geribd; zware wolken zetten haren
marsch door het luchtruim voort met een
snelheid, alsof ze op denzelfden dag willen
heentrekken over de hoofden der verst ver
wijderde volken.
Tooh is het lichter gewoixlon, want, do
reeds gedimde blade renkr-oon is ten deele
afgerukt; de storm heeft bres geschoten en
nog dwarrelen ze overal heen, de welbe
kende gele bladeren, ritselende en schuife
lende over en om ons heen met dat eigen
aardig zonderling geluid, dat ons welspre
kend zegt dat het met den zomer gedaan
is cn do winter nadert..
Hij nadert, maar is nog niet gekomen.
Nu noemen we het herfst, najaar. Nu is
het een soort van tusschenfcjjd, dien we wel
op prijs mogen stellen, als een overgang
van het volle heerlijke zomergenot-, naar
het gemis dat de w inter ons doet gevoelen.
Trouwens is het najaar een getijde, dat
gansch niet van schoonheid en genot ont
bloot is. Het moge ccn treurig gezicht we
zen, wanneer do ontbladerde takken zich
zoo doodsch tegen het grauwe zwerk afteo-
kenen, nu kan het soms nog zoo gelicol an
ders zijn. Het groen verdwijnt langzamer
hand of neemt een donkerder tint aan
maar daa-rtusschen vlecht zich het geel en
het bruin e-n soms ook het rood. En wanneer
tussclicn al die kleuren het spaarzamer
maar des to mee*r gewaardeerde najaars-
zonnetjo speelt en. dc hemel helder of met
lichto wolkjes bezaaid is; wanneer de voet
haast onmerkbaar heenglijdt over het
tapijt van ritselende bladeren, het tapijt
van gevallen grootheid, dan behoeft men
nog geen schilder te wezen om in verruk
king te komen; dan is het voldoende een
heel gewoon mensch to zijn heel gewoon,
maar met een open gemoed cn een dank
baar hart.
Voor de mees-ten onzer komt ook in liet
loven een tijd, dat we de gele bladeren
zien vallen en het met den zomer gedaan is.
Dat is een tijd, dien wo nog al eens
gaarne zoo ver mogelijk wegdenken. Zou het
wellicht daarom zijn, dat hij ons zoo vaak
overvalt? En toch hebben wo ruim den
tijd om ons op den herfst des levens voor
te bereiden: een gansche lente en een gan-
scben zomer.
Z ij zullen bet meest het sehoone en het
goede van het najaar des levens ervaren,
die met hun voorbereiding niet tot den nar
zomer hebben gewacht en do waarschuwen
de stemmen niet hebben veronachtzaamd,
die zich telkens weer doen hooren.
Zoo menig tecken zegt ons, dat het begin
van het einde komt met onbedrieglijke ze
kerheid, en wanneer wij in de lente iets
van onze krachten liebbea bespaard Cn in
den zomer iets van onzen overvloed, dan
zal het een heer lijk-weldadige en kalme
rust zijn, die het najaar ons schenkt.
In het leven der natuur bagroeten we
het najaar met de hoop op wederzien van
lente en zomer. In ons eigen leven daaren
tegen is het afscheid van lento en zomer
een afscheid voor eeuwig. Een winter heb
ben wo wellicht nog te wachten, indien hij
nog niet voor ons gekomen is; maar do
bloesems des levens zullen voor ons nooit
weer bloeien.
Dus herinneren de gelo bladeren er ons
aan, dat het einde van de taak nadert. Wel
ons als we leven en geleefd hebben in het
geloof aan roeping en taak, en als we daar
aan met lust gearbeid hebjben en nog arbei
den zullen, tot het winterzonnetje voor
goed ter kimme daalt. Nemo.
HAZERSWOUDE. Een meisje, dat van
haar ouders naar den boer terugkeerde,
waar zij in betrekking is, liep ecu eindje
voorbij do laatste lantaarn, van den Voor
weg in het water. De heer L. van Klave
ren Ebz. cn zijn vriend kwamen juist bij de
fiets aanloopen, en aan hun oplettendheid
heeft het meisje haar redding to danken.
Genoemdo wielrijder en de heer Mauri te,
dio in de onmiddellijke nabijheid woont,
brachten haar in weerwil van de dikke
duisternis op het droge. Men beschouwe
deze mededeeling als een waarschuwing,
om 's avonds op dat gedeelte van den
Voorweg de uiterste voorzichtigheid te be
trachten.
Men deelde ons medo, dat de veehou
der A. P. St raathof f die do vorige week
een koe aan het miltvuur verloor, nu weer
een koe en een kalf heeft moeten missen,
die op denzelfden dag stierven, waarop zij
's morgens waren ingeent.
Do „Vereeniging tot Werkverschaf
fing" zal a. s. Dinsdagavond haar algc-
meene vergadering, voor i^Jer toeganke
lijk, houden in het café Boers. Voor do bij
zonderheden loze men de advertentie in dit
nummer. Men verzuimo deze gelegenheid,
om over de bemoeiingen der Verceniging
een cn ander te vernemen, vooral niet.
De redo, door ds. M. M. den Hertog,
van Ilillegom, gehouden in het belang van
het Ohr. Onderwijs, in het schoolgebouw
aan den Rijndijk, werd door velen aange
hoord.
Spreker had tot tekst gekozen Hebr.
10 35 cn 9prak lo. over do kracht van het
wapen in den bijzonderen strijd, dien elk
Christen heeft te voeren; 2o. over het go-
vaar, dat dreigt voor hen, die dat wapen
in den strijd wegwerpt, en 3o. over het feit,
dat elk strijder met dit wapen verzekerd
kan zijn van de overwinning. Een en ander
werd toegepast op het terrein van onder
wijs en opvoeding.
KOUDEKERK. De aangekondigde Raads
vergadering op Donderdag jl. is niet door
gegaan; nu zal de Raad bijeenkomen Maan
dag 2 November, 's morgens om halfelf.
Door het Rijk is een aan tuberculose
lijdend rund van A. G. Kempen overgeno
men voor f 105.
Namens de Jongel.-Yer op Gcref.
grondslag zal Donderdagavond a s., in de
Geref. kerk als spreker optreden els. J. J-
Impeta, van Katwijk-aan-Zee, met het on
derwerp ,,Anna Maria van Schuurman
als labadiste."
NOORDWIJKERHOUT. Wij vestigen de
aandacht op do bioscoopvoorstelling in dc
volgendo dagen, Maandag tot en met
Woensdag, in ,,Het Wapen van Noordwij
kerhout".
Er is in don wintertijd op ccn dorp zoo
weinig te genieten, dat van do thans aan
geboden gelegenheid om eens g.-zellig uit
te gaan wel ccn gretig gebruik zal ge
maakt worden.
ROELOFARENDSVEEN. Dinsdag a. s.
zal het R.-K. Leesgezelschap ,,Nut cu Ge
noegen" in hot lokaal van D. Bakker
's avonds vergaderen. Te behandel n: 1.
Bespreking boekverkooping. 2. Lezing G.
Vergeer.
D© heer J. C. de Jong, klerk dor Post.
en Tel., is als zoodanig met ingang van 1
November a. s. overgeplaatst naar Am
sterdam.
SASSENHEIM. Do uitslag van do loting
voor de nationalo militie voor deze gemeen
te is: 1. N. Berg; 2. W. II. Meijer; 3. J.
W. N. Bakker, broederdienst; 4. A, J Vrij
burg; 5. J. G. Rewijk; 6. E. Mecu wissen,
gebreken; 7. H. Willems, te klein8. Th.
J. Meijer; 9. H. v. Tol; 10. G. Haver, broe
derdienst; 11. O. W. va G oever cl ~n 12.
A. Moolenaar, broed .-rdienst; 13. N. v. d.
Meij14. T. Uijttenbogaard, broederdienst;
15. J. Havenaar; 16. J. v. Diest; 17. J. H.
Perfors, broederdienst; 18. W. Paos. g -
brek; 19. Th. P. Rotteveel; 20. D. v. Vcl-
zen; 21. H. H. Groet; 22 Th. J. v. Tol.
broederdienst; 23. K. W. v. Breda, broe
derdienst; 24. L. v. d. Voet, broederdienst.
De aanslagen in den hoofdclijken om
slag van A. J. Verkleij, E. J. Speelman,
J. M. J. L. A. Speelman, G. Krouwel, J.
A. v. d. Voort, M. Grootogoed, P H Zee
straten, M. v. Diest, en G. J. v. Diest zijn
verlaagd; die van K. van Kesteren eu F.
Ph. Stembert gehandhaafd cn de aanslag
van moj. J. A. Vink is geschrapt.
TER-AAR. Naar aanleiding van het 25-
j'arig ambtsjubileum van den Rijksveld
wachter I. do Pree, alhier, is hem door
den burgemeester namens het bestuur en
den secretaris dezer gemeente tea hand ge
steld een zilveren inktstel, welke overhan
diging van een toepasselijk woord verge
zeld ging.
VOORHOUT. Op den lotingsdag zijn na
den middag de dranklokalen gesloten ge
weest. Een gooda maatregel.
Bij de ton Raad huize te Sassenheim
gehouden loting voor de nationale militie
zijn getrokken door J. de Winter No. 8; Th.
W. van der Ploeg No. 1; M. van den Nieu-
wendijk No. 15; O. F. Bemelnian No. 10; D.
Diernel No. 2; W. van der Vlugt No. 4;
C. N. Oostdam No. 6; P. P. van den Berg
No. 3; W. Jongkind No 14; P. van den
Berg No. 9; F. A. J. Lochmans No. 18;
P van den Nouland No. 16; O. W. van
Sohooten No. 17; O. A. Noort No. 13; G.
M. Prins No. 7; H. L. van der Hulst No.
11; P. van Rijn No. 5; W. A. van der
Tang No. 12.
WOUBRUGGE. Bij de aanbesteding tot
hot bouwen voor gemeente-rekening van een
veldwaehterswoning, waren ter gemeente
secretarie alhier 12 biljetten iDgclevord.
A elite reen vol geus was ingeschreven door M.
C. van der Voort, te Aarlaudervecn, v-or
2885; J. Buitenhuis, te llazerswoudc, voor
ƒ2032; A. en B. Oudshoorn, tc Wou brugge,
voor 1033J. Heersraan, te Koudekerk,
voor ƒ1930:; O. Ilill irand, <c Wouiirugge,
voor JD10; J. Jansen, te Woubrugge, voor
1S61H. Verbij, to Woubrugge, voor
i860; O. Leenheer, te Koudekerk, Voor
1699; 1). van Essen, te Woubrugge. ^oor
1626; W. Slrookman, te Woubrugge. vcnir
1569; Gebrs. C. en J. Stigtcr, ie Woubvug-
ge, voor f 1559.
In een matig bezette kerk iiicïd ds.
Lammerts van Bueren, van Amsterdam, zi.in
lezing over ,,Den ;tr tusschen duisternis
cn licht."
ZEGWAARD-ZOETERMEER. Door do
afdeoling Zoetermeer-Zegwaard van de Z.-
H. Verceniging ,,Het Groene Kruis" is in
beginsel beslotci wijkverpleging in te voe
ren. Het aftredend bestuurslid dc heer D.
R ie zeboe werd als zoodanig herkozen, ter
wijl in de vacature, ontstaan door het ver
trek van den lieer A. Verhoef f, gekozen
werd dc beer O. van Dijk. De begroeiing
voor 1909 werd' vastgesteld tot een Led-rag
in ontvang cn uitgaaf van 478 75^. liet
ledental bedraagt thans 1S5.
Het stoomschip D j o c j a, van Bata
via naar Rotterdam, vertrok 2S Oct. van
Mars.-ille; de Kodiri, vaii Rotterdam
naar Batavia, arm eerde 29 Oct. tc Ba-
bang; de A ms t eiland, van Buenos-
Ayres naar Amsterdam, arriveerde 23 Oct.
to Santos; de Prins Willem V arri
veerde 29 Oct van Paramaribo tc Amster
dam de A d o 1 p li W o c r m a u n (uit
reis) vertrok 27 Oct. van Las P-aliruisde
F urth arriveerde 23 Oct. van Townsvilló
te Makassar; de H ar b u r g ar.:*»eerde 29
Qctotar van Java tx> Amsterdamde
Obcrbauscn arriveerde 20 October
van Java tc Amsterdam; de IL o n n g i n
W i l h c 1 m i n a, van Amsterdam naar
Batavia, vertrok 20 October van Genua;
dc A d i.i i r a 1 (thuisreis) a**rivecido 23
October te Del agoa baa ido P c 1 d m a
s c h a 1 1 (uitreis) vertrok 28 October van
Tangerdo Ge r t r u d W o e r m an n
(uitreis) passeerde 28 October Eastbourne
dc Kacdi ve, (uitreis) arriveerde 2b
October tc Napels; do Laori.es vertrok
29 Octolier van Batavia naar Amsterdam
dc Gcdé, van Batavia naar Rotteidam,
passeerde 29 October Sa gres; do Si nd o-
r o, van Batavia naar Rotterdam, vertrok
29 October van Pcrim; de Hamilton
vertrok 29 October van Amsterdam lrt
Buenos- Ayrosde Rembrandt, van
Batavia naar Amsterdam, vertrok 30 Oct.
van Colombodo Lombok, van Amster
dam naar Batavia, vertrok 29 October van
Suez; de Wilis arriveerde 30 October
van Rotterdam te Batavia; de Ka w i ver
trok 29 October van Batavia naar Rotter
dam de lt o 11 e rd a m arriveerde 30 Oct.
van Ncw-York te Rotterdam; dc R ij n-
1 a n d, van Buenos-Ayres en Brazilië naar
Amsterdam, vertr. 30 October van Duinker
ken de Prins Willem II vertrok 30
Octolier van Amsterdam m.ar Paramaribo
dc Idomcneus, van Pcnang naar Am
sterdam, passeerde 29 October Tarifa; do
Max Broek (uitreis) arriveerde 27 Oct.
to Las Pal mas<lc P r i n z-R e g e n t (uit
reis) arriveerde 27 Octolier te Durban.
66)
„O, gy hebt niets andera te doen, André,
dan vol to houden, dat hot een gevecht op
leven en dood zyn moet, on niet too te staan,
dat de getuige van den graaf hierin eenige
verandering brengt. Doch ter zake. Mocht ik
vallen, begeef u dan terstond naar kolonel
Roger; zeg hom, dat ik, stervende, hem de
zorg voor de gravin en Thóió3e heb opgo-
dragendat hy beiden tegen den graaf be-
acherme en verdodigo
Andró wischte een paar tranen weg, welke
hy tevergeefs had getracht te weerhouden.
„Zeg hem dan," vervolgde Jozef, „dat de
laan, die door zyn laaghartig verraad gene
raal Roger in het gebergte Cenis deed fusil-
leeren, niemand anders Is dan Lubgi Andreas
graaf d'Arezzo, de echtgenoot van de moeder
van Tüóiójh; ik laat het aan den zoon over
den dood zijns vaders te wreken. Zult g(J
dat doen, Andre?"
Trouwhartig drukte Andró de hand, welke
Jozef Tibout, de vriend zyner jeugd, hom
aanbood.
„En nu, mijn vriend," zeido Jozef, „beb ik
beboette om alleen to zyn," en hy begaf zich
ïnet langzame schreden naar z\jn kamer. „Tot
morgen, Andió, in hot bosch van Vincennes,
op den wog naar St.-Mandé, by de woning
?an den boschwachter, met het aanbreken
van den dag."
„Arme vriend, goede Jozef Tibout," sprak
André, zyn vriend nastarende, „dat zijn droe
viger dagen, die gy thans beleeft, dan toen
ik de klok luidde by uw huwelyk in de ka
pel St.-Martin, en toen ik met m(jn zakken
vol koek mijn peetdochter kwam bezoeken.
Maar ik zal niet gedoogen, dat die Bcholm,
dio beul van Tüéiöse, hem vermoordt zoo-
als hy dit den vader van den kolonel heeft
gedaan. Wacht eens, de kleinj André is nog
daarl Ik ben niet dwaas genoeg geweest om
te trachten Jozef van zyn plan terug te hou
den; hot zou my niet gebaat hebben, en eerder
had Ik den toren van Onze Lieve Yrouwe-
kerk omver kunnen werpen dan hem van
zyn eons genomen besluit terug te brengen.
Ik heb daarom geen tegenwerpingen gemaakt;
ik heb gezegd: Zser goed, Jozef; ferm, braaf,
dat is gehandeld als een man, als een oud
dragonder van het zesde regiment, want ik
weet toch, dat hy naar de stem van den
vriend zyner jeugd niet luisteren zou; maar
er zyn nog andere stemmen dan die van den
kleinen Andró en wy zullen eens zien of hy
daar riot naar hooren zal."
Andió nam de plank, waarop de Napole
ons on de beweegbare konynon gerangschkt
waren, plaatste die op zyu hoofd en vorliet
de woning van Jozef den huurkoetsier, om
te beproeven of Mercuriu», de God van den
handel, hem gunstig zyn wilde.
Toen de avond begon te vallen, gaf hy zyn
koopwaar in bewaring by de bloemvei koopster,
wie hy den bloemrijken doek, wolkon onze
lezers zich nog wel herinneren 2ullen, ge
schonken had, bogaf zich daarop naar de
straat Verneuil, waar hy het hotol van den
graaf d'Arezzo binnentrad.
XXVI.
„En nu, Henri," sprak gravin d'Arezzo tot
don kolonel, die naast haar zat op de sofa,
in de kleine zaal, welke op den tuin uitzag,
on in welke wy onze lezers reeds meer dan
eens hebben binnengeleid, „thans weet gy
alles en zult overtuigd zyn, dat de graaf,
hoewol eon laaghartige schurk, nochtans geen
lasteraar is; want helaasI de misdaad waar
van hy my beschuldigd, is gepleogd: Jozef
Tibout leeft en is niemand anders dan do
huurkoetsier uit de straat Passy."
„Mevrouw," zeide de kolonel, de hand der
gravin met gevoel in de z(jne drukkendo, „o,
kondet gy in myn hart den eerbied en de
achting lezen, welke ik u toedraag. De wetten
mogen u schuldig noemen, myn hart spreekt
u vry; want nimmer kan een misdaad ou-
achuldigor zyn gepleegd.
„0, ik dank u, mynheer Roger, en ik voel
myn hart verlicht, nu ik een geheim geopen
baard heb, dat ik voor u niet verborgen mocht
houden, maar," vervolgde de gravin, „gy ziet,
helaas tevens in, dat uw buwelyk met myn
dochlor thans onmogeiyk geworden is."
„Ook gy zegt my ditl" riep de kolonel.
„Ja, Henri, dat is myn plicht," hernam de
gravin met waardigheid; „de dochter van my
mag de echtgonoote niet worden van kolonel
Roger.
Neon, neen, laat my vervolgen," rlop zy,
toen Henri haar in de rede wilde vallen,
„hoop niets vau de edelmoedigheid van graaf
d'Arezzo, ik ken hem en weet wat my van
hem te wachten staat; de graaf heeft thans
een ontzettende macht over my on zal van
die macht gebruik maken; hy zal my lang
zamerhand myn vermogen afpersen, vertrou-
wendo, dat ik hem niets durf weigeren, on
dan, om van my ontslagen te worden, zal
zyn beschuldiging my voor de rechtbank
brongen. Hiervan overtuigd, spreekt het als
vanzelf, dat ik hem dadeiyk weigeren zal,
hoe gering de 6om ook zyn moge, welke hy
bywyze van prcefneming van mU eischon zal,
war t myn vermogen zal eenmaal aan myn
dochter toebehooren, en het heeft ray te veol
opoffering gekost om het te verkrygen, dan
dat ik het my door zulk een zou laten ont
weldigen. De aanklacht zal dus spoedig ge-
schiedon, het oordeel der rechters en der
weield zal wezen: Genevièvo Tibout was arm;
om ryk te worden gat zy voor, weduwe te
zynom haar rykdommen to behouden, maakio
zy zich schuldig aan verboden buweiyk en ik
zal veroordeeld worden."
„Maar de Keizer, mevrouw, heeft het recht
om kwijtschelding van straf te verleenen,"
zei de kolonel, „en Ik durf u reeds vooraf
van die kwyischelding verzekeren."
„Zal dan dto kwyischelding de schande en
de oneer, weike op my rusten, wegnemen?
Neen, neen," vervolgde de gravin droefgeestig,
„o, Henri, weet gy wat u en myn kiud to
wachten zou staan, wanneer gy door den echt
verbonden werdtl Men zou zeggen: kolonel
Roger heeft zich zoo ver vergeten, dat hy met
do dochter van een veroordeelde gehuwd is.
Gy zyt gewoon in de groote wereld te ver
koeren; gy zoudt daar uw echtgenoot© mot
binnenleiden, want het zou haar dooden, wan
neer z(l zag, dat iedereen haar ontweek eit
zorgvuldig vermeed, misschien met blikken
van hoon en vei achting aanzag."
„Maar, mevrouw, weet gy dau niet," riep
de kolonel, „dat Thérö&e myn leven, myu
eenig geluk is?'
„O, Henri, zoo spreokt gy thans, maar wie
verzekert my, dat, wanneer het vuur der
eerste liefde zal zyn gekooid, gy geen berouw
gevoelen, en het uur vloeken zult, waarin
gy u door het huwelyk aan de dochter van
een misdadige verbondtl"
Op dit oogenblik trad Paul binnen.
„Een man," zeide hy, „wenscht oogenblik-
keiyk tot mevrouw de gravin te worden toe
gelaten."
„Kent gy' hem?"
„Neen, mevrouw."
„Zyn naam?"
„üy weigeit dien te noemen I"
„Ik kan hem thans niet ontvangen, gal"
De gravin vervolgde: „lk bon moeder, myn
heer, on ik bemin myn dochter en daarom
wil ik haar voor de mogelijkheid bewaren,
dat haar hart van smart breken zou, wanneor
zy uw Jietde, zoo niet in haat, dan toch ia
onverschilligheid zag verkeoron."
Paul trad weder binnen.
„Zal ik dan ieder oogenblik gestoord wor-
don vroeg de gravin ontevreden.
„Mevrouw, de man, die u wenscht te spreken,
brengt hot geheele huis in rep en roor. Had
don wU hom niet met geweld tegengehouden,
dan zou hy, ten spyt daarvan, dat gd hom
niet ontvangen wilt, hier zyn binnenredron
gen; eindoiyk heeft hy gezegd: Zeg aan
mevrouw gravin d'Arezzo, dat het kleine André
is, die haar spreken wil."
„Andréi" ritp de gravin, „de goede Andról"
En zich daarop tot den kolonel wendende,
zeide zy zacht: „Ik mag niet weigeren hem
to ontvangen, hy ie do vriend van Jozef
Tibout en my weigeren wy dus
„O, mevrouw," zeide Henri, „wy kunnen
later ons gesprek vervolgen."
„Laat mynheer Andró binnen," zeide de
gravin, tot niet geringe verwondering vaa
den bediende.
(Wordt vervolgd).