No. 14937 Zateinlag 31 October. A0. 1203. <Beze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. )it nommer bestaat uit VIER Bladen. )ffieieele Kennisgeving. Als de gele bladeren vallen. FEUILLETON. Voos* vrouw en PRIJS DEZER COURANT: ?oor Leiden per week 0 Cents; per 3 maanden I I I f 1.10. 3aiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn I 1.30. franco per post1.65. PRCS DER ADVERTENTIES: Van 1—6 rogels /"l 05. Iedere regel meer f 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiëD van 30 woorden 40 Cents contantelk tiental woorden meer 10 Cents.-Voor hot incasseeren wordt/0.05 berekend. Verkiezing; Kanier van oophandei en Fabrieken. burgemeester en Wethouders van Leiden, ter lennis van belanghebbenden, ingevolge art. 10 van het Koninklijk van 4 Mei 1896 (Staatsblad No. 76), vaststelling van ccn algemeen reglement or de Kaniers van Koophandel cn Fa- ieken, op Maandag 2 November 0 8, des namiddags van twee tot 1 e r uren, ten Raadhuize, een verkiezing plaats hebben van vijf leden van de lamer van Koophandel en Fabrieken in gemeente, ter vervulling van do vaca- lres, die op 1 Januari 1909 zullen ontstaan gevolge van dc riodieke aftreding van heeren A. CÖUVEE P.Jzn., H. C. Jü- A, A DE KOSTER, H. J. VAN NOU- en W. F. VERHEY VAN WIJK, ie echter allen herkiesbaar zijn en van én lid ter vervulling van de vacature, itstaan door het overlijden van den heer G. L VAN WENSEN, die op 1 Januari H1 aan de beurt van aftreding zoude zijn Bwcest Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE KI Do»EK, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 1 October 1908. rt Is heerlijk in deze warm-vochtige weldra November-dagen. Toch, in al hun betrekkelijke kortheid, erken ze afmattend op ons gestel, 't Is jEof er iets buitengewoons is in dc lucht; dat ons gejaagd of koortsig maakt en het werk minder gemakkelijk doet val- eu. Een zonderling licht valt door de reeds takken, een grillig licht, schel maar niet diep. Hoor, welk een ritselend in de toppen, ofschoon dc dampkring toch in rust. verkeert. Hoo heerlijk nu nog bij dag het zachte vau den hemel, bij avond de sterren pracht aan het donker uitspansel. Dit is het afscheidsfeest van den zomer, de stilte die den storm voorafgaat. Straks komt het oogenblik, waarop het plotseling duisterder om ons heen wordt, een wegstervend zonnelicht Als we dan verb.aasd den blik door het venster slaan, naar dc bleek-blauwe lucht, dao treft ons het gezicht van lange, lood- blauwc wolken, met zonderling gevormde koppen, die zich als reuzenhoofden uitstrek ken over de vaalgroene aarde. En, bij het dalen van de dagvorstin, ko men ze opzetten, die donkere massa's, dio weldra alles omhullen met een stikdonkere duisternis. Het suizen van den wind gaat over in een krachtig n druk, die stammen en takken doet krommen als onder een loodzwaren last. Eén droppel water, bijna lauw, valt, terwijl één seconde dc nacht voor een bliksemflits wijkt. Pnn storten dc wolk gevaarten zich in geweldige waterplassen op de aarde uit en maken zich alles tot speelbal cn prooi. Een booze nacht is het, die volgteen boo ze nacht, waarin de winden en de wateren een geweldigen aanval doen op de reeds half afgedragen tooi van den zomer; ccn boozo nacht, die ons den slaap uit de oogen houdt en versuft doet ontwaken in den valcn mor genstond. Di\n is het eerste wat onzen blik treft, de verwoesting, door de elementen aaugericht. De waterstroomen hebben hun sporen over al achtergelaten; de kinderen vermaken zich in de plassen, door den koelen morgen wind geribd; zware wolken zetten haren marsch door het luchtruim voort met een snelheid, alsof ze op denzelfden dag willen heentrekken over de hoofden der verst ver wijderde volken. Tooh is het lichter gewoixlon, want, do reeds gedimde blade renkr-oon is ten deele afgerukt; de storm heeft bres geschoten en nog dwarrelen ze overal heen, de welbe kende gele bladeren, ritselende en schuife lende over en om ons heen met dat eigen aardig zonderling geluid, dat ons welspre kend zegt dat het met den zomer gedaan is cn do winter nadert.. Hij nadert, maar is nog niet gekomen. Nu noemen we het herfst, najaar. Nu is het een soort van tusschenfcjjd, dien we wel op prijs mogen stellen, als een overgang van het volle heerlijke zomergenot-, naar het gemis dat de w inter ons doet gevoelen. Trouwens is het najaar een getijde, dat gansch niet van schoonheid en genot ont bloot is. Het moge ccn treurig gezicht we zen, wanneer do ontbladerde takken zich zoo doodsch tegen het grauwe zwerk afteo- kenen, nu kan het soms nog zoo gelicol an ders zijn. Het groen verdwijnt langzamer hand of neemt een donkerder tint aan maar daa-rtusschen vlecht zich het geel en het bruin e-n soms ook het rood. En wanneer tussclicn al die kleuren het spaarzamer maar des to mee*r gewaardeerde najaars- zonnetjo speelt en. dc hemel helder of met lichto wolkjes bezaaid is; wanneer de voet haast onmerkbaar heenglijdt over het tapijt van ritselende bladeren, het tapijt van gevallen grootheid, dan behoeft men nog geen schilder te wezen om in verruk king te komen; dan is het voldoende een heel gewoon mensch to zijn heel gewoon, maar met een open gemoed cn een dank baar hart. Voor de mees-ten onzer komt ook in liet loven een tijd, dat we de gele bladeren zien vallen en het met den zomer gedaan is. Dat is een tijd, dien wo nog al eens gaarne zoo ver mogelijk wegdenken. Zou het wellicht daarom zijn, dat hij ons zoo vaak overvalt? En toch hebben wo ruim den tijd om ons op den herfst des levens voor te bereiden: een gansche lente en een gan- scben zomer. Z ij zullen bet meest het sehoone en het goede van het najaar des levens ervaren, die met hun voorbereiding niet tot den nar zomer hebben gewacht en do waarschuwen de stemmen niet hebben veronachtzaamd, die zich telkens weer doen hooren. Zoo menig tecken zegt ons, dat het begin van het einde komt met onbedrieglijke ze kerheid, en wanneer wij in de lente iets van onze krachten liebbea bespaard Cn in den zomer iets van onzen overvloed, dan zal het een heer lijk-weldadige en kalme rust zijn, die het najaar ons schenkt. In het leven der natuur bagroeten we het najaar met de hoop op wederzien van lente en zomer. In ons eigen leven daaren tegen is het afscheid van lento en zomer een afscheid voor eeuwig. Een winter heb ben wo wellicht nog te wachten, indien hij nog niet voor ons gekomen is; maar do bloesems des levens zullen voor ons nooit weer bloeien. Dus herinneren de gelo bladeren er ons aan, dat het einde van de taak nadert. Wel ons als we leven en geleefd hebben in het geloof aan roeping en taak, en als we daar aan met lust gearbeid hebjben en nog arbei den zullen, tot het winterzonnetje voor goed ter kimme daalt. Nemo. HAZERSWOUDE. Een meisje, dat van haar ouders naar den boer terugkeerde, waar zij in betrekking is, liep ecu eindje voorbij do laatste lantaarn, van den Voor weg in het water. De heer L. van Klave ren Ebz. cn zijn vriend kwamen juist bij de fiets aanloopen, en aan hun oplettendheid heeft het meisje haar redding to danken. Genoemdo wielrijder en de heer Mauri te, dio in de onmiddellijke nabijheid woont, brachten haar in weerwil van de dikke duisternis op het droge. Men beschouwe deze mededeeling als een waarschuwing, om 's avonds op dat gedeelte van den Voorweg de uiterste voorzichtigheid te be trachten. Men deelde ons medo, dat de veehou der A. P. St raathof f die do vorige week een koe aan het miltvuur verloor, nu weer een koe en een kalf heeft moeten missen, die op denzelfden dag stierven, waarop zij 's morgens waren ingeent. Do „Vereeniging tot Werkverschaf fing" zal a. s. Dinsdagavond haar algc- meene vergadering, voor i^Jer toeganke lijk, houden in het café Boers. Voor do bij zonderheden loze men de advertentie in dit nummer. Men verzuimo deze gelegenheid, om over de bemoeiingen der Verceniging een cn ander te vernemen, vooral niet. De redo, door ds. M. M. den Hertog, van Ilillegom, gehouden in het belang van het Ohr. Onderwijs, in het schoolgebouw aan den Rijndijk, werd door velen aange hoord. Spreker had tot tekst gekozen Hebr. 10 35 cn 9prak lo. over do kracht van het wapen in den bijzonderen strijd, dien elk Christen heeft te voeren; 2o. over het go- vaar, dat dreigt voor hen, die dat wapen in den strijd wegwerpt, en 3o. over het feit, dat elk strijder met dit wapen verzekerd kan zijn van de overwinning. Een en ander werd toegepast op het terrein van onder wijs en opvoeding. KOUDEKERK. De aangekondigde Raads vergadering op Donderdag jl. is niet door gegaan; nu zal de Raad bijeenkomen Maan dag 2 November, 's morgens om halfelf. Door het Rijk is een aan tuberculose lijdend rund van A. G. Kempen overgeno men voor f 105. Namens de Jongel.-Yer op Gcref. grondslag zal Donderdagavond a s., in de Geref. kerk als spreker optreden els. J. J- Impeta, van Katwijk-aan-Zee, met het on derwerp ,,Anna Maria van Schuurman als labadiste." NOORDWIJKERHOUT. Wij vestigen de aandacht op do bioscoopvoorstelling in dc volgendo dagen, Maandag tot en met Woensdag, in ,,Het Wapen van Noordwij kerhout". Er is in don wintertijd op ccn dorp zoo weinig te genieten, dat van do thans aan geboden gelegenheid om eens g.-zellig uit te gaan wel ccn gretig gebruik zal ge maakt worden. ROELOFARENDSVEEN. Dinsdag a. s. zal het R.-K. Leesgezelschap ,,Nut cu Ge noegen" in hot lokaal van D. Bakker 's avonds vergaderen. Te behandel n: 1. Bespreking boekverkooping. 2. Lezing G. Vergeer. D© heer J. C. de Jong, klerk dor Post. en Tel., is als zoodanig met ingang van 1 November a. s. overgeplaatst naar Am sterdam. SASSENHEIM. Do uitslag van do loting voor de nationalo militie voor deze gemeen te is: 1. N. Berg; 2. W. II. Meijer; 3. J. W. N. Bakker, broederdienst; 4. A, J Vrij burg; 5. J. G. Rewijk; 6. E. Mecu wissen, gebreken; 7. H. Willems, te klein8. Th. J. Meijer; 9. H. v. Tol; 10. G. Haver, broe derdienst; 11. O. W. va G oever cl ~n 12. A. Moolenaar, broed .-rdienst; 13. N. v. d. Meij14. T. Uijttenbogaard, broederdienst; 15. J. Havenaar; 16. J. v. Diest; 17. J. H. Perfors, broederdienst; 18. W. Paos. g - brek; 19. Th. P. Rotteveel; 20. D. v. Vcl- zen; 21. H. H. Groet; 22 Th. J. v. Tol. broederdienst; 23. K. W. v. Breda, broe derdienst; 24. L. v. d. Voet, broederdienst. De aanslagen in den hoofdclijken om slag van A. J. Verkleij, E. J. Speelman, J. M. J. L. A. Speelman, G. Krouwel, J. A. v. d. Voort, M. Grootogoed, P H Zee straten, M. v. Diest, en G. J. v. Diest zijn verlaagd; die van K. van Kesteren eu F. Ph. Stembert gehandhaafd cn de aanslag van moj. J. A. Vink is geschrapt. TER-AAR. Naar aanleiding van het 25- j'arig ambtsjubileum van den Rijksveld wachter I. do Pree, alhier, is hem door den burgemeester namens het bestuur en den secretaris dezer gemeente tea hand ge steld een zilveren inktstel, welke overhan diging van een toepasselijk woord verge zeld ging. VOORHOUT. Op den lotingsdag zijn na den middag de dranklokalen gesloten ge weest. Een gooda maatregel. Bij de ton Raad huize te Sassenheim gehouden loting voor de nationale militie zijn getrokken door J. de Winter No. 8; Th. W. van der Ploeg No. 1; M. van den Nieu- wendijk No. 15; O. F. Bemelnian No. 10; D. Diernel No. 2; W. van der Vlugt No. 4; C. N. Oostdam No. 6; P. P. van den Berg No. 3; W. Jongkind No 14; P. van den Berg No. 9; F. A. J. Lochmans No. 18; P van den Nouland No. 16; O. W. van Sohooten No. 17; O. A. Noort No. 13; G. M. Prins No. 7; H. L. van der Hulst No. 11; P. van Rijn No. 5; W. A. van der Tang No. 12. WOUBRUGGE. Bij de aanbesteding tot hot bouwen voor gemeente-rekening van een veldwaehterswoning, waren ter gemeente secretarie alhier 12 biljetten iDgclevord. A elite reen vol geus was ingeschreven door M. C. van der Voort, te Aarlaudervecn, v-or 2885; J. Buitenhuis, te llazerswoudc, voor ƒ2032; A. en B. Oudshoorn, tc Wou brugge, voor 1033J. Heersraan, te Koudekerk, voor ƒ1930:; O. Ilill irand, <c Wouiirugge, voor JD10; J. Jansen, te Woubrugge, voor 1S61H. Verbij, to Woubrugge, voor i860; O. Leenheer, te Koudekerk, Voor 1699; 1). van Essen, te Woubrugge. ^oor 1626; W. Slrookman, te Woubrugge. vcnir 1569; Gebrs. C. en J. Stigtcr, ie Woubvug- ge, voor f 1559. In een matig bezette kerk iiicïd ds. Lammerts van Bueren, van Amsterdam, zi.in lezing over ,,Den ;tr tusschen duisternis cn licht." ZEGWAARD-ZOETERMEER. Door do afdeoling Zoetermeer-Zegwaard van de Z.- H. Verceniging ,,Het Groene Kruis" is in beginsel beslotci wijkverpleging in te voe ren. Het aftredend bestuurslid dc heer D. R ie zeboe werd als zoodanig herkozen, ter wijl in de vacature, ontstaan door het ver trek van den lieer A. Verhoef f, gekozen werd dc beer O. van Dijk. De begroeiing voor 1909 werd' vastgesteld tot een Led-rag in ontvang cn uitgaaf van 478 75^. liet ledental bedraagt thans 1S5. Het stoomschip D j o c j a, van Bata via naar Rotterdam, vertrok 2S Oct. van Mars.-ille; de Kodiri, vaii Rotterdam naar Batavia, arm eerde 29 Oct. tc Ba- bang; de A ms t eiland, van Buenos- Ayres naar Amsterdam, arriveerde 23 Oct. to Santos; de Prins Willem V arri veerde 29 Oct van Paramaribo tc Amster dam de A d o 1 p li W o c r m a u n (uit reis) vertrok 27 Oct. van Las P-aliruisde F urth arriveerde 23 Oct. van Townsvilló te Makassar; de H ar b u r g ar.:*»eerde 29 Qctotar van Java tx> Amsterdamde Obcrbauscn arriveerde 20 October van Java tc Amsterdam; de IL o n n g i n W i l h c 1 m i n a, van Amsterdam naar Batavia, vertrok 20 October van Genua; dc A d i.i i r a 1 (thuisreis) a**rivecido 23 October te Del agoa baa ido P c 1 d m a s c h a 1 1 (uitreis) vertrok 28 October van Tangerdo Ge r t r u d W o e r m an n (uitreis) passeerde 28 October Eastbourne dc Kacdi ve, (uitreis) arriveerde 2b October tc Napels; do Laori.es vertrok 29 Octolier van Batavia naar Amsterdam dc Gcdé, van Batavia naar Rotteidam, passeerde 29 October Sa gres; do Si nd o- r o, van Batavia naar Rotterdam, vertrok 29 October van Pcrim; de Hamilton vertrok 29 October van Amsterdam lrt Buenos- Ayrosde Rembrandt, van Batavia naar Amsterdam, vertrok 30 Oct. van Colombodo Lombok, van Amster dam naar Batavia, vertrok 29 October van Suez; de Wilis arriveerde 30 October van Rotterdam te Batavia; de Ka w i ver trok 29 October van Batavia naar Rotter dam de lt o 11 e rd a m arriveerde 30 Oct. van Ncw-York te Rotterdam; dc R ij n- 1 a n d, van Buenos-Ayres en Brazilië naar Amsterdam, vertr. 30 October van Duinker ken de Prins Willem II vertrok 30 Octolier van Amsterdam m.ar Paramaribo dc Idomcneus, van Pcnang naar Am sterdam, passeerde 29 October Tarifa; do Max Broek (uitreis) arriveerde 27 Oct. to Las Pal mas<lc P r i n z-R e g e n t (uit reis) arriveerde 27 Octolier te Durban. 66) „O, gy hebt niets andera te doen, André, dan vol to houden, dat hot een gevecht op leven en dood zyn moet, on niet too te staan, dat de getuige van den graaf hierin eenige verandering brengt. Doch ter zake. Mocht ik vallen, begeef u dan terstond naar kolonel Roger; zeg hom, dat ik, stervende, hem de zorg voor de gravin en Thóió3e heb opgo- dragendat hy beiden tegen den graaf be- acherme en verdodigo Andró wischte een paar tranen weg, welke hy tevergeefs had getracht te weerhouden. „Zeg hem dan," vervolgde Jozef, „dat de laan, die door zyn laaghartig verraad gene raal Roger in het gebergte Cenis deed fusil- leeren, niemand anders Is dan Lubgi Andreas graaf d'Arezzo, de echtgenoot van de moeder van Tüóiójh; ik laat het aan den zoon over den dood zijns vaders te wreken. Zult g(J dat doen, Andre?" Trouwhartig drukte Andró de hand, welke Jozef Tibout, de vriend zyner jeugd, hom aanbood. „En nu, mijn vriend," zeido Jozef, „beb ik beboette om alleen to zyn," en hy begaf zich ïnet langzame schreden naar z\jn kamer. „Tot morgen, Andió, in hot bosch van Vincennes, op den wog naar St.-Mandé, by de woning ?an den boschwachter, met het aanbreken van den dag." „Arme vriend, goede Jozef Tibout," sprak André, zyn vriend nastarende, „dat zijn droe viger dagen, die gy thans beleeft, dan toen ik de klok luidde by uw huwelyk in de ka pel St.-Martin, en toen ik met m(jn zakken vol koek mijn peetdochter kwam bezoeken. Maar ik zal niet gedoogen, dat die Bcholm, dio beul van Tüéiöse, hem vermoordt zoo- als hy dit den vader van den kolonel heeft gedaan. Wacht eens, de kleinj André is nog daarl Ik ben niet dwaas genoeg geweest om te trachten Jozef van zyn plan terug te hou den; hot zou my niet gebaat hebben, en eerder had Ik den toren van Onze Lieve Yrouwe- kerk omver kunnen werpen dan hem van zyn eons genomen besluit terug te brengen. Ik heb daarom geen tegenwerpingen gemaakt; ik heb gezegd: Zser goed, Jozef; ferm, braaf, dat is gehandeld als een man, als een oud dragonder van het zesde regiment, want ik weet toch, dat hy naar de stem van den vriend zyner jeugd niet luisteren zou; maar er zyn nog andere stemmen dan die van den kleinen Andró en wy zullen eens zien of hy daar riot naar hooren zal." Andió nam de plank, waarop de Napole ons on de beweegbare konynon gerangschkt waren, plaatste die op zyu hoofd en vorliet de woning van Jozef den huurkoetsier, om te beproeven of Mercuriu», de God van den handel, hem gunstig zyn wilde. Toen de avond begon te vallen, gaf hy zyn koopwaar in bewaring by de bloemvei koopster, wie hy den bloemrijken doek, wolkon onze lezers zich nog wel herinneren 2ullen, ge schonken had, bogaf zich daarop naar de straat Verneuil, waar hy het hotol van den graaf d'Arezzo binnentrad. XXVI. „En nu, Henri," sprak gravin d'Arezzo tot don kolonel, die naast haar zat op de sofa, in de kleine zaal, welke op den tuin uitzag, on in welke wy onze lezers reeds meer dan eens hebben binnengeleid, „thans weet gy alles en zult overtuigd zyn, dat de graaf, hoewol eon laaghartige schurk, nochtans geen lasteraar is; want helaasI de misdaad waar van hy my beschuldigd, is gepleogd: Jozef Tibout leeft en is niemand anders dan do huurkoetsier uit de straat Passy." „Mevrouw," zeide de kolonel, de hand der gravin met gevoel in de z(jne drukkendo, „o, kondet gy in myn hart den eerbied en de achting lezen, welke ik u toedraag. De wetten mogen u schuldig noemen, myn hart spreekt u vry; want nimmer kan een misdaad ou- achuldigor zyn gepleegd. „0, ik dank u, mynheer Roger, en ik voel myn hart verlicht, nu ik een geheim geopen baard heb, dat ik voor u niet verborgen mocht houden, maar," vervolgde de gravin, „gy ziet, helaas tevens in, dat uw buwelyk met myn dochlor thans onmogeiyk geworden is." „Ook gy zegt my ditl" riep de kolonel. „Ja, Henri, dat is myn plicht," hernam de gravin met waardigheid; „de dochter van my mag de echtgonoote niet worden van kolonel Roger. Neon, neen, laat my vervolgen," rlop zy, toen Henri haar in de rede wilde vallen, „hoop niets vau de edelmoedigheid van graaf d'Arezzo, ik ken hem en weet wat my van hem te wachten staat; de graaf heeft thans een ontzettende macht over my on zal van die macht gebruik maken; hy zal my lang zamerhand myn vermogen afpersen, vertrou- wendo, dat ik hem niets durf weigeren, on dan, om van my ontslagen te worden, zal zyn beschuldiging my voor de rechtbank brongen. Hiervan overtuigd, spreekt het als vanzelf, dat ik hem dadeiyk weigeren zal, hoe gering de 6om ook zyn moge, welke hy bywyze van prcefneming van mU eischon zal, war t myn vermogen zal eenmaal aan myn dochter toebehooren, en het heeft ray te veol opoffering gekost om het te verkrygen, dan dat ik het my door zulk een zou laten ont weldigen. De aanklacht zal dus spoedig ge- schiedon, het oordeel der rechters en der weield zal wezen: Genevièvo Tibout was arm; om ryk te worden gat zy voor, weduwe te zynom haar rykdommen to behouden, maakio zy zich schuldig aan verboden buweiyk en ik zal veroordeeld worden." „Maar de Keizer, mevrouw, heeft het recht om kwijtschelding van straf te verleenen," zei de kolonel, „en Ik durf u reeds vooraf van die kwyischelding verzekeren." „Zal dan dto kwyischelding de schande en de oneer, weike op my rusten, wegnemen? Neen, neen," vervolgde de gravin droefgeestig, „o, Henri, weet gy wat u en myn kiud to wachten zou staan, wanneer gy door den echt verbonden werdtl Men zou zeggen: kolonel Roger heeft zich zoo ver vergeten, dat hy met do dochter van een veroordeelde gehuwd is. Gy zyt gewoon in de groote wereld te ver koeren; gy zoudt daar uw echtgenoot© mot binnenleiden, want het zou haar dooden, wan neer z(l zag, dat iedereen haar ontweek eit zorgvuldig vermeed, misschien met blikken van hoon en vei achting aanzag." „Maar, mevrouw, weet gy dau niet," riep de kolonel, „dat Thérö&e myn leven, myu eenig geluk is?' „O, Henri, zoo spreokt gy thans, maar wie verzekert my, dat, wanneer het vuur der eerste liefde zal zyn gekooid, gy geen berouw gevoelen, en het uur vloeken zult, waarin gy u door het huwelyk aan de dochter van een misdadige verbondtl" Op dit oogenblik trad Paul binnen. „Een man," zeide hy, „wenscht oogenblik- keiyk tot mevrouw de gravin te worden toe gelaten." „Kent gy' hem?" „Neen, mevrouw." „Zyn naam?" „üy weigeit dien te noemen I" „Ik kan hem thans niet ontvangen, gal" De gravin vervolgde: „lk bon moeder, myn heer, on ik bemin myn dochter en daarom wil ik haar voor de mogelijkheid bewaren, dat haar hart van smart breken zou, wanneor zy uw Jietde, zoo niet in haat, dan toch ia onverschilligheid zag verkeoron." Paul trad weder binnen. „Zal ik dan ieder oogenblik gestoord wor- don vroeg de gravin ontevreden. „Mevrouw, de man, die u wenscht te spreken, brengt hot geheele huis in rep en roor. Had don wU hom niet met geweld tegengehouden, dan zou hy, ten spyt daarvan, dat gd hom niet ontvangen wilt, hier zyn binnenredron gen; eindoiyk heeft hy gezegd: Zeg aan mevrouw gravin d'Arezzo, dat het kleine André is, die haar spreken wil." „Andréi" ritp de gravin, „de goede Andról" En zich daarop tot den kolonel wendende, zeide zy zacht: „Ik mag niet weigeren hem to ontvangen, hy ie do vriend van Jozef Tibout en my weigeren wy dus „O, mevrouw," zeide Henri, „wy kunnen later ons gesprek vervolgen." „Laat mynheer Andró binnen," zeide de gravin, tot niet geringe verwondering vaa den bediende. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5