N». 14936 Trijdag 30 October. A0. 1908. (Qeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering van (gpn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Voor vrouw en kïns8. DSCH PRIJS DEZER COURANT: Voor Lolden per week 9 Centei per 3 maanden I f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn I i 1.30. Franco per postL65. PRIJS DER ARVERTENTIEN: Van 1—6 rogels /1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar plaat8rnimte. Kleine ad verten tién van 30 woorden 40 Oents oontantelk tiental woorden meer 10 Oente. Voor Let incasseeren wordt f 0.05 berekend. Behalve do begrooting inet haar 215 volg nummers, bij velen waarvan een boom was op to zetten van belang, lagen er gisteren ook nog een viertal voorstellen en motie's voor do heeren gereed, die ieder een heelen tijJ. konden vorderen. Waarlijk, de verzuch ting door sommige leden bij heb begin ge slaakt, dat het wel drie uren in den nacht- kon worden, voor men klaar kwam, had allo reden. Tot overmaat van vrees, werd, na een paar benoemingen, de openbare ver gadering ook nog geschorst en gingen de deuren dicht. En als eenmaal do deuren dicht zijn, dan steken do heeren een geurige sigaar op (do blauwo wolkjes, die na de heropening nog in de zaal hangen, verklap pen dit geheim) en dan gaat de, tijd onge merkt heen. Wij vermoeden, dat het voor stel van B. en Ws. in verband met een op merking in twee der sectics, om Ged. Staten te verzoeken, aan de jaarwedde van den se- cre aris twee vijfjaarlijksche verhoogingen van 250 gld. toe to voegen, waardoor do te genwoordige titularis in het genot van een wedde van 4600 gld. zal komen, aanleiding t-ot die sluiting heeft, gegeven. Immers toen do vergadering gelukkig heel spoedig weer geopend werd, zat mr, Van St-rijen naast den voorzitter. Blijkbaarj heeft de meerderheid echter gedacht, dat een publie ke zaak publiek moet worden behandeld, vooral waar het een financieele aangelegen heid betrof; immers in openbare vergade ring is later er nog al druk over gedebat teerd. Wij geiooven, dat do Raad hiermee verstandig deed. Het gold hier niet den persoon van den secretaris, maar zijn ambt; het was eenvoud ie do vraag of dit met het bestaande salaris naar den aard on dun omvang van zijn werkkring en in vergelijking van andore wedden al of niet voldoende ken worden geacht. Men kon te gen stemmen, al was men de grootsto vriend van den secretaris. Er is oppos ite tegen geweest, geleid door den heer Pera, die zich geheel liet- beheer- schen door financieele overwegingen. Als Piet Heins zilvervloot in Leiden kwam, ja, dan hij zou gaarne geven. De heeren De Vries cn V \r Lip hebben deze opvat, ting terecht veroordeeld. Heb eenig juiste standpunt in zoo'n geval is de overweging of het salaris in overeenstemming is met den arbeid van den ambtenaar en een juist verband houdt met de belooningen, door andere ambtenaren genoten. De meerderheid meende van niet, en zoo werd de verhoo ging toegekend. Wanneer men bedenkt, dat dc jaarwedde van den secretaris sinds 1S9G niet is ver hoogd. terwijl andere hoofdambtenaren se dert dien tijd belangrijke verhoogingen, ontvingen, en men tevens in aanmerking neemt, dat door uitbreiding der secretarie- werkzaamheden de verantwoordelijkheid de- zor betrekking zeer is vergroot, dan is de ze verhooging alleszins te rechtvaardigen. Overigens heeft het debat gestaan in het teeken van bezuiniging, vermeerdering van inkomsten eü uitbreiding van belastingge bied. Van het eerste is niet veel terecht go- komen; wat do laatste beide punten aan gaat, is een geheele stap voorwaarts ge daan. We zouden haast durven zeggen mei een zinspeling op onze historie: Leiden is gisternamiddag ontzet. Men heeft twee ver ruimingen gekregen voor één. Allereerst door het voorstel van de hee ren Juta c-.s. waardoor de post: Hoofd. Omslag'' zoo maar ineens met 26,262.03* zal worden verminderd, waardoor heb hef fingspercentage, ondanks het in 1909 meer benoodigde, reeds zal kunnen worden ver laagd tot 4.6 pCt. ongeveer en dat zonder een andere belasting te heffen. Hoe kwa men de heeren voorstellers aan dat bedrag'! In een der sectie-vergaderingen was het denkbeeld daartoe al aangegeven en do heer Juta heeft hot gisteren nog cehs duide lijk gemaakt, daartoe bijgestaan door den heer Bots. In vroeger tijd, hier kwam hot betoog op neer, leende dc gemeente ook voor de gasfabriek op langen termijn, bijv. 69 jaren of langer. Het geleende was dan al ver bruikt voor de leening was afgelost. Daar om liet de gemeonte behalve de gewone af lossing de gasfabriek ook nög een extra af lossing van 5 pCt. betalen, dat belegd werd ale rentegevend goed. Een zeer wijs en voorzichtig beleid, Maar nu is dit feitelijk niet meer noodig, omdat Ged. Staten geeü. lccningcn op langen termijn meer toestaan. Een termijn van 40 jaren is al het maxi mum. De voorstellers willen echter niet de volle 5 pCt. voor verruiming der gemeente.- finaneien aanspreken, doch slechts de helft waardoor dan het bovengenoemd bedrag wordt verkregen en dc winst uit de gasfa briek dus weder met f 26.000 ruira ver hoogd. Buitenstaanders zien nu eens hoe goede zaak onze gemeentelijke gasfabriek wel is. Het voorstel vond toch nog geen on ver deelden bijval. BcOriegen wij ons niet, dan lag dit hoofd zakelijk aan redenen buiten hot voorstel. Er was een minderheid en een meerderheid in het College van B. en Ws. De meerder heid wilde een straatbelasting, de minder heid (deze bleek na to bestaan uit do hee ren Juta cn Van Hamel) meende voorioopig met de meerdere bate van dc gasfabriek te kunnen volstaan. En nu zat blijkbaar de vrees voor bij de voorstanders der straatbelasting dat aan neming van het voorstel Juta c. s. hun voorstel van de baan zou brengen. Dit meenden wij o. a. to bespeuren in het be toog van den Voorzitter, die den maatregel onvoldoende achtte. Blijft men dien weg opgaan dan wordt de toestand bedenkelijk, eeidc hij. Als men het vroeger al reeds had gedaan, hoe dan? Inderdaad clan had ons nu dit voordeeltje niet toegevallen, maar waarom zouden wij, die in een benarden toóstond verkecrcn, het langer opsparen voor liet nageslacht, dat door een andere regeling tusschon Rijks- en gemeente-finan cien allicht in beteren toestan 1 zal verkee- ren dan wij. Van zoo'n regeling verwacht de Voorzit ter trouwens niet veel, hoogstens zooals B cn Ws. ook den Minister hebben geadvi seerd dat do gemeente den forensen het volle bedrag der belasting zal kunnen toe moten, wat o. i. al heel veel zou ziju en den trek uit de gemeente zeer zou vermin deren. Tevens sprak hij de vrees uit dat het Rijk tens niet zou helpen zoolang wij niet een belasting op de gebouwde eigen dommen hadden ingevoerd, iets wat den heer Fokker later onwaarschijnlijk achtte; dit zou een ingrijpen zijn in de autonomie der gemeente, die hij zich van geen enkele regieering kan denken. Do heer Meuleman, die zijn reeds lang aangekondigde motie nu ten overvloede ook nog had ingediend, welke overeenstem de met het voorstel der meerderheid van B. en Ws., kwam juist ter vergadering, teen men van hem een toelichting ver wachtte. In een kort, levendig betoog, waarbij hij zich door interrupties tot een enkoio onparlementaire uitdrukking liet verleiden, maakte hij duidelijk hoe goed het is dat op belastinggebied niet alles op één kaart wordt gezet. In Nijmegen bijv. roemt men er in, dat do belasting er zoo laag is 3 pCt. ongeveer maar er is tevens een straat-belasting en men betaalt er 7 ot. voor het gas, zoodat spr. heeft uit gerekend, dat een Nijuiegenaar nog meer belasting betaalt dan een Leidsch burger. En Nijmegen heet goedkoop, Leiden duur. De wereld wil bedrogen zijn, bedrieg haar dus, zegt ccn Latijnsch spreekwoord. Tusschen het debat over voorstel en mo tte kregen we ook nog een lange, taaie algcmcene beschouwing van den heer Ver gouwen. Het was wel niet volgens afspraak. Do Voorzitter had, mogelijk met het doel heel wat algemeen© beschouwingen te voor komen, heel handig de discussie der motie daarvan afgescheiden. Maar de heer V. had zijn vier bladzijden dicht inéén geschre ven, en do Voorzitter verzocht hem wel naar het recept in één van Huygens punt dichten gegeven, het op een vergiettest voor te dienen, opdat heb ,,lang nat" er zou afdruipen, doch daartoo leende do schotel zich slecht en zoo hebben wij voor de stemming Dog eens al de hoofdstukken der bcgrooting voor onzen geest zien. voor bij gaan. Aan het 6lot van schier elk hoofdstuk klonk op ecutonigen kadans ons meer! meer! in do ooren. Spr.'s slotsom was: verruiming van belastinggebied en... bezuiniging, voornamelijk op het onder wijs. Toen kwam do stemming voorstel- Juta: aangenomen; motic-Meulemanaan genomen. Bij een matig heffingspercentage zal do straatbelasting volgens B. en Ws. opbren gen 40 k 50,000 gld. Wij komen dan wel licht tot 3 pCt. voor den hoofdelijken om slag. Als de heeren dan maar niet denken, om de beeldspraak van den heer Pcra nog eens te gebruiken, dat daarmee Piet Heins zil vervloot is binnen gevaren. Nu kon men met zijn algemeene beschou wingen van wal steken, doch blijkbaar was het kruit bij de meesten al verschoten. De heer Fockema Andreae sprak eerst en inderdaad zeer algemeen. Men moet volgens hem niet uitsluitend op belasting- verruiming het oog vestigen, doch ook den bloei der gemeonte trachten tebevorderen door handel en industrie, het marktwezen, te doen bloeien, het onderwijs vooral ook voor de kinderen van meergegoeden uit muntend te maken on to houden, de stu denten een beetje te verwennen enz. enz. Dan wordt cn blijft do stad aantrekkelijk voor de meergegoeden en blijven ze hier of komen hier wonen, maar dan en hier sprak hij over de raadsleden heen tot de deftige burgerij zelf dan moeten dezen ook hun inkoopen doen in de stad hunner inwoning en niet in andere plaatsen. D© voorzitter antwoordde terecht, dat B. en Ws. zich de woorden van den spr. niet als een verwijt behoeven aan to tret- ken. Zij doen in deze richting hun best. Ook hij is er van overtuigd, dat wij voor namelijk door ons onderwijs de stad aan trekkelijk moeten maken. Maar al zulke zaken kosten geld, zouden we willen aan vullen; dat moet er dus in do eerste plaats zijn. Trouwens, voorzichtigheid zij ook hier een gebiedende oisch. De heer Fokker vischte uit zijn vele aan- teekeningen ook nog een en ander op en verheugde zich in de toezegging va-n B. en Ws. om voor menschen met beperkte inkomens het bedrag van het niet belast baar gedeelte bijv. tot 500 te brengen en bracht nog een en ander in het midden over de oude kwestie of do commission van bijstand van de gestichten Endegeest" en „Rhyngeest" en de Stedelijke fabrieken van Gas en Electricite.it voor technische zaken niet moeten hooren de Commissie van Fabricage. Ook de heer Roem, die hot noodig achtte te verklaren, dat hij met den heer Fokker geen ruggespraak had gehouden, hamerde op hetzelfde aanbeeld en zette tevens een pluim op den hoed van den controleur der gemeentebelastin gen en op dien van het oud-raadslid, dat voor de aanstelling van dezen ambtenaar heeft geijverd. De Voorzitter aanvaardde gaarne de hulde aan dezen ambtenaar gebracht, zoo- als hij er zich steeds in verheugt-, dat men over de ambtenaren tevreden is. En wat de commissie-kwestie betreft, in theorie mogen do heeren gelijk hebben, iu de praktijk niet. De behandeling der motie-Fokker c. s. betreffende de vereeniging der jongens- en meisjesschool 1ste klassea waarvoor do heer Vergouwen zich reeds had verklaard, werd eerst uitge steld tot het hoofdstuk Onderwijs", cn toen men daar des avonds aan toe kwam, naar liet einde, en toen men om kwart over tienen aan het einde wasnaar een vol gende vergadering. Wij hoorden reeds, dat er in verband met do motie nog een adres te wachten ismen heeft daarover dus nog heel wat te wachten. Do artikelsgewijze behandeling liep nog al goed van stapel. Wij moeten daarvoor echter naar ons overzicht verwijzen cn stippen hier slechts enkele op den voor grond" tredende punten aan. Na de verhooging salaris secretaris, gaf het voorstel tot aanstelling van een nieu wen klerk aan do secretarie aanleiding tot debat. De heer Vergouwen -vocht er tege-D. Hot wordt volgens hem wel wat bedenkelijk, om, als een volontair, dio goed werkt en daar na zijn diploma krijgt, moet- worden aan gesteld. En als do klerken cr moeten zijn, waarom dan niet een sollicitatie, dan kan ieder meedoen. De Voorzitter kon een voorstel van den heer Fokker, om dezen post van 600 gulden to schrappen, moeilijk aanvaarden, en hot kwam dan ook niet tot een stemming. Lak ten B. en AVs. met het aanstellen van nieu we ambtenaren voorzichtig zijn. De post „politie" liep ook al meest over kleinigheden: aanschaffing van een politie hond waar de Voorzitter als hoofd der politie voorshands niet vóór is van nog meer rijwielen, enz. Alleen de heer v. d. Eist waagde eens een tamelijk for- schen aanval op het tusschending „adjunct- inspecteur", die mannen loopen wel in heel mooie uniformen met cavalerie-sabels, doch moeten dienst doen als hoofdagent. De Voorzitter was het hier natuurlijk niet mee eens, cn daar bleef het bij. Het Slachthuis kreeg in de middag- cn avondzitting ook nog een beurt. De heer Sijtsma wilde bezuinigen door niet aanslui ting aan do Electriseho Centrale en hot uitstellen van den bouw van nieuwe bron nen. De heer Fockema Andreae vroeg of B. cn Ws. eens een onderzoek w ilden instellen of door vorhooging der heffingen dezo inrichting zichzelf niet kan bedruipen. Zoo cén, dan moet een inrichting als deze toch geen schadepost opleveren. Dc vleeschver bruikers moeten de kosten dragen. De voor zitter van het Slachthuis, dc heer Kerstens, zeide, dat cr reeds een nieuw tarief van hef fingen op komst was. „Goed," gaf hierop de heer Bosch tot bescheid, „doch laat men dan ook eens uilmaken, hoeveel het bedrag is, dat aan wetenschappelijke doeleinden wordt uitgegeven, en waarmee het eigenlijk bedrijf niots te maken heeft." Ook dat zal geschieden, beloofde de voorz. De heeren Fokker en Korcvaar kregen het even aan den stok over het toezicht der bouwpolitie. Daar zijn huizen verzakt aan de Haarlemmertrekvaart en daar had de bouwpolitie maatregelen tegen moeten nemen. Zoo ver mag de bouwpolitie niet gaan, volgens den Wethouder \au Fabri cage, die gisteren goed op dreef was, en als zij indertijd had gedaan wat de heer Fokker nu wenschelijk achtte, dan hadd u de bouwondernemers stellig steen en been geklaagd enin den heer Fokker mis schien ccn pleitbezorger gevonden. De heer Fockema Andreae zou heb wenschelijk achten, dat dc gemeente met de eigenaren van het Rapenburg bijv. in onderhandeling trad over het leggen van beerputten, om op deze wijze de vervuiling van deze gracht tegen te houden, waarvan de Wethouder zich niet veel voorstelde. Bij den bouw van nieuwe huizen ziet men cr al legen op. De heer Meuleman kwam Jio» vendien den professor de illusie ontnemen, door op te merken, dat. zooals hem bij verbouwing van zijn perceel was gebleken, die straat er zoó vol ligt met buizen voor waterleiding, gas en electriciteit. dat °r geen plaaits meer is voor een beerput. Do wal keert het schip. Met de mededeeling aan het slot der mid dagzitting door den Voorzitter gedaan, dab een vijftal clectrische klokken ruim S0O0 gld. zouden kosten, konden de heeren om hal"- zes naar huis gaan met het beleefd ver zoek to acht uren weer present to zijn cn zij waren weer present. Toen ging het een beetje gezelliger toe. De heeren rookten hun sigaar, dronken een glas wijn, en allereerst kwam de heer Zaalberg weder met ziin lievelingsdenk beeld het aanbrengen wn schotten in het 65) „Maar, mijnheer de graaf, hoe is het mo gelijk, dat gij, een edelman, een ridder van St.-Marcuü, dc uiUiaging yan een huurkoet sier liebt kunnen aannemen!" „Gij hoort, dat het mogelijk is, mijn waarde Morel, daar ik u verzocht heb ge tuige van dat duel te zijnwees echter ver zekerd dat ik geen gevaar loop, mijn trou we vriend," vervolgde dc graaf, weder in een lachbui losbarstende, „of meendet gij, dat dc graai d'Arczzo zoo dom zou zijn om zich door een huurkoetsier te laten dood schieten." „Maar die huurkoetsier is twaalf jaar lang soldaat geweest en in den wapenhan del geoefend." „Of", vervolgde de graaf, „dat dc graaf 'd'Arezzo zoozeer zijn rang en waardigheid zou kuDiien vergeten, dat hij met dien huur koetsier, die twaalf jaren lang soldaat is geweest, een schot r i wisselen!" „Dus zal het tweegevecht niet plaats heb ban?" „Neeiil Geen tweegevecht, maar wel een zelfmoord." „Een zelfmoord. Ik bid u, spreek duide lijker, mijnheer d graaf." „Weet gij, mijnheer Morel, wte de ge tuig o van Jozef Tibout zijn zal, roet wien gij do voorwaarden van het gevecht zal moeien regelen Het is zekere André, een koopman in plcisb -oceldjes, een vriend van den huurkoetsier 1 Hot spijt mij, Morel, dat ik u met een rondventer in aanraking moet brengen, maar om mijnentwil of liever om den wil der tweemaal honderd duizend francs zult gij zoo nauw niet zien, niet waar! „Luister verder," vorvolgdo de graaf, zon der het antwoord van zjjn factotum af te wachton; „gij zult mijnheer André op de bepaalde plaats vinden, gU zult u te ramen verwijderen, om de voorwaarden te r#gelen, gÜ zult u zelfs ver van do woning van den boschwachter verwijderen en boschwaarts in gaan, zorg dragende, dat uw gesprek ten minste eon kwartier uurs duurt. Ik ben ver zekerd, dat g6 bij het. aanbreken van den dag Jozef Tibout en zijn getuige op de be paalde plaats zult vindonik zal oen halfuur later komen, daar ik nog eenige bezigheden te vorriehten heb, en g(J zuil Jozef Tibout hiervoor beleofdelljk versclioonlng vragen." „Eu dan mU met André verwijderen." „Juist, wanneor gij bezig zyt de voorwaar den te regelen en gij mocht wellicht een schot hooren vallen, dat u dat geenszins verontruste, het zal de boschwachter zijn, die op kraaien jacht maakt; die man doet dat wel meer om zich te voretrooien." „En?" vroeg Morol, min of moer veront rust door den akeligen glimlach, welke den graaf om don mond speelde en de niots goeds voorspellende uitdrukking zijner oogen. „Wanneer gij nu een kwartier uurs over do voorwaarden mot mijnheer André ondor- handeld bobt en het eindelijk eens geworden zfjnde, woder op do plaats dor bijoonkomst bij do wouing van dsn veldwachter komen zult „Welnu, dan?" vroeg Morel, voorbereid Iets verschrikkelijks te zullen vernomen. „Welnu, dan zult gU er het lijk vinden van Jozef Tibout, die door een zelfmoord een einde aan zijn leven zal hebben gomaakt..." „Een zelfmoord," herhaalde Morel. „Niets is natuurlijker," gaf de graaf ten antwoord; „om de eer van z\jn vrouw to red Jen, ho=»it Jozef Tibout zijn loven opge offerd. Noch mevrouw de gravin, noch Thó- rèse, zelfs mijnbeer dé kolonel, zullen hierin iets vreem Is vinden." „Gij wilt my dus weder medeplichtig maken aan eon moord?" vro-g Morel. „Medopliehtig aan een moord," hernam de graaf lachende, terwijl hij de schouders op haalde, „gij doet met mijnheer André een wandeling door het bosch, om OYor de voor waarden van het tweegevecht te spreken. Js het uw schuld, dat Jozef Tibout van deze gologeuhoid gebruik maakt om zich e6n kogel door het hoofd te jagen?" „Mijnheer de graaf," gaf Morel ten antwoord, „ware het niet otu de tweemaal honderd duizend francs, geloof mij, dat ik weigoren zou uw getuige by dat tweegevecht te zijn 1" „LIal ziet ge nu wel, mijn goede Morel," riep de graaf, in een luid gelach uitbarstende, „ziet gil nu wel, dat ik zooeven de waai beid sprak, toon ik u zeide, dat ik het als een gioot geluk beschouwde, dat gjj mijn schuld- eischer voor tweemaal honderd duizond francs waart 1" Terwijl graaf d'Arezzo, ridder van St.-Marcus, zijn plan aan Morel bekend maakte, ha i Jozef Tibout, na een langen omweg gemaakt te hebben, ten einde den storm van aandoe ningen, dio in zijn binnenste woedde, «enigs zins to doen bedaren, zijn woning in de straat Passy bereikt, waar de kleine André met ongeduld zyn komst verbeidde. „Ha, Jozef',, riep Andió, „is de zaak ge klonken, gaan wy naar Amerika? liet zal mij vreemd wezen onder al die zwarten to leven en wellicht te sterven; maar onfln! wanneer men geboren is om onder zwarten te sterven, is het onmogelijk, zijn leven en- der blanken te eindigen 1" ,Wy gaan niet," sprak Jozef somber; „die et okkingen, welke wij in Amerika bekleeden zouden, waarvan de graaf In z'jn brief sprak, waren niets dan een middel om my in zijn hotel te lokken l HU weet alles." „Alles?! Dit g\j Jozef Tibout, do man van Gemviève en do vader van mijn peetkind, Thérèse, ziJt?" „Alles, zeg ik u," en Jozef verhaalde in weinige woorden wat er in het hotel in de straat Vernouil was voorgevallen. André schudde het hoofd. „GU hebt ver- koerd gehandeld, Jozef; in plaats van dien schelm uit te dagen, hadt gf) dadelijk aan gifte b\j den commissaris van politio moeien doen. Het zou een belangrijk proces gegeven hobben en misschien had zich do Keizer er wel mede bemoeid, die tocli een vriend was van generaal Roger." „QÜ vergeet, André," gaf Jozef ten ant woord, „dat, terwijl ik mijn aanklacht indiende, graaf d'Arezzo ook een aanklacht zou inbren gen, welke voor altijd Geneviève zou ontoerou, een aanklacht wegens verboden huwelijk. Gjj ziet dus, André, de wei old is voor graaf d'Arezzo en m\j te klom geworden: een van ons beidou moet morgen de wereld verlaten." „Valt de graaf," vorvelgde Jozef, „<!au heeft Geneviève niets meer van hem te vroozen, en de misdaad, waaraan zij zich hoeft schuldig gemaakt, buiten haar schuld, blijft voor de wereld een gehoim; val ik, welnu, dan heeft de graaf gee i enkel bewijs voor zijn be schuldiging, en door myu dood is Qeueviève gered; dat tweegevecht, Andié, is voor mij een heilige plicht: het geldt het geluk van vrouw en kind." André b eef eenige oogenblikken in diep gepeins verzonken, waarop hjj de vraag deed: „En waar zal het piaats hebben?" „In het bosch van Vincennes," gaf Jozef ten antwoord. „Wanneer?" „Morgen bjj het aanbreken van den dag." „Dat is vroeg," zetee Adié meer bij zien- zei ven dan wel tot Jozot sprekende, en weder verzonk hij in gedachten; hij, die anders juist nooit veel werk van denken maakte. „En nu heb ik een dienst van u te vra gen," sprak Jozef, „wellicht den laatston." „De laatste," herhaalde Andié. teiwjjl z\jn oogen vochtig werden. „Komaan, Jozef, gij zult niet gelood worden: een diagonder van hot zesde, die ik weet niet hoevele voluslagon heeft bUgewoond, die twaalf jaren met bot pistool heeft omgegaan en daarenboven het goed recht aan z(jn zijde heelt on voor een eeriyko zaak strUdt." „Andié, het zijn niet altijd do minst erva rener», die in een tweegevecht vallen, en niefc altijd behaalt hy, dio voor een goede zaak atrydt, de overwinning. Het is dus niet on mogelijk, dat morgen mijn laatste uur z&L slaan; welnu, mocht dit gebeuren, dan 13 het, dat gy my den dienst bewijzen moet welken ik van u vorder." „Spreek Jozelalle mogelijke diensten wil ik u bewijzen," zeide André, „dat weet gy, want ik heb immers dadelijk, ;onder «enige tegenwerping, aangenomen uw getuige te zyn, hoewol ik stenig weet een gek figuur to zul len maken, daar ik volstrekt geen denkbeeld heb van een tweegevecht, en nog veel minder van de voorwaarden." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1