N». 14936
Trijdag 30 October.
A0. 1908.
(Qeze (Courant wordt dagelijks, met uitzondering
van (gpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
Voor vrouw en kïns8.
DSCH
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Lolden per week 9 Centei per 3 maanden I f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd rijn I i 1.30.
Franco per postL65.
PRIJS DER ARVERTENTIEN:
Van 1—6 rogels /1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere letters naar
plaat8rnimte. Kleine ad verten tién van 30 woorden 40 Oents oontantelk
tiental woorden meer 10 Oente. Voor Let incasseeren wordt f 0.05 berekend.
Behalve do begrooting inet haar 215 volg
nummers, bij velen waarvan een boom was
op to zetten van belang, lagen er gisteren
ook nog een viertal voorstellen en motie's
voor do heeren gereed, die ieder een heelen
tijJ. konden vorderen. Waarlijk, de verzuch
ting door sommige leden bij heb begin ge
slaakt, dat het wel drie uren in den nacht-
kon worden, voor men klaar kwam, had
allo reden. Tot overmaat van vrees, werd,
na een paar benoemingen, de openbare ver
gadering ook nog geschorst en gingen de
deuren dicht. En als eenmaal do deuren
dicht zijn, dan steken do heeren een geurige
sigaar op (do blauwo wolkjes, die na de
heropening nog in de zaal hangen, verklap
pen dit geheim) en dan gaat de, tijd onge
merkt heen. Wij vermoeden, dat het voor
stel van B. en Ws. in verband met een op
merking in twee der sectics, om Ged. Staten
te verzoeken, aan de jaarwedde van den se-
cre aris twee vijfjaarlijksche verhoogingen
van 250 gld. toe to voegen, waardoor do te
genwoordige titularis in het genot van een
wedde van 4600 gld. zal komen, aanleiding
t-ot die sluiting heeft, gegeven. Immers
toen do vergadering gelukkig heel spoedig
weer geopend werd, zat mr, Van St-rijen
naast den voorzitter. Blijkbaarj heeft de
meerderheid echter gedacht, dat een publie
ke zaak publiek moet worden behandeld,
vooral waar het een financieele aangelegen
heid betrof; immers in openbare vergade
ring is later er nog al druk over gedebat
teerd. Wij geiooven, dat do Raad hiermee
verstandig deed. Het gold hier niet den
persoon van den secretaris, maar zijn
ambt; het was eenvoud ie do vraag of dit
met het bestaande salaris naar den aard
on dun omvang van zijn werkkring en in
vergelijking van andore wedden al of niet
voldoende ken worden geacht. Men kon te
gen stemmen, al was men de grootsto
vriend van den secretaris.
Er is oppos ite tegen geweest, geleid door
den heer Pera, die zich geheel liet- beheer-
schen door financieele overwegingen. Als
Piet Heins zilvervloot in Leiden kwam, ja,
dan hij zou gaarne geven. De heeren De
Vries cn V \r Lip hebben deze opvat,
ting terecht veroordeeld. Heb eenig juiste
standpunt in zoo'n geval is de overweging
of het salaris in overeenstemming is met
den arbeid van den ambtenaar en een juist
verband houdt met de belooningen, door
andere ambtenaren genoten. De meerderheid
meende van niet, en zoo werd de verhoo
ging toegekend.
Wanneer men bedenkt, dat dc jaarwedde
van den secretaris sinds 1S9G niet is ver
hoogd. terwijl andere hoofdambtenaren se
dert dien tijd belangrijke verhoogingen,
ontvingen, en men tevens in aanmerking
neemt, dat door uitbreiding der secretarie-
werkzaamheden de verantwoordelijkheid de-
zor betrekking zeer is vergroot, dan is de
ze verhooging alleszins te rechtvaardigen.
Overigens heeft het debat gestaan in het
teeken van bezuiniging, vermeerdering van
inkomsten eü uitbreiding van belastingge
bied. Van het eerste is niet veel terecht go-
komen; wat do laatste beide punten aan
gaat, is een geheele stap voorwaarts ge
daan. We zouden haast durven zeggen mei
een zinspeling op onze historie: Leiden is
gisternamiddag ontzet. Men heeft twee ver
ruimingen gekregen voor één.
Allereerst door het voorstel van de hee
ren Juta c-.s. waardoor de post: Hoofd.
Omslag'' zoo maar ineens met 26,262.03*
zal worden verminderd, waardoor heb hef
fingspercentage, ondanks het in 1909 meer
benoodigde, reeds zal kunnen worden ver
laagd tot 4.6 pCt. ongeveer en dat zonder
een andere belasting te heffen. Hoe kwa
men de heeren voorstellers aan dat bedrag'!
In een der sectie-vergaderingen was het
denkbeeld daartoe al aangegeven en do
heer Juta heeft hot gisteren nog cehs duide
lijk gemaakt, daartoe bijgestaan door den
heer Bots.
In vroeger tijd, hier kwam hot betoog
op neer, leende dc gemeente ook voor de
gasfabriek op langen termijn, bijv. 69 jaren
of langer. Het geleende was dan al ver
bruikt voor de leening was afgelost. Daar
om liet de gemeonte behalve de gewone af
lossing de gasfabriek ook nög een extra af
lossing van 5 pCt. betalen, dat belegd werd
ale rentegevend goed. Een zeer wijs en
voorzichtig beleid, Maar nu is dit feitelijk
niet meer noodig, omdat Ged. Staten geeü.
lccningcn op langen termijn meer toestaan.
Een termijn van 40 jaren is al het maxi
mum. De voorstellers willen echter niet de
volle 5 pCt. voor verruiming der gemeente.-
finaneien aanspreken, doch slechts de helft
waardoor dan het bovengenoemd bedrag
wordt verkregen en dc winst uit de gasfa
briek dus weder met f 26.000 ruira ver
hoogd. Buitenstaanders zien nu eens hoe
goede zaak onze gemeentelijke gasfabriek
wel is.
Het voorstel vond toch nog geen on ver
deelden bijval.
BcOriegen wij ons niet, dan lag dit hoofd
zakelijk aan redenen buiten hot voorstel.
Er was een minderheid en een meerderheid
in het College van B. en Ws. De meerder
heid wilde een straatbelasting, de minder
heid (deze bleek na to bestaan uit do hee
ren Juta cn Van Hamel) meende voorioopig
met de meerdere bate van dc gasfabriek te
kunnen volstaan.
En nu zat blijkbaar de vrees voor bij de
voorstanders der straatbelasting dat aan
neming van het voorstel Juta c. s. hun
voorstel van de baan zou brengen. Dit
meenden wij o. a. to bespeuren in het be
toog van den Voorzitter, die den maatregel
onvoldoende achtte. Blijft men dien weg
opgaan dan wordt de toestand bedenkelijk,
eeidc hij. Als men het vroeger al reeds had
gedaan, hoe dan? Inderdaad clan had ons
nu dit voordeeltje niet toegevallen, maar
waarom zouden wij, die in een benarden
toóstond verkecrcn, het langer opsparen
voor liet nageslacht, dat door een andere
regeling tusschon Rijks- en gemeente-finan
cien allicht in beteren toestan 1 zal verkee-
ren dan wij.
Van zoo'n regeling verwacht de Voorzit
ter trouwens niet veel, hoogstens zooals
B cn Ws. ook den Minister hebben geadvi
seerd dat do gemeente den forensen het
volle bedrag der belasting zal kunnen toe
moten, wat o. i. al heel veel zou ziju en
den trek uit de gemeente zeer zou vermin
deren. Tevens sprak hij de vrees uit dat
het Rijk tens niet zou helpen zoolang wij
niet een belasting op de gebouwde eigen
dommen hadden ingevoerd, iets wat den
heer Fokker later onwaarschijnlijk achtte;
dit zou een ingrijpen zijn in de autonomie
der gemeente, die hij zich van geen enkele
regieering kan denken.
Do heer Meuleman, die zijn reeds lang
aangekondigde motie nu ten overvloede
ook nog had ingediend, welke overeenstem
de met het voorstel der meerderheid van
B. en Ws., kwam juist ter vergadering,
teen men van hem een toelichting ver
wachtte. In een kort, levendig betoog,
waarbij hij zich door interrupties tot een
enkoio onparlementaire uitdrukking liet
verleiden, maakte hij duidelijk hoe goed
het is dat op belastinggebied niet alles op
één kaart wordt gezet. In Nijmegen bijv.
roemt men er in, dat do belasting er zoo
laag is 3 pCt. ongeveer maar er is
tevens een straat-belasting en men betaalt
er 7 ot. voor het gas, zoodat spr. heeft uit
gerekend, dat een Nijuiegenaar nog meer
belasting betaalt dan een Leidsch burger.
En Nijmegen heet goedkoop, Leiden duur.
De wereld wil bedrogen zijn, bedrieg haar
dus, zegt ccn Latijnsch spreekwoord.
Tusschen het debat over voorstel en mo
tte kregen we ook nog een lange, taaie
algcmcene beschouwing van den heer Ver
gouwen. Het was wel niet volgens afspraak.
Do Voorzitter had, mogelijk met het doel
heel wat algemeen© beschouwingen te voor
komen, heel handig de discussie der motie
daarvan afgescheiden. Maar de heer V.
had zijn vier bladzijden dicht inéén geschre
ven, en do Voorzitter verzocht hem wel
naar het recept in één van Huygens punt
dichten gegeven, het op een vergiettest
voor te dienen, opdat heb ,,lang nat" er
zou afdruipen, doch daartoo leende do
schotel zich slecht en zoo hebben wij voor
de stemming Dog eens al de hoofdstukken
der bcgrooting voor onzen geest zien. voor
bij gaan. Aan het 6lot van schier elk
hoofdstuk klonk op ecutonigen kadans ons
meer! meer! in do ooren. Spr.'s slotsom
was: verruiming van belastinggebied en...
bezuiniging, voornamelijk op het onder
wijs. Toen kwam do stemming voorstel-
Juta: aangenomen; motic-Meulemanaan
genomen.
Bij een matig heffingspercentage zal do
straatbelasting volgens B. en Ws. opbren
gen 40 k 50,000 gld. Wij komen dan wel
licht tot 3 pCt. voor den hoofdelijken om
slag.
Als de heeren dan maar niet denken, om
de beeldspraak van den heer Pcra nog eens
te gebruiken, dat daarmee Piet Heins zil
vervloot is binnen gevaren.
Nu kon men met zijn algemeene beschou
wingen van wal steken, doch blijkbaar was
het kruit bij de meesten al verschoten.
De heer Fockema Andreae sprak eerst
en inderdaad zeer algemeen. Men moet
volgens hem niet uitsluitend op belasting-
verruiming het oog vestigen, doch ook den
bloei der gemeonte trachten tebevorderen
door handel en industrie, het marktwezen,
te doen bloeien, het onderwijs vooral ook
voor de kinderen van meergegoeden uit
muntend te maken on to houden, de stu
denten een beetje te verwennen enz. enz.
Dan wordt cn blijft do stad aantrekkelijk
voor de meergegoeden en blijven ze hier
of komen hier wonen, maar dan en hier
sprak hij over de raadsleden heen tot de
deftige burgerij zelf dan moeten dezen
ook hun inkoopen doen in de stad hunner
inwoning en niet in andere plaatsen.
D© voorzitter antwoordde terecht, dat
B. en Ws. zich de woorden van den spr.
niet als een verwijt behoeven aan to tret-
ken. Zij doen in deze richting hun best.
Ook hij is er van overtuigd, dat wij voor
namelijk door ons onderwijs de stad aan
trekkelijk moeten maken. Maar al zulke
zaken kosten geld, zouden we willen aan
vullen; dat moet er dus in do eerste plaats
zijn. Trouwens, voorzichtigheid zij ook
hier een gebiedende oisch.
De heer Fokker vischte uit zijn vele aan-
teekeningen ook nog een en ander op en
verheugde zich in de toezegging va-n B.
en Ws. om voor menschen met beperkte
inkomens het bedrag van het niet belast
baar gedeelte bijv. tot 500 te brengen en
bracht nog een en ander in het midden
over de oude kwestie of do commission van
bijstand van de gestichten Endegeest"
en „Rhyngeest" en de Stedelijke fabrieken
van Gas en Electricite.it voor technische
zaken niet moeten hooren de Commissie
van Fabricage. Ook de heer Roem, die
hot noodig achtte te verklaren, dat hij met
den heer Fokker geen ruggespraak had
gehouden, hamerde op hetzelfde aanbeeld
en zette tevens een pluim op den hoed
van den controleur der gemeentebelastin
gen en op dien van het oud-raadslid, dat
voor de aanstelling van dezen ambtenaar
heeft geijverd.
De Voorzitter aanvaardde gaarne de
hulde aan dezen ambtenaar gebracht, zoo-
als hij er zich steeds in verheugt-, dat men
over de ambtenaren tevreden is.
En wat de commissie-kwestie betreft, in
theorie mogen do heeren gelijk hebben, iu
de praktijk niet.
De behandeling der motie-Fokker
c. s. betreffende de vereeniging der
jongens- en meisjesschool 1ste klassea
waarvoor do heer Vergouwen zich
reeds had verklaard, werd eerst uitge
steld tot het hoofdstuk Onderwijs", cn
toen men daar des avonds aan toe kwam,
naar liet einde, en toen men om kwart over
tienen aan het einde wasnaar een vol
gende vergadering. Wij hoorden reeds, dat
er in verband met do motie nog een adres
te wachten ismen heeft daarover dus nog
heel wat te wachten.
Do artikelsgewijze behandeling liep nog
al goed van stapel. Wij moeten daarvoor
echter naar ons overzicht verwijzen cn
stippen hier slechts enkele op den voor
grond" tredende punten aan.
Na de verhooging salaris secretaris, gaf
het voorstel tot aanstelling van een nieu
wen klerk aan do secretarie aanleiding tot
debat.
De heer Vergouwen -vocht er tege-D. Hot
wordt volgens hem wel wat bedenkelijk, om,
als een volontair, dio goed werkt en daar
na zijn diploma krijgt, moet- worden aan
gesteld. En als do klerken cr moeten zijn,
waarom dan niet een sollicitatie, dan kan
ieder meedoen.
De Voorzitter kon een voorstel van den
heer Fokker, om dezen post van 600 gulden
to schrappen, moeilijk aanvaarden, en hot
kwam dan ook niet tot een stemming. Lak
ten B. en AVs. met het aanstellen van nieu
we ambtenaren voorzichtig zijn.
De post „politie" liep ook al meest over
kleinigheden: aanschaffing van een politie
hond waar de Voorzitter als hoofd der
politie voorshands niet vóór is van
nog meer rijwielen, enz. Alleen de heer
v. d. Eist waagde eens een tamelijk for-
schen aanval op het tusschending „adjunct-
inspecteur", die mannen loopen wel in
heel mooie uniformen met cavalerie-sabels,
doch moeten dienst doen als hoofdagent.
De Voorzitter was het hier natuurlijk niet
mee eens, cn daar bleef het bij.
Het Slachthuis kreeg in de middag- cn
avondzitting ook nog een beurt. De heer
Sijtsma wilde bezuinigen door niet aanslui
ting aan do Electriseho Centrale en hot
uitstellen van den bouw van nieuwe bron
nen.
De heer Fockema Andreae vroeg of B.
cn Ws. eens een onderzoek w ilden instellen
of door vorhooging der heffingen dezo
inrichting zichzelf niet kan bedruipen. Zoo
cén, dan moet een inrichting als deze toch
geen schadepost opleveren. Dc vleeschver
bruikers moeten de kosten dragen. De voor
zitter van het Slachthuis, dc heer Kerstens,
zeide, dat cr reeds een nieuw tarief van hef
fingen op komst was. „Goed," gaf hierop
de heer Bosch tot bescheid, „doch laat men
dan ook eens uilmaken, hoeveel het bedrag
is, dat aan wetenschappelijke doeleinden
wordt uitgegeven, en waarmee het eigenlijk
bedrijf niots te maken heeft." Ook dat zal
geschieden, beloofde de voorz.
De heeren Fokker en Korcvaar kregen
het even aan den stok over het toezicht
der bouwpolitie. Daar zijn huizen verzakt
aan de Haarlemmertrekvaart en daar had
de bouwpolitie maatregelen tegen moeten
nemen. Zoo ver mag de bouwpolitie niet
gaan, volgens den Wethouder \au Fabri
cage, die gisteren goed op dreef was, en
als zij indertijd had gedaan wat de heer
Fokker nu wenschelijk achtte, dan hadd u
de bouwondernemers stellig steen en been
geklaagd enin den heer Fokker mis
schien ccn pleitbezorger gevonden.
De heer Fockema Andreae zou heb
wenschelijk achten, dat dc gemeente met
de eigenaren van het Rapenburg bijv. in
onderhandeling trad over het leggen van
beerputten, om op deze wijze de vervuiling
van deze gracht tegen te houden, waarvan
de Wethouder zich niet veel voorstelde. Bij
den bouw van nieuwe huizen ziet men cr
al legen op. De heer Meuleman kwam Jio»
vendien den professor de illusie ontnemen,
door op te merken, dat. zooals hem bij
verbouwing van zijn perceel was gebleken,
die straat er zoó vol ligt met buizen voor
waterleiding, gas en electriciteit. dat °r
geen plaaits meer is voor een beerput. Do
wal keert het schip.
Met de mededeeling aan het slot der mid
dagzitting door den Voorzitter gedaan, dab
een vijftal clectrische klokken ruim S0O0 gld.
zouden kosten, konden de heeren om hal"-
zes naar huis gaan met het beleefd ver
zoek to acht uren weer present to zijn cn
zij waren weer present.
Toen ging het een beetje gezelliger toe.
De heeren rookten hun sigaar, dronken een
glas wijn, en allereerst kwam de heer
Zaalberg weder met ziin lievelingsdenk
beeld het aanbrengen wn schotten in het
65)
„Maar, mijnheer de graaf, hoe is het mo
gelijk, dat gij, een edelman, een ridder van
St.-Marcuü, dc uiUiaging yan een huurkoet
sier liebt kunnen aannemen!"
„Gij hoort, dat het mogelijk is, mijn
waarde Morel, daar ik u verzocht heb ge
tuige van dat duel te zijnwees echter ver
zekerd dat ik geen gevaar loop, mijn trou
we vriend," vervolgde dc graaf, weder in
een lachbui losbarstende, „of meendet gij,
dat dc graai d'Arczzo zoo dom zou zijn om
zich door een huurkoetsier te laten dood
schieten."
„Maar die huurkoetsier is twaalf jaar
lang soldaat geweest en in den wapenhan
del geoefend."
„Of", vervolgde de graaf, „dat dc graaf
'd'Arezzo zoozeer zijn rang en waardigheid
zou kuDiien vergeten, dat hij met dien huur
koetsier, die twaalf jaren lang soldaat is
geweest, een schot r i wisselen!"
„Dus zal het tweegevecht niet plaats heb
ban?"
„Neeiil Geen tweegevecht, maar wel een
zelfmoord."
„Een zelfmoord. Ik bid u, spreek duide
lijker, mijnheer d graaf."
„Weet gij, mijnheer Morel, wte de ge
tuig o van Jozef Tibout zijn zal, roet wien
gij do voorwaarden van het gevecht zal
moeien regelen Het is zekere André, een
koopman in plcisb -oceldjes, een vriend van
den huurkoetsier 1 Hot spijt mij, Morel, dat
ik u met een rondventer in aanraking moet
brengen, maar om mijnentwil of liever om
den wil der tweemaal honderd duizend
francs zult gij zoo nauw niet zien, niet
waar!
„Luister verder," vorvolgdo de graaf, zon
der het antwoord van zjjn factotum af te
wachton; „gij zult mijnheer André op de
bepaalde plaats vinden, gU zult u te ramen
verwijderen, om de voorwaarden te r#gelen,
gÜ zult u zelfs ver van do woning van den
boschwachter verwijderen en boschwaarts in
gaan, zorg dragende, dat uw gesprek ten
minste eon kwartier uurs duurt. Ik ben ver
zekerd, dat g6 bij het. aanbreken van den
dag Jozef Tibout en zijn getuige op de be
paalde plaats zult vindonik zal oen halfuur
later komen, daar ik nog eenige bezigheden
te vorriehten heb, en g(J zuil Jozef Tibout
hiervoor beleofdelljk versclioonlng vragen."
„Eu dan mU met André verwijderen."
„Juist, wanneor gij bezig zyt de voorwaar
den te regelen en gij mocht wellicht een
schot hooren vallen, dat u dat geenszins
verontruste, het zal de boschwachter zijn, die
op kraaien jacht maakt; die man doet dat
wel meer om zich te voretrooien."
„En?" vroeg Morol, min of moer veront
rust door den akeligen glimlach, welke den
graaf om don mond speelde en de niots goeds
voorspellende uitdrukking zijner oogen.
„Wanneer gij nu een kwartier uurs over
do voorwaarden mot mijnheer André ondor-
handeld bobt en het eindelijk eens geworden
zfjnde, woder op do plaats dor bijoonkomst
bij do wouing van dsn veldwachter komen
zult
„Welnu, dan?" vroeg Morel, voorbereid
Iets verschrikkelijks te zullen vernomen.
„Welnu, dan zult gU er het lijk vinden
van Jozef Tibout, die door een zelfmoord een
einde aan zijn leven zal hebben gomaakt..."
„Een zelfmoord," herhaalde Morel.
„Niets is natuurlijker," gaf de graaf ten
antwoord; „om de eer van z\jn vrouw to
red Jen, ho=»it Jozef Tibout zijn loven opge
offerd. Noch mevrouw de gravin, noch Thó-
rèse, zelfs mijnbeer dé kolonel, zullen hierin
iets vreem Is vinden."
„Gij wilt my dus weder medeplichtig maken
aan eon moord?" vro-g Morel.
„Medopliehtig aan een moord," hernam de
graaf lachende, terwijl hij de schouders op
haalde, „gij doet met mijnheer André een
wandeling door het bosch, om OYor de voor
waarden van het tweegevecht te spreken. Js
het uw schuld, dat Jozef Tibout van deze
gologeuhoid gebruik maakt om zich e6n kogel
door het hoofd te jagen?"
„Mijnheer de graaf," gaf Morel ten antwoord,
„ware het niet otu de tweemaal honderd
duizend francs, geloof mij, dat ik weigoren
zou uw getuige by dat tweegevecht te zijn 1"
„LIal ziet ge nu wel, mijn goede Morel,"
riep de graaf, in een luid gelach uitbarstende,
„ziet gil nu wel, dat ik zooeven de waai beid
sprak, toon ik u zeide, dat ik het als een
gioot geluk beschouwde, dat gjj mijn schuld-
eischer voor tweemaal honderd duizond francs
waart 1"
Terwijl graaf d'Arezzo, ridder van St.-Marcus,
zijn plan aan Morel bekend maakte, ha i Jozef
Tibout, na een langen omweg gemaakt te
hebben, ten einde den storm van aandoe
ningen, dio in zijn binnenste woedde, «enigs
zins to doen bedaren, zijn woning in de straat
Passy bereikt, waar de kleine André met
ongeduld zyn komst verbeidde.
„Ha, Jozef',, riep Andió, „is de zaak ge
klonken, gaan wy naar Amerika? liet zal
mij vreemd wezen onder al die zwarten to
leven en wellicht te sterven; maar onfln!
wanneer men geboren is om onder zwarten
te sterven, is het onmogelijk, zijn leven en-
der blanken te eindigen 1"
,Wy gaan niet," sprak Jozef somber; „die
et okkingen, welke wij in Amerika bekleeden
zouden, waarvan de graaf In z'jn brief sprak,
waren niets dan een middel om my in zijn
hotel te lokken l HU weet alles."
„Alles?! Dit g\j Jozef Tibout, do man van
Gemviève en do vader van mijn peetkind,
Thérèse, ziJt?"
„Alles, zeg ik u," en Jozef verhaalde in
weinige woorden wat er in het hotel in de
straat Vernouil was voorgevallen.
André schudde het hoofd. „GU hebt ver-
koerd gehandeld, Jozef; in plaats van dien
schelm uit te dagen, hadt gf) dadelijk aan
gifte b\j den commissaris van politio moeien
doen. Het zou een belangrijk proces gegeven
hobben en misschien had zich do Keizer er
wel mede bemoeid, die tocli een vriend was
van generaal Roger."
„QÜ vergeet, André," gaf Jozef ten ant
woord, „dat, terwijl ik mijn aanklacht indiende,
graaf d'Arezzo ook een aanklacht zou inbren
gen, welke voor altijd Geneviève zou ontoerou,
een aanklacht wegens verboden huwelijk. Gjj
ziet dus, André, de wei old is voor graaf
d'Arezzo en m\j te klom geworden: een van
ons beidou moet morgen de wereld verlaten."
„Valt de graaf," vorvelgde Jozef, „<!au heeft
Geneviève niets meer van hem te vroozen, en
de misdaad, waaraan zij zich hoeft schuldig
gemaakt, buiten haar schuld, blijft voor de
wereld een gehoim; val ik, welnu, dan heeft
de graaf gee i enkel bewijs voor zijn be
schuldiging, en door myu dood is Qeueviève
gered; dat tweegevecht, Andié, is voor mij
een heilige plicht: het geldt het geluk van
vrouw en kind."
André b eef eenige oogenblikken in diep
gepeins verzonken, waarop hjj de vraag deed:
„En waar zal het piaats hebben?"
„In het bosch van Vincennes," gaf Jozef
ten antwoord.
„Wanneer?"
„Morgen bjj het aanbreken van den dag."
„Dat is vroeg," zetee Adié meer bij zien-
zei ven dan wel tot Jozot sprekende, en weder
verzonk hij in gedachten; hij, die anders
juist nooit veel werk van denken maakte.
„En nu heb ik een dienst van u te vra
gen," sprak Jozef, „wellicht den laatston."
„De laatste," herhaalde Andié. teiwjjl z\jn
oogen vochtig werden. „Komaan, Jozef, gij
zult niet gelood worden: een diagonder van
hot zesde, die ik weet niet hoevele voluslagon
heeft bUgewoond, die twaalf jaren met bot
pistool heeft omgegaan en daarenboven het
goed recht aan z(jn zijde heelt on voor een
eeriyko zaak strUdt."
„Andié, het zijn niet altijd do minst erva
rener», die in een tweegevecht vallen, en niefc
altijd behaalt hy, dio voor een goede zaak
atrydt, de overwinning. Het is dus niet on
mogelijk, dat morgen mijn laatste uur z&L
slaan; welnu, mocht dit gebeuren, dan 13
het, dat gy my den dienst bewijzen moet
welken ik van u vorder."
„Spreek Jozelalle mogelijke diensten wil
ik u bewijzen," zeide André, „dat weet gy,
want ik heb immers dadelijk, ;onder «enige
tegenwerping, aangenomen uw getuige te zyn,
hoewol ik stenig weet een gek figuur to zul
len maken, daar ik volstrekt geen denkbeeld
heb van een tweegevecht, en nog veel minder
van de voorwaarden."
(Wordt vervolgd.)