ZONDAGSBLAD IE.IDSCH DAGBLAD 24 October. Aimo 1908. AAA ««eeaoeoóoööööoo Ail No. 'V VAN HE. I Er in gev.o^en! Zij was de aardigste blondine, die ik ooit heb gezien, hu zoo jong nog! 't Was een droef gezicht: weduwe bij zoo'n jong voor komen; niaar men wende er aan, want het krip stond goed bij het blanke gelaat en de fijne ronding der kin. Ik ontmoette haar te Dieppe, bij de Ro binsons. Dezen vertelden mij, dat zij de we duwe was van een bekenden Fransehen fa brikant, wiens naam genoemd wordt waar men chocolade eet. De weduwe had niet alleen een meisjes achtig voorkomen, maar ook iets jeugdigs in haar manieren, wat den indruk gaf, dat men te doen had met een kind van vijftien of zestien jaar: onschuldig en zorgeloos, naïef de wereld inblikkend, die zij nog niet kende. De Robinsons noemden haar ,.het weeuw- tje." 't Waren aardige lui, die Robinsons 1 Wij zagen elkaar dag aan dag, zooals dat op een badplaats gaat: op het strand', bij de pantoffolparade en in het Casino. Maar het schokte mij een beetje, toen ik ontdekte, dat het mocic weeuwtje uron doorbracht aan het jockey-biljart. En ze speelde vrij hoog ook. Toen ik haar weer bij de Robinsons aan trof, achtte ik mij verplicht, haar te waar schuwen; want dobbelen is m.i. een on deugd, welke men zich lichter aan- dan af- went, eD die tot noodlottige gevolgen kan leiden. Zij nam mijn raad goed op en kreeg bijna tranen in de oogen, als een kind, dat men iets verbiedt. Ze zei, 'dat ze het voor de aardigheid deed en van hetgeen ze op haar zakgeld uitspaarde Gevaar, dat ze ooit. door het spel zich ruïneeren zou, hesfond er niet, verzekerde ze mij: haar geld was behoorlijk vast gezet. Den volgenden dag gaf zij mii. een vreem de tooh voor haar, een roerend bewijs van vertrouwen. Ik ontmoette haar in de speel zaal zij nam een paar muntstukken uit haar portcmonnaie en vertrouwde die aan mijn hoede toe Dit ontwapende mij geheel Toen ik haar daags daarna weer m het Casino zag, had ze geen portemonnaie bij zich Ze vroeg mij zeer ongedwongen een bankje van, 50 francs ter leen; ik Taf het caarne. niet zonder van de gelegenheid ge- Sruik te maken, haar nog eens te waar schuwen. Binnen een uur bracht ze mij triomf mee lok het geld terug. Zii had gewonnen, ver belde ze. niet veel. maar ze was tevreden. De rest van den avond vergenort°"D zii zich, met op het terras te zitten, te luisteren naar de muziek en naar mii De R^hinsons waren bij ons. Nu en dan keek ik tersluiks naar het. wepuwtie en ik ontdekte met niet geringe voldoening, dat haar oogen vrïcnde- liik de miine zochten, h™*wd zii ze aanstonds zed'"* neersloeg, onmiddellijk nadat ze het doel hadden bereikt Ik was te Dieppe hoofdzakelijk om de ver schillende typen van automobielen te l>e- studecren, ten einde voor een Engelsche fir ma het verkooprechb voor eenige der beste te verzekeren. Dat was do reden, waarom ik veel geld bij mij had, om zoo noodig bij ke.t sluiten van een contract te kunnen betalen. Ik maakte daarvan tegenover de Robinsons en het weeuwtje geen geheim. Op eon avond, toen ik do concertzaal in ging, kwam het weeuwtje uit de speelzaal zenuwachtig naar mij toe. Zij had con ster van briljanten in de hand: de groote, schit terende steencn vertegenwoordigden blijk baar een groote waarde. Do speld, waarmee zij do ster in haar kapsel droeg, was gebro ken, vertelde ze mij haastig, cn op haar kinderlijke, manier verzocht ze mij het sie raad zoo lang voor haar to bewaren; zij bad geboord, dat er zakkenrollers waren en was een beetje bang onder de menigte onbekende gezichten. Vereerd door haar vertrouwen, nam ik mijn sigarenkoker en stak het kostbare voorwerp daarin; toon ik den koker in mijn binnenzak wilde steken, raakte die in bot sing met mijn portefeuille. ,,WiJ ik even vasthouden?" vroeg zij, ziende, dat ik moeite bad met do schik kingen, en nam de portefeuille van mij over, terwijl ik den sigarenkoker in den binnen zak schikte. Juist op dat oogcnblik kwam een heer, een zeer aangenaam mensch, die met mij had gesproken over den Cliatillon-motor, naar mij toe en trok mij mee Zijn kar stond voor de deur, en ik moest die nu eens da delijk in werking zien. Eer ik meeging, keek ik naar het weeuw tje; zij was echter niet te zien, er hadden zich menschen tusschen ons gedrongen. Ik wilde haar zoeken. want zij had mijn portefeuille met. een goede 50,000 francs aan papier er in doch Bergues, de motor-man, had haast. Ik ging dus mee naar de automobiel, Ber gues inviteerde mij in te stappen en wij suisden weldra voort met een snelheid van 40 kilometers in het uur. 't Was inderdaad een voortreffelijke machine en wij zouden misschien een record gemaakt hebben, als niet ergens tusschen Dieppe en Parijs een band gesprongen was. Dat ongeluk dwong ons to logeeren in een dorpsherberg 't Was vervelend op zichzelf; Bergues bleek echter een uitste kend gezelschap Den volgenden morgen ging hij door naar Parijs; lachend vertelde hem het avontuur met mijn portefeuille en hij leende mij 25 francs, om de vertering te betalen en een kaartje naar Dieppe te nemen. Na veel gezeur met boemeltreinen en over stappen, arriveerde ik te Dieppe en aan gezien het juist het fashionabclc uur was, richtte ik mijn.schreden naar het Casino, in de hoop. het weeuwtje te vinden, dat op miin hours paste. Zij was or niet on ik ging naar haar ho tel. waar ik do verrassende modedpeling ant- vinrr. 7 vorigen avond was ver trokken. Ik holde naar mijn eigen hotel; er was brief noch portefeuille te zien. Nu zocht ik do Robinsons op, die zeer verbaasd ke ken over het nieuws, en ik kreeg een stand je toe, dat ik mijn geld in handen liet van zoo'n jong, onervaren schepseltje. 't Bleok mij nu ook, dat de Robinsons zelf zeer oppervlakkig waren ingelicht om trent de jongo vrouw, a*an wie ze mij hadden voorgesteld", en information bij han delslui brachten mij tot de ontdekking, dat de werkelijke weduwe van den chocolade-man een achtenswaardige en oude dame was. Na een en ander verbaasde het mij niet meer te vernemen, dat de briljanten, in mijn bezit, wel mooi nagemaakt, doch nagenoeg niets waard waren. De Robinsons toonden mij veel sympathie en konden nog fcaar niet begrijpen, dat het weeuwtje mij zoo had beet gehad. Er zou zeker ophcldo ing komen, meenden zij het arme schepsel was zeker zelf dupe van een kolossaal bedrog. Zoo'n onschuldig kind 1 Voorloopig moest ik mij over mijn ver lies heenzetfceu. Misschien kon ik het ge deeltelijk herstellen door het patent van don Ch&tillon-motor te koopen voor Enge land1. Ik ging Bergues opzoeken, doch hij was nergens te vindenik schreef naar de fa briek en kreeg ten antwoord, dat de eige naars van den Chfttillon geen heer Ber gues kenden en niet vanzins waren het pa tent te vorkoopen. Gedrukt door zooveel tegenspoed, had' ik behoefte aan symp.athie. Waar kon ik die beter vinden dan bij de Robinsons, mijn aangename kennissen Doch dio waren juist op reds gegaan, een tochtje door Spanje. Zij lieten een briefje aan mij achter met verzoek, hun hotelrekening te betalen, daar zij wat haas tig hadden moeten vertrekken. Dat beschouwde ik als een ongeoorloofde vrijmoedigheid en gaf hun dat ook te ken nen in een briefie, dat ik hun nazond, maar dat als onbestelbaar terugkwamin de haast hadden ie mij een verkeerd adres gegeven. Het weeuwtje zag ik nooit weer, hoe ijve rig ik ook zocht De politie haalde ik er maar niet bij, om meer dan één reden. AI hid men haa.r gevonden, wat was er dan nog te wachten van een Frnnsehe jury ter genover zooveel lieftalligheid? ANDREW CARNEGIE. Andrew Carnegie is een van de merk waardigste philanthrope» in den loop der eeuwen, omdat hij al zijn voorgangers over troffen heeft in het bedrag van zijn giften ten bate van het algemeen. Hij is nu 70 jaar, werd te Dunfermline (Fife), in Schotland, geboren, slak als jongen van tien jaar naar Amerika over. begon te werken in Pitts burg, eerst bij d i katoenbouw, daarna in de telegrafie, als telegram jongen, telegra fist. en telkens hooger op Zijn eerste Maat schappij was er een voor slaap wage nbedryf.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 19