(-) GEHEIM. B
XiEIDSöiï 3DAG-3BLA15, JUa-i-ordag- 24 October.
Anno 1908,
PERSOVERZICHT.
Gemengd Nieuws.
'o. 1493Ï.
Over de katholieken en het
iosreoht schrijft „De K e s i d e n-
f ft ic b o do":
„Algemeen stemrecht hebben zij (de ka
tholieken, die do leiding van den Alg. Boud
MrolgenJ in abstracto en concreto met
■grooto meerderheid van do hand gewezen.
■Ken organisch kiesrecht, berustend op ge-
■ziushoofden-kiesrcoht, hebben zij aan-
■vaard. jüvtnrcdige vertegenwc>ordiging
■bcbbcn zij verlangd. Gelijk aangetoond is,
■stuit dit alles niet op do Grondwet. Alleen
slotalinea van art. 96 zou een b-zwaar
■kunnen opleveren."
I Maar het blad gelooft, dat, al zit die
■^ïiet zoo glad, aan de herkiesbaarheid van
Kamerleden wel een mouw to passen zou
■zijn.
„Komt het eenmaal tot Grondwetshcr-
■zieuiug, dan kan de mouw heter worden in-
■gezet. Maar in afwachting daarvan schijnt
■het ons gezonde politiek, ons land te verlos-
sen van den looden last van Van Hou ten's
■aangiftestelsel. En tevens het kiesrecht te
■verlcenen aan een breeder schaar, welke
■naar onze overtuiging daar evengoed voor
lin aanmerking komt als tal van kiezers,
Bdoor de wet Van Houten en door het toe-
I val in het net der kiesvereenigingen mee-
■gesleept.
I Wil mep later dan nog tot Grondwets
herziening overgaan, men kan dit natuur-
lijk doen. Maar voorloopig bestaat, naar
■deze opvatting, niet do noodzakelijkheid
dien rompslomp met al wat. daaraan vast-
le.it over ons land te halen.
„H et Centru m'' is het niet eens met
I met den schrijver in liet ,,H audels
blad, die (zie ons vorig Overzicht) van de
I gi-vallen beslissing „vermindering der
I kansen van kiesrecht-uitbreiding" verwacht.
|Het blad vraagt:
I „Zou (de schrijver) nu werkelijk mecncn,
dat die kiesrecht-actie ons geen uitbreiding
Ivan kiesrecht brengen zal? Wij kunnen het
I bijna niet gelooven. Mocht het evenwel toch
I zoo zijn, dan zouden wij den schrijver wil-
I lcn aanraden nog eens te herlezen, wat de
I katholieke bladeu in hun commentaren op
ld> besluiten der Bonds schreven."
f Een heelo serie uitspraken van II.-K. bla-
I den worden daartoe door ,,H et O e n-
t r u m" aangehaald. Het blad conclu-
deert daaruit:
„l)e invoering van kiesrecht voor gezins
hoofden, met de daarbij komende uitbrei
ding door gelijkstellingen cn capaciteiten,
kan alleen voor een oningewijde inkrim
ping der kiesbevoegdheid, of althans ver-
randcring der kansen beteekencu. En voor
zulk een vreemdeling in ons politiek Jeru
zalem mogen wij den „Handelsblad"-
L redacteur toch niet houden
Bovendien kon hij weten, dat, gelijk wij
in onze nabetrachting op do Bondsverga
dering releveerden, hüïsmans-kiesrechJ;
reeds vroeger ract algemeen kiesrecht pne-
tisch op één lijn werd gesteld en als zooi i
nig door de tegenstanders van een ruiPiC
kiesrecht-bedeeliDg werd gevreesd Ook
onder de katholieken.
Het „Handelsblad" geeft van dc
Bondsvergadering der katholieke kicsvcr-
nigingen dus een verkeerd beeld door r..m
haar uitspraken een reaclionnair karakter
toe te schrijven. Het tegenovergo iteloe was
het geval En waar thans d3 hoefijzer-
redacteur zelf erkennen moet, dat do kies
recht-actie der rechtsche partijen de beste
kans heeft te winnen, o. a. wijl men
Zij waren heel goede vrinden, die elkaar
alles durfden zeggen, in hun vertrouwelij
ke uren overal over praatten, soms bijna
vergetend, dar zij een meisje was Zij had
den oogenschijnlijk geen geheimen meer
voor elkaar. Doch nu, in een van hun in
tieme gesprekken, zei Freddy:
„Jij leeft altijd tot een zeker punt, dan
houdt ineens alles op Ik weet niet goed
hoe ik het zeggen moet, maar je zal wel
voelen, wat ik bedoel.u
„Neen, keusch niet!" verzekerde hij,
pijnlijk denkend; zij óók all
„Ik bedoel: jij bent e-n doet precies als
een ander mensch; je bent gewoon flink
van geest cn van lichaam; als ze jo zoo zien,
denken ze, dat jc \ollcomco normaal bent.
En dan komt er ineens een punt, waar een
ander verder gaat, maar waar jij blijft
staan. Dan is het of er een onmacht over
je komt, een hopeloosheid, en dan krijg ik
altijd zoo het gevoel, dat al het vorige co-
medie is geweest, waar jc niet het rechte
ploizier in hadt, maar waar jo je toe
dwong, toe opschroefde, om toch maar nor
maal le schijnen, cn dat nu ineens alle sna
ren gesprongen zijn en je dood-op bent en
denkt: in 's hemelsnaam, wat kan het mij
ook schelen, het is alles ij dolheid, het is
heerlijk je eindelijk eens te kunnen geven,
zondor comodio, zooals jo werkelijk bent I
Zie je, Frans, daar schuilt een geheim ach
ter, dat voel ik, een levensgeheim. Wint
zoolang als ik jo ken, en dat is nu al
heel lang heb ik in alles jo die methode
Rien volgen. In alles."
„Ik weet werkelijk niet wat je bedoi't."
„Dat jok je. Als jc het mij niet wilt z g-
6'en, dat moet jij weten."
Een poos zwegen beiden. Zij wachtte te
vergeefs op antwoord. Hot was een pijn
lijke, klemmeude stilte. En echt vrouwelijk
Links te zeer verdeeld is, is het onver
klaarbaar, dat hij op het stuk van kies
recht de strekking onzer Bondsvergadering
negatief en nog wel louter negatief kon
noemen.
Negatief is de blanco-leus, waarmee men
de verstrooide Linkerzijde tevergeefs tot
één geheel heeft trachten saam te brengen.
Een leuze, waartegenover men van Rechts
eenige positieve cn voor verwezenlijking
vatbare cischen heeft gesteld.
In de sectie» der Tweede Kamer is ter
sprake gekomen do vraag, of ook niet aan
Kamerleden pensioen moest wor
den gegeven.
Dc „Z utphenacho Oourani'
wijdt eeu artikel aan die opmerking.
Het Kamerlidmaatschap is tegenwoordig
voor wie het naar behooren vervult lang
geen sinecure meer. Het eischt den geheel en
mensch. Het rukt hem maanden aaneen
vier dagen per weck uit zijn werk. Als het
Kamerlid vaeantie heeft, wordt hij over
stroomd met officieele stukken, welker stu
die hem onontbeerlijk is, wil hij do de-Bat
ten kunnen volgen, daaraan deelnemen en
met kennis van zaken stemmen. Veeg daar
bij den berg brieven, adressen en verzoeken
van allerlei aard, door particulieren cn
vereenigingen tot hem gericht, van welke
tij .'an toch kennis moet nomen, benevens
den tijd, noodig voor het ontvangen van
deputaties of besturen van vereenigingen,
bet te-woord-staan van „kiezers uit 't
district," het houden van conferenties met
partijgenooten, het instellen van plaatselijke
onderzoekingen, het houden van politieke
redevoeringen in zijn district of elders
en men komt tot de conclusie, dat tegen
woordig een lid der Tweede Kamer eigen
lijk neg bijd te kort komt
Zoo is het niet meer een „ambt," waar
voor een schadeloosstelling van 20D0 g!d. vol
doende mag heeten, want daar gaan nog
alle reis- en verblijfkosten af ook. De
reiskosten vormen samen geen gering bedrag
voor wie ver weg woont. De h^er Tydens,
die bij Winschoten woonde, heeft indertijd
publiekelijk voorgerekend, dat hij op zijn
2000 gld nog gold' toelegde
Wil men voor het vervullen der 100
zetels da keus hebben uit dc beste land-
genooten, dan moet men toch dèn weg
van traktcmentsverhooging op2000 gld is
beslist onvoldoende tegenwoordig He-t ambt
i.s daarbij veel tc risicaal, en wie na vier
jaar de Kamer uit moet, vindt slechts
met groote moeite een betrekking, die hem
voor het. verlies schadeloos stelt
Toch zou de „Zutphenscbc Cou
rant" een verhooging in geld niet wen-
scholijk achten
„Wel zou het o.i aanbeveling verdio-
nen aan de loden een gratis-abonnement
dp alle spoorwegen te verschaffen, door het
Rijk te betalen. Daarmee zou men bereiken,
dat het gaan wonen van Kamerleden in
Den Haag werd tegengegaan; het is toch
beter, dat de leden der Volksvertegenwoordi
ging verspreid wonen over het gansche
land, zoodat men beter op de hoogte kan
blijven van de behoeften en denkbeelden
van heel het volk.
Een twee-de middel om het ambt van
Kamerlid toegankelijk te stellen ook voor
hen, die de middelen niet bezitten om de
schadeloosstelling te kunnen ontberen als
ze niet worden herkozen, is: een pensioen.
Niet te hoog, maar klimmend naar gelang
van het aantal diènsHir'm, tot een maxi
mum van bijv 1000 gld Dan is ook althans
©enigermate de toekomst verzorgd van hen,
de hoop toch nog niet willende loslaten, be
gon zij weer, toeD hij in zichzelf gekeerd
bleef
„Bijvoorbeeld: ik ZöJ een voorbeeld no
men, het meest voor do hand liggende, je
omgang niet meisjes. Neem Lucie, neem
Toos, neem Marietjc, neem al do jonge
meisjes, waar je mee omgegaan hebt Jo
hebt Toos zelfs het hof gemaakt, en ieder
een, en zijzelf niet het minst, dacht... Maar
op een gegeven oogenblik maak jo alles
uit, trek je jc terug, raadselachtig. Ik zal
nog eerlijker met jo 9prcken: in mij, in mij
ook heb je de illusie, meer dan dat: de
overtuiging, gewekt, clat je me vragen wou
je vrouw te worden. En op een gegeven
dag, net of je in eens denkt: „Het i3 waar
ook, ik heb mijn geheim, dat had ik verge
ten," op een gegeven dag draai je om als
een blad op een boom cn vraagt me of we
geen gewone goede vrienden kunnen wor
den. Daar zit een geheim achter; en niet
uit nieuwsgiorighcid, maar omdat ik jo
helpen wou als goede „vriend", je helpen
wou het to dragen, en misschien, wie weet,
het op te lossen, daarom dring ik er op
aan, dat jo het me zal zeggen."
Toen hij dien avond naar huis ging,
dacht hij: Zij ook all Enfin, natuurlijk,
.zoo is het met allemaal gegaan I Maar dat
ik haar nu ook moet verliezen, dat ia toch
vrecselijk."
En hij dacht hoe het begonnen was in zijn
schooljaren. In de klas on in hot naar-huis-
gaan met zijn vriendjes was hij getapt,
leek hij een gewone jongen. Juichend sprak
hij 's zomers over het ijs van den wint-er,
over schaatsenrijden, dat hij zoo goed kon,
en over sneeuwballen gooien. Hij had een
paar prachtige Fricscho schaatsen, dio hij
uit het vet haalde cn aan zijn intiemsto
vriendjes 's Woensdagsmiddags liet zien.
En als dan de winter kwam, met ijs en
sneeuw, dan zocht hij altijd een veront
schuldiging om niet mee to hoeven doen:
uu eens was hij ziek, dau weer had hij
die zich ganschelijk willen wijden a&n do
behartiging der publieke zaak.
Do Staat heeft dien plicht aanvaard voor
zijn ambtenaren, ook voor zijn ministers,
die schier nimmer langer diensttijd hebben
dan 4 jaren; laat hij die verplichting ook
op zich nomen voor hom, die, zooals mr. Van
Houten het indertijd uitdrukte, administra
tion controleert en wetten beoordeelt, en
die aan het gcbcele volk een dienst doet
als hij tegen eon voor zaakkundige diensbj i
op dit gebie^ onbeduidende schadelooss fi
ling deze inspannende en tijdroovendc wiv-
zaamheden wil vervullen."
Daarvoor is Grondwetsherziening noodig
Nu, die komt toch binnen afzienbaren trjd.
En dan kunnen deze denkbeelden worden
overwogen.
In een driostar „De soldaat b uiten
depolitiok zegt „Dc Standaard":
In het Voorloopig Verslag op Hoofdstuk
I wordt ook de maatregel afgekeurd, dien
de Burgemeester van 's-Graven-
h a g e nam, om geen soldaat in uni
form bij de betooging voor algemeen
stemrecht too te laten
Dat weid afgekeurd. Een militair was zoo
goed als ecu ander. Waarom zou ook hij
Diet mogen „meebetoogen
Wii hopc.n accx, dat de Regecring ten deze
aan den Burgemeester do band boven het
hoofd zal houden. Hij als burgemeester had
hierover suoiure te zeggen. Hij is het,
die verlof tot de betooging geeft, en hij
alleen moet zelf weten, onder welke voor
waarden hij zo kan toestaan
Maar ook do zaak zelf is van gewicht.
Geen grooter onheil kan aan een land over-
komcD, clan dat men het leger in de poli
tiek haalt. In hoeveel landen heeft dit er
niet toe geleid, dat leiders van partijen zich
de hulp van het leger verzekerden, om hun
politiek plan door to zetten En ook, als
het tot onlusten komt, moot de Regcering,
tegon wien ook, op het leger rokonen kun
nen, en clat juist wordt ondenkbaar; als <1°
soldaat, zelf pactij kiest.
Het „Friesch Dagblad" is van
meening, clat do Overheid niet alleen do
Kerk ©n de particulieren moet laten ar
beiden aan de bestrijding der werk
loosheid, doch zelve ook handelend
behoort op to treden.
Moet do Overheid ook iets doen ter be
strijding van de werkloosheid, m. a. w. als
do ergste nood gelenigd en tegen do uiter
st© ellcn-d© gezorgd is, kan do Overheid
zich dan verder terugtrokken, omdat het
een „verschijnsel" geldt, waar zij buiten
staat
„De werkloosheid", zei mr. Lobman, „is
een kwaal de-r maatschappij en daarom
moet do ma a t s c ii a p p ij en niet do
St a a t trachten haar weg te nemen.
Dat is ongetwijfeld wkar.
Doch daaruaast-tre- c*o- Overheid toch
óók een taak; door haar wetgeving bijv.
grijpt zij telkens in op liet terrein van het
maatschappelijk leven en kan zij de werk
loosheid bevorderen of bestrijden.
Ik denk bijv. aan de invoerrechten.
Als do Overheid ziet, dat de arbeiders uit
ons land bij honderden naar Duitschland
trekken en daar brood verdienen, dan is
het wel degelijk haar taak, om te vragen,
hoo dat komt I Te onderzoeken, of niet do
bescherming van do inlandschd nijverheid
een kostelijk raiddel is, oin de werkloos
heid te bestrijden.
Dat er ook Italianen naai Duitsckland
trekken, terwijl toch Italië een land van
protectie is, doet hier weinig ter zake, wijl
geen lust of geen tijdeens, toon het er dan
eindelijk van zou komen, had hij zijn voet
verstuikt. En do jongens gingen hem lang
zamerhand voor een „opsnijcr" houden.
Als het voetbalveld ver was, sprak hij met
enthusiasm© over voetballen; maar tot
meedoen was bij nooit tc krijgen. Hij zwom
veel, maar niemand zag hem ooit in het
bassin. En telkens zou hij clo jongens weer
door zijn comcdiespel cn zijn brutaal ge
bluf en handig gedraai voor zich hebben
weten te winnen, en doen denken, dat hij
toch wel een flinke gewone jongen was,
wanneer niet het speeluur iederen keer
opnieuw zijn reputatie onmeedoogend had
afgebroken. In het speeluur, als hij alleen
stond, afgezonderd van do anderen, voelde
hij hun haat tegen zich groeien. Den haat
van flinke, gezonde jongens voor do „jon
gejuffrouw", het kruidje-roer-mo-niet, dat
niet mee wou doen. En dan bad hij na ieder
speeluur weer met moeite, met zijn geestig
gepraat en zijn aanstellerij van flinkheid,
do trouw en het vertrouwen van zijn beste
vriendjes terug te winnen.
Hij dacht nu: had hij maar éón keer den
moed gehad aan zijn besten vriend t© ver
tellen wat hem eigenlijk scheelde. De jon
gens zouden dat wel begrepen en zeker
meer sympathie voor hem gehad hebben.
Het was immers zoo eenvoudig en toch heel
gewoon om ronduit te zeggen, dat hij een
ongeluk had gehad, toen hij zes jaar was,
waarvan hij een ongemak had behouden.
Wat was or aan? Maar hij fiad zijn schijn
vau flinkheid, ook zelfs toen hij zich door
zien wist, niet willen opgeven. Hij wilde
het medelijden der jongens niet, hij had
nooit medelijden gewild, evenmin als hij nu
het medelijden wilde der meisje©, die hij ken
de, en het minst van al wilde hij het mede
lijden van Freddy. Want n u begreep hij
niet, dat hij hot indertijd niet aan de jon
gens had gezegd, en toch zei hij het nu o o k
weer niet aan Lucie en Toos cn Marietje cn
Freddy. Was dat nu lafheid of moed?
Den volgenden dag zei Freddyi
Nederland en Italië to weinig punten van
overeenkomst hebben en ons volk in ontwik
keling en volhardingsvermogen ver boven
het Italiaansche staat.
Dan is daar de ontginning, in verband
met onteigening.
Door de verbeterde werktuigen kunnen
op het oogenblik nog tien duizenden hec
taren hei in goeden teelgrond herschapen
worden.
Waaj-door vele handen werk krijgen.
En de trek naar stad gaat minderen.
De Overheid kan do ziekt© der werkloos
heid wel niet genezen, maar de genezing
door tal van maatregelen toch zeker be
vorderen.
„Het Huisgezin" behandelt het
zelfde onderwerp, en voelt niet veel voor
kunstmatige werkverschaffing of het ver
vroegen van allerlei arbeid, die voor een
volgend jaar was bestemd.
Dat is slechts verplaatsen van het kwaad
en schept de kans, dat dd ellende een vol
gend jaar nog grooter afmetingen zal aan
nemen.
In do Kamer is ook gewezen op bescher
mendo rechten, waardoor de binnenland-
sche nijverheid zou worden ondersteund.
Daartegen is aangevoerd, dat in landen,
die beschermend© rechten heffen, ook werk
loosheid voorkomt; en men heeft met clat
argument nogal gewerkt. Doch deze kwes
tie i3, zegt „II et Huisgczi n", thans
niet aan de orde.
Welke bezwaren men tegen protectie
moge hebben, zeker is, dat zij meer werk
bezorgt., en daar we juist aan meer werk
behoefte hebben, is het niet zoo dwaas,
de protectievraag in dit verband ter sprake
t© hrengen.
We weten wel, dat de gewichtigst© op
werping van liberalen cn socialisten tegen
protectie is, dat zij de beschermde artike
len duurder maakt en clat dus ook de werk
man daaraan mee betaalt, maar aan ge-
nemen, dat do opwerping juist is willen
zij niet door het afschaffen van overwerk
en het voorschrijven van korter werktijd de
verdiensten van den eenen werkman ver
minderen ten behoeve van den ander? Ts
dit, in een anderen vorm, niet ook pro
tectie
Wij willen maar zeggen, dat wie do za
ken nuchter bekijkt en van het proteetie-
viaagstuk geen dogma maakt, zal toege
ven, dat er tusschen beschermende tarief-
maatregelen en werkloosheid even goed
verband bestaat als tusschen het laatste
en vermindering van den werktijd
Dat verband te ontkennen is eigenlijk al
te dwaas; het. te erkennen, is de verplich
ting te aanvaarden, die uit die erkenning
voortvloeit.
Heer of geen heer? Onder dit
opschrift merkt „L and cn Volk" op:
Bij dé vernif Iding van benoemingen in do
„Staatscourant" wordt nu eens de
naam van den banoemete voorafgegaan door
de woorden „dc heer", dar» wrder ntet. Het
schijnt, dat d? verschilled^ ministeries, bii
hun voordrachten aan de Kroon, in dit op
zicht niet dezelfde gedragslijn volgen. Toch
ware eenvormigheid in dezen wenschelijk.
F.n dan zal het. wel algemeen dienen to wor
den zonder heer 1
Van o' n d e r w ij z e r tot... b ede
laar. Dinsdag zag men te Sittard een
fatsoenlijk gekleeden jongen man, 'n kerel
„Frans, het spijt me, ik moet er nog eens
op terugkomen
En hij zei tot zichzelf: „Zeg het nul Nu
zeggen 1"
„Het vervolgt mei het idee wil mo niet
loslaten, dat je een geheim voor me hebt.
Ik maak me do afschuwelijkste voorstellin
gen, dat begrijp je toch wel. Ik bid je, wil
jo onze verhouding, onze vertrouwelijkheid,
ongeschonden bewaren, z?g het me. Ik weet
zeker: het is zoo eenvoudig, je geheim. We
zullen er om lachen, zoo eenvoudig als her
is. En nu zoek ik er de onmogelijkste din
gen achter, en ik ben vrecselijk bang en ze
nuwachtig, ik weet niet waarvoor
,,Ik begrijp niet wat voor spookbeelden je
je nu ineens in je hoofd bent gaan halen," zei
hij, gemaakt lache-d en boos En er klonk
iets nerveus in zijn stem, toen hij werktuig
lijk vervolgde, tracht. '1 te doen rte de ver
moorde onschuld: „Het lijkt wel een idéc
fixo, waaraan je bent gaan lijden I Als jc
nu absoluut wilt hebben, dat ik een ge
heim voor je heb, nu, laat ik er dan een
liebben en wees tevreden I Maar vraag mij
niet welk, want waarlijk, ik weet niet wat
je bedoelt."
En meteen dacht hij smartelijk: Nu kan ik
niet meer terug; nu heb ik mijn schepen ver
brand En hij had spijt van da woorden,
die van zijn lippen waren geloopen, maclii-
naal, omdat do leugen en het comcdiespel
in dit opzicht zijn tweede ik waren gewor
den.
Toen ging Freddy verder met haar bui
tengewone eerlijkheid, en ieder woord was
hem een dolksteek in het hart:
„Je hebt me lief, dat weet ik. En ik heb
jou lief. We zouden gelukkig worden als
man en vrouw, wanneer dat afschuwelijk ge
heim er niet was; dat geheim, hetwelk ik
nu haat! Zeg het mij, en het is er niet meer.
voor ons is het er niet meerWant wat het
ook zij, al is het het ergste, dat ik me voor
stel, hot zal geen beletsel voor mij wezen ie
vrouw te worden. Zeg het me dus alleen
als een boom, huis aan huis aanbellen,
vragend om een aalmoes. Wachtmeester (Ju-
likers, die hem spoedig in de gaten kreeg,
nam hem mede naar het bureau der ka
zerne, alwaar de man opgaf genaamd te
zijn H. N., oud 31 jaar, afkomstig uit Wil-
dervank (Groningen), alwaar hij als hulp
onderwijzer is werkzaam geweest. Hoe wel
bespraakt en mededeelzaam de man ook
was toch liet hij niets los omtrent de wij
ze, hoe hij uit zijn betrekking geraakt
was. Bedelend had hij dien grooten afstand
tot Zuid-Limburg to voet afgelegd; twee
dagen was hij mijnwerker geweest, doch
dat beviel hem ook al niet le erg; bedelen
ging veel gemakkelijker en bovendien do
verdiensten bedroegen soms nog meer. Hij
nam daarom dit baantje weer op met ge
volg, dat hij thans bekeurd werd wegens
bedelarij.
Aan de aanmaning dit beroep niet meer
voort te zetten, schijnt deze cx-ondcrwijzer
zich niet erg te storen; althans, naar w;j
nader vernemen, werd bij andermaal be
keurd wegens bedelarij. („L. K.")
In verschillende plaatsen,
van Yoigtland zijn Woensdag herhaaldelijk
hevige aardschokken gevoeld, t© Bnim-
hach bijv. tusschen 's middags 1 uur tot
's avonds 10 uren dertigmaal. De aard-
stooten gingen vergezeld van een knal nis
hij een ontploffing en van een dof gerom
mel. Woensdagnacht waren de schokken
minder hevig, maar gisterochtend werden
de bewoners weder verontrust door een
hevige aardsehudding.
De Duitschers krijgen t e li
kens van een nieuwe belasting to hooren.
Volgens de „Lokal-Anzeiger" was het plan
om, behalve d© el»>ctriciteitsbelasting ook
een belasting van electrischo gloeilampen
te heffen, door er een 1 anderol van 20
pfennig op te plakken.
Dc Bondsraad inoet dit bedrag 'echter
aanmerkelijk verlaagd hebben.
Een dia ma nth. ndelaar to
Parijs, Louis Goldsmith, die sinds 30 jaar
in het vak was en aller vertrouwen genoot,
ia dezer dagen gevlucht, met medeneming
van een groot b drag aa»; diamanten, die
hem waren toevertrouwd door andere
kooplieden. Het tekort, dat hij achterlaat,
bedraagt eenigo millioenen. Met grooto
brutaliteit heeft hij zijn vlucht volvoerd.
Het spreekwoord gedachtig- de brutalen
hebben dc halve wereld, liet hij zich d^or
zijn bediende, die een zwaar \alies droeg,
gevuld met diamanten, naar het station
biengen, alsof hij een zijner gewone reizen
naar Londen ondernam, waar hij ook een
groot kantoor heeft.
Sinds dien heeft men echter niets meer
van hem gehoord.
De Amerikaansche bladen
geven beschrijvingen van het landhuis in de
Poeantice Hills, dat Roefeller heeft la
ten bouwen. Het is zoo'n merkwaardig ge
bouw, omdat cr door den architect naar
is gestreefd lïct landhuis en de uitgestrek
te parken, die het omringen, zóó in te
richten, dat Rockefeller in zijn kasteel on
vindbaar is voor deurwaarders, die hem
een dagvaarding zouden willen bcteekenen,
om als g.tuigc te verschijnen in de hon-
derd-en-één proeessen tegen do „Standard
Oil." In de parken om hc "huis zijn overal
doodlooponde wegen en plotselinge water-
of muurversperringen aangebracht, welke
een ongenooden en dus onwelkomen bezoe
ker den doortocht naar het kasteel belet
ten. Bovendien zijn om het park en om
het landhuis kordons van speurders en
wachters geplaatst, die dag en nacht den
toegang tot de veste bewaken.
maar even, en alles is in orde! ...Toe, zes
het me... aan mijn oor!" drong zij.
En hij: „Maar Freddy, ik ben toch niet
gekl Zou ik het zooeven zóó beslist ontkend
hebben, vanneer er werkelijk iets was? Ik
dacht, dat jc na die pertinente verklaring
je ongelijk zoudt inzien l En wat die kwes
tie van mo vrouw worden betreft, het spijt
m© dat j© zoo'n teer punt hebt aango-
roerd...."
„Maar, Frans, we mogen elkaar toch al
lee zeggen! Wie mogen er dan ronduit pra
ten, als wij het niet mogen doen?"
Ik houd niet genoeg of liever niet op de
goedo manier van je om mijn vrouw van
jo te maken. Ik ben niet voor het huwelijk
in de wieg gelogd. Ik heb het jc al ecna
meer gezegd, en ik dacht, dat je me ge
loofde. W ij zouden elkaar altijd gcloo-
vau. Maar jouw geloof in mij sohijnt *11-
ccns verdwenen to zijn. Waarmee heb ik
dat verdiend? Ik zal nooit trouwen heb
ik je gezegd, en ik heb de waarheid gespro
ken, of jo me gelooft of niet
De laatst© woorden werden luid cn drif
tig gezegd.
Tranen sprongen in haar oogen, toen z
zei: „Ik geloof, dat we voor vandaag go
noeg gesproken hebben, Frans... 't Is goed,
ik zal er niet meer op terugkomen, ik zal
je niet meer lastig vallen. Houd je geheim,
totdat je liet mo zeggen zal uit jo eigen.
Adieu, tot morgen, hé?"
En zij ging. Hij voelde, dat er iets onher
roepelijk stuk was in hun vriendschap, cn
hij verbaasde en verontwaardigde zich
weer over zichzelf. Waarom had hij het nu
niet gezegd?! Het was zoo eenvoudig. Hij
hield van haar, ontzaglijk, cn hij wist nu:
zij hield van hem. Wat voor beletsel zou er
zijn om man en vrouw te wordenHet waa
idioot! Alleen zij moest het weten.
■En hij zou het du nimmer meer kunnen
zeggen, dat voelde hijnu nog minder dan
ooit.