N°. 149;9 lO October A0. 1908. <Deze igourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Offieieele Kennisgeving. VerhiEZing van Leden van den Gemeen'eraed. HET OPENBAAR GEZAG. FEUILLETON. Voor vrouw ess Edud. PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30. Franco per post1.65. PRIJS 1)EU ADVERTENTIE** Van 16 regeh ƒ1.05. Ieder© regel meer 0,174. flrootere .'ottersnaar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk tiontal woorden meer 10 Cents.-Voor het incasseeren wordt/"b.03 i erekend. Do Burgemeester van Leiden, Gelet op de artikelen 8 en 9 der Gemeen tewet en op do artikelen 1 en 3 van het- Koninklijk Besluit van den Bsten Mei 1897, zoonis het is gewijzigd bij dat van 10 Jan. •1901 Brengt ter kennis van de kiesgerechtig den, dat de verkiezing (candidaat- stellijtg) van één lid van eten Ge meenteraad in iicttweedc kies- district, bevattende de wijken II, .V. IX on XII, «ui cc stcmdistricten II, V en VIII, ter vervulling van de vacature ontstaan door het bedanken van den heer S. J. Ie Poole, die in 1909 aan dc beurt van aftreding zou zijn geweest, en van n 1 i d v a n d i e n It a a d in hetzelfde kiesdistrict tor vervulling van do vacature ontstaan door het vertrek uit do gemeente van den lieer D. Stigter, die in 1913 zoude hebben moeten aftreden, zal plaats hebben op D n s d a g 20 O c t. a. s., de stemming, zoo die noodig mocht blijken, op V r ij d a g 30 O c t. a. s. en dc even- tueele herstemming op V r ij d a g 6 No vember d. a. v. Op den dag der verkiezing, 20 October, kunnen ter Secretarie dezer gemeente, bij hem, Burgemeester, van des voormiddags negen uren tot des namiddags vier uren opgaven van candidaten worden inge leverd. Deze opgaven moeten inhouden den naam. dc voorletters ca dc woonplaats van den candidaat en onderteekend zijn door ten minste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor dc inlevering geschiedt. P inlevering der opgaven moot persoon lijk geschieden door een of meer personen, die haar hebben onderteckend, terwijl do tot invulling bestemde formulieren van de ze- opgaven kosteloos ter Secretarie verkrijg baar zijn gesteld vanaf heden tot en met den dag der verkiezing. Do Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 2 October 1908. I. Reeds zijn meer dan tien jaren verloo- pen, sedert dc in en buiten de politic we reld zoo algemeen bekende en hoogst ver dienstelijke Van Waning in een vlugschrift wees op de uiterst gebrekkige, allen samen hang missende inrichting onzer tweeslach tige politie, wier samenstelling nog steeds voor een deel op de zelfstandigheid der ge meenten rust. Sedert is nagenoeg niets veranderd, is al les gebleven bij voornemens en beloften en is ook de stem van Van Waning gebleven een stem des roependen in do woestijn. Daarom is het zoo nuttig, om nu en dan do bij uitstek belangrijke aangelegenheid der politie eens opzettelijk te bespreken, cn wij willen daartoe thans in ons blad over gaan, onder de uitdrukkelijke verzekering, dat wij ons daarbij allerminst zullen laten leiden door indrukken van bepaalde feiten, noch door omstandigheden van plaatsclij- ken aard. Al was er zoo juist een tiental moorden bedreven zonder dat men één der daders kon opsporen, wij zouden er onze kalmte en onpartijdigheid geenszins dioor verheven. Bovendien weten wij allen zeer goed, dat de taak der politie heel wat ruimer is, dao de helpende hand te bieden tot het opspo ren van de daders van misdrijven. Die taak in het algemeen is dikwijls zeer zwaar c.n indien der openbaro macht gebreken en te kortkomingen aankleven, wat zeker niet te ontkennen valt, dan is het wel plicht om dergelijke feiten zonder vcrschooniug aan te wijzen, maar de eerlijkheid gebiedt om dieper af te dalen, do oorzaken op te spo ren en ernstig do vraag te overwegen, of het wel de politie zelve is, die het meest, ver dient door verwijten te worden getroffen on of dc ware bron van het kwaad niet el ders gelegen isl Men weet het, de taak der openbars macht is tweeledig. Zij treedt preven tie f en repressief op. On7/09 inziens is d; waarde der politie vooral gelegen in haar preventieve kracht, dat wil zeggen van haar invloed om versto ring der orde tc voorkomen cn het plegen van strafbare feiten cn overtredingen zoo veel mogelijk tegen te gaan. Dit is van veel grooter bctcckenis dan het repressieve deel der taak want het is van oneindig grooter l>clang kwaadi te voorkomen dan den kwaad doener op te sporen. Maar dan spreekt het ook wel vanzelf, dat zeer veel afhangt van de wijze van handelen cn optreden dat de politie voor- I al de draagster van haar eigen gezag moet wezen en dat een zeer groole mato van tact, kalmte en menschenkennis bij haar optre den noodig is. Het openbaar gezag be- hoort door zijn eigen handelingen eerbied I cn ontzag af to dwingen. De eenvoudigste politiedienaar verte genwoordigt het gezag en de wet, cn al moge zijn taak een andere wezen, hij moet een even waardig persoon zijn als de rech ter. Het verzwakt z.ijn aanzien in do oogen van het sclierpziendo en veoleischendo pu bliek, als hij meet met twee maten, al3 oen heer voor hem iets anders is dan een knecht, als hij de oogen sluit wanneer het een persoon van aanzien en rijkdom geldt, en de mindere man ai do zwaarte van wet en gezag moet voelen. Er is nu eenmaal één recht voor den straatbengel en het fijne heertje, dat de kat in donker knijpt. Gunsten cn fooien kunnen daarin geen verandering brengen cn hot beeld van Themis is blind. Toch staat het vast, dat er ontzaglijk veel tact noodig is om ieder te goven wat hem toekomt, en de man van het gezag, die nooit iets door do vingers weet te zien, die nooit eens op het geschikte oogenblik den verkeerden kant uitkijkt, die nooit één oog dioht weet te doen, is niet de rechte man op do rechte plaats. Daarbij moot de ambtenaar van het ge zag wezen een beschaafd mensch, die be leidvol weet te handelen. Door het gebruik van dikke woorden benadeelt hij het gezag, dat hem is toevertrouwd, door tactvol en snel te handelen bevordert hij het. De man der politie, gewoon te vitten, zich in kleinigheden cn haarkloverijen te verdio- pen, prikkelt tot verzet, bcleedigt hot rechtgcvoel, dat wel degelijk in het volk leeft, maakt zichzelf verachtelijk en soms onmogelijk. Het is maar al to waar, dat zulke mis plaatste figuren nog vaak voorkomen in hot politiekorps, waarin _ze niet ruoosten voorkomen. Gebruiken wij hier het woord mis plaatst", dan doen wij het opzettelijk; want, het betreft menschcn, dio elders wellicht zeer goed op hun plaats zouden geweest zijn. Daarom is het ook onze mea ning, dat de voornaamste tekortkoming is gelegen in dc wettelijke bepalingen, Jie het poli-ticgezag regelen; beter gezegd aan het ontbreken van zulke bepalingen, én verder aan do lioogcro ambtenaren, die do dienaren van politie benoemen en aan bevelen. Nu zullen we de laatste zijn om te bewe ren, dat mistasten in de keuzo van perso nen altijd te voorkomen is. Maar d i t is toch zeer goed bekend bij de koogert ambtenaren, de gemeente-besturen en den wetgever, dat de zware en hoogst gewich tige taak der politic van dien aard is, dat zij kennis en algemeeno ontwikkeling ver- cischt, benevens een zekere mate van zelf standigheid. Alleen wanneer do politie met eulko hoedanigheden gewapend is, kan zij rekenen op datgene, zonder hetwelk haar taak eenvoudig onmogelijk is, n.l. op den steun van het meer beschaafde en welge zinde publiek. Die steun moet wortelen in vertrouwen cn achting. En welke waarborgen cisoht men nu voor het bezit van dat hoog noodige l Maar hieromtrent zijn immers geen rogcis gesteld Er zijn geen voorschriften omtrent oplei ding in de kennis van liet politiewezen cn wat er mee in hot- nauwste verband 6taat. Voor de hoogcrc rangen redfmen zich door het instellen van particuliere examens en bet uitreiken van diploma's; maar een vol komen gezonde toestond is dab niet cn het baat niet voor do lagere rangen. Geen wettelijk voorschrift regelt de be zoldiging der politic-ambtenaren, verhin dert., dat men een ambtenaar aanstelt, die er bijbaantjes op na moet houden, zooal niet zich de handen moeten laten stoppen of fat soenlijk bedelen. Het ergste van do zaak i3 zekor de volko men zelfstandigheid der gemeentebesturen, die dit ernstig onderwerp vaak schromelijk verwaarloozen, on het is inderdaad ver schrikkelijk, dat de wetgever zulke drin gende volksbelangen zoo geheel cn al voor bij ziet. Het voorbereidend werk van be noemde Staatscommissien heeft nooit tot iets geleid en sinds een halve eeuw heeft men de zaak eenvoudig laten rusten. En dat in een tijd van onveiligheid en bandeloos heid als de on7.eeen tijd, waarin het pu bliek er zoo groote behoefte aau heeft, in den poli tie-die naar den vriend te zien, op wién het vertrouwen kan, op wiens steun het kan rekenen. Gemeentebesturen moes ten, om het daarheen te leiden, moeite noch kosten ontzien en eerst, wanneer men de po litie in staat stelt haar gezag hoog te hou den door haar eigen hoedanigheden, kan haar werkkring in waarheid zijn wat de be langen der samenleving dringend eischen. Leiden, 60 October*. Als ouderlingen bij de Ned.-Herv. Gem. alhier zijn herkozen de heeren M. Ovcrduin, J. dc Haan en P. Mazurolge kozen tot ouderling ia de heer F. Uit ten- broek in do plaats van den heer B. II. Jansen, die niet werd herkozen. Als diakenen zijn herkozen de liceron J. van Weizen Jzn., A. J. van Hoeken P.Jzn., W. Splinter en L. Mulder. Onzo Haagsoho correspondent schrijft ons Het is mij gebleken, dat mijn bericht van eonige dagen geleden, dat het door den Raad van Defensie uitgebrachte advies over dc door minister Sabron voorgestelde wijzi ging cn aanvulling der Militiewet in hoofd zaak gunstig is, op een misverstand berust. Bedoeld advies ls door den Minister on der geheimhouding aan do Tweede Kamer overgelegd. Ik kan echter medodéelen, dat vorscliil- lendc Kamerleden zioh met dio geheimhou ding niet kunnen ve>reenigen en daarom po gingen in het werk stellen om haar opge heven te krijgen. Zij zijn van oordeel, dat hot advies van dien aard Is, dat de inhoud er vari bij do behandeling der wet openbaar moet kunnen worden. (Tol.) Tot algemeen voorzitter van den .Volksbond tegen Drankmisbruik" is, in de plaats van prof. dr. C. A. Pekelharing, te Utrecht, die aftrad, benoemd mr. F. W. J. G Snijder van Wisscnkerko tc Wasse naar. De heer Pekelharing zal optreden als onder-voorzitter. Bij de besturen der Kiesvereeniging ,,De Marne" cn do Liberale Kieevcreeni- ging te Zuidhorn is bericht gekomen, dat do heer Zijlma niet. weer in aanmerking wenscht te komen voor een Kamerzetel. De voor den dienst in Indiè bestemd© tijd. officier vau gez. 2d© kl. H M. G. Dikshoorn zal 31 October a.s. zijn bestem ming naar Batavia volgen. Het stoomschip B o g o r vertrok 9 Oct. van Batavia naar Rotterdamdo Zaanland, van Amsterdam naar Bra zilië on Buenos-Ayres, vertrok 9 Oct. van Boulogne; do Sooa t d ij k, van Newport- News naar Amsterdam en Rotterdam, pas seerde 0 Oct. Scilly de Voorburg ar riveerde 9 Oct. van Savannah te Rotter dam; do Koning Willem II, van Am sterdam naar Batavia, arriveerde 9 Oct. te Lissabon; de Th om is vertrok 9 Oct. van Amsterdam naar Stettinde Ad m i- r a 1, uitreis, arriveerde 8 Oct. te Aden, de Montgomeryshire, van Java naar Amsterdam, vertrok 8 Oct. van Port-Siid. ALPHEN. Do uislag der loting voor de nationale militie, lichting 1909, is als volgt: Corn. A. vau Amsterdam No. 50; J. Bauer 35; J. v. d. Berg 12; A. van Bergen 48, A. Blok 16; P. Boer 11; G. Boot 45 broederdienst; H Bosman 37G. van Dam 42; H. v. Driel 8; G. A. Eigeman 23, li chaamsgebreken; N. de Goede 3; J. Groe nendijk 13; L. 't Hart 2) J. D. Harting 7; A. Havcnaar 40, broederdienst; II Heinen 20, onder de maat; P. vlei Hollander 39. broederdienst; E. Horsman 41; D. de Ja ger 18; C. do Jong K P Leiderman 41; P. Ktein 19; A. Koren 26; K wake maak 43; A de Kwant 4; J. T. Laugelaar 4R; •f. van Leeuwen 22, onder do maat; Jurr. v Lccuvcn 25; G. I.intveU' 9, lichaamsge breken; W. J. v. Lokhorst 24; B. Moorer 51; C. Mooy 29; G. A. Mun-iik 15; Z. C. Nagtegaal 36; A. Kcnnie 30; J. II. Oos lei om 10. onder de maat; i'. van Oosteroin 33, Iichaamsgebr. H. Uudencs 27; P. A. Over vliet 17: C. Punncvis 14; A. J Ploe ger 19, lichaamsgebreken, T Reyneveld G; L. O. Kutten 33; P. Schollaardt 3*2; G. Spek 2, broederdiSn&t; J. Sprcy 31; A. Spruyt 28, broederdienst; A. v. d. Velden 31, broederdienstT Vis 47, en H. van Vliet 5. lichaamsgebreken. BODEGRAVEN. Gistcrm'Pdag stortte bij het afrijden van do hoogte aau dc sluis, alhier, oen hondenkar, waai -jor ccn hond was gespannen en zijn geleider in dc diep© sluiskolk. Een man, die op krukken ztch voortbeweegt, was toevallig in do nabijheid cn had de tegenwoordigheid van geest den geleider van de hondenkar één zijner kruk ken toe te steken, om hem voor verdrinken te behoeden, waarna meer hulp kwam op dagen cn men den drenkeling bij den hoo gen wal op uit het water trok. Ook do hond en de kar werden daarna op het droge ge haald. HILLEGOM. In do zaal van den heer/ Sistermans zal op Dinsdag 13 dezer door do toon eel vcreeniging ,,1'Amitie". alhier, een extra uitvoering worden gegeven, ten bate van de St.-Elisabcths-vereeniging. Alsdan zal worden opgevoerd „Aan Go<l en Koning trouw", sucoesdrama in drie bedrijven. KOUDEKERK. Door het Rijk is een aan tubereuloso lijdend rund van Jae. van den Berg overgenomen voor 105. Bij de loting voor de nationale mili tie zijn de volgende nummers getrokken: C. Visser 1, G. Dorre paal 2, S. van Vliet 3, W. Boef 4, J. H. van der Velden 5, T. Bos 6, J. Vonk 7, B. do Wit 8, 0. do Groot 9, J. de Jeu 10, H. Verburg 11, J. do Ligny 12, J. van Klaveren 13, D. Ra- vensbergen 14, G. Verbree 15, L. van Wet ten KT. TER-AAR. Eeu ongeveer 4-jarig meisje van den tuinder M. v. F. te Langeraar, dat zich vermoedelijk heeft willen was- achen en zich bevond op de stoep bij hot huis viel in het water zonder dat het door iemand werd bemerkt. Toen de ouders het kind misten vond men het levenloos in het water. Pogingon tot opwekking der levens geesten bleven vruchteloos. WOUBRUGGE. Naar men verneemt is door de politie alhier, tegen ren der huis eigenaren pröces-verbaial opgemaakt, om dat hij niet voldaan heeft aan do bouw- en woningverordening dozer gemeente, en we! betrekkelijk bet daarstcllcn van een beer put, zooals die verordening voorschrijft. Het jaarlijkscho onderzoek van ver lofgangers der Landweer dezer gemeente, zal op Woensdag i Nov. a.s. plaat3 hebben te Oudshoorn in hot Nutsgebouw; lichting 190S des voorm. 10 uren, en lichtingen 1903— 1907 des nam. te één uur. 44) „Ja, ja 1" riep Jozef, terwyi de tranen langs zjjn door de zon geroosterde wangen biggel den, „ja, zie, zie, Andró: dezelfde fraaie lok ken, datzelfdo blanke voorhoofd, diezelfde vriendelijke lach om den kleinen mond. Even beeld mijner Genevióv®," riep hy on drukte een teederen kus op de maagdelijke lippen van Thórèsedaarop verborg hl) zyn gelaat in beide handen en weende. LozerHad Jozsf Tibout geen stof tot vresnen? Tegen don avond opendo Thérèse de oogon. Zy richtte zich op en staarde verbaasd in het rond. „Waar, waar bon lk?" vroeg zij en haar blik viel op het eerlyko gelaat van Jozof. „Goddankhaar bewustzijn is teruggekeerd I" riep Jozef, cn zonder Thérèse te antwoorden, wendde hy zich tot vrouw Cocardot: „Gy hebt gehoord, wat de dokter gezegd hóelt: verstorkende middelen zoodra zy ontwaakt, bouillon, wijn „0, laat dit aan my over, Jozef," antwoordde moeder Cocardot, „ik weet, wat zy behoeft." „Ziedaar geld," zeide Jozef, de oudo «enige francs govendo, zonder ze te tellen, „ziedaar, koop wat er zyn moet, spaar geen geld, en mocht gy te kort komen, dan zal ik u meer geven „Wy zullen zien, buurman, wy zullen zien," eoi.io vrouw Cocardot, terwijl zy ztch veiwy- derdo met het stellige voornemen een paar francs voor zich te bohouden als buitengewone voordeelen, aan de betrekking van de zioken- oppaator verbonden. Terwyi Jozef zich aldus bazig hield met vrouw Cocardot, had Thóióse nogmaals de vraag herhaald waar zy zich bevond. „O, ten huizo van oen braaf, van een eer- ïyk man," gat Andró ten antwoord, „van eon vriond van toy, van een oud diagouder van het zesdo, die u gered heeft." „Gered?" „Ja, van verdrinken." „01" riep Théièse, „liet was dan geen droom En de graaf, weet hy, dat ik hier ben „De graaf, wy kennen geen graaf," gaf An dró ten antwoord; „drommels, eon graaf, dat is iets voornaams, on wy zyn slechts een voudige lieden. Ik ben reizend koopman m beelden, en uw redder 18 Jozef, bygenaamd do Savoyaard, van beroep huurkoetsier, voe rende de üacro 226, zooais men voor de recht bank zeggen zou." „hJn gy hebt my gored?" vroeg Thóróse aan Jozet, die weder aan het bod had plaats genomen. „Ja, juffrouw, ik was zoo gelukkig" gaf Jozef ten aulwoord, „en don Hemel zy dank, dat ik u zooverre hersteld zie." „Gy hebt my gered uit de Seine, nietwaar?" hornani Théièse, baar hand tegen het voor hoofd drukkende, nis oin haar gedachten by- oen te zamelen. „Ha ja, lk horiunor my. O, dat wae veischrikkoiyk!" En een kille huivo ring overviel haar. „Zy zweeg eenigo oogcnblikkon. „0, donk er mot meor aan," zeide Jozef; „waartoe die akelige herinnering, de doktor heeft hot verboden." „Ik herinner my. Het was roeda iaat; elf uur of daaromtrent, nietwaar?" „Ruim elf uur." „Ik wilde naar Chaillot gaan; er zou my Iemand to gemoet komen, maar ik ontmoette hom niet. Ik bad ver geloopen, ik was ver moeid. Aan do rivier gekomen, zetle ik my op een bank neder, om wat uit te rusten want rayn boenen weigerden my hun dienst." Jozof en Andró luisterden aandachtig. „De nacht, do eenzaamheid en de duisternis maakton my bang; ik had den moed niet meor rnyn weg naar Chaillot te vervolgen en een voorgovocl zeide my, dat er iets verschrik kelijks gobeuien zou. Ik besloot dus terug te keerun, te meer, daar ik overtuigd was, Am- brosius niot te zullen ontmoeten." „Ambrosiu*, de beminde," fluisterde Andró Jozef in. „En do gedachte, dat myn goede moeder mU reeds in veiligheid waande „Uw moeder.. zy was dus bokend mot uw nachtolykon tocht en zy liet u alleen gaan?" vroeg Jozef. „O, beschuldig haar niet," antwoorddo Thé- rèso, „zy dacht, dat Ambrosius, onzo oude bediondo, my wachten zou op den hook van de straat Du Bac, om mot hem naar Chaillot te gaan." Jozot zag by doze woorden Andró veel beduidend aau, om hom zyn achterdocht te verwyten. „Ik stond op," vervolgde Thó.èso, „doch nauwelyks had ik eenigo schreden op den terugweg gedaan, of ik zag twee mannen." Een yakoude rilling overviel haar. Andró was van zyn stoel opgerezen om aandachtigor te kunnon luisteren. „Een dier mannon naderdo my; ik zag, dat zyn gelaat mot een masker bodekt was. „Uw geld!" riep hy. Ik uitte een luiden kieet, maar motoon groep hy my by de keel; ik zag don anderen man my naderenhy, die my by de keel gevat had, kneep zyn vuist, die myn hals omklemde, dicht." „Wat!" riep Andró, op een toon, welke vrouw Cocardot, dio juist belast en beladen mot flosschen, zakjes en kopjos binnentrad, zoozeer verschrikte, dat de voorraad, dien zy droeg, haar ontglipte en op don grond viel. „Wat, oen aanranding?" „Ik verloor myn bowustzyn en ik voelde, dat ik aan de Yooten van myn aanrander nederviel." „Arm kindl" zeide Jozof, de hand van Thóróse met teederheid in de zyne drukkende. „Ik heb een plan," zeide Andró, heel ge wichtig, „ga voort, bid ik u, mejuffrouw." „Toen ik tot myzelven kwam, zag ik de sterren boven my schynen. Ik tastte rond, maar hoe onbeschrijflyk was myn schrik, toen ik bemerkto, dat ik op de rivier <Jr6ef; de roovers haddon my gewis, na my geplunderd te hebben, er in geworpen; ik uitte een lui den angst- en hulpkreet, verloor nogmaals myn bowustzyn en vorder weet ik niot, wat met my gebeurd Is. „Hot is gonoeg, dus geen zelfmoord," zoide Andró, „goen poging tot zelfmoord; ik weet thans genoeg en terwfll zyn gelaat van vreugde schitterde, stond hy op en zjjn hoed styf in do oogen drukkendo, maakte by zich gerood, de kamer to verlaten. „Waar gaat gy zoo eensklaps boon, Andié?" vroeg Jozet verwonderd. „Naar don commissaris van politie, mUn aanklacht doen. Aanranding, diefstal, poging tot moord, verhinderd, onalhankeiyk van den wil der Cadois." „Andró 1" „Neon, Jozef, laat my gnan I" riep Andró, „blyf gy hier; gy zyt uiet mot rechtzaken bekend, gij kent de vormen niot waarin een aanklacht moot geschieden; de zaak is crimi neel, crimineel zog lk u, gy zult bet zien, een ter-dood-veroordeeling." „Maar, Andró, wacht" „Neen, neen, do aanklacht moet zoo spoedig mogelyk geschieden," hernam Andró, „wil men niat, dat de misdadigers ontkomen. Luis ter: de aanklacht geschiedt; de procureur de? Keizers geelt bevel tot. inheentenisuemingd._ boosdoeners worden gegrepen. Een belangryk procos, Jozef on wfl zullen ons niet halfdood behoeven te dringen. Wy zullen op ons gemak op de bank dor getuigen plaats nemengeen enkel woord der advocaten, noch van den procureur des Keizers zal ons ontgaan. In óón uogonbiik ben ik terug." „Ik wil niet, dat gy gaan zult, Andró," zeide Jozef op gebiedenden toon. „0 neen, noen!" riep Tbórèse, „doe dat niet, mynheer." „Maar Loe eer de aanklacht geschiedt hoe beter." „Ik bid u te wachten, totdat lk den raad myner moeder zal hebben Ingewonnen, totdat ik thuis ial zl>n, want niemand wag weten waar ik my bevind." „Maar r.y vullen ontsnappen." „0, laat hen, ik bon gered," sprak Théièse, „en ik laat aan Gcd over de misdaad te wreken." „Zoo i'pre-kt een engel," zy Jozef; „cU hobt hot gehoo.d." „Welnu, ik gehoorzaam," zoide Andió te leurgesteld, „ik b yf." „De arme Thórise dankt er u voor l" zeide het meisje, haar kloine, blanke hand den min naar van processen reikondo „Thérèse," nep Jozef, „Théièao, is dat uw naam? Gy heet Thérèse?" (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5