N°. 149;9
lO October
A0. 1908.
<Deze igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Offieieele Kennisgeving.
VerhiEZing van Leden van den Gemeen'eraed.
HET OPENBAAR GEZAG.
FEUILLETON.
Voor vrouw ess Edud.
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents; per 3 maanden 1 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn 1.30.
Franco per post1.65.
PRIJS 1)EU ADVERTENTIE**
Van 16 regeh ƒ1.05. Ieder© regel meer 0,174. flrootere .'ottersnaar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Cents contant; elk
tiontal woorden meer 10 Cents.-Voor het incasseeren wordt/"b.03 i erekend.
Do Burgemeester van Leiden,
Gelet op de artikelen 8 en 9 der Gemeen
tewet en op do artikelen 1 en 3 van het-
Koninklijk Besluit van den Bsten Mei 1897,
zoonis het is gewijzigd bij dat van 10 Jan.
•1901
Brengt ter kennis van de kiesgerechtig
den, dat de verkiezing (candidaat-
stellijtg) van één lid van eten Ge
meenteraad in iicttweedc kies-
district, bevattende de wijken II,
.V. IX on XII, «ui cc stcmdistricten II, V
en VIII, ter vervulling van de vacature
ontstaan door het bedanken van den heer
S. J. Ie Poole, die in 1909 aan dc beurt van
aftreding zou zijn geweest, en van n 1 i d
v a n d i e n It a a d in hetzelfde
kiesdistrict tor vervulling van do
vacature ontstaan door het vertrek uit do
gemeente van den lieer D. Stigter, die in
1913 zoude hebben moeten aftreden, zal
plaats hebben op D n s d a g 20 O c t. a. s.,
de stemming, zoo die noodig mocht blijken,
op V r ij d a g 30 O c t. a. s. en dc even-
tueele herstemming op V r ij d a g 6 No
vember d. a. v.
Op den dag der verkiezing, 20 October,
kunnen ter Secretarie dezer gemeente, bij
hem, Burgemeester, van des voormiddags
negen uren tot des namiddags vier
uren opgaven van candidaten worden inge
leverd.
Deze opgaven moeten inhouden den naam.
dc voorletters ca dc woonplaats van den
candidaat en onderteekend zijn door ten
minste 40 kiezers, bevoegd tot deelneming
aan de verkiezing, waarvoor dc inlevering
geschiedt.
P inlevering der opgaven moot persoon
lijk geschieden door een of meer personen,
die haar hebben onderteckend, terwijl do
tot invulling bestemde formulieren van de
ze- opgaven kosteloos ter Secretarie verkrijg
baar zijn gesteld vanaf heden tot en met
den dag der verkiezing.
Do Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 2 October 1908.
I.
Reeds zijn meer dan tien jaren verloo-
pen, sedert dc in en buiten de politic we
reld zoo algemeen bekende en hoogst ver
dienstelijke Van Waning in een vlugschrift
wees op de uiterst gebrekkige, allen samen
hang missende inrichting onzer tweeslach
tige politie, wier samenstelling nog steeds
voor een deel op de zelfstandigheid der ge
meenten rust.
Sedert is nagenoeg niets veranderd, is al
les gebleven bij voornemens en beloften en
is ook de stem van Van Waning gebleven een
stem des roependen in do woestijn.
Daarom is het zoo nuttig, om nu en dan
do bij uitstek belangrijke aangelegenheid
der politie eens opzettelijk te bespreken,
cn wij willen daartoe thans in ons blad over
gaan, onder de uitdrukkelijke verzekering,
dat wij ons daarbij allerminst zullen laten
leiden door indrukken van bepaalde feiten,
noch door omstandigheden van plaatsclij-
ken aard.
Al was er zoo juist een tiental moorden
bedreven zonder dat men één der daders kon
opsporen, wij zouden er onze kalmte en
onpartijdigheid geenszins dioor verheven.
Bovendien weten wij allen zeer goed, dat
de taak der politie heel wat ruimer is, dao
de helpende hand te bieden tot het opspo
ren van de daders van misdrijven. Die taak
in het algemeen is dikwijls zeer zwaar c.n
indien der openbaro macht gebreken en te
kortkomingen aankleven, wat zeker niet te
ontkennen valt, dan is het wel plicht om
dergelijke feiten zonder vcrschooniug aan te
wijzen, maar de eerlijkheid gebiedt om
dieper af te dalen, do oorzaken op te spo
ren en ernstig do vraag te overwegen, of het
wel de politie zelve is, die het meest, ver
dient door verwijten te worden getroffen
on of dc ware bron van het kwaad niet el
ders gelegen isl
Men weet het, de taak der openbars
macht is tweeledig. Zij treedt preven
tie f en repressief op.
On7/09 inziens is d; waarde der politie
vooral gelegen in haar preventieve kracht,
dat wil zeggen van haar invloed om versto
ring der orde tc voorkomen cn het plegen
van strafbare feiten cn overtredingen zoo
veel mogelijk tegen te gaan. Dit is van veel
grooter bctcckenis dan het repressieve deel
der taak want het is van oneindig grooter
l>clang kwaadi te voorkomen dan den kwaad
doener op te sporen.
Maar dan spreekt het ook wel vanzelf,
dat zeer veel afhangt van de wijze van
handelen cn optreden dat de politie voor- I
al de draagster van haar eigen gezag moet
wezen en dat een zeer groole mato van tact,
kalmte en menschenkennis bij haar optre
den noodig is. Het openbaar gezag be-
hoort door zijn eigen handelingen eerbied I
cn ontzag af to dwingen.
De eenvoudigste politiedienaar verte
genwoordigt het gezag en de wet, cn al
moge zijn taak een andere wezen, hij moet
een even waardig persoon zijn als de rech
ter. Het verzwakt z.ijn aanzien in do oogen
van het sclierpziendo en veoleischendo pu
bliek, als hij meet met twee maten, al3 oen
heer voor hem iets anders is dan een
knecht, als hij de oogen sluit wanneer het
een persoon van aanzien en rijkdom geldt,
en de mindere man ai do zwaarte van wet
en gezag moet voelen.
Er is nu eenmaal één recht voor den
straatbengel en het fijne heertje, dat de
kat in donker knijpt. Gunsten cn fooien
kunnen daarin geen verandering brengen
cn hot beeld van Themis is blind.
Toch staat het vast, dat er ontzaglijk
veel tact noodig is om ieder te goven wat
hem toekomt, en de man van het gezag,
die nooit iets door do vingers weet te zien,
die nooit eens op het geschikte oogenblik
den verkeerden kant uitkijkt, die nooit één
oog dioht weet te doen, is niet de rechte
man op do rechte plaats.
Daarbij moot de ambtenaar van het ge
zag wezen een beschaafd mensch, die be
leidvol weet te handelen. Door het gebruik
van dikke woorden benadeelt hij het gezag,
dat hem is toevertrouwd, door tactvol en
snel te handelen bevordert hij het. De
man der politie, gewoon te vitten, zich in
kleinigheden cn haarkloverijen te verdio-
pen, prikkelt tot verzet, bcleedigt hot
rechtgcvoel, dat wel degelijk in het volk
leeft, maakt zichzelf verachtelijk en soms
onmogelijk.
Het is maar al to waar, dat zulke mis
plaatste figuren nog vaak voorkomen in hot
politiekorps, waarin _ze niet ruoosten
voorkomen.
Gebruiken wij hier het woord mis
plaatst", dan doen wij het opzettelijk;
want, het betreft menschcn, dio elders
wellicht zeer goed op hun plaats zouden
geweest zijn. Daarom is het ook onze mea
ning, dat de voornaamste tekortkoming is
gelegen in dc wettelijke bepalingen, Jie
het poli-ticgezag regelen; beter gezegd aan
het ontbreken van zulke bepalingen, én
verder aan do lioogcro ambtenaren, die do
dienaren van politie benoemen en aan
bevelen.
Nu zullen we de laatste zijn om te bewe
ren, dat mistasten in de keuzo van perso
nen altijd te voorkomen is. Maar d i t is
toch zeer goed bekend bij de koogert
ambtenaren, de gemeente-besturen en den
wetgever, dat de zware en hoogst gewich
tige taak der politic van dien aard is, dat
zij kennis en algemeeno ontwikkeling ver-
cischt, benevens een zekere mate van zelf
standigheid. Alleen wanneer do politie met
eulko hoedanigheden gewapend is, kan zij
rekenen op datgene, zonder hetwelk haar
taak eenvoudig onmogelijk is, n.l. op den
steun van het meer beschaafde en welge
zinde publiek. Die steun moet wortelen in
vertrouwen cn achting.
En welke waarborgen cisoht men nu
voor het bezit van dat hoog noodige l Maar
hieromtrent zijn immers geen rogcis gesteld
Er zijn geen voorschriften omtrent oplei
ding in de kennis van liet politiewezen cn
wat er mee in hot- nauwste verband 6taat.
Voor de hoogcrc rangen redfmen zich door
het instellen van particuliere examens en
bet uitreiken van diploma's; maar een vol
komen gezonde toestond is dab niet cn het
baat niet voor do lagere rangen.
Geen wettelijk voorschrift regelt de be
zoldiging der politic-ambtenaren, verhin
dert., dat men een ambtenaar aanstelt, die
er bijbaantjes op na moet houden, zooal niet
zich de handen moeten laten stoppen of fat
soenlijk bedelen.
Het ergste van do zaak i3 zekor de volko
men zelfstandigheid der gemeentebesturen,
die dit ernstig onderwerp vaak schromelijk
verwaarloozen, on het is inderdaad ver
schrikkelijk, dat de wetgever zulke drin
gende volksbelangen zoo geheel cn al voor
bij ziet. Het voorbereidend werk van be
noemde Staatscommissien heeft nooit tot
iets geleid en sinds een halve eeuw heeft
men de zaak eenvoudig laten rusten. En dat
in een tijd van onveiligheid en bandeloos
heid als de on7.eeen tijd, waarin het pu
bliek er zoo groote behoefte aau heeft, in
den poli tie-die naar den vriend te zien, op
wién het vertrouwen kan, op wiens steun
het kan rekenen. Gemeentebesturen moes
ten, om het daarheen te leiden, moeite noch
kosten ontzien en eerst, wanneer men de po
litie in staat stelt haar gezag hoog te hou
den door haar eigen hoedanigheden, kan
haar werkkring in waarheid zijn wat de be
langen der samenleving dringend eischen.
Leiden, 60 October*.
Als ouderlingen bij de Ned.-Herv.
Gem. alhier zijn herkozen de heeren M.
Ovcrduin, J. dc Haan en P. Mazurolge
kozen tot ouderling ia de heer F. Uit ten-
broek in do plaats van den heer B. II.
Jansen, die niet werd herkozen.
Als diakenen zijn herkozen de liceron J.
van Weizen Jzn., A. J. van Hoeken P.Jzn.,
W. Splinter en L. Mulder.
Onzo Haagsoho correspondent schrijft
ons
Het is mij gebleken, dat mijn bericht van
eonige dagen geleden, dat het door den
Raad van Defensie uitgebrachte advies over
dc door minister Sabron voorgestelde wijzi
ging cn aanvulling der Militiewet in hoofd
zaak gunstig is, op een misverstand berust.
Bedoeld advies ls door den Minister on
der geheimhouding aan do Tweede Kamer
overgelegd.
Ik kan echter medodéelen, dat vorscliil-
lendc Kamerleden zioh met dio geheimhou
ding niet kunnen ve>reenigen en daarom po
gingen in het werk stellen om haar opge
heven te krijgen.
Zij zijn van oordeel, dat hot advies van
dien aard Is, dat de inhoud er vari bij do
behandeling der wet openbaar moet kunnen
worden. (Tol.)
Tot algemeen voorzitter van den
.Volksbond tegen Drankmisbruik" is, in de
plaats van prof. dr. C. A. Pekelharing,
te Utrecht, die aftrad, benoemd mr. F. W.
J. G Snijder van Wisscnkerko tc Wasse
naar. De heer Pekelharing zal optreden
als onder-voorzitter.
Bij de besturen der Kiesvereeniging
,,De Marne" cn do Liberale Kieevcreeni-
ging te Zuidhorn is bericht gekomen, dat do
heer Zijlma niet. weer in aanmerking
wenscht te komen voor een Kamerzetel.
De voor den dienst in Indiè bestemd©
tijd. officier vau gez. 2d© kl. H M. G.
Dikshoorn zal 31 October a.s. zijn bestem
ming naar Batavia volgen.
Het stoomschip B o g o r vertrok 9
Oct. van Batavia naar Rotterdamdo
Zaanland, van Amsterdam naar Bra
zilië on Buenos-Ayres, vertrok 9 Oct. van
Boulogne; do Sooa t d ij k, van Newport-
News naar Amsterdam en Rotterdam, pas
seerde 0 Oct. Scilly de Voorburg ar
riveerde 9 Oct. van Savannah te Rotter
dam; do Koning Willem II, van Am
sterdam naar Batavia, arriveerde 9 Oct.
te Lissabon; de Th om is vertrok 9 Oct.
van Amsterdam naar Stettinde Ad m i-
r a 1, uitreis, arriveerde 8 Oct. te Aden, de
Montgomeryshire, van Java naar
Amsterdam, vertrok 8 Oct. van Port-Siid.
ALPHEN. Do uislag der loting voor de
nationale militie, lichting 1909, is als
volgt:
Corn. A. vau Amsterdam No. 50; J.
Bauer 35; J. v. d. Berg 12; A. van Bergen
48, A. Blok 16; P. Boer 11; G. Boot 45
broederdienst; H Bosman 37G. van Dam
42; H. v. Driel 8; G. A. Eigeman 23, li
chaamsgebreken; N. de Goede 3; J. Groe
nendijk 13; L. 't Hart 2) J. D. Harting 7;
A. Havcnaar 40, broederdienst; II Heinen
20, onder de maat; P. vlei Hollander 39.
broederdienst; E. Horsman 41; D. de Ja
ger 18; C. do Jong K P Leiderman 41;
P. Ktein 19; A. Koren 26; K wake maak
43; A de Kwant 4; J. T. Laugelaar 4R;
•f. van Leeuwen 22, onder do maat; Jurr.
v Lccuvcn 25; G. I.intveU' 9, lichaamsge
breken; W. J. v. Lokhorst 24; B. Moorer
51; C. Mooy 29; G. A. Mun-iik 15; Z. C.
Nagtegaal 36; A. Kcnnie 30; J. II. Oos
lei om 10. onder de maat; i'. van Oosteroin
33, Iichaamsgebr. H. Uudencs 27; P. A.
Over vliet 17: C. Punncvis 14; A. J Ploe
ger 19, lichaamsgebreken, T Reyneveld G;
L. O. Kutten 33; P. Schollaardt 3*2; G.
Spek 2, broederdiSn&t; J. Sprcy 31; A.
Spruyt 28, broederdienst; A. v. d. Velden
31, broederdienstT Vis 47, en H. van
Vliet 5. lichaamsgebreken.
BODEGRAVEN. Gistcrm'Pdag stortte
bij het afrijden van do hoogte aau dc sluis,
alhier, oen hondenkar, waai -jor ccn hond
was gespannen en zijn geleider in dc diep©
sluiskolk. Een man, die op krukken ztch
voortbeweegt, was toevallig in do nabijheid
cn had de tegenwoordigheid van geest den
geleider van de hondenkar één zijner kruk
ken toe te steken, om hem voor verdrinken
te behoeden, waarna meer hulp kwam op
dagen cn men den drenkeling bij den hoo
gen wal op uit het water trok. Ook do hond
en de kar werden daarna op het droge ge
haald.
HILLEGOM. In do zaal van den heer/
Sistermans zal op Dinsdag 13 dezer door
do toon eel vcreeniging ,,1'Amitie". alhier,
een extra uitvoering worden gegeven, ten
bate van de St.-Elisabcths-vereeniging.
Alsdan zal worden opgevoerd „Aan Go<l
en Koning trouw", sucoesdrama in drie
bedrijven.
KOUDEKERK. Door het Rijk is een
aan tubereuloso lijdend rund van Jae.
van den Berg overgenomen voor 105.
Bij de loting voor de nationale mili
tie zijn de volgende nummers getrokken:
C. Visser 1, G. Dorre paal 2, S. van
Vliet 3, W. Boef 4, J. H. van der Velden
5, T. Bos 6, J. Vonk 7, B. do Wit 8, 0. do
Groot 9, J. de Jeu 10, H. Verburg 11, J.
do Ligny 12, J. van Klaveren 13, D. Ra-
vensbergen 14, G. Verbree 15, L. van Wet
ten KT.
TER-AAR. Eeu ongeveer 4-jarig meisje
van den tuinder M. v. F. te Langeraar,
dat zich vermoedelijk heeft willen was-
achen en zich bevond op de stoep bij hot
huis viel in het water zonder dat het door
iemand werd bemerkt. Toen de ouders het
kind misten vond men het levenloos in het
water. Pogingon tot opwekking der levens
geesten bleven vruchteloos.
WOUBRUGGE. Naar men verneemt is
door de politie alhier, tegen ren der huis
eigenaren pröces-verbaial opgemaakt, om
dat hij niet voldaan heeft aan do bouw- en
woningverordening dozer gemeente, en we!
betrekkelijk bet daarstcllcn van een beer
put, zooals die verordening voorschrijft.
Het jaarlijkscho onderzoek van ver
lofgangers der Landweer dezer gemeente,
zal op Woensdag i Nov. a.s. plaat3 hebben
te Oudshoorn in hot Nutsgebouw; lichting
190S des voorm. 10 uren, en lichtingen 1903—
1907 des nam. te één uur.
44)
„Ja, ja 1" riep Jozef, terwyi de tranen langs
zjjn door de zon geroosterde wangen biggel
den, „ja, zie, zie, Andró: dezelfde fraaie lok
ken, datzelfdo blanke voorhoofd, diezelfde
vriendelijke lach om den kleinen mond. Even
beeld mijner Genevióv®," riep hy on drukte
een teederen kus op de maagdelijke lippen
van Thórèsedaarop verborg hl) zyn gelaat
in beide handen en weende.
LozerHad Jozsf Tibout geen stof tot
vresnen?
Tegen don avond opendo Thérèse de oogon.
Zy richtte zich op en staarde verbaasd in
het rond.
„Waar, waar bon lk?" vroeg zij en haar
blik viel op het eerlyko gelaat van Jozof.
„Goddankhaar bewustzijn is teruggekeerd I"
riep Jozef, cn zonder Thérèse te antwoorden,
wendde hy zich tot vrouw Cocardot: „Gy
hebt gehoord, wat de dokter gezegd hóelt:
verstorkende middelen zoodra zy ontwaakt,
bouillon, wijn
„0, laat dit aan my over, Jozef," antwoordde
moeder Cocardot, „ik weet, wat zy behoeft."
„Ziedaar geld," zeide Jozef, de oudo «enige
francs govendo, zonder ze te tellen, „ziedaar,
koop wat er zyn moet, spaar geen geld, en
mocht gy te kort komen, dan zal ik u meer
geven
„Wy zullen zien, buurman, wy zullen zien,"
eoi.io vrouw Cocardot, terwijl zy ztch veiwy-
derdo met het stellige voornemen een paar
francs voor zich te bohouden als buitengewone
voordeelen, aan de betrekking van de zioken-
oppaator verbonden.
Terwyi Jozef zich aldus bazig hield met
vrouw Cocardot, had Thóióse nogmaals de
vraag herhaald waar zy zich bevond.
„O, ten huizo van oen braaf, van een eer-
ïyk man," gat Andró ten antwoord, „van eon
vriond van toy, van een oud diagouder van
het zesdo, die u gered heeft."
„Gered?"
„Ja, van verdrinken."
„01" riep Théièse, „liet was dan geen
droom En de graaf, weet hy, dat ik hier
ben
„De graaf, wy kennen geen graaf," gaf An
dró ten antwoord; „drommels, eon graaf, dat
is iets voornaams, on wy zyn slechts een
voudige lieden. Ik ben reizend koopman m
beelden, en uw redder 18 Jozef, bygenaamd
do Savoyaard, van beroep huurkoetsier, voe
rende de üacro 226, zooais men voor de recht
bank zeggen zou."
„hJn gy hebt my gored?" vroeg Thóróse
aan Jozet, die weder aan het bod had plaats
genomen.
„Ja, juffrouw, ik was zoo gelukkig" gaf
Jozef ten aulwoord, „en don Hemel zy dank,
dat ik u zooverre hersteld zie."
„Gy hebt my gered uit de Seine, nietwaar?"
hornani Théièse, baar hand tegen het voor
hoofd drukkende, nis oin haar gedachten by-
oen te zamelen. „Ha ja, lk horiunor my. O,
dat wae veischrikkoiyk!" En een kille huivo
ring overviel haar.
„Zy zweeg eenigo oogcnblikkon.
„0, donk er mot meor aan," zeide Jozef;
„waartoe die akelige herinnering, de doktor
heeft hot verboden."
„Ik herinner my. Het was roeda iaat; elf
uur of daaromtrent, nietwaar?"
„Ruim elf uur."
„Ik wilde naar Chaillot gaan; er zou my
Iemand to gemoet komen, maar ik ontmoette
hom niet. Ik bad ver geloopen, ik was ver
moeid. Aan do rivier gekomen, zetle ik my
op een bank neder, om wat uit te rusten
want rayn boenen weigerden my hun dienst."
Jozof en Andró luisterden aandachtig.
„De nacht, do eenzaamheid en de duisternis
maakton my bang; ik had den moed niet
meor rnyn weg naar Chaillot te vervolgen en
een voorgovocl zeide my, dat er iets verschrik
kelijks gobeuien zou. Ik besloot dus terug te
keerun, te meer, daar ik overtuigd was, Am-
brosius niot te zullen ontmoeten."
„Ambrosiu*, de beminde," fluisterde Andró
Jozef in.
„En do gedachte, dat myn goede moeder
mU reeds in veiligheid waande
„Uw moeder.. zy was dus bokend mot
uw nachtolykon tocht en zy liet u alleen
gaan?" vroeg Jozef.
„O, beschuldig haar niet," antwoorddo Thé-
rèso, „zy dacht, dat Ambrosius, onzo oude
bediondo, my wachten zou op den hook van
de straat Du Bac, om mot hem naar Chaillot
te gaan."
Jozot zag by doze woorden Andró veel
beduidend aau, om hom zyn achterdocht te
verwyten.
„Ik stond op," vervolgde Thó.èso, „doch
nauwelyks had ik eenigo schreden op den
terugweg gedaan, of ik zag twee mannen."
Een yakoude rilling overviel haar.
Andró was van zyn stoel opgerezen om
aandachtigor te kunnon luisteren.
„Een dier mannon naderdo my; ik zag,
dat zyn gelaat mot een masker bodekt was.
„Uw geld!" riep hy. Ik uitte een luiden
kieet, maar motoon groep hy my by de keel;
ik zag don anderen man my naderenhy, die
my by de keel gevat had, kneep zyn vuist,
die myn hals omklemde, dicht."
„Wat!" riep Andró, op een toon, welke
vrouw Cocardot, dio juist belast en beladen
mot flosschen, zakjes en kopjos binnentrad,
zoozeer verschrikte, dat de voorraad, dien zy
droeg, haar ontglipte en op don grond viel.
„Wat, oen aanranding?"
„Ik verloor myn bowustzyn en ik voelde,
dat ik aan de Yooten van myn aanrander
nederviel."
„Arm kindl" zeide Jozof, de hand van
Thóróse met teederheid in de zyne drukkende.
„Ik heb een plan," zeide Andró, heel ge
wichtig, „ga voort, bid ik u, mejuffrouw."
„Toen ik tot myzelven kwam, zag ik de
sterren boven my schynen. Ik tastte rond,
maar hoe onbeschrijflyk was myn schrik, toen
ik bemerkto, dat ik op de rivier <Jr6ef; de
roovers haddon my gewis, na my geplunderd
te hebben, er in geworpen; ik uitte een lui
den angst- en hulpkreet, verloor nogmaals
myn bowustzyn en vorder weet ik niot, wat
met my gebeurd Is.
„Hot is gonoeg, dus geen zelfmoord," zoide
Andró, „goen poging tot zelfmoord; ik weet
thans genoeg en terwfll zyn gelaat van vreugde
schitterde, stond hy op en zjjn hoed styf in
do oogen drukkendo, maakte by zich gerood,
de kamer to verlaten.
„Waar gaat gy zoo eensklaps boon, Andié?"
vroeg Jozet verwonderd.
„Naar don commissaris van politie, mUn
aanklacht doen. Aanranding, diefstal, poging
tot moord, verhinderd, onalhankeiyk van den
wil der Cadois."
„Andró 1"
„Neon, Jozef, laat my gnan I" riep Andró,
„blyf gy hier; gy zyt uiet mot rechtzaken
bekend, gij kent de vormen niot waarin een
aanklacht moot geschieden; de zaak is crimi
neel, crimineel zog lk u, gy zult bet zien,
een ter-dood-veroordeeling."
„Maar, Andró, wacht"
„Neen, neen, do aanklacht moet zoo spoedig
mogelyk geschieden," hernam Andró, „wil
men niat, dat de misdadigers ontkomen. Luis
ter: de aanklacht geschiedt; de procureur de?
Keizers geelt bevel tot. inheentenisuemingd._
boosdoeners worden gegrepen. Een belangryk
procos, Jozef on wfl zullen ons niet halfdood
behoeven te dringen. Wy zullen op ons gemak
op de bank dor getuigen plaats nemengeen
enkel woord der advocaten, noch van den
procureur des Keizers zal ons ontgaan. In
óón uogonbiik ben ik terug."
„Ik wil niet, dat gy gaan zult, Andró,"
zeide Jozef op gebiedenden toon.
„0 neen, noen!" riep Tbórèse, „doe dat niet,
mynheer."
„Maar Loe eer de aanklacht geschiedt hoe
beter."
„Ik bid u te wachten, totdat lk den raad
myner moeder zal hebben Ingewonnen, totdat
ik thuis ial zl>n, want niemand wag weten
waar ik my bevind."
„Maar r.y vullen ontsnappen."
„0, laat hen, ik bon gered," sprak Théièse,
„en ik laat aan Gcd over de misdaad te wreken."
„Zoo i'pre-kt een engel," zy Jozef; „cU
hobt hot gehoo.d."
„Welnu, ik gehoorzaam," zoide Andió te
leurgesteld, „ik b yf."
„De arme Thórise dankt er u voor l" zeide
het meisje, haar kloine, blanke hand den min
naar van processen reikondo
„Thérèse," nep Jozef, „Théièao, is dat uw
naam? Gy heet Thérèse?"
(Wordt vervolgd.)