N«. 14902
E^loaiidag 31 September.
A® 1908.
$eze jouraat wordt dagelijks, met uitzondering
van fpn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offleieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
Voor vrouw esi kind.
l'RIJS DEZER COURAST»
Voor Leiden pei «reek 9 Gents; per 8 maanden I I f 1J0.
Buiten Leiden, per loopei en waar agenten gevestigd zijn 9 1.30.
Pranco per post 1*66.
PRIJS DER AJDVERTENTIEN
Van 1—8 regal. A 1.05. Iedere regel meer 0.17J. - Grootere lettere naar
plaatarnimte. - Kleine adTertentiën tan 30 woorden 40 Oents contant i elk
tiental woorden meer 10 0ent8.-Voor het incaeseeren wordt f 0.05 berekend.
Stremming passage JSIaarsmanssteeg.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat de
bïaarsmanssteeg wegens het maken
van een aansluiting op don electrischen ka
bel in die steeg, op Dinsdag 22 Sep
tember a.s. van des morgens 5 tot des
middags 12 uren voor het verkeer
iet r ij- e n voertuigen zal zijn
afgesloten.
Burgemeester eu Wethouders voornoemd,
H. O. JUTA, weth. looo-burgem.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 19 September 1908.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Brengen ter kennis van belanghebbenden,
'dat de stemming en de eventueele he^stsm-
ming tor verkiezing van twee leden en twee
plaatsvervangende leden der Commissie van
Onderzoek, bedoeld' in art. 22 van het Re
glement voor do Werklieden in dienst va a
do gemeente Leiden, zal plaats hebben in
een der lokalen van de Stad'stimmer-
werf, het Openbaar Slachthuis,
'de G a s f a b r i e k en vet gesticht E n d e-
g e e b t resp op Woensdag 23 Sop-
ember en Vrijdag 2 October
a.s., van des voormiddags negen tot
twaalf uren.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
H. O. JUTA, Weth looo-Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris,
Leiden, 12 September 1908.
Najaarsschouw.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien artikel IV der verordening van
Heiï 6den Juli 1899 (Gemeenteblad No. 15),
laatstelijk gewijzigd bij de verordening van
den 6den December 1906 (Gemeenteblad
No. 34);
Brengen ter kennis van belanghebben
den, dat te beginnen met Maandag 5
Dotober e, k. zullen geschouwd wor
den alle wegen, lanen, paden, straten,
kaden, pleinen, hofjes, stegen, sloppen of
poorten en gangen, benevens de daarin ge
legen of daartoe behoorende bruggen en an
dere kunstwerken, voor zoover die bijzon-
dor eigendom zijn en met gedoogen van de
rechthhebbenden voor het publiek verkeer
openstaan;
en allo wateringen en Blooten en de rio
len, ter vervanging daarvan gemaakt, be
nevens do daartoe behoorende sluizen, dui
kers, buizen, toegangskokers en dergelijke
werken voor zoover die bijzonder eigen
dom zijn.
Burgemeester eo Wethouders voornoemd,
H. C. JUTA, Wcth. Lo. Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 September 1908.
Leiden, 21 September.
De voor den cursus 1908/1909 vastge
stelde staat van inschrijving aan de han
delsbedienden-Vereeni ging ..Kennis is
Macht", alhier, telt 247 leerlingen, waaron
der 61 dames. 32 leorlingen zijn buiten deze
gemeente woonachtig. Het onderwijs, ver
deeld over 32 groepen, wordt verstrekt over
93 avond-lesuren.
Door de Leidsche Afdoeling der No-
derlamdfiche Maatschappij voor Tuinbouw
en Plantkunde zal in samenwerking met de
Sociëteit ,,Musia Sacrum" gedurende
laatste diagen van deze week in het gebouw
dier Sociëteit, een tentoonstelling van na-
jaai'sBIoomen gehouden worden.
Dank zij ook de medewerking van enkele
groote firma's, leden dier afdeeling buiten
d'eso stad, belooft deao tentoonstelling zeer
goed te zullen slagen. Behalve de bloemen
van tal van laatbloeiende vaste-planten, zul
len er prachtige collecties dahlia's, waar
onder de allernieuwste verscheidenheden,
gladiolus, asters, enz., te bewonderen zijn.
Beide besturen hebben gemeend voor de
niet-leden de toegangsprijs zoo laag moge
lijk te moeten stellen, ten einde allen atad-
genooten de gelegenheid te verschaffen te
zien hoeveel bloemen er zijn, waarvan zij
ook in het najaar kunnen genieten.
Uitslag der door den architect den
heer D. Veilbrief, alhier, heden gehouden
aanbesteding van het afbreken van de per
ceel en Oude Rijn 125126, te Leiden, en het
ter plaatse bouwen van een bergplaats met
twee bovenwoningen: O. J. Cornelissen, Lei
den, 6240; Jaca. Korte kaas, Oegstgeest,
6200; J. Dietz, /6043; J. Ohristiaanso,
ƒ6998; N. P. Waasdorp, ƒ5995, allen te
Leiden; P. J. Ohristiaanso, Oegstgeest,
ƒ5840 J. v. Westrienen, 5777.77; Joh. Th.
Bik, ƒ5417; N. van Rijnswou, ƒ5290, allen
te LeidenJ. J. Mechelsen, Oegstgeest,
5269H. Korswagon, Leiden, 6240.; A.
Hartovelt en A. do Vrind, 5200; W. T.
Marcelis, 5114; D. Kloots en J. J. de Witt,
ƒ5100; P. J. Harte velt, 5030; H. Ligtvoet,
5000; J. van Klaveren, ƒ4975; E. H. v. d.
Bosch, ƒ4943; H. Vallentgoed, 4900; W.
J. die Haan en Jocs. Bink, ƒ4853; P. Koo
reman Jz. en G. van Moygaarden, 4800; J.
v. d. Ende en B. do Boer, 4610, allen te
Leiden.
Ncd.-Herv. Gom. Drietal te Vlaar-
ding en dr. G. Oorthuys, te Leiden; ds. J.
H. Gunning, te Rijseends. J. 'P'. de Bie, te
Arnhem.
Op de tiendie lijst van de dertigste
joaroollecte voor dc Scholen met den Bij
bel in ,,De Standaard" komt o. m. voor
Waddingsveen, met 162.43.
Te 's»-Gravenhage slaagde voor die
hoofdakte de heer J. C. den Ouden, onder
wijzer te Rotterdam, voorheen te Oegstgeest.
Na afgelegd examen te Arnhem is een
politie-diploma met aantcekening toegekend
aan J. B. Kaas te Lisse.
De examens zijn afgeloopen. Van de 316
goëxamineerden verwierven 73 het diploma
met aanteekening en 138 het gewoon diplo
ma, zoodat 105 werden afgewezen. Het to
taal aantal gediplomeerden bij de politie
bedraagt thans 963.
Heden dineert ten Paleize Het Leo
jhr. mr. Röell, voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaai.
De Minister van Buitenlandsche Za
ken, jhr. De Marees van Swinderen, is be
den met vacantia naar Wiesbaden vei
trokken om aldaar eenige weken rust te
nemen.
De Minister van Financiën, mr. Kolk
maan, hoopt nog dJeze week e enigen tijd
met verlof buitenslands te gaan.
H. M. de Koningin heeft heden ten
Paleize Het Loo den Minister van Marine
in gewone audiëntie ontvangen.
Blijkens hier te lande ontvangen be
richt is Hr. Ma. pantserschip „Friesland"
gisteren in Weet-Indië aangekomen.
Zoowel bij ds. B, ten Kate als bij
ds. J. L. de Heer kwam de vorige week
een gift in van 10,000 gulden voor het
fonds tot vermeerdering van predikants-
plaatsen bij de Ned.-Herv. Gemeente te
Rotterdam.
Zooals reeds meer gemeld, is het fondö
voor een I7den predikant bij elkaar, en
denkt men in dit najaaT of anders in het
begin van het volgende jaar oen beroep uit
te brengen.
Hot fonds voor een 18den predikant be
draagt, met de twee genoemde giften,
thans ruim 42,000 glcL (Ned.)
Het hospitaal-kerkschip „De Hoop"
is weer naar zee vertrokken.
De secretaris der commissie tot plaat
sing van technici, hoofdzakelijk in het
buitenland, bericht in „De Ingenieur," dat
do Turkscho regeering geneigd schijnt te
zijn irrigatiewerken op groote schaal te
doen uitvoeren en de leiding daarvan toe
te vertrouwen aan een Nederlandsoh inge
nieur van eersten rang.
KATWIJK AAN ZEE. De collecte voor
de Herv. Scholen in het kerkgebouw der
Ned.-Herv. Gem. gehouden, heeft opge
bracht 137.
KOUDEKERJK. Door het Rijk is een aan
tuborlose lijdend rund overgenomen van den
landbouwer Joh. Koot voor 140.
LEIDERDORP. De oefeningen betref
fende het voorbereidend militair onderricht
in deae gemeente vangen 3 October aan en
zullen des Woensdags eta des Zaterdags
van 7 tot 9 uren des avonds gehouden wor
den in do openbare lagere school.
LISSE. Over het Pausfeest, dat gisteren
ook hier is gevierd, kunnen wij berichten,
dat voor deze gelegenheid het hoofdaltaar
in de Parochiekerk prachtig was versierd
met groen en bloemen. De groote zaal van
den Ned. R--K. Volksbond, waarin de
fee&tvergadering werd gehouden, was voor
deze gelegenheid in een werkelijke feestzaal
herschapen. De buste van Z. H. den Paus,
prijkte op het podium van het t-ooneel te
midden van tallooze bloemen en planten,
waarachter de koristen waren gezeten voor
het uitvoeren van de feestcantate. De zoal
zelve was geheel en al behangen met drape-
riëen van witte en gele stoffen, afgewisseld
door verschillende wapens, schilden on
spreuken.
De uitvoering der versiering wa-s van den
heer A. W. van der Meer, alhier, die ook
nu weer getoond heeft op dit gebied een
goed vakman te zijn.
SASSENHEIM. Zaterdagnacht, even na
twaalven, ontdekte do barbier de heer J.
Molenaar brand op den zolder zijner wo
ning. In korten tijd was het grootste deel
dier dorpelingen van het gevaar verwittigd,
zoodat er aan hulp geen gebrek wa-s. Met
emmers werd het water in zulke hoeveelhe
den op die door hiefc vuur aangetaste ge
deelten geworpen, dat de waterschade al
licht grooter zal blijken te zijn dan de brand
schade. Dit is evenwel een bijkomende om
standigheid; hoofdzaak was den brand te
blusschen en dat gelukte volkomen.
Met het stellen der brandspuiten wilde
het blijkbaar niet erg vlotten; althans
eerst toen de brand gebluscht was, waren
zij in staat water te geven. Waar of bij wie
de font schuilt, weten we niet, maar erg
geruststellend voor de toekomst was de ver
tooning niet.
Door den heer F., alhier, is een val-
©che rijksdaalder in ontvangst genomen.
Het geldstuk is keurig nagemaakt; alleen
het randschrift ontbreekt. De rijksdaalder
is bij de politie gedeponeerd.
De waarnemende directeur van het
postkantoor alhier, de heer Pronker, is
naar zijn standplaats Den Haag terugge
keerd.
WADDINGSVEEN. Een zeer treurig
ongeluk had Zondagmorgen bij het begin
der godsdienstoefeningen plaats. De land
bouwer W. V. kwam met zijn gezin over
de Dorpsstraat aangereden, toen plotse
ling het zesjarig zoontje van Schouten uit
een gang te voorschijn kwam, struikelde
en vlak voor het paard viel. De voerman
kon onmogelijk dadeLijk stilhouden, zoo-
dat het knaapje onder de wielen geraakte
en na een paar minuten overleed. Men
kan zich den rampzaligen toestand der
ouders voorstellen, hoe diep verslagen ze
zitten bij het lijkje van het eertijds zoo
vroolijke knaapje, zoo wreed aan het leven
ontrukt.
Naar wij uit zeer goede bron verne
men, moet de afcL Waddingsveen van den
Protestantenbond voornemens zijn een
volksbibliotheek op te richten.
ZOETERWOUDE. Gisteravond gaf de
tooneelvereeniging „Ons Genoegen" een
uitvoering in café „Ik leer nog", alhier.
De zaal was stampvol. De stukken wer
den goed uitgevoerd' en de uitvoerenden
hadden veel succes.
Do burgemeester had bepaald, dat cr na
twaalven geen muziek mocht worden ge
maakt, alzoo kwam er niet veel van dan
sen. Dit was een teleurstelling.
J. C. Meyboom, oud-burgemeester
van Rijnsburg. f
In aansluiting met hetgeen wij reeds om
trent wijlen den heer Meyboom schreven, zij
thans nog een plaats gegeven aan het vol
gende
De heer J. 0. Meybooru werd 17 Januari
1856 benoemd tot burgemeester der gemeen
te Rijnsburg.
De toenmalige Commissaris des Konings
voegde hem bij de aanvaarding van zijn
ambt de woorden toe: „Meyboom, uw ge
meente is bij andore twee ecu wen achter,
belast uw onderwijs niet."
Voorwaar, een zware last, dien de du
ontslapene toen op de schouders nam.
Met lust, met moed, met al de kraoht,
hem geschonken, toog hij aan het werk.
Welke rampen hem troffen, en meermalen
zeer zware, zijn ambt was hem allesde be
langen zijner gemeente lagen hem na aan t
harte. Nog hoor ik hem onder zeer treurige
huiselijke omstandigheden zeggen: „De ge
meente vraagt niet of ik van nacht gesla
pen heb; daar heeft ze niet mee noodig, ze
vraagt mijn werk."
Geen wonder, dat, toen de dag naderde,
waarop zulk een man 25 jaren zijn ambt)
zou vervuld hebben, een ieder rijk en arm,
aanzienlijk en gering, zich opmaakte om
feest te vieren. De geheele gemeente was
één in liefde voor haar burgemeester.
Op 'e mans vraag: ,,Aan wie moet ik een
dankbetuiging zenden V' luidde dan ook het
antwoord: ,,Laat er zooveel drukken als er
huisgezinnen in uw gemeente zijn: want
niemand heeft u vergeten.'"
Twee jaren later toonde de gemeente, dat
haar liefde niet alleen haar burgemeester,
maar oven goed zijn onvergetelijke echtge-
noote betrof.
Zoo ging de tijd, die nooit stilstaat,
voort, en nogmaals, bij gelegenheid van 's
burgemeesters 40-jarig ambtsfeest, toonde
de gemeente op ondubbelzinnige wijze hoe
lief zij haar burgemeester had.
15 Januari 1904 werd aan dien man, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend, onder
dankbetuiging voor de gewichtige diensten,
aan de gemeente bewezen.
Deze laatste toevoeging is geen ij dele
klank, geenszins. Ze klopt geheel met de
woorden van eon van 's Konings ee 'ste
Staatsdienaren bij gelegenheiS van 's mans
25-jarig ambtsfeest gesproken:
„Ik wonschte, dat elke gemeente een bur
gemeester bad als Rijnsburg."
De jaren van rust voor dien hooggeaeh-
ten burgemeester zijn, helaas, niet vele ge
weest.
Nu rust hij in de groeve bij zijn onverge
telijke gade, die hij zoo innig heeft liefge
had.
Geheel in overeenstemming met 's mans
eenvoudig karakter, hij zocht zijn kracht in
het innerlijke, niet in het uiterlijke, had de
ter-aarde-bestelling pi jats.
Hier werd op verzoek der familie niet ge
sproken; daden van een halve eeuw zullen
nog lang van 's burgemeesters werk ge
tuigen.
Dat niet alleen Pvijnsburg en hoogge
plaatste ambtenaren achting en eerbied
voor den heer Meyboom hadden, is ?erle-,
den jaar gebleken, toen H. M. do Koningir
bij een bezoek aan Katwijk haar weg over
Rijnsburg nam, ten einde den heer Mey
boom te bezoeken.
Een schoone krans, door H. M. gezondedi,
dekte de lijkkist van hem, die al zijn werk
kracht aan zijn gemeente heeft gegeven.
Cholera.
Men meldt uit Den Haag aan de ,,N. R.
Ct.":
Naar aanleiding van het bericht in. de
Temps", dat de Fransche regeering buiten
gewone maatregelen tot afwering van het
choleragevaar, dat van do zijde van Rus
land dreigt, heeft genomen, hebben wij ons
tot het Departement van Binnen]andsche
Zaken gewend, om te vernemen, of ook van
de zijde van Nederland aan de landzijde
eenige maatregel is getroffen. Wij verna--
men, dat voorloopig de voorzorgsmaatrege
len door Duitschland genomen ook ter be
veiliging van ons land voldoende worden
geacht.
De mogelijkheid bestaat echter, dat de
Centrale Gezondheidsraad, bij wien de stuk
ken deze aangelegenheid betreffend berus
ten tot ingrijpen adviseert.
26)
Jozof Tibout, myn vriend, om 's Hemels
wil, matig u. Tracht tot bedaren te komen,"
zeide Andró, angstig zyn vriend aanstarend».
„Neen, ne»nl" riop Jozef Tibout, eensklaps
woest opspringende. Zjjn gelaat was geheel
misvormd, zyn lange haarlokken stonden over
eind als de manen van oen getergden leeuw,
terwijl zijn oogen uit hun kassen dreigden
te springen. „Neen, neen," riep hy, „ten koste
van alles laat ik ze mf, niet ontnemen. Gene-
viève, hier ben ik. Geneviève, myn eohtge-
noote; Thérèse, myn kind 1" Met dezen uitroep
yide hy naar het venster maar nog voordat
hy het bereikt had, waggelde hy. „O, myn
wond gaat weder open," riep hyik sterf."
En bewusteloos viel hy op den grond neder.
André sprong toe, rukte de kleederen van
syn vriend open, zyn borst was geheel mot
bloed bedekt, dat uit de wond lekte.
„0, hy sterft," gilde Andró wanhopig, Jozef
Tibout."
Op dit oogenblik begon de vesperklok te
ulden.
„Hy sterft, hy sterft l" riep André, „en dan
flio klok, die klok, ik word krankzinnig myn
hoofd duizolt, hulp, hulp!" En hy yide naar
3e deur.
IX.
Onder het keizerschap behoorde de rue de
Verneuil tot een der aanzieniyksto straten
van Pai yh, hoezeer zy dan ook na dien tyd
door eea menigte andere stratoa overscha
duwd en min of moor op den achtergrond
geplaatst is. Onder de prachtige hotels van de
rue de Verneuil was gewis dat van den graaf
d' Arezzo, een Venetiaansch edelman, het
prachtigst. De graaf d' Arezzo bekleeddo een
aanzieniyke plaats by het Napelsche gezant
schap en leofde op een voet, die bewees, dat
hy over een aanzieniyk vermogen te beschik
ken had.
Hy was gehuwd en had eeu dochter.
Om een kleine schot» te geven van den
groot8chen, ja schier vorateiyken voet, waar
op de graaf leefde, dient, dat hy en zyn eoht-
genooto iedor afzonderiyk een verdieping van
het zoor ruime hotel bewoondendat de
graaf zyn paarden, rytuigen on bedienden
had, en mevrouw de gravin de hare; terwyi
men verder verhaalde, dat er op zulk een
hoofdscho wyze in het hotel geleefd werd,
dat de graaf nooit zyn echtgenoote en deze
woderkeerig nooit den graaf bezocht, zonder
zich vooraf door oen bediende to laten aan
dienen.
Wy verzoeken onzen lozers ons thans te
volgen naar de verdieping, door mevrouw de
gravin bewoond; met ons de ruime corridors,
oenige prachtige kamera en nog prachtiger
zalen te doorwandelen, om eindolyk ter
plaatse aan to landen, waar ik myn lezers
hebben wilde.
Die plaats was eon kleine zaal, welke op
den fraaien tuin uitzag. Kostbaar waren do
meubolen, met ryk verguldsel, volgons de
modo \an dien tyd, overladen; zacht het bont
kleurig tapyt, dat den grond bedekte; schit
terend en glaneryk het blauw eatyn, dat tot
behangsel diende, in één woord alles verried
niet alleen rykdein, maar woelde on overvloed.
In die zaal bevonden zich twee vensters,
welke op den tuin uitzagen zy stonden open,
om de aangename, zoele lentelucht binnen te
laten en tevens den geur der bloomen, die by
duizenden en duizenden den tuin versierden.
Voor ieder dier veusters was een dame ge
zeten; de oudste hield zich met borduurwerk
bezig, torwyl de andere, een nog zeer jong
mel8jo, dat terecht schoon verdiende geheeton
te worden, yverig in een album bladerde, ge
zichten uit Zwitserland en Italiö voorstellende.
Het was nog vroeg in den morgen, want
de ranke gouden wyzer der porseleinen pen
dule duidde het uur van achten aan.
„0 hoe schoon I" riep het meisje, „hoe
heeriyk. Nietwaar, moeder, er is geen land
op den aardbodem, dat Italiö overtreft?"
„Maar zeg my dan toch, lieve Thérèse,
waarom gy Italië zoo onvergeiykelyk schoon
vindt," vreeg de moeder.
„01 waar treft men blauwer hemel aan
dan dien, welke zioh boven Italiö welft? Waar
ademt men vryer en ruimer op aarde?"
„01 het is dus de natuur, myn kind, die
u aan Italiö zoo boven alle andere landen de
voorkeur doet schenken en het u doet lief
hebbeu? Ik dacht, dat er een andere reden
bestond."
„Een andere reden?" vroeg het meisje,
eenigszins verwonderd haar moeder aanziende,
„een andere reden?"
„Ja, een reden, waarmede de natuur, de
blauwe hemel en alle xuivero lucht niets te
maken hebben," zeide de moeder, steeds met
werken voortgaande.
„Ik bsgryp u niet, lieve moeder."
„B6denk u slechts ernstig."
„Inderdaad
„Ik dacht, Thérèse, dat Italiö u daarom
boven alle andere landen diorbaar was, omdat
hot in Italiö was, dat gy zekere kennisma
king nanknooptet
Thérèse bloosde er sloeg de oogen neder.
Weinige oogenblikken later sprong zy op,
viel haar moeder om den hals en riep:
„Ja, ja, ook daarom is Italiö my dierbaar,
omdat ik or myn Henrl leerde kennen 1"
Maar opeens werd zy somber en er welde
een traan m haar oog op.
„Gy weentl Wat deert u?" vroeg de moe
der belangstellend.
„Ach, lieve moeder," zeide het meisje, het
hoofd tegen den schouder harer moeder leu
nende, „gy zult my gewis weder van dwaas
ongeduld beschuldigen, maar ik geloof thans
mesr dan ooit, dat Henri my niet meer be
mint."
„Dwaasheid! Ik moet het u nogmaals her
halen," zeide de moeder, „en welk bewys
hebt gü, dat de kolonel u niet meer bemin
nen zou?"
„0, een groot bewys," antwoordde Thérèse
treurig; „hy laat myn brieven onbeantwoord
tweemalen heb ik hem reeds geschreven en
iederen morgen vraag ik tevergeefs aan Paul
of er een brief voor my uit Italiö is aan
gekomen."
„0, stel u gerust, Thérèse," zeide de moe
der de hand harer dochter met warmte in de
hare drukkende, „stel u gerust, ik durf u
verzekeren, dat spoedig al uw achteidocht
verdwenen zal zyn en gij overtuigd zult we
zen, dat kolenel Henri Roger u meer dan ooit
bemint. Intusschen heb ik aan eenige ver
strooiing voor u gedacht."
„0, gy denkt altyd aan my," zeide Thérèse,
„en gyzolve zyt niet gelukkig, lieve moeder l"
„Stil, myn kind," zeide de moedor op ernsti-
gen toon; „hot is waar, ik kon gelukkiger
zyn dan ik ben, maar daarom ben ik toch
niet ongelukkig. En hoe zou ik ook ongeluk
kig kunnen zyu; ik zie u, myn lieve Thórè9e,
bloeiende van jeugd en gezondheid voor my
staan; gy wordt bemind door een edel, braaf
en rechtschapen jongeing en zjjn liefde maakt
u gelukkig. En ik zou niet doelen in het ge-
van myn kind en, daarin deelende, nog onge
lukkig kunnen zyn?"
„Gy vergeet de weigering van mynheer den
graaf, lieve moeder!"
„Wat raakt my mynheer de graaf," zeide
de moeder trot3ch, „ik heb uw hand aan den
kolonel Roger beloofd en ondanks den graaf
zult gy de zyne wezen; daarenboven, binneri
weicigo dagen zyt gy meerderjarig en houdt
bygevolg elk gezag van mijnheer dön graaf
over u geheel en al op. Doch het wordt tyd»
dat ik u van de verstrooiing spreek, welK.6
ik u wenschte te verschaffen. Heden wordt
er ln de keizerlijke kapel een lulsterryke mis
gevierd, waarbij do Keizer zelf zal tegen
woordig zyn; gisteren sprak ik mevrouw d^
grootmeesteres, die my een plaats voor u iu
de loge der staatsdames van de Keizerin aan
bood en u om elf uren met haar rytu zal
komen halen, om u naar de kapel te geleiden
spoed u dus en ga u kleeden."
„0, lieve moeder 1" zeide Thóiè^e, „ik heb
geen lust in al dat rumoer, duizendmaal liezer
is my do eenzaamheid; daaronbovon gevoel
ik my ongesteld. Laat dus ten spoedigste aan
mevrouw de grootmeesteres weten
„Dat gy voor haar vereerende .Utnoodiglng
bedankt?"
ja 1"
„Maar wellicht bedenkt gy u nog, lieve
Thérèse; de mis zal luisterryk zyn; het ge-
j hoele Hof zal er by tegenwoordig wezen, het
zal een leest genoemd kunnen worden."
(Wordt vervolgd.)