Gnillotin sn do guillotine.
gehalte der melk en op de vaste stoffen
en wel gedurende het tijdvak van half
September tot begin November. Bij 55 pro
cent der gevallen waren de veranderingen
in het gehalte in omgekeerden zin van die
des thermometers. Maar voor de koudere
perioden van langer dan één dag was deze
omkeering in de hoedanigheid minder ken
merkend. En toen in het begin van Novem
ber de koude toenam, werd ook de vermin
dering in de hoeveelheid belangrijker.
Andere waarnemingen werden nog op
een zevental koeien gedaan, die zich be
vonden in een slecht gebouwden stal, Langs
een berghelling gelegen. Tot veertigraaal
toe daalde de thermometer beneden de 5
graden Celsius, waarbij herhaaldelijk
werd geconstateerd, dat cle veranderingen
in melkgehalte in omgekeerde verhouding
staan met de verandering in de warmte-
gesteldbeid der lucht.
In elk geval, komt de koude plotseling
en is zij hevig, dan is zij van nadeeligen
invloed op het dier en laat zich dit in de
melkopbrengst merken.
De glans van Veïiiis.
De buitengewone witte en sterke glans van
de planeet Venus, die 's morgens weer
aan den hemel te zien is, eischt een bijzon
dere wetenschappelijke verklaring. Vroeger
schreef men dien sterken glans toe aan de
aanwezigheid van wolken in de atmosfeer
der planeet en nam daarom ook de aanwe
zigheid van zeeën aan, die echter begrijpe
lijkerwijze nooit nog door monschenoogen
zelfs niet bij de sterkste bewapening zijn
gezien-
De astronoom Macharg ontwikkelt thans
in een opstel in het weekblad „English Me
chanic" nieuwe beschouwingen over het we
zen van Venus, waarin hij de vroegere op
vatting voot verouderd houdt. Van groote
beteekenvoor de geheele kennis betref
fende deze planeet is de beantwoording der
vraag, in hoeveel tijd zij om haar as draait,
en deze gewichtige factor is, helaas, tot he
den nog niet bevredigend opgelost. Een
aantal astronomen neemt aan, dat obd Vre-
nusdag ongeveer even lang is als een aarde-
dag, dus bijna 24 uuranderen houden het
voor waarschijnlijker, dat de Venusdag veel
langer duurt, n.l. evenlang als 225 aarde-
dagen. Buitendien heeft de Italiaansche
astronoom Bianchini omstreeks het jaar
1727, met een bijzonder sterken reuzenverre-
kijker, waarnemingen gedaan, die hem de
den aannemen, dat de draaiing van Venus
om haar as plaats vond in 24 aardedagen.
Hij had twee vlekken op de planeet ont
dekt, die hij voor zeeën hield. Toen volgd. n
togen het einde der 18de eeuw beroemde
waarnemingen van Herschel en Schröter.
Terwijl Schröter bij de zoogenaamde Ho
rens van Venus, die ze bij sikkelvorm ver
toont, hooge bergen meende te zien, beken
de Herschel, dat er met zijn uitstekende
instrumenten absoluut geen duurzame
vlekken of andere onregelmatigheden op de
oppervlakte van Venus zijn waar te nemen.
Daaruit besloot Herschel, dat de planeet
door een tamelijk dichte «atmosfeer omgeven
moet zijn, en dat de door hem nu en dan
geziene veranderlijke vlekken gehouden moe
ten worden voor wolken. Ook de fijnere
waarnemingsinstrumenten van den moder
nen tijd hebben het vermoeden, dat Venus
kloor een dichte atmosfeer omgeven moest,
zijn, nog meer waarschijnlijk gemaakt.
Dr. Macharg is nu echter bereid, om het
bestaan van wolken op Venus geheel te loo
chenen hij beweert, dat de oppervlakte van
de planeet steeds gelijk er uit ziet en dat de
als vast land beschouwde omtrekken steeds
met dcnzelfden glans stralen.
Wanneer er wolken aanwezig waren, dan
zouden op Venus zoowel als op de aarde
en op Mencurius zekere schemeringsver
schijnselen, bij den op- en ondergang der zon
een roode kleur zijn waar te nemen. Maar
steecls is de witte glans te zien, die tus
schen licht cn donker slechts kleurloos
grauw wordt. Daaruit trekt de geleerde dc
conclusie, dat de oppervlakte van- Venus
een woestijn moet zijn, omdat de stralen der
zon, die deze planeet veel spoediger b: reiken
dan de aarde, door niets in hun kracht
verzwakt worden. Daarmee is natuurlijk de
aanwezigheivan levende wezens meteen uit
gesloten.
Haring verhand sling.
Hjalman Brocb heeft een verhandeling
geschreven over de resultaten der onderzoe
kingen, door Noorwegen ingesteld, naar de
haring. Uitgebreide waarnemingen, ge
daan aan boord van het Noorsche schip
„Michael Sars leverden met de inlichtin
gen, die door vele andere schepen werden
verstrekt, het materiaal voor het onder
zoek.
Een der eerste punten van onderzoek was:
na te gaan welke haringsoorten in de
Noordzee voorkomen, daar het gebleken
was, dat men vóór alles moest vaststellen
welke soorten daar worden aangetroffen en
dat iedere soort afzonderlijk moest worden
bestudeerd, opdat men zou kunnen uitma
ken hoe de verschillende haringscholen
zich gedragen on waar men ze kan vinden.
Broch heeft allereerst een onderzoek in
gesteld naar dc geslachtsrijpheid en de.
vetheid der haringen en heeft daarbij zeer
belangrijke zaken aan het licht gebracht,
die onze kennis aangaande de haring be
langrijk hobben vermeerderd. Uit de door
hem gedane waarnemingen kon hij de ver
schillen tusschen de haringsoorten zooda
nig vaststellen, dat men nu die soorten be
ter onderscheiden kan. Zoo o. a. heeft hij
zeor belangrijke gegevens verzameld met
betrekking tot de grootte der haringen,
waarbij hij de gemiddelde grootte van
iédere soort en de voorkomende afwijkin
gen van deze maten heeft vastge-steld, of
schoon niet is kunnen worden vastgesteld
of naar do'afmetingen te oordeelen de bei
de soorten voorjaars- en groote haring al
dan niet van dezelfde soort zijn.
Betreffende de voorkomende soorten
deolt Broch mede, dat thans vijf verschil
lende soorten bekend zijn, die ieder een be
paald gedeelte van de Noordzee bevolken.
Wat den ouderdom dei' haringen betreft,
heeft men nog geen voldoende gegevens
kunnen verzamelen, om veel gevolgtrekkin
gen tc kunnen maken. De ouderdom van
een haring wordt afgeleid uit jaarringen
op de huid. Leerzaam is, dat de grootte
van een haring geen maatstaf is voor zijn
leeftijd, daar de grootte voor verschillen
de soorten verschillend is. Eén soort, die
in de Beit-stad Tjord leeft en daar steeds
blijft, groeit veel langzamer dan de soorten,
die in de open zee leven. Op 5-jarigen leef
tijd is de haring zelden grooter dan 22 c.M.,
terwijl de haringen in het Noordelijk ge
deelte van de Noordzee in het tweede jaar
reeds een lengte van 24 a 25 c.M. bereiken.
Van veel belang is ook het onderzoek
naar de bewegingen der haringscholen.
Vroeg in het voorjaar komen de voorjaars
haringen en de groote haringen aan dc
Noordsche kust, tusschen Trondjems Fjord
en Risör. Later begeven zij zich naar de
open zee en verschijnen dan in het eind
van Juni bij dc ondiepten in de Noordzee.
Tn het najaar van 1905 vond men ze op de
kustbanken tusschen Stadt en de Lofod-
den, waarna zij in Deoember naar de plaat
sen langs de kust in Zuidelijke richting
gelegen trekken om daar kuit te schieten.
STOFGOUD.
Als men eenmaal zoo ver is gekomen, dat
men zijn lust in zijn plicht heeft omgegoo
cheld, dan slaat onze goede genius de han
den voor het gelaat cn zweeft van onze zijde
weg.
J. W. Hooyer.
Er zijn menschen, die zich ook innerlijk
kleeden zooals de mode dat eischt.
Auerbach.
Niets karakteriseert de menschen meer aJs
dat, waarvoor zij nooit tijd kunnen vinden.
Isolde Kurz.
Er ia een legende, volgens welke dr.
Guillotin, de uitvinder van de guillotine,
tijdens de Fransche revolutie, zelf het
eerste slachtoffer was van zijn uitvinding.
Maar dat verhaal is een sprookje. In de
rubriek „Petite Histoire" in de „Temps"
brengt T. G. eenige feiten in herinnering,
waaruit blijkt, dat er bijna niemendal van
dat verhaal waar is, behalve het feit, dat
Guillotin als lid van de Constituante in
October 1789 het voorstel deed om de ter-
dood-veroordeelden te doen onthoofden
door middel van „een eenvoudig mecha
nisme".
Hij werd daarbij louter gedreven dooi
zijn menschlievendheid, om n.l. een eind te
maken aan de gruwelijke dingen, die bij
terechtstellingen plaats hadden door de
onhandigheid van de beulen, vooral in klei
nere plaatsen. En men vergete ook niet,
dat men toen nog eenige jaren verwijderd
was van de tor-dood-brenging in massa
onder het Schrikbewind.
Hij werd echt-er om zijn voorstel uitge
lachen, en een van zijn medeleden noemde
dat nog niet eens uitgevonden „eenvou
dige mechanisme" spottende de „guillo
tine". Dat woord had groot succes, zoodat
de naam al bestond vóór het ding er zelf
was.
De bewering, dat dr. Guillotin het toe
stel zou hebben uitgevonden, wordt door
geen enkel officieel stuk bewezen. Men heeft
daarentegen wel bewijzen, dat de Regee
ring, toen het donkbeeld van het mecha
nisme toch doordrong, aan anderen de ver
vaardiging van zoo'n toest-e-l opdroeg.
Een zekere Louis, ohirurg van de „Sal-
pétrière", kreeg een opdracht daartoe en
bedacht een toestel, dat later in Engeland
werd gebruikt, maar dat niet geheel vol
deed.
De Fransche regeering wendde zich daar
na tot den timmerman van het domein,
die voor zoo'n toestel 5660 pond vroeg. Dat
was te duur. Maar eindelijk vervaardigde
een Duitsche pianomakersknecht Schmidt
een toestel voor 824 pond, dat 15 April
1782 in de „Salpétrière" op drie lijken ge
probeerd werd, en tien dagen later dienst
deed. bij de onthoofding van een dief,
Jacques Pelletier.
De eerste was dus dr. Guillotin niet, en
die is er ooik nooit onder gekomenHij
heeft de Terreur en de geheele revolutie
doorgemaakt, en is 26 Ma-art 1814 op zijn
bed gestorven aan een steenpuist op zijn
schouder.
Maar al dien tijd was de zachtmoedige
man somber gestemd door ,,de onvrijwil
lige vlek op zijn leven", zooals hij het
noemde.
Een gepeld hand ei in een
flssch te goochelen.
Deze goocheltoer berust op de uitzetting
van de lucht door de warmte.
Men neme een gewone waterkaraf, met
gladden halsrand, die nauwer is dan de
doorsnede van het gepelde ei, dat men
vooraf gereed gemaakt heeft. Voor iemand,
die de proef niet kent, schijnt hét. onmoge
lijk, om dit ei, in zijn geheel, door den hals
heen in de flesch over te brengen. Het is
merkwaardig, hoe elastisch zulk oen ei is,
ook door de taaiheid van het omhullende
vlies, en tot welk een graad het vervormd
kan worden, zonder te breken.
Om dit kunststuk te volvoeren, neemt
men een vrij langen, meermalen samenge
vouwen reep papier, steekt dit bij een vlam
aan, laat het in de flesch vallen en even
doorbranden, waarna men snel het ei, dat
men gereed houdt, met de punt naar bene
den op de opening van den hals plaatst.
Tot groote verrassing van de toeschouwers
zal het ei door den hals in de flesch drin
gen, waarbij het zich zeer in de lengte uit
rekt, doch ongeschonden binnen in de flesch
aankomt.
Door het brandende papier wordt de
lucht in da flesch sterk verwarmd en daar-