Kinderpartijtjes.
ALLERLEL
Onlangs ontving een ons bekende dame,
200 lazen wij in „Moleschott", een briefje,
behelzende de uitnoodiging aan haar tien
jarig dochtertje, om van 7 tot 11 uren
'b avonds een kinderpartijtje bij te wonen.
Tereoht gaf die dame daarbij haar veront
waardiging te kennen over het feit, dat
dergelijke uituoodigingen, die toch zeker
niet in het belang der kinderen kunnen wea
zen, tegenwoordig aan de orde van den dag
zijn. Niet iedere moeder is zoo verstandig
dit in te zien, maar ook kunnen velen zich
tegen die gewoonte niet verzetten. Immers,
men kan nu eenmaal niet tegen den stroom
oproeien en men wil den kinderen niet
steeds de gelegenheid benemen om met
vriendinnetjes en kameraadjes in prettige
bijeenkomst saam te zijn. Bovendien kan dit
samenzijn veel t-ot vorming van karakter en
gedrag bijdragen en zou als zoodanig uit
een opvoedkundig oogpunt eer aan te be
velen dan te ontraden zijn, mits... dag en
vooral uur doelmatig gekozen worden en
de uitnoodigingen niet te veelvuldig wor
den. Dikwijls toch is, ook door ons, er op
gewezen, hoe noodzakelijk het is, dat het
kind na dagarbeid en spel de noodige nacht
rust en slaap krijgt, en ook hoeveel uitgaan
en partijen bijwonen niet weinig er toe bij
dragen, om het zenuwstelsel in min of meer
ernstige mate aan te grijpen, waardoor de
grondslag kan worden gelegd voor den gee-
sel onzer dagen, het op later leeftijd zoo
algemeen voorkomende zenuwlijden.
Wat vooreerst den slaap betreft, men
weot, dat deze in de schoolplichtige jaren
nog noodzakelijker is dan op koogeren leef
tijd. Wanneer het kind gedurende den
dag, al is het ook maar 4 5 uren,
geestesarbeid heeft verricht, dan is er ge
noegzaam stofverbruik geweest, om te
trachten door middel van rust, spel en
vooral langdurigen, gezonden slaap het ver
lorene weer te herstellen. Onttrekt men
dien slaap aan het kind, dan begaat men
diefstal aan zijn gezondheid en bovendien
maakt men het minder geschikt voor den
geestesarbeid van den volgenden dag.
Want tot overmaat van ramp worden niet
altijd juist de Zaterdag-avonden voor der
gelijke partijtjes bestemd; ware dit wèl het
geval, dan zou het kind van den volgenden
vrijen dag een stuk kunnen afnemen, om
het tekort aan slaap te dekken; ofschoon
ik de voorkeur er aan zou geven, dien ge-
heelen vrijen dag van den vroegen morgen
tot den namiddag te laten doorbrengen met
spelen en wandelen in de vrije natuur. Im
mers, het geheele kinderleven is (en de om
standigheden brengen mede, dat dit niet
anders kan) onnatuurlijk ingedeeld. Indien
'de lessen der gezondheidsleer in het licha
melijke belang van den in ontwikkeling ver
keerenden mensch opgevolgd zouden wor
den, dan zouden school arbeid en verkeer
in de vrije lucht in omgekeerde reden tot
ilkaar staan, vergeleken bij thans. Nu dit
voorloopig nog tot de vrome wenschen be
hoort, laten we dan ten minste niets aan
den zoo hoog noodigen slaap te kort doen.
Hoog noodig is: op den leeftijd van 7 jaar
«en slaap van 1010i uur, op den leeftijd
van 10 jaar een slaap van 9^10 uur; op
'den leeftijd van 12 jaar een slaap van 9
nor; op den leeftijd van 14 jaar een slaap
Van 8i uur.
Vooral bij kinderen met minder krach
tige gestellen, bij bloedarmen en bleek-
zuchtigen, behoeft men die slaap-uren niet
dikwijls te verkorten of weldra treden
verschijnselen van verzwa'kking en prikkel
baarheid duidelijk voor den dag; verschijn
selen!, die langzamerhand in zenuwlijden
Overgaan. Daar is echter meer. Niet alleen
fe korte slaap, doch ook onrustige slaap,
benadeelt in niet geringe mate de gezond
heid van het kind. Wij spreken nu niet van
bepaalde slapeloosheid, die o. a. bet ge-
Volg kan rijn van overmatig gebruik van
spijs, gebak of drank; wij nemen aan, dat
de gastvrouw, die kinderen ontvangt, deze
ook als zoodanig zal behandel"n en in aan
merking lyyil nemen, dat al 7 t een kind
tegen den slaaptijd in de maag wordt ge
bracht, vooral van ongewone dingen, in
staat is zijn nachtrust te beJerven of ge
heel te ontnemen.
Waar wij vooral op willen wijzen, is de
manier, waarop kinderen gewoonlijk op
dergelijke avondpartijen worden bezigge
houden. Gewoonlijk verkeeren zij den ge-
beelen avond in hetzelfde vertrek of ver
trekken; 's winters goed verwarmd, in het
na- en voorjaar doorgaans kil. Bij spelen
of ravotten, of dansen, stijgt uit het vloer
kleed, tapijt, naden der vloer, gordijnen,
enz. het overal en altijd aanwezige stof
omhoog en wordt door de gastjes behoor
lijk ingeademd. Uit dit oogpunt verkeeren
wij in den zomer in heel wat boter© condi
tiën; dan kan gespeeld en gewandeld wor
den in tuin en bosch, op weide en vlakte.
De soort van spelen, die in zulk een kamer
partijtje worden beoefend, behooren alme
de tot die, welke doorgaans wèl de verbeel
ding eo het denkvermogen bezighouden,
doch niet in staat zijn spieren en longen te
oefenen, hetgeen voor het lichaam heel wat
beter zou rijn.
Op het vastgestelde uur keeren de kinde
ren dan in den regel zeer vermoeid en
overspannen huiswaarts en, indien zij al
inslapen, is de slaap onrustig. Korte en
bovendien onrustige slaap is dus het ge
volg van die enkele uren kinderpret en
daardoor wordt de gezondheid van het kind
benadeeld, vooral, als dit veelvuldig voor
komt, zooals in onze groote steden dikwijls
en in sommige kringen zeer veel het geval
is. Neen, wil men kinderen waar genot
bereiden, en genot, waarbij bovendien de
gezondheid niet benadeeld, doch integen
deel in hooge mate bevorderd wordt, laat
men ze dan 's middags bijeen laten komen
en onder vertrouwd geleide ,,naar buiten"
wandelen, om daar, zelfs bij winterkou, te
genieten wat daar volop te genieten valt:
heldere, zuivere lucht, zonneschijn, levens
kracht voor den mensch, doch vooral voor
het kind. Frisscke luoht doet de handen
tintelen, het bloed sneller stroomen, jaagt
den blos naar de wangen. Laat ze d&ar
spelen, ravotten, stoeien naar hartelust;
laat ze rich d&dr vermaken met hoepel en
tol, met springtouw en raket, met bal- en
crocketspel. Laat ze da&r loopen, springen,
marcheercn, hinken, soldaatje-spelen,
kortom al datgene doen, wat lichaamsbewe
ging medebrengt, nu en dan afgewisseld
met wat rust, des zomers in het droge zand
of gras, 's winters in een matig verwarmd
vertrek; dan mogen zij zich ook gerust ver
gasten aan de -meegenomen snoeperijtjes,
mits deze niet te zwaar van substantie zijn
en niet in te groote hoeveelheden worden
verstrekt.
Worden op deze wijze de middaguren
doorgebracht, dan kan men verzekerd zijn,
dat het kind op bepaalden tijd zal in- en
gedurende een ganschen nacht flink zal
doorslapen, om 's morgens frisch naar
lichaam en geest de dagtaak weer te kun
nen aanvangen. In plaats van nadeel aan
dc gezondheid toe te brengen, heeft men
medegewerkt om krachten en levenslust c/p
te wekken, en het kind zelf heeft zich
minstens evengoed vermaakt, als op de ge
bruikelijke avondpartijtjes, waar bet, tegen
rijn natuur in, genoodzaakt is, zoo niet
den geheelen avond in zittende houding*
door te brengen, meestal in rijn vrije be
weging belemmerd is. Mij dunkt, voor ver
standige moeders kan de keuze tusschen
beide wijzen om kinderen te ontvangen niet
moeilijk zijn. Het komt er als altijd maar
op aan, wie de kat de bel wil aanbinden,
wio de eersten zullen zijn om met de oude,
slechte gewoonte van het partijtjes-geven
in den tegenwoordigen vorm te breken.
Moge het bovenstaande onze lezeressen er
toe bewegen in het belang der kinderwereld,
in bedoelde richting te handelen en door
haar voorbeeld anderen daartoe op te
wekken 1
Dat men 's avonds, als ze reeds lang te
bed moesten liggen, rijn kinderen niet
mede moet nemen naar schouwburgen en
koffiehuizen, spreekt vanzelf. Het spreekt j
vanzelf, maar in onze groote steden ziet I
men 's nachts tegen 12 uren bijna kalf zoo
veel zuigelingen en kinderen op straat als
volwassenen.
Rosierania. In de „N. Arnh.
Ct." kwam in verband met de ontvluchting
van Rosier het volgende versje voor:
O Nederland! Gezellig land!
Yoor boeven en schavuiten;
Gij houdt ze slechts een poosje vast,
Dan gaan ze weer naar buiten.
Aan boeien denkt ge zeker niet,
Dat zou zijn wreed te hand'len.
Neen, zegt ge, 'k heb dan liever nog,
Dat ze maar weer gaan wand'len.
Dus ging Rosier dan ook weer heen,
En smaakte een vrij genot;
Maar wordt gij zoo niet al te zeer
Voor iedereen ten spot?
Haarlemsche Frans is geknipt en heeft al
weer een prentbriefkaartje geschreven aan
den humorist Dumas, die in den Rotterdam-
schen Circus groot succes had, toen hij den
inhoud zong:
Nadat ik zoo gelukkig ben ontkomen,
Heeft men mij nu „te grazen" weer ge
nomen
Ja, met behulp van dienders en van hon
den.
Hebben ze mij toch eindelijk gevonden 1
Nou kan 'k me weer in Medemblik ver
velen I
Om in het gekkenhuis voor gek te spelen;
Nou hebben d mij... die snugg're, wijze
Pieten 1
Maar 'k blijf niet lang,... ik ben maar op
visite... 1
„Wac doen me je gedichten vee-1 aan die
van Da Oosta denken 1"
„Zool" riep de jonge dichter verheugd
en gestreeld, „vindt u?"
„Ja, je gebruikt dezelfde komma's en pun
ten."
S t ij 1. Toen de beide Vorsten in een
open rijtuig door de straten reden, straal
den de aangezichten der bewoners van
vreugdealleen de luoht zag er helaas zeer
betrokken uit.
Meester: „Geef jij eens een spreek
woord op, Karei."
Scholier I: „Honderd schoolmeesters,
negen en negentig gekken."
Meester: „Ga daar achter in den hoek
staan met je grappen 1 Piet, zeg jij eens
een spreekwoord
Scholier II: „Wien de schoen past,
trekke hem aan 1"
Te veel ijver.- Advocaat:
„Wanneer gij mijn cliënt vrijspreekt, edel
achtbare heeren, dan beloof ik u in rijn
naam, nooit meer te zullen stelen."
De cadeaux van den bruidegom wa
ren zeer mooi. Hieronder te noemen een dia
manten broche en nog andere schitterende
kleinoodiën van geslepen glas.
„Mijn buurman, meneer de advocaat, heeft
vlak bij mijn eetkamerramen een schutting
gebouwd, zoodat de kamer enorm donker
der is geworden. Wat moet ik doen?"
Pleitbezorger: „Het gas aanste
ken, electrisch licht i9 nog beter. Een gul
den 80 als 't- n blieft."
De hoofdzaak. Heer: „Ja>
die club van Jan heeft het record hier!"
Dame: „Ja, van het tennissen, maar vi
hebben het van de engagementen!"
Aandesalondeur. Ove r fl t
der cavalerie: „Neen, meneer d<
rechter, v5ór."
Rechter: „Volstrekt niet 1 Na J
Macht gaat boven recht."