ZONDAG5BLAD* HID5CH DAGBLAD Al 4t£V-li j »7 t lij i 17 ïi 7 ïi i i77 7iii 7 71 iïï ••Ifla «1 it VAN HE.T ill- Verkeerd gesprongen. No. 14895. 12 Septemlser. Anno 1908. '"411;#'*'<>.111"'0' Het -was op een Zondag tegen den mid dag. De godsdienstoefening was voorbij en de kerkgangers waren reeds uit elkaar ge gaan; een deel ging naar huis, een deel ging wandelen., en een ander deel legde bezoeken ai. Achsenhausen was een klein stadje, waarin de fijne mode ver genoeg was door gedrongen om er de gewoonten der ele gante wereld welig te doen bloeien. Zoo vertoonde het zich heden in een feestdos, dien zich niet elke naburige gemeente kon veroorloven. Vain alle gevels wapperden plaggen; tevens waren zdj met kransen en guirlandcn versierd, en van den naasten heuvel klonken van tijd tot tijd mortier schoten over de stad. Een gewichtig feest werd heden gevierd: diercnkcuring door Zijne Excellentie, den Heer President van het ,,Bezirk". Deze hooge heer werd in het middaguur verwacht, waarom zich de no tabelen der stad in groote opgewondenheid bevonden; de aankomst van Zijne Excel lentie had allen schijnbaar den eetlust be dorven. In dezen kritieken tijd was het, dat zich de winkeldeuren van het voornaamste ver koophuis op het stadsplein openden en een jonge man in frak en cylinder naar buiten trad, neen vloog, want hij maakte een paar monsterachtige sprongen, alsof hem een onzichtbare kracht daartoe ge dreven had Doch de jongeling matigde allengs zijn haast en schreed glimlachend in de ingeslagen richting voort, alsof hij de versnelde sprongen in bovenmatige vreugde had gedaan. Maar het was zoo niet. De gemeente-secretaris Klemens Rü- bele had zooeven bij den heer J. Goldber- ger om de hand der dochter gevraagd. De principaal der firma Goldberger en Co. was daardoor zóó opgewonden geworden, dat hij zijn waardigheid als voornaamste koopman der stad en als gemeenteraadslid vergat en handgemeen werd. Klemens viel uit de wolken; een zeer treurige val! In doffe berusting ging de ongelukkige sollicitant weg en dacht aan niets anders dan aan den hem overkomen smaad. Daar klonk hem plotseling een vroolijke groet tegen, drie heeren hielden hem aan en namen hem in het midden. „Nu voorwaarts, in het café neuriede een hunner, die als tenor ecner zangver- eeniging voor zich een domineerende stel ling innam. „Ga mede, Klemens," zei de ander en „voorwaarts, marschconmandeerde de derde. Rübele trok zijn schouders op en ant woordde: „Bedaart, mijne heeren, ik kan onmogelijk medegaan; gij weet, binnen een uur komt de President en ik heb nog veel te doen." „Staatszaken verontschuldigen natuur lijk," zei de tenor, ,,'t Spijt ons zeer, doch haltl Ik heb heden een kistje keurige sigaren cadeau gekregen, daarvan mag ik e>r u tooh een aanbieden?" Daarop kon Rübele niet „neen" zeggen; hij haalde uit den hem toegestoken siga renkoker het eenig overgebleven exem plaar. „Belieft ge vuur?" „Dank u zeer, ik kan thans niet rooken, daar ik den Heer Burgemeester tot ont vangst van Zijne Excellentie afhalen moet," bemerkte Rübele. „Jammer!" riep de tenor. „Nu, haast u, opdat u de President niet ontsnapt." Rübelo groette en stak de sigaar in zijn nog geheel ledigen koker; hij had er bij Goldberger willen koopen, doch daarvoor geen tijd meer gevonden. De drie heeren keken hem nog een oogenblik na en gin gen toen lachend huns weegs. „Die zal een gezicht zetten, als de ge schiedenis losbarst," zei de tenor. „Hij heeft geen vermoeden, dat hij een raket- sigaar gekregen heeft, die na een paar trokken losbrandt, hahaEn weet ge wie mij die sigaar gegeven heeft? Niemand anders dan de oude Goldberger; hij heeft me opgedragen, ze aan den heer Rübele af te geven, wijl hij hem straffen wilde, dat hij zijn dochter het hoofd op hol heeft gebracht. De inktvisch en de rijke Goldberger Onder dergelijke liefderijke gesprekken wandelden zij verder, tot ze eindelijk ach ter de deur eener herberg verdwenen. Rübele ging naar het raadhuis en begaf zich in de burgemeesterskamer, om den burgemeester te molden, dat alles voorbe reid was. Hot eerwaardige hoofd der stad gaf een genadig knikje en ging zelfs zoo ver een bijzonderen lof uit te spreken. „Go bobt uw zaak zeer goed afgedaan; ik zal voor een buitengewone aanbeveling zorg dragen. Voor heden, steek een paar sigaren op, bij deze woorden schoof hij hem een kistje toe het zijn echt ge ïmporteerde, die ik voor de feesttafel ge kocht heb." Hoogst verrast nam de secretaris twee stuks, stak ze in zijn koker en stamelde woorden van dank. „Al goed," antwoordde de burgemeester, „thans moeten we naar het stationver gezel mij Hij trok de kantoorjas uit en stak zich in zijn rok, daarna zette hij den cylinder op, trok de glacés aan en ging met Rübele van daar. Do President kwam op den bepaalden tijd en werd door den burgemeester aller- eerbiedigst begroet. Nadat de beambten der stad en de stadsraden voorgesteld wa ren, werd de President op zijn uitdrukke- 1 ijken wensch naar de feestweide gebracht, daar hij nog vóór het diner een kleine in spectie onder het rundvee» houden wilde. Natuurlijk volgden de op het perron vor zamelde rokken en cylinders den hoogen heer. Deze, een minzaam oud-gezel, schreed, in levendig gesprek met den burgemeestor gewikkeld, terstond naar het terrein, waar de beesten stonden, om deze to bezichti gen. Hij sprak zij11 volle tevredenheid over de goed verzorgde dieren uit en ging goed geluimd er tusschen rond. Plotseling keerde hij zich naar den bur gemeester en zeide: „Waarde heer burgemeester, ik heb he laas mijn sigaren in mijn handtasch ge laten; de stallucht werkt op mijn zenuwon." „Zeker, zeker," antwoordde deze dienst vaardig en zocht naar zjjn sigarenkoker, maar hij had hem in het bureau laten lig gen. Daar viel hem in, dat hij den secre taris van de feestsigaren Lad gegeven. „Een oogenblik, Excellentie," verzocht hij en riep Rubele aan zijn zijde. „Geef me spoedig uw sigarenkoker, Zijne Excellen tie vraagt om een sigaar. Ge krijgt ze weldra van me terug." Daarop vloog hij naar Zijne Excellentie en bood hem een sigaar aan. Goedig lachend nam de President ze in ontvangst terwijl hij opmerkte: „Ze is tooh niet te zwaar?" „Integendeel, Excellentie, lekker, hoog- fijn importverzekerde de burgemeester. „Wie heeft vuur?" Een brave landman, begeleider van een machtigen stier, trok een lucifer uit den zak, wreef hem aan de broek aan en reikte hem den hoogen heer over, die vriendelijk dankend de sigaar aanstak. Hij deed een paar trekken. Toen plotseling een slag. Een vonkenregen spatte uit de sigaar, wel ke de President verschrikt van zich slin gerde. De stier maakte een rcusachtigen sprong, liet den kop zakken en ging er met zijn geleider van door. Zijne Excellentie redde zich door een zijsprong, waarbij hij met beide voeten op 's burgemeesters cksteroogen belandde, er ontstond een pa niek, verscheidene heeren verdun overrend en violen ter aarde, het was een hatelijk© scène. De burgemeester, een ware jammer- gestalte, zag met smeekende blikken hope loos naar zijn hoogen gast op. Deze zeid< geen syllabe en keerde zich om, om te gaan. „Excellentie," bracht de burgemeester eindelijk in den klagendsten"toon uit, „ik"... „Geen woord", antwoordde de Presi dent, „geen woordIk verwacht, dat gü me dit schandaal zoo spoedig mogelijk zulf opklaren Gelijk een begoten poedel stapte de burgemeester den Heer Excellentie voor uit, tot naar het gemeentehuis. Daarop verdween hij. Thans kwam er leven in don braven man. De stadsa.gent moest heil raadslid Goldberger voorbrengen. Onder- tusschen werd de secretaris Rübele aap een pijnlijk verhoor onderworpen. Bijna! had de burgemeestor uit het stedelijk ma-' J seiun de duimschroeven Laten halen. Rübele wist niets van een vuurwerksi- 1 gaar. Derhalve moest zij onder do dooi Goldberger geleverde sigaren zijn! Met I Goldberger gaf het een schrikkelijke scène De burgemeester slingerde hem de kist vooi de voeten, dreigde met gerechtelijk onder zoek en sprak de verwachting uit, dat Goldberger voor hem een voetval zou doen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 15