Ko. 14892.
LE1DSCH DAGBLAB, Woensdag- 9 September. Tweede Blad.
Anno 1908.
PERSOVERZICHT.
FEUILLETON.
Voor vrouw en kind.
Buitenlandseh Overzicht.
Hcfc „Sociaal Weekblad" zegt,
flat, dank zij den heralen staathuishoudkun
digen der vorige eeuw, reeds de burgerscho
lier weet, dat machines de gelegenheid
tot arbeiden vermeerderen in plaats van
verminderen. En toch ziet men telkens weer
opnieuw arbeiders zich met kraoht ?n
klem tegen dc invoering van machines ver
zetten.
Wat is de reden, dat een standpunt, dat
lang overwonnen scheen, inderdaad nog niet
overwonnen is? Zou de theorie van het ver
ruimen der arbeidersgelegenheid door de
machines, niettegenstaande haar ouderdom
eo gezag, onjuist zijn of zouden de tegen
woordige werklieden met blindheid gesla
gen zijn
Geen van beide is het geval.
Technische verbeteringen in het machine
wezen zullen inderdaad meer arbeiders werk
kunnen geven, maar alleen op den duur en
alle technische verbeteringen te zamen ge-
Bomen. Het was den ouderen economen, die
het eerst op het feit gewezen hebben, dat met
machines meer handen arbeid kunnen vin
don. volstrekt niet onbekend, dat de invoe
ring van nieuwe machines tijdelijk een werk
loosheid in het leven roepen kan. Een fa
brikant, die zonder machine® 100 personen
arbeid geeft, kan denzelfden arbeid machi
naal soms door 10 personen doen geschie
den. De eerste overgang zal dan ongetwij
feld een 90-tal personen werkloos maken.
Maèr dit tijdelijke nadeel telden deze eco-
I 'nomen niet, daar het. blijvend voordeel ruim
schoots daartegen opwoog.
Zoo heeft men altijd en altijd weer het
grootc nut van den machinearbeid geleerd
liet tijdelijke nadeel werd daarbij wel ver
meld, maar zeer terloops, als iets onver-
Diijdelijks: niet® ia nu eenmaal volmaakt op
deze wereld.
Intusschen werden dc arbeiders, in wier
bedrijf een machinale vereenvoudiging werd
ingevoerd, maar steeds het slachtoffer van
dezen voortuitgang der techniek; zij moes
ten zich gewillig offeren in het algemeen be
lang. Zij hebben dit ook gedaan, zoolang zij
niet voldoende georganiseerd waren, nood
gedwongen. Maar thans, nu hun vroegere
afhankelijkheidspositie in vele opzichten
verbeterd is, nu zij niet meer alles zonder
tegenspraak aanvaarden, hetgeen de werk
gever wcnscht voor te schrijven, nu is we
derom, gelijk in het begin der 19do eeuw,
het verzet van de arbeiders tegen de ver
eenvoudiging van het werk door machines
ODtstaan.
Machines mogen een belangrijke stap
vooruit op den weg der beschaving zijn, zij
mogen het algemeen voordeel brengen, ieder
mensch houdt echter nog in de eerste plaats
rekening met zijn eigen belang. En een maat-
j regel, die den arbeider aan do werkloosheid
prijsgeeft, moet bij dozen verzet uitlok
ken, hoe groot ook het algemeen nut van
den maatregel ie.
Het verzet van dc arbeiders tegen een ver
eenvoudiging van hun bedrijf door invoe
ring van nieuwe machines, is dus alleszins
begrijpelijk en is door geen diepzinnige be
spiegelingen over het nut der techniek
hoe juist ook overigens tegen tc gaan.
Maar daartegenover blijft het belang vaa
de maatschappij, dat technische verbeterin
gen tot stand komen. Het belang van het
g heel mag niet aan het belang van enkelen
opgeofferd worden.
Hoe moeten hier nu cle kool en de geit
g paard worden?
Het blad meea.t dat hier de overheid
dient in te grijpen.
Zij dient de ondernemers, die den arbeid
in hun bedrijf door technische verbeteringen
vereenvoudigen, te verplichten in een werk
lozenfonds bij tc dragen.
De kwestie dor werkloosheidsverzekering
wordt tot heden bijna altijd besproken met
bijdragen van slechts twee kantende over
heid (staat en gemeenten) en de arbeiders.
Om de werkgevers te doen bijdragen, daar
aan wordt nog weinig gedacht. Toch dienen
dc werkloosheidsuitkeeringen even goed voor
een gedeelte op het bedrijf te dTukken als
bijv. uitkeeringen bij ongevallen of ziekten.
10)
André beschouwde aandachtig de kleine en
«chudde bedenkelijk het hoofd, terwijl er ook
een traan in zyeerlijk oog opwelde. „Wat
zal ik u zeggen," zeide bi), „als iemand ge
boren wordt om oud te worden, dan sterft
hji niet alc kind, en zoo ook omgekeerd;
maar dat Jozef er niets van merkt."
„U, de Hemel schenkt mi] nog een gunst
In al mijn lijden en ongeluk," hernam Gene-
viève, „deze, dat ik den toestand, waarin hut
tich bevindt, voor Tibout verborgen kan hou
den; want zoolang hij tegenwoordig is, is
het als had het kind baar gezondheid terug-
bekomen; dan schijnt bot geen smart meer
t® gevoelen, dan verdwijnt iedere pijnlijke
trek van haar gelaat, dan lacht het hem tegen,
®n dan is hy zoo gelukkig, dat het wreed
«ou zijn aan dat geluk een einde te maken.
Dikwijls, André, is het gebeurd, dat Josephine,
hevig met do koorts worstelende, op mijn
«choot lag en Jozef terugkwam; gi) kentzyn
gewoonto om altijd by zijn komst reeds in
de verto zyn kind te roepennauwelijks hoorde
zyn stem, of zy opende de oogen en het
was alsof de koorts eensklaps weekhet kind,
dat nog weinige oogenblikken to voren mach
teloos op myn schoot lag, richtte zich op,
'trekte Jachend de armpjes naar haar vador
bit en bood hem baar mond tot kussen aan."
bJozef weet dus niets?" vroeg André.
-Niets dan dat het kind zwak is," gaf Ge-
Q®viève ten antwoord; „maar ik weet, dat
Er. zeker is dat het geval, wanneer dc werk
loosheid zoo direct door de werkgevers ver
oorzaakt is en zoo onmiddellijk met de be
langen van hun beurs in verband staat, als
bij de invoering van nieuwe machines.
Daarheen zal het dus geleid moeten wor
den dat or werkloosheidsfondsen komen,
waarin naast de overheid, als vertegenwoor
digster van het algemeen belang, ook de on
dernemers, die door de invoering van tech
nische verbeteringen in hun bedrijf arbei
ders werkloos maken, verplicht zijn bij te
dragen. Uit die fondsen kunnen dan de
slachtoffers van den ina-chinalen vooruit
gang ondersteund worden. Bij een zooda
nige regeling zullen ook conflicten, als ver
leden jaar te Rotterdam en thans te Goirle
uitgebroken zijn, hun reden van bestaan
verloren hebben.
,,H et V a de r I a n d" vestigde de aan
dacht op het volgend niet onvermakelijk
voorval op politiek gebied.
Dc redactie van ,,D e (anti-revol.Ro t-
torda mmer had cr zich danig aan
geërgerd, schrijft „Het Vader
land' dat een der schrijvers in een
christelijk arbeidersblad, dat tc Rotterdam
verschijnt, zich voortdurend bediende van
uitdrukkingen, die als het ware uit het
woordenboek der socialisten genomen wa
ren. Zoo las men o. a. in dit tot voorlich
ting van christelijke werklieden bestemde
blad
„Er heerscht thans een welgedane Ixrar-
geoisio over een verarmden werkenden
stand, die gestadig haar kapitaal moet voe
den, en wanneer ze daartoe onbekwaam is,
verzinken moet in het moeras van liet pro
letariaat.
Is het niet, n rkte, over deze woorden
verontwaardigd, ,,D e (anti-rev.) Rotter
dammer" op alsof we de taal van
het sociaal-democr. dagblad ,,H e t
V o 1 k" hooren I Welgedane bourgeoisie,
verarmden werkenden stand, proletariaat;
alle krachttermen, ontleend aan het socia
listisch taaleigen. Een verarmde werkende
stand, die gestadig het kapitaal van de
welgedane bourgeoisie moet voeden. Zeg ons,
welk socialistisch schrijver zal het dezen
C'hristelijken scribent verbeteren? Als bij,
die werkende stand, daartoe onbekwaam is,
moot hij verzinken in het moeras van het
proletariaat. Geef ons één uitdrukking van
een sociaal-democraat, die krachtiger uit
drukt. welk lot, naar socialistische mee-
ning, den werkenden stand beschoren is, dan
dit deel van bovenstaanden zin. Nog daarge
laten dc historische onjuistheid
Na deze boetpredikatie van het anti-rev.
blad verschijnt nu echter opeens in ,.H e t
V o 1 k" een stukje, waarin meeg- deeld
wordt, dat de. afgekeurde woorden zijn ge
schreven door niemand anders dan dr.
A Kuypor, en wel op blz. 22 van ;'\jn in 1891
gehouden rede: „Het Sociale Vraagstuk en
dc Christelijke Religie", waaraan dc schrij
ver in het christelijke arbeidersblad zo
ontleend heeft.
Dc schrijver m „Het Vol k" weifelt
nu tusschen twee verklaringen vau het ge
val. Of wol: ,,D e (anti-rev R o t- te r-
dammer" heeft werkelijk niet geweten,
dat de „christelijke scribent", die zulke so
cialistische taal iutsloeg, de leider der
partij zelf was Of- zij heeft in die socia
listische woorden wèl de stem van dr Kuy-
per herkend, maar niettemin met een on
schuldig gezicht zo aangevallen als de taal
van don anti-ehrist. Maar dat zou toch,
meent hij, al to „stiekura' zijn."
Het weekblad „Patri moniu m", dat
niet ijvert voor ccn 8- of 10-urigen werkdag,
maar voor „een w e 11 e 1 ij k geregel-
den arbeidsdag, omdat het alsnog
een uniformen regel voor alle bedrijven "iet
mogelijk acht", wijst er op, dat bij dit stre
ven rekening moet worden gehouden mei de
neiging van sommige arbeiders om na afloop
van de dagtaak nog particulieren arbeid
te gaan doen. Zoo zijn te Zwolle de arbei
ders van de Centrale werkplaats der Spoor
weg-Maatschappij, die tot 6 uren arbeiden,
„na dien tijd voor particulieren en voor
patroons gaan werken. Eerst ging dat. stil,
later wat meer publiek, thans wordt zelfs
het woldra sterven zal," snikte de moeder en
barstte in een tranenvloed uit.
„En zou er dan geen raiddel tot genezing
bestaan?" vroeg André, in de smart der
moeder deelende.
„Misschien, ja," zoide Geneviöve, „wellicht,
dat een kundige arts myn kind zou kunnen
redden, maar," vervolgde zy wanhopig, „geen
arts levert zyn hulp om mot en wy hebben
geen geld om hem te betalen daarby zyn de
geneesmiddelen zoo duur. 0, het is wel een
vloek arm te zfjn, en dan zyn kind to zion
lyden, teiwyi men de bewustheid in zich om
draagt, dat er wellicht middelon bestaan om
dat lyden te verzachten; het te zien wegkwy-
nen, te zien sterven, daar ik het wellicht zou
kunnen behouden." 0, dat, dat is verschrik
kelijk 1"
„Die oorlog, die ons arm maakt," zeide
André by zichzelven, „die dokiers, die altyd
geld willen hebbenmaar het is waar, wan
neer men geboren is om zyn eigen dood te
sterven, dan kan men geen dokter bekomen."
„Het eenige middel," hervatte Geneviöve,
dat zelfs den armste onder de armen niet
kan ontnomen worden, „is het gebed en God
is myn getuige, hoe ijverig ik van dat middel
gebruik maak; talloos zyn de gebeden, die ik
onophoudeiyk dag on nacht opzend. 0, en
deze zyn het, die voorkomen, dat do wanhoop
my krankzinnig maakt."
„En ik zal myn gebeden by do uwe voe
gen," zoido André; „dat boloof ik u; maar
bedriog ik my niet," vervolgde by na eenige
oogenblikken het stilzwijgen bewaard te heb
ben, „dan wordt de lucht donker," en hierop
buiten do deur ziende, bsmorkte hy, dat hy
zich niet bedrogen had.
„Wy zullen onweer krygon," zeide hy, de
door hen aan den openbaren weg gearbeid.
De meubelmakers, schilders, behangers,
timmerlieden, enz. zijn over deze werkver
richting zeer gebelgd."
„P a t r i ra o n i u ra" zegt daarover
Wij ontveinzen ons niet, dat, als op die
wijze door de werklieden, welke een korten
werkdag hebben, des avonds wordt gewerkt,
dit dc actie voor verkorten werktijd zeer be
moeilijkt.
Hier worden de voorstanders door hun
kameraden bemoeilijkt, en blijkt hieruit,
dat het mislukken van sociale maatregelen
niet altijd geschreven moet worden, op re
kening van de patroons.
Het. is de vraag zegt „De Neder
lander'' of er veel tegen te doen zal
zijn. De werkgevers toch kunnen moeilijk
beschikkingen maken over den vrijen tijd
van hun arbeiders, niemand zal dezen
kunnen beletten in dien tijd iets voor het
eigen huishouden te doen en toch gaat
op dezo wijze één voordeel van den verkor
ten arbeidstijd, n.l. de intensiever arbeid
tijdens de gewone werkuren, zoo niet geheel,
dan toch ten deele te loor. Over reding, om
te zorgen, dat arbeid in de vrije uren uit
spanning blijve, lijkt ons hot eenige afdoen
de middel.
De 80-jarige Belgische minister van
Staat Beeroaert, die een kuur was
begonncn te Ragaz, in Zwitserland, is ge
vallen over een croqueit-hoepeJ en heeft zijn
beneden-arm gebroken. Vermoedelijk zal
hij nu de bijeenkomst van het Instituut voor
Internationaal Recht te Florence niet kun
nen bijwonen.
Do manoeuvres in Lotharingen
zijn in vollen gang De Keizer is met prins
August Willem, prins Furstcnbcrg en zijn
gevolg in auto's op het kasteel Urvillo, bij
Kurzcl, aangekomen. De twee legers, die
elkaar moeten bestrijden, begonnen op tc
rukken. Het weer is fraai en zeer warm.
De leiders van de manoeuvres, met vou
Moltke, den chef van den gencralen staf,
en von Eincm, den minister van oorlog,
aan het hoofd, hebben te Kurzel hun kwar
tier opgeslagen.
De Kroonprins is te St.-Johann-Saar-
bruokon aangekomen.
Volgons een telegram heeft aartshertog
Frans Ferdinand, de Oostenrijksche troon
opvolger, als gast des Keizers tc Urvillo
zijn intrek genomen.
De gewezen minister van jus-
t it i e in D o n o m a r k o n de heer Alber-
ti heeft zich gistermiddag bjj de politie te
Kopenhagen aangegeven en verklaard, zich
schuldig te hebben gemaakt aan valschhe-
den en bedriegerijen, loopendc over groote
bedragen, ten nadeel* van het ministerie
van financiën, de Nationale Bank en een
particuliere Bank.
Hij verklaarde echter, dat hot bedrag tot
dekking van de verduisterde gelden voor
handen was
Volgens nader bericht heeft Alberti alsnog
bekend, bedrog en vervalsching gepleegd te
hebben voor negen milliocn kronen, waarbij
de Staat betrokken is De politieke en oeco-
nomisohe gevolgen zijn onberekenbaar veel.
De Zeelandsche boerenspaarbank heeft zijn
betalingen gestaakt, i'.ï beroering is groot.
Het Russische keizerlijke jacht „Po-
larstcrn" en het. Engelsche koningsjacht
„Victoria and Albert" kwamen- te Kopen
hagen aan met de keizerin-weduwe van
Rusland, grootvorstin Xe-nia, grootvorst
Alexander Michaelowitsj en de koningin vaD
Engeland.
Do vorstelijke personen worden door de
koninklijke familie zeer hartelijk begroet en
reden loen naar de villa Hvidoere, terwijl
de Deensche koninklijke familio terugkeer
de naar Char lotton, una.
Keizer Fra o b J o z e f is to Boeda-
Pesth aangekomen, ten einde daar geduren
de eenige weken verblijf te houden.
Bij zijn aankomst en zijn rit door do stad
lucht betrekt en aan den gezichtseinder trek
ken donderwolken te zamen."
„En Jozef, die zich waarsobynlyk op weg
bevindt," zeide Geneviöve, met ongerustheid
naar de dreigende wolken ataroüde.
„Jozef is niet bang voor het onweder,"
zeide André „en ook niet voor een nat pakdoch
lk wil hem te gemoet gaan; van St.-Bernice
hierheen is slechts één weg, zoodat ik hem
niet mis kan loopen, en bet is altyd aange
naam, gezelschap te hebben, wanneer men
met slecht weder op weg ie; daarenboven
heb ik niets te verzuimen, de klompenmake-
ry staat stil, uit gebiek aan hout en koopers
en de klok behoeft niet geluid te worden, ik
ga Jozef te gemoet."
Ga, André," zeide Geneviöve, „ga, ik vraag
het u, ga Jozet to gemoet. I De Hemel ge
leide u, maar zeg hem niets van hetgeen ik
u van myn kind gezegd hebl"
„Geen onkel woord, vrouw Tibout," gaf
Andió ten antwoord, „hierop kunt gy gerust
zyn, en onderweg zal ik voor myn peetkind
bidden 1',
By die woorden verliet André de woning
van Jozef Tibout.
Geneviöve bleef alleen.
„Alleen," zeide zy, „Goddank alleen; niets
is ray moor welkom dan de eenzaamheid. Is
Jozef tegenwoordig, dan moot ik veinzen,'dan
moet ik lachen, terwyl myn hart breekt;
zells de tegenwoordigheid van André is my
hinderiyk, want myn kind behooren myn
eenige zorgen, uitsluitend en alleen mUn go-
dachten, en als er anderen omheen zyn, kan
ik niet bidden, torwyl myn hart zulk oen
groote behoefte aao het gebod heelt."
Zy knielde neder voor hot kleine altaar,
waarop het beeld der heilige Thereaia atond,
en bad vurig voor het herstel van haar kind
werd hij door dc bijcengestroomde menigte
met groote geestdrift toegejuicht.
„Ik verneem uit betrouwbare bron", seint
de Peiersburgschc berichtgever Van de
„Voss. Ztg.", „dat het Russische b c-
grootingsontwerp voor 1909, dat
met ccn nadeclig saldo van 2*24 millioen roe
bel sluit, in den ministerraad aanleiding
heeft gegeven tot opgewonden besprekingen.
Stolypin verweet den minister van marine
en den minister van het verkeer, dat zij
niet dc gewenschto verbeteringen in hun bc-
grootingen hadden aangebracht en hun aan
vragen niet voldoende gemotiveerd; reeds
het vorige jaar was het der Regeering zeer
moeilijk gevallen de begrooting in de Doc-
ma te doen aannemen en thans zou zij op
nog grootcre bezwaren stuiten.
Naar aanleiding van deze tegenwerpingen
werd besloten voorloopig cic begrooting nog
niet te publiceeren."
Volgens een telegram aan <le Fransche
„Patrie" loste Zaterdag een individu te
Oyster bay verscheidene revolverscho
ten, toen president Roosevclts rijtuig
voorbijging. Het iimividu werd aangehou
den.
Dezer dagen kwam in bladen een bericht
je omtrent een blijkbaar niet wel bij het
hoofd zijnde vrouw voor, die het huis van
den President te Oysterbay was binnenge
drongen, voorgevende, dat zij van dezen en
van Pierpont Morgan een millioen te vor
deren had.
Keuter spreekt het bericht van den aam-
slag met de revolver tegen. Het heet nu,
dat alleen een met een revolver gewapen
de man, die niet wèl bij het hoofd schijnt
tc zijn, op het landgoed van den president
te Oysterbay is gevangengenomen. Een aan
slag op president Roosevelt is echter niet
gepleegd.
„Labor D ay" in Amerika de eerste
Maandag in September is in 33 Staten
als wettelijke vacaiitiedag gevierd. Naar
schatting namen twee millioen leden van
vak vereenig ingen (op pen geheele arbeiders
bevolking van zeven millioen) deel aan dc
optochten. Te Nieuw-York kwamen 30,000
trade-unionisten in de Millionnairen-straax
bijeen om, langs de weelderigste hotels cn
particuliere paleizen door Fifth Avenue, te
marchecrcn naar het VVashington-plcin,
waar de leiders wapenschouwing hielden.
Onder hen bevond zich Keïr Hardie, het
Engelsche parlementslid!. Nog nooit, sinds
de ee-rste viering van dezen vacantiedag ifi
1831, is deze arbeidsparade zoo groot en in
drukwekkend geweest.
De candidaat der uemocraben Wm. Bryan
woonde den optocht bij to Chicago,
In China is voor het oerst van regee-
ringswege een heusche volks telling
gehouden en daaruit bleek, als men de op
gaven kan vertrouwen, dat het Hemëlsche
Rijk 428,211,000 zielen telt, dus ongeveer een
derde van het aantal bewoners der aarde.
Het aantal in China wonende buitenlanders
bedraagt 69,852.
Uit Shanghai vordt aan de „Morning
Post" bericht, dat het Chineesche ministe-
ilie Man landbouw het met de financicelc
autoriteiten eens is geworden over een ver
laging van het uitvoerrecht op
thee, waardoor men hoopt den theehan
del te kunnen opbeuren.
Gemeenteraad van fiflillegona.
Voorzitter: burgemeester Wentholt.
Afwezig de heeren J. van Til Rzn. en H.
A. van Waveren; de laatste met kennisge
ving.
Aan de orde is het eemg punt der agenda:
Herziening jaarwedde burgemeester, secre
taris en ontvanger.
Do heer Kuyk wen sekt een vraag te stel
len en wel deze, of het schrijven van Ged.
Staten betrekking heeft op art. 136 der Ge
meentewet en zoo niet, aan welke wet Ged.
Staten hun recht ontleenen.
De Voorzitter leest art. 136 der Gemeen
tewet voor en concludeert, dat Ged. Staten
de jaarwedden van bedoelde ambtenaren
en zoo al biddende vergat zy alles; want het
gebed verheft de ziel en voert haar opwaarts,
doet haar de aarde vergeten en al km r kom
mer en leod.
Zy bad zoo innig, zoo vurig, dat zy niet
eeiis do tegenwoordigheid van een vreemde
ling gewaar werd, die, terwyl zy zich zoo
geheel en al in het gebed verdiepte, binnen
getreden was
Die vreemdeling was oen man van om-
stroeks dertig jaren, lang eu ryzig van ge
stalte; zyn gelaatskleur was eenigszins bruin,
zyn oogen waren gitzwart en fonkelden en
hadden een blik, die tot in het hart scheen
te kunnen doordringen; een zware knevel be
dekte zyn bovenlip en deze was evenals zyn
lokken ravenzwart.
Onafgowend waren zyn blikken op de
biddende gevestigd, die eindeiyk door bet
zacht gekreun van haar kind tot zichzelve
werd teruggevoerd.
Verschrikt stond zy op en riep op den
toen der grootste verwondering: „Mijnheer!"
Di9 uitroep bewees, dat de vreemdeling
zich door zyn kleeding zoodanig voordeed,
dat Geneviöve bemerkte, dat by tot do hoo-
gere rangen der maatsckappy behoorde.
En inderdaad, de vreemdeling was smaak
vol gekloed; zyn kleeding bestond uit het
fijnste Jaken, zyn linnen was helder wit als
sneeuw en mede ragfyn; aan zyn vinger
droeg hy een kostbaren ring en dit was ook
het eouigo sieraad, hetwelk men by hem be
speuren kon.
In de rechterhand hield by een reiscascette,
vau een kopereren plaat voorzien, op welke
een naam gegraveerd was.
Mynheer,"zeide Geneviöve een zoo welleven
de buigiDg voor den vreemdeling makendeals
men in de eenvoudige hut van Jozef Tibout
vaststellen, do, den Raad to hebben gehoord,
onder go»KTkcuring dor Kroon.
Den heer Kuyk voldoet cleze interpreta
tie niet. Spr. meent, dat Ged. Staven to
voorbarig zijn geweest door den nieuwen,
norm vast te stellen. Z i. hadden Gedep.
Staten eerst den Raad moeten hooren.
De Voorzitter gaat daar niet mee mede.
Dit is een voorstel van Gedeputeerde Sta
ten.
De heer Balvers vraagt naar de argumen
ten van Gedeputeerde Staten, om een nieu
wen norm vast te stellen,
Den Voorzitter zijn deze onbekend.
De heer H V van Zanten beschouwt het
als ccn soort aanslag en dan is Hillegom
rnct zijn grooic meerderheid /an arbeidende
bevolking hoog aangeslagen.
De heer Guldcmond meent, dat het hier
alleen dient te gaan over de hoegrootheid
van het salaris.
De heer Kuyk zou graag wat meer weten
van dien norm.
De heer Guklemond blijft er bij, dat het
hier alleen over cijfers gaat. Zijn die te
hoog of te laag
De Voorzitter verlaat de vergadering,
waar deze zaak hem persoonlijk aangaat.
De heer G V. van Zanten oordeelt, dat
ook hij niet langer blijven kan.
Het presidium gaat over op den heer
Lommerse.
De secretaris leest het praeadvics van li.
en Ws. inzake het salaris van den burge
meester.
De. wethouders oordcelen het voorstel van
Ged. Staten om het salaris van den burge
meester op 1700 te brengeü, in overeen
stemming met ambt en werkzaamheden.
Dc hcor Balvers vindt dc voorgestelde re
geling niet goed Volgens Ged. Staten zal
de ontvanger genieten f 1S75 en volgens het
voorstel van B en Ws, f 1725, dus meer dap
de burgemeester, en dat vindt spreker niet
goed.
De heeren H. V. van Zanten cn Kuyk zou
den daarom eerst graag inlichtingen heb
ben van Ged. Staten.
De heer Sluis meent, dat wij niets met
dien norm noodig hebban. Wij kunnen öf
meegaan óf niet *rct Ged. Staten en dan heb
ben we beroep op de Kroon.
De heer Van der Schoot vraagt, wat we
moeten doen.
Dc hcor Sluis gaat niet mee met de bo-
woordingen van het praeadvies. Het burge
meestersambt is niet alleen een eere-ambt,
ook ongefort-uneerden moeten in staat zijn,
burgemeester te worden.
De heer Van der Schoot zegt, dat wat
God'. Staten vragen, de gemeente f 1000 kos
ten zalde draagkracht der gemeente kan
dan gevoeglijk 25 pCt. beneden verleden
jaar rekenen, waarom we moesten kaJvceren
en f 500 toestaan, ponds-ponds-gewijze te
verdeelen.
De heer Kuyk kan daarmee meegaan, mits
het alleen verdeeld wordt over burgemees
ter en secretaris. De ontvanger is als amb
tenaar ter secretarie verleden jaar pa,"
flink verhoogd.
De heer Van dor Schoot stelt voor de
jaarwedden als volgt te regelen:
Jaarwedde burgemeester: f 1400 met twee
zeejaarlijksche verhoogingen a f 50.
Jaarwedde secretaris: 1350 met twee
zesjaarlijksche verhoogingen a f 50.
Jaarwedde ontvanger 650 met twee zes
jaarlijksche verhoogingen van f 25.
De heer H. V. van Zanten stelt voor eerst
aan Ged. Staten te vragen op welke gronden
die nieuwe norm berust en dat zij naar onze
meening te hoog is.
De heer Sluis stelt voor mede te gaan met
Gedeputeerde Staten, wat dc salarissen van
burgemeester en seoretaris betreft, doch niet
met dat van den ontvanger, waar deze paa
verhooging gehad heeft. Wel is hij voor vèr-
hooging van het salaris des ontvangers, alk
beide betrekkingen van ontvanger en amb
tenaar ter secre-.ric gesplitst worden
Na een langdurige discussie over de
vraag, wiens voorstel de verste strekking
heeft., wordt eindelijk het voorstel Van der
Schoot in drieën gesplitst in stemming ge
bracht en aangenomen wat het salaris vac
den burgemeester botreft.
Tegen stemden dc heeren Sluis en
■«.■.«.■■wm. r :i.f ,,.|»w i.urvwnr -
met verwacht zou hebben, mynheer, ver
schoon myn onwellevendheid, ik had uw te
genwoordigheid niet opgemerkt en
„O geen plichtplegingen, vrouw Tibout,"
hernam de vreemdeling met de meeste Inne
mendheid, „gij deedt daar een goed werk, C8n
vroom werk, vrouw Tibout, en het zou my
leed doen, indien ik u gestoord had
„O neen, mycheer, ik bad voor myn kind
„Voor uw kind," hernam de vreemdeling,
zyn donkere oogen naar het kleine bed rich«
tende, waarop Josephine lag, „is d3tuwkind,
vrouw Tibout, uw eenigst kind
„Ja, mynheerI" gaf Geneviöve ten ant
woord
De vreemdeling begaf zich naar ue plaats,
waar het kind lag, en sloeg hot opmerkzaam, gado.
„Dat kind is ziek," zeide de vreemdeling,
„zeer ziek, vrouw Tibout."
„Ja, eeer ziek, mynheer," hernam Gene
vieve, „zoudt gy wellicht een geneosheer zyn?"
„Een geneesheer juist met," gaf de vreum
deling ten antwoord, „maar vroeger legde lk
my op de geneeskunde toe en geloof hierin
eenige ervariog gekregen te hebben."
„En myn kind? 0, mynheer, ik bid u, zeg
my wat gy van myn kind denkt."
De vreemdeling haalde de schouders op en
zweeg.
„Gy zwygt," riep Geneviöve, wie de ziele*
angst uit de oogeu blonk, gy zwygt, gy ver
moedt iets verscbrikkelyks 1"
„Ik vermoed mets, ik ben zeker 1"
„Zeker en waarvan? 0, om Godswil, spreek
en martel my niet langer door my in het
onzekere te laten," smeekte Gonevièvft „wnfc?
zyt ge zeker van?"
„Dat uw kind sterven zal," hem lm te
vreemdeling koel.
vWordt vervoP<*L)