Eerste Kamer.
Kunst, letteren, enz.
Over bloem en geur
heeft prof. Ed. Vcrechaffolfc een beknopt©
studie gepubliceerd, die verschenen is in
het Chemisch Weekblad. De Amsterdafa-
©cke hoogleeraar heeft daarin vooral ge
tracht een gedocumenteerd literatuurover
zicht te leveren voor het onderwerp in kwes
tie. Aan het opstel zelf is het onderstaan
de ontleend:
„De vraag, welke stoffen het zijn, die
door bloemen worden uitgewasemd, en haar
den ken schetsende n geur geven, is alleen te
beantwoorden door ten onderzoek, dat ge
bruik maakt zoowel w.a chemische als psy
chologische methoiji:. empirisch is reeds
lang erkend, dat met aneen kwantitatief
zeer ondergeschikte i tandde© Ion vaak de
dragers zajn van het a-aroma, maar
dat vele sterk riekende stoffen dan slechts
den eigenaardigen, meer of mm aaugena-
men geur teweegbrengen, s zij met geheel
of bijna reukelooze verbindingen zijn ver
dund. Daarenboven oefenen naast 1 sa rider
aanwezige reikende stoffen dikwijls een
merkwaardigen invloed uit op ^aueicrs
geur, wat blijkbaar het bepalen \,.:i :<xleis
aandeel in de totale gwaarw. .-d ug -a j-
•/.ienlijk moet complieecron.
En verder:
„Als de grondstoven, waaruit bloe
men haar welriekende afscheidingen berei
den, kunnen met de meeste waarschijnlijk
heid do koolhydraten worden beschouwd,
die zich onmiddellijk vóór of tijdens den
oloei, in de blocmdeelcn zelve of in dc or
ganen, waarop deze zijn gezeten, oplioopen.
Het zetmeel vooral, dat men zoo algemeen
en in zoo groote hoeveelheid in de jonge
bloemknoppen aantreft, en dat bij de verde-
to ontwikkeling der bloemen wordt ver
bruikt, levert wel zonder twijfel ook het
materiaal, waaruit het protoplasma der
kroonhladen de bloemengeur opbouwt.''
„Door welke reeks van reacties uit de
grondstoffen, de componenten van den
bloemengeur ontstaan, dit is thans zelfs
niet te gissen. Wij staan hieromtrent voor
hetzelfde raadsel als bij verreweg de meeste
producten der plantaardige stofwisseling,
waarvan wij in den regel alleen dit kunnen
neggen, dat het protoplasma ze met gansch
andere hulpmiddelen maakt dan die, welke
het chemischs laboratorium ons tbans nog
aan de hand kan doen.
Een laatste punt wensen ik nog oven aan
te roeren, echter zeer kort, omdat het ook
meer op het gebied dc plantenphysiologic
dan op lat der olnntencnemïo thuis hoort.
Het is de bij vele bloemen waargenomen
periodiciteit in de uitwaseming van den
geur. Sommige roortc: rieken alleen over
dag, zooals dc Akker winde, Waterplompen
en verschillende Papilionaceeënandere
en deze zijn vaak nog meer opvallend
enkel, of toch heel veel, 's nachts, b.v. de
Kamperfoelie, de Xachtsilene, de Tuberoos
enz. Dikwijls, maar niet altijd, gaat liet
verschijnsel gepaard met pcriodische bewe
gingen, een open of dichtgaan der bloem
bladen, zoodanig dat dc bloemen alleen rie
ken als j geopend zijn.
Evenals nu het bewijs is geleverd door de
experimenten van Pfeffer, Jost, Wietïcrs-
hcim e. a., dat men uczs bewegingen recht
streeks en willekeurig kan veroorzaken
door in sommige gevallen de temperatuur
te doen rijzen, in andere de bloemen afwis
selend in licht en aonker te plaatsen, zoo
zal ook te onderzoeken zijn, vooral bij zich
niet dagelijks sluiter.de bloemen, aan welke
factoren de periodiciteit van den geur moot
worden toegeschreven. Ongetwijfeld zullen
temperatuur en licht ook hier blijken een
groote rol te spelen. Eenige waarnemingen
in die richting zijn reeds ondernomen door
Mcsnard, die tevens een methode bedacht
om de intensiteit van den geur te meten
Doch ook op dit. gebied zijn niet veel meer
dan de eerste stappen gedaan, een helder
inzicht in den aard dier verschijnselen heb
ben wij tot dusverre niet verkregenhier
is nog een belangwekkende vraag onopge
lost. waarop een weloverlegd experimenteel
onderzoek alleen hel pr.tv.oord kan geven.
De verzorging va het lichaam vormt den
inhoud van het voor Nederland bewerirte
boek door Jeanne van Haansbergen.
Het is verschenen onder toezicht van dr.
A. K. W. Arntzeniua, die er tevens een in
leiding voorschreef, cn is een uitgave van
J. C. Dalmeyer te Amsterdam.
„De ontwikkeling van het lichaam, in den
zin, zooals wij hier op het ocg hebben,
houdt zich hoofdzakelijk bezig met het be
wegingsmechaniek van het menschclijk li
chaam", lezen we.
„Op dit gebied bestaat nog een bijna
middeleeuwseh begrip, zoowel onder de
mannen als onder dc vrouwen. Het meeren-
deel der vrouwen kan zic-h geen denkbeeld
vormen van den bouw cn dc werking van
het spierstelsel."
Gewezen wordt er nu in dit boekje, hoe
iedere beweging door een of andere spier
groep wordt uitgevoerd, wat men doen
moet om al die verschillende spiergroepen
tot ontwikkeling te brengen, hoe dc juiste
lastverdceling zij.
Pen aantal photographieën verduidelijkt
dit.
Dc macht der persoonlijkheid ligt in de
uitdrukking van het geheel, niet in het ge
zicht alleen.
Zoo wordt Channing door zijn biograaf
kort en bondig gekarakteriseerd met de
woorden: „He had a small person but a
great presence".
Wat doet dc tooneelspeler wanneer hij een
aand-'^ ning wil weergeven,' Hij laadt aller
eerst in zijn gezicht, die spieren met energie
en de psyschischc bijvoeging van de uit te
beelden aandoening, welke vreugde, lachen,
droefheid, toorn, \crwachting of verbazing
moeten uitdrukken. PI ij zal dc droefheid
niet alleen met de gezichtsspieren uitdruk
ken, maar wel degelijk ook met zijn geheele
lichaam. Beschouwen we bijv. het lichaam
van den man die Saeha Schneider voorge-
u 'w U&t cevocl der
afhankelijkheid". Men bedekke het hoofd en
het zal niemand in de gedacht© komen, dat
dat een spierstelsel is, dat overvloeit van
levensvreugde
Of Böcklin's „Odysseus" of zijn „Trouw
aan het tralievenster". Beide figuren van de
achterzijde gezien, drukken ook zonder dat
het gezicht vertolkt wat cr in de ziel om
gaat, den zielstoestand van verlangen zooda
nig uit, dat. men de psyschische lading wel
ke zich in de rugspicren bevinden moet
zelfs als het ware door de kleederen heen ziet
werken.
Naast de physieke ontwikkeling wordt in
dit boekje zeer de aandacht gevestigd op de
psychisch© beteekenis, die het lichaam als
uitbeelder van het zieleleven heeft.
Nadat door de schrijfster gewezen wordt
op het schoonheidsgebrek bij schoolgaande
meisjes reeds, op de wijze hoe gracie kan
veroverd worden, gaat zij meer uitvoerig
dc functies van de verschillende lichaams-
deelen na, besluitend het boekje met de op
gaaf van een reeks systematische oefeningen.
üe Hals van 2 5,0 00 pd. s t.
Men weet, dat de National Gallery in het
bezit van een Frans Hals is geraakt, een
familiegroep, die aan Iiord Tallot hoorde «n
op diens kasteel Malahidc bij Dublin hing.
Nadat de restaurateur der Gallery Buttery
er dc aandacht van den directeur Charles
Holroyd op had gevestigd, is het stuk voor
25,000 pd. st. gekocht, waarvan dc regee
ring dc helft heeit
Hoog is dit bedrag door velen gevonden,
maar nu komt bovendien The Globe klagen
over exclusieve waardeering van oude, des
noods buiten]andsche kunst, tegenover te
luttele of geen belangstelling in die van
eigen tijdgenooten.
Tooneelschool.
Als nieuwe leerlingen voor de Tooneel
school hadden zich dit jaar 32 candidaten
aangemeld.
Aan het admissie-ex amen werd door 20
cand. deelgenomen. Hiervan werden afge
wezen 4 en slaagden 10 niannel. en 6 vrou
welijke candidaten, zoodat voorloopig als
leerlingen zijn toegelaten de vrouwel.
cand. S. van Dijk, A. M. van Ecs, L.
Engelen, A. E. J. van Gelder, allen te
Amsterdam; B Wolffers tc Rotterdam, H.
G. F. Barbe, te Epe, en do mannel. cand.
H. M. Bierman, P. L. B. Miiin, W. Tim-
rott, F. Timxntt .T. rD Wind, C. A. L. van
Kerckhoven, Theod. Frcnkel, alien te Am
sterdam; Ch. E. F. niog'ie, te Rotterdam,
J. W. G. Balfoort, te 's-Gravcnhage, F. C.
Tieskens, le Haarlem, en te Amsterdam.
Brieven uit Katwijk,
XXI
Het is mij niet bekend of aan ccn mijner
vorige Brieven door de „Yereeniging ter
bevordering van het Vreemdelingenver
keer" aandacht is geschonken, nog minder
of het Bestuur dier Vereeniging zich tot
liet Gemeentebestuur heeft gewend.' Wat
mij echter wel bleek, is, dat aan de wielrij
ders een ergernis is ontnomen en te hunner
gerieve een gedeelte der kicbestrating langs
het Ovcrrijn te Katwijk aan den Rijn is op
gebroken en ter plaatse een wel niet breed,
maar toch doelmatig wielerpad werd aan
gelegd. Wanneer nu nog bij verordening
wordt bepaald, dat. dit pad niet door rij -
of voertuigen mag worden bereden, en de
politie streng toeziet, dat deze bepaling
wordt nageleefd, dan zijn wij gereed, *">f
neen, toch eigenlijk nog niet geheel en al.
Ontegenzeglijk kwqjn reeds een flinke ver
betering, maar tot heden is liet evenwel be
trekkelijk half werk; ook dc keibcstrating
van af de brug tot- aan „De Roskam" is van
dien aard, dat ook daar, ter wille van de
sport- en toeristen-wereld, wel een voorzie
ning mag worden getroffen. Een wielerpad
is daar echter onmogelijk cn zoo moet daar
Wilbur Wright op
op andere wijze worden geholpen. Volgens
mijn bescheiden meening is dit te doen door
ook daar de keibeetrating op ongeveer de
zelfde breedte, desnoods midden in den weg,
of eigenlijk nog ^eter aan de zijde van het
Hotel op te breken en de keien te doen ver
vangen door bijv. klinkers. Het wordt dan
wel geen Eldorado, maar met betrekkelijk
weinig kosten zijn de wielrijders dan toch
ook daar geholpen. De uitkomend© keien
kunnen vermoedelijk dan met die van het
Overrijn wel gebruist worden op Land-
bouwlust, waar vooral na regenbuien, zoo-
als wij. den laatsten tijd nogal eens hadden,
naai- men mij mededeelt, een modderpoeltje
wordt geschapen.
Ik begonmet te zeggen, dat ik niet wist
of de „Vereeniging ter bevordering van het
Vreemdelingenverkeer" aandacht aan mijn
Brief had geschonkenik kan echter gerust
zeggen, dat ik zulks ten zeerst© betwijfel,
ten minste bordjes, die den wandelaar of
wielrijder den weg naar Katwïjk-aan-Zcc.
wijzen, zijn niet vermeerderd niettegen
staande dit dringend noodzakelijk is. Op
meer dan één plaats staat een vreemdeling
voor het feit, dat hij niet weet welke rich
ting moet worden gekozen. Dat strekt niet
tot vermeerdering van het vreemdelingen
verkeer, en hierop, ik weet het, werd reeds
ook op vergaderingen gewezen, terwijl aan
bestuursleden het eveneens meer dan eens
werd opgemerkt. Ik begrijp dan ook niet
wat oorzaak kan zijn,, dat 'hiertoe niiet
wordt overgegaan; aan het geld kan het
toch hier niet liggend© bestaande bordjes
zijn zoo eenvoudig, dat men het voor de
hooge kosten niet behoeft t© laten. Doch ge
noeg hieroverlaat ons hopen, dat mijn
Brief ook in deze nog eens resultaat krijgt l
Ik verneem, dat. de nieuwe straat achter
langs dc pakhuizen van dc heeron Meerburg
cn Parlevliet naar het P.-H.-Kanaal, al
hier, weldra voor l:_t publiek zal worden
geo;t-^3d. N& ik die straat zie, kan ik mij
voorstellen, dat deai nieuwe verbindingsweg
zoozeer word begeerd, en ik geloof aan ook
wel, dat er een druk gebruik van zal wor
den gemaakt. Doch j'.iist dit veelvuldig ge
bruik doet mij vreezen, dat in de practijk
zal blijken, dat de weg nog niet een'af
doende verbetering is; men zal nu van twee
zijden het Kauaal kunnen bereiken cn dit
feit geeft mij aanleiding tot dc vrees, dat
de drukte langs het Kanaal zelf niet zal
verminderen, doch integendeel toenemen,
wat betrekkelijk goco is, want hoe meer
drukte hoe meer verkeer en vertier Doch
reeds nu gebeurt liet, dat dc voerlieden
elkaar niet kunnen passeeren, en dat zal
dan nog meer plaats hebben. Vroeger was
hieraan nie>_- te doen, doch thans is men,
meen ik, in de gelegenheid zulks te voorko
men; er zijn nu twee wegen. Wanneer dus
bepaald wordt, dat men bijv. met geladen
•wagens alleen langs de Havenstraat mag
aankomen, en dus ledige wagens langs
de nieuwe straat wegrijden, of omgekeerd,
dan kan er van botsingen geen sprake meer
zijn. Mij dunkt, dit verdient wel ernstige
overweging; en wanneer het bovendien waar
is, wat ik heb gehoord cn mij door een der
voerlieden werd bevestigd, zelf heb ik
den Brief niet gelezen en kan dus voor de
waarheid niet instaan, doch ik heb geen re
den om er aan tc twijfelen, oat nl. den
handelaars in de Zuidstraat is gevraagd,
om den voerlieden te gelasten niet van de
Stationstraat gebruik tc maken, waar de
bestrating van dien w7eg niet bestand zal
zijn tegen het berijden rrvt zware vrachten,
dan ligt. het voor de hand, dat alleen van
uit de Havenstraat met bevrachte wagens
kan worden gereden, atcgel cn orde zou een
dergelijke maatregel tot gevolg hebben en
dit is toch ook het belang der voerlieden
zelf.
Nog even wil ik tot slot van dezen Brief
melding maken van het feit. dat de tennis
baan op 1 September jl. werd geopend; men
trof het niet bijzonder met het weder, of
beter gezegdmen trof het bijzonder slecht
regen en wind bijna den ganschen dag. Nu
In vliegmachine.
de baaai dan gereed en geopend is, kan men
eerst oordeelen over de ligging cn inrich
ting; over dit laatste moet ik zwijgen, want
aan sport doe ik niet. In mijn jeugd wist
men daarvan niets en om er thans nog aan
te beginnen, daarvoor ben ik te oud. Wat
de ligging echter betreft, meen ik, dat deze
nogal meevalt. Stonden er wat hoornen en
had men alzoo wat schaduw, dan ware zulks
natuurlijk meer verkieslijk. Doeh wie wee',
hoe spoedig het terrein wordt ingebouwd
en alsdan zullen muren zoo noodig schaduw
en beschutting bieden. Voor de badgasten
ware het natuurlijk aangenamer geweest, in
dien de baan dichter bij den boulevard wa
re gesticht, doch dit was nu eenmaal niet.
mogelijk. Alleen bij het groote Badhotel wa
re wellicht gelegenheid geweest tot inrich
ting van een tennisveld, doch ben ik wol
ingelicht, dan was dc eigenaar-exploitant
daartoe niet tc vinden. Was ik eigenaar ge
weest, dan had ik met beide handen de op
richters naar mij toe. getrokken cn was ik
den heeren in hun streven te gomoet geko
men. Nu dit niet het geval was en men dus
elders moest, geloof ik niet, dat beter en
voordceliger grond gevonden kan worden.
De tennis-baan is alzoo daar en ook fen
deze behoeft Katwijk alzoo niet achter tc
staan bij andere badplaatsen. Alhoewel le
den van dc Tennis-baan Katwijk natuurlijk
in dc allereerste plaats tot dc spelers zullen
behooren, staat het te voorzien, dat ook ve
len daarbuiten zich niet slechts tot de toe
schouwers zullen moeten bepalende intro
ductie is zoo ruim en gemakkelijk mogelijk.
Ieder lid mag zooveel maal introduceeren
als hij wilintroductie-kaarten zijn tegen
betaling bij het bestuur verkrijgbaar cn gel
dig voor den dag van afgifte. Moge het ten-
riis-spel ook te Katwijk zóó inhecmsch wor
den. dat spoedig tot vergrooting van het
veld moet worden overgegaan, dat meerdere
banen noodig zijn om de talrijke spelers in
de gelegenheid te stellen zich te oefenen.
Wijziging der Motor- en R ij-
wiol wet 1905.
In de Memorie van Antwoord verklaart
de minister van waterstaat, tegenover dc
verzekering dat nieuwe bepalingen ter be
strijding van het gevaar, door motorrijtui
gen veroorzaakt hoog noodig zijn, evenals
zijn ambtsvoorganger dat het voorstel zoo
hreeden opzet niet heeft. Het beoogt slechts
enkele, deels spoedeisclicndc wijzigingen
ter wille van de gemeentelijke autonomie.
Den rechter do keus tusschen hechtenis
cn geldboete bij overtreding van veilig
heidsvoorschriften geheel te ontucmen
zou niet aangaan.
I)e mogelijkheid van verbeurdverklaring
van motorrijtuigen is uitdrukkelijk ver
worpen bij dc voorbereiding der bestaande
wet De minister wenscht hiertegen niet;
in te gaan. Bij do telkens opnieuw opdui
kend© begeerte, naar herstel van het in
dertijd afgrsehafte bekwaatnlieidsonder-
zoek, wacht de minister nog altijd vergeefs
eenig bewijs, dat aanrijdingen of botsingen
te wijten ziin aan onbedrevenheid der be
stuurders. Van eenigo uitnoodiging voor
een congres ter internationale regeling is
bij de regeering niets bekend. Wellicht
heeft nieij. gedacht aan het tegen October
te Parijs bijeengeroepen „Congres de la
Route", alwaar de techniek van wegenaan
leg in b-handeling komt. Daar zal Neder
land vertegenwoordigd zijn door den
hoofdinspecteur-generaal en een ingenieur
van den rijkswaterstaat. Op dit congres
komt ook de stofplaag aan de orde.
Van regeeringswegc is de technische cn
financieelo uitvoerbaarheid van de tot
dusverre bekend geworden middelen reeds
bij herhaling onderzocht, zoodat voor nieuw
onderzoek harerzijds thans geenerlci ro
den is.
De minister legt den nadruk cr op, dat
dc gemeentebesturen niot door dit voor
stel voor het eerst bevoegd zullen worden
tot het bepalen van een maximum snel
heid voor de bebonwdo kom. Het is nu en
kel te doen om opheffing van dc uitzonde
ring voor de rijks- en provinciale, wegen
en de overigo wegen voor liet doorgaand
verkeer, waarbij dan als tegenwicht een
benedengrens voor het maximum wordt
bepaald.
In de andere Kamer is de benedengrens
van 15 tot 10 K.M. verlaagd, in weerwil
van bestrijding door den minister. Toch
meent ook hij, dat. men, deze wijziging
gispende, zich moet hoeden voor overdrij
ving.
Aan do 15 K.M. van het. regeeringsvoor-
stel is het vermogen, om het automobilis
me of de industrie t© knakken, niet toege
schreven. Zou nu de slechts 5 K.M. rui
mere speling, die d© Tweede Kamer aan
dc gemeenten wil gunnen, voldoend© zijn
om een zoo fnuikende werking der wet in
het leven to roepen'?
De bewering dat het voor oudere wagens
en onder sommige omstandigheden on
doenlijk zal zijn, een maximum van 10
K.M. niet t© overschrijden, heeft in ge
val van overmacht geenerlci beteekenis,
terwijl overigens van 1898 tot 1S04, alzoo
juist voor dc oudere wagens, voor allo
rijkswegen in bebouwde kommen een maxi
mum van slechts 8 K.M. heeft gegolden.
Wel komt het den minister aannemelijk
voor, dat liet- in verschillenden opzichten
lastig en hinderlijk kan zijn, gedurende
nanmerkelijkon tijd de vaart beperkt tc
houden tot een zoo matig cijfer als 10 K.M.
Uit het feit dat een vaart van 10 K.M
nog roekeloos kan zijn, is intusschen ten
onrechte dc meening geput, dat het voor
stel geen enkele verbetering zou kunnen
brengen. Met nadruk herhaalt de minister
dat naast cn boven een maximum in cij
fers overal cn altijd geldt het verbod van
art» 15 der wet, dat niet anders of snel
ler mag worden gereden dan do veiligheid
naar omstandigheden gedoogt.
Het geldt hier overigens geenszins een
verplichting, doch enkel een bevoegdheid
der gemeentcbmtarten. Men -fcPte-dcHjepa.
ling althans een proef en wacfrt© af, 0f van
de gewijzigde bevoegdheid al dan niet een
verstandig gebruik zal worden gemaakt.
Wat eindelijk aangaat het bezwaar om
trent het begrip „bebouwde kom", diü
begrip staat inderdaad niet vast, doch kan
ook van te voren niet vaststaan, daar do
plaatselijke omstandigheden in ieder bijzon
der gov al beslissend zijn.
Voor willekeur der gemeentebesturen
staat intusschen geen gevaar, omdat hier
niet de gemeente, maar de wet de grens der
bevoegdheid trekt. Laat de gemeente haar
verordening ruimer gebied beslaan dan het
geen naar waarheid bebouwde kom is, dan
komt zij in strijd met de wet en is haar ver
ordening vatbaar voor vernietiging. Hierop
wordt toegezien door Gedeputeerde 8taten
en dc Rcgecring. En mochten deze onver
hoopt te kort schieten, dan nog is dc rech
ter verplicht iedere verordening buiten toe
passing te laten, die in dit opzicht buiten
de wot gaat. Alzoo waarborgen te over, ©m
begane onwettigheden t© brengen onder het
oog van hooger of ander gezag.
I£o!landfccIie scholen in Argentinië.
Door dr. J. van Lonkhuyzen worden po
gingen aangewend om in verschillende Ne-
derlandsche kolonies in Argentinië Hol-
landsche scholen op le richten met het doel
om bij de Nederlanders in deze republiek
do eigen taal en dc vaderlandsehe zeden in
stand to houden. Er wordt ginds voor die
scholen, ook door de aanzienlijke Nederlan
ders, veel gegeven, maar men komt voor
inrichting en onderhoud toch nog to kort.
Een der leden van hot centraal schoolbe-1
stuur, do heer F. Bcning, is nu met dr.
Van Lonkhuyzen naar hier gekomen, voor
zien van een certificaat van Z.Exc. Van
Rlet>. gezant in Argentinië, om geheel be
langeloos gelden voor deze scholen in te
zamelen.
Naar ons bericht wordt, steunen stadge-
nooten van verschillende richting deze na
tional© zaak en ook wij stemmen van heeler
harte in met het streven der genoemde
heeren.
Wie voor het denkbeeld voelt, kan gelden
zenden aan dr. J. van Lonkhuyzen te Hete-
ren bij Arnhem of aan den heer Bening,
hotel „Het Wapen van Friesland", Beurs
stiaat, te Amsterdam.
ZWAMMERDAM. In de veigadering van
liet „Nut" zijn herkozen: tot vice-voorzit-
««*r do heer J. dc Bruyn; tot secretaris de
heer G. B. Fortuyn; tot commissaris der
bewaarschool de heer J. de Bruyntot
commissaris dor bibliotheek de heer A.
Eykelhoff.
Tot wethouder is herbenoemd de heer J.
dc Bruyn.
Op dc voordracht van personen ter be
noeming van Zetter voor 's Rijks directe
belastingen zijn geplaatst de heeren: J. de
BruynK. van DamJ. Sprey Lz. cn C.
van Muiswinkel, en nulks wegens periodieke
aftreding der hceror. J. de Bruyn en 0. D.
Hoogendijk, van wie dc laatste niet meer
in aanmerking wenscht© to komen.
De gemeenterekening, dienst 1907, is voor
loopig vastgesteld in ontvangst op 18,742.55
guldon, en in uitgaaf op 19,596.39 gul-den;
alzoo een nadeelig saldo van 853.84 gJd.
Op het verzoek van den heer C. W. Hoo
gendijk, om gedeeltelijke vernieuwing van
het rieten dak zijner boerenwoning in de
kom der gemeente is afwijzend beschikt met
het oog op brandgevaar.
Militairen op audiëntie.
De minister van oorlog heeft, naar het
„Hbld." meldt, aan de inspecteurs der wa
pens en hoofden van dienstvakken het vol
gende geschreven: Donderdag 20 Aug. j.l.
is bij mij ter audiëntie verschenen een ad-
j udant-ondcroff icier-kw artierraee6ter van
een der regimenten infanterie. Op mijn
vraag, mot welk doel hij ter audiëntie kwam,
gaf deze ouderofficier mij ten antwoord,
dat hij mij wenscht© te spreken ov«. r de
onwerp-nieuwe soldijregcling
Ik heb aan bedoelden adjudant-onderof
ficier daarop doen kennen, dat ik niet be
reid was, om zijn beschouwingen over dit
wetsontwerp aan te hooren, hem daarbij
teven© doende opmerken, dat ik mij niet
kon begrijpen, dat bij voor zulk een doel
op audiëntie kwam. Hij gaf toen als zijn
meenïng to kennen, dat hij als staatsbur
ger het recht had tot hetgeen hij deed, waar
op ik hem heb geantwoord, dat ik zijn recht
ten als staatsburger volkomen eerbiedigde,
dat hij gebruik kon maken van art 4 van
het Reglement op den Tnwendigen dienst
der Infanterie, doch dat ik van hem mon
deling over het door hem bedoelde onder*
worp niets wilde hooren. Het zou mogelijk
kunnen zijn, dat ook andere onderofficieren
of dat cok korporaals en soldaten ter
audiëntie zouden willen komen met een ge
lijk doel.
Teneinde dien militairen reiskosten en
teleurstelling tc besparen, acht ik het
niet ondienstig, dat aan hen, die da- voor
verlof vragsn, worde medegedeeld, rat
niet bereid ben, hen voor zulke besnrekin-
gen toe te laten, omdat, als ik den eencn
militair voor zulk een doel zou ontvang®1'
ik dit, om billijk ie blijven, aan ccn ander
niet zou mogen weigeren, en waar zou op
dez© wijze het eind ziin, gesteld eb dat
voor zulke audiënties tijd beschikbe z.otf
zijn.
Ook /onder dat d? betrokkenen nr.j m o ri
de ling in kennis stellen met hun wnJ
schen, enz., hebben zij alle gelegenheid oto
te zorgen dat deze onder mijn aandicht
worden gebracht.
Art. 4 luidt:
Krachtons art. 8 van de Gijg^w©!. he/'t
iedor, dus ook ieder militair, lipt ££<4^»00
verzoeken, mits èëhrifteilijk, aan de -b^yo0#"
de macht in tc dienen.