Eerste Kamer. Kunst, letteren, enz. Over bloem en geur heeft prof. Ed. Vcrechaffolfc een beknopt© studie gepubliceerd, die verschenen is in het Chemisch Weekblad. De Amsterdafa- ©cke hoogleeraar heeft daarin vooral ge tracht een gedocumenteerd literatuurover zicht te leveren voor het onderwerp in kwes tie. Aan het opstel zelf is het onderstaan de ontleend: „De vraag, welke stoffen het zijn, die door bloemen worden uitgewasemd, en haar den ken schetsende n geur geven, is alleen te beantwoorden door ten onderzoek, dat ge bruik maakt zoowel w.a chemische als psy chologische methoiji:. empirisch is reeds lang erkend, dat met aneen kwantitatief zeer ondergeschikte i tandde© Ion vaak de dragers zajn van het a-aroma, maar dat vele sterk riekende stoffen dan slechts den eigenaardigen, meer of mm aaugena- men geur teweegbrengen, s zij met geheel of bijna reukelooze verbindingen zijn ver dund. Daarenboven oefenen naast 1 sa rider aanwezige reikende stoffen dikwijls een merkwaardigen invloed uit op ^aueicrs geur, wat blijkbaar het bepalen \,.:i :<xleis aandeel in de totale gwaarw. .-d ug -a j- •/.ienlijk moet complieecron. En verder: „Als de grondstoven, waaruit bloe men haar welriekende afscheidingen berei den, kunnen met de meeste waarschijnlijk heid do koolhydraten worden beschouwd, die zich onmiddellijk vóór of tijdens den oloei, in de blocmdeelcn zelve of in dc or ganen, waarop deze zijn gezeten, oplioopen. Het zetmeel vooral, dat men zoo algemeen en in zoo groote hoeveelheid in de jonge bloemknoppen aantreft, en dat bij de verde- to ontwikkeling der bloemen wordt ver bruikt, levert wel zonder twijfel ook het materiaal, waaruit het protoplasma der kroonhladen de bloemengeur opbouwt.'' „Door welke reeks van reacties uit de grondstoffen, de componenten van den bloemengeur ontstaan, dit is thans zelfs niet te gissen. Wij staan hieromtrent voor hetzelfde raadsel als bij verreweg de meeste producten der plantaardige stofwisseling, waarvan wij in den regel alleen dit kunnen neggen, dat het protoplasma ze met gansch andere hulpmiddelen maakt dan die, welke het chemischs laboratorium ons tbans nog aan de hand kan doen. Een laatste punt wensen ik nog oven aan te roeren, echter zeer kort, omdat het ook meer op het gebied dc plantenphysiologic dan op lat der olnntencnemïo thuis hoort. Het is de bij vele bloemen waargenomen periodiciteit in de uitwaseming van den geur. Sommige roortc: rieken alleen over dag, zooals dc Akker winde, Waterplompen en verschillende Papilionaceeënandere en deze zijn vaak nog meer opvallend enkel, of toch heel veel, 's nachts, b.v. de Kamperfoelie, de Xachtsilene, de Tuberoos enz. Dikwijls, maar niet altijd, gaat liet verschijnsel gepaard met pcriodische bewe gingen, een open of dichtgaan der bloem bladen, zoodanig dat dc bloemen alleen rie ken als j geopend zijn. Evenals nu het bewijs is geleverd door de experimenten van Pfeffer, Jost, Wietïcrs- hcim e. a., dat men uczs bewegingen recht streeks en willekeurig kan veroorzaken door in sommige gevallen de temperatuur te doen rijzen, in andere de bloemen afwis selend in licht en aonker te plaatsen, zoo zal ook te onderzoeken zijn, vooral bij zich niet dagelijks sluiter.de bloemen, aan welke factoren de periodiciteit van den geur moot worden toegeschreven. Ongetwijfeld zullen temperatuur en licht ook hier blijken een groote rol te spelen. Eenige waarnemingen in die richting zijn reeds ondernomen door Mcsnard, die tevens een methode bedacht om de intensiteit van den geur te meten Doch ook op dit. gebied zijn niet veel meer dan de eerste stappen gedaan, een helder inzicht in den aard dier verschijnselen heb ben wij tot dusverre niet verkregenhier is nog een belangwekkende vraag onopge lost. waarop een weloverlegd experimenteel onderzoek alleen hel pr.tv.oord kan geven. De verzorging va het lichaam vormt den inhoud van het voor Nederland bewerirte boek door Jeanne van Haansbergen. Het is verschenen onder toezicht van dr. A. K. W. Arntzeniua, die er tevens een in leiding voorschreef, cn is een uitgave van J. C. Dalmeyer te Amsterdam. „De ontwikkeling van het lichaam, in den zin, zooals wij hier op het ocg hebben, houdt zich hoofdzakelijk bezig met het be wegingsmechaniek van het menschclijk li chaam", lezen we. „Op dit gebied bestaat nog een bijna middeleeuwseh begrip, zoowel onder de mannen als onder dc vrouwen. Het meeren- deel der vrouwen kan zic-h geen denkbeeld vormen van den bouw cn dc werking van het spierstelsel." Gewezen wordt er nu in dit boekje, hoe iedere beweging door een of andere spier groep wordt uitgevoerd, wat men doen moet om al die verschillende spiergroepen tot ontwikkeling te brengen, hoe dc juiste lastverdceling zij. Pen aantal photographieën verduidelijkt dit. Dc macht der persoonlijkheid ligt in de uitdrukking van het geheel, niet in het ge zicht alleen. Zoo wordt Channing door zijn biograaf kort en bondig gekarakteriseerd met de woorden: „He had a small person but a great presence". Wat doet dc tooneelspeler wanneer hij een aand-'^ ning wil weergeven,' Hij laadt aller eerst in zijn gezicht, die spieren met energie en de psyschischc bijvoeging van de uit te beelden aandoening, welke vreugde, lachen, droefheid, toorn, \crwachting of verbazing moeten uitdrukken. PI ij zal dc droefheid niet alleen met de gezichtsspieren uitdruk ken, maar wel degelijk ook met zijn geheele lichaam. Beschouwen we bijv. het lichaam van den man die Saeha Schneider voorge- u 'w U&t cevocl der afhankelijkheid". Men bedekke het hoofd en het zal niemand in de gedacht© komen, dat dat een spierstelsel is, dat overvloeit van levensvreugde Of Böcklin's „Odysseus" of zijn „Trouw aan het tralievenster". Beide figuren van de achterzijde gezien, drukken ook zonder dat het gezicht vertolkt wat cr in de ziel om gaat, den zielstoestand van verlangen zooda nig uit, dat. men de psyschische lading wel ke zich in de rugspicren bevinden moet zelfs als het ware door de kleederen heen ziet werken. Naast de physieke ontwikkeling wordt in dit boekje zeer de aandacht gevestigd op de psychisch© beteekenis, die het lichaam als uitbeelder van het zieleleven heeft. Nadat door de schrijfster gewezen wordt op het schoonheidsgebrek bij schoolgaande meisjes reeds, op de wijze hoe gracie kan veroverd worden, gaat zij meer uitvoerig dc functies van de verschillende lichaams- deelen na, besluitend het boekje met de op gaaf van een reeks systematische oefeningen. üe Hals van 2 5,0 00 pd. s t. Men weet, dat de National Gallery in het bezit van een Frans Hals is geraakt, een familiegroep, die aan Iiord Tallot hoorde «n op diens kasteel Malahidc bij Dublin hing. Nadat de restaurateur der Gallery Buttery er dc aandacht van den directeur Charles Holroyd op had gevestigd, is het stuk voor 25,000 pd. st. gekocht, waarvan dc regee ring dc helft heeit Hoog is dit bedrag door velen gevonden, maar nu komt bovendien The Globe klagen over exclusieve waardeering van oude, des noods buiten]andsche kunst, tegenover te luttele of geen belangstelling in die van eigen tijdgenooten. Tooneelschool. Als nieuwe leerlingen voor de Tooneel school hadden zich dit jaar 32 candidaten aangemeld. Aan het admissie-ex amen werd door 20 cand. deelgenomen. Hiervan werden afge wezen 4 en slaagden 10 niannel. en 6 vrou welijke candidaten, zoodat voorloopig als leerlingen zijn toegelaten de vrouwel. cand. S. van Dijk, A. M. van Ecs, L. Engelen, A. E. J. van Gelder, allen te Amsterdam; B Wolffers tc Rotterdam, H. G. F. Barbe, te Epe, en do mannel. cand. H. M. Bierman, P. L. B. Miiin, W. Tim- rott, F. Timxntt .T. rD Wind, C. A. L. van Kerckhoven, Theod. Frcnkel, alien te Am sterdam; Ch. E. F. niog'ie, te Rotterdam, J. W. G. Balfoort, te 's-Gravcnhage, F. C. Tieskens, le Haarlem, en te Amsterdam. Brieven uit Katwijk, XXI Het is mij niet bekend of aan ccn mijner vorige Brieven door de „Yereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenver keer" aandacht is geschonken, nog minder of het Bestuur dier Vereeniging zich tot liet Gemeentebestuur heeft gewend.' Wat mij echter wel bleek, is, dat aan de wielrij ders een ergernis is ontnomen en te hunner gerieve een gedeelte der kicbestrating langs het Ovcrrijn te Katwijk aan den Rijn is op gebroken en ter plaatse een wel niet breed, maar toch doelmatig wielerpad werd aan gelegd. Wanneer nu nog bij verordening wordt bepaald, dat. dit pad niet door rij - of voertuigen mag worden bereden, en de politie streng toeziet, dat deze bepaling wordt nageleefd, dan zijn wij gereed, *">f neen, toch eigenlijk nog niet geheel en al. Ontegenzeglijk kwqjn reeds een flinke ver betering, maar tot heden is liet evenwel be trekkelijk half werk; ook dc keibcstrating van af de brug tot- aan „De Roskam" is van dien aard, dat ook daar, ter wille van de sport- en toeristen-wereld, wel een voorzie ning mag worden getroffen. Een wielerpad is daar echter onmogelijk cn zoo moet daar Wilbur Wright op op andere wijze worden geholpen. Volgens mijn bescheiden meening is dit te doen door ook daar de keibeetrating op ongeveer de zelfde breedte, desnoods midden in den weg, of eigenlijk nog ^eter aan de zijde van het Hotel op te breken en de keien te doen ver vangen door bijv. klinkers. Het wordt dan wel geen Eldorado, maar met betrekkelijk weinig kosten zijn de wielrijders dan toch ook daar geholpen. De uitkomend© keien kunnen vermoedelijk dan met die van het Overrijn wel gebruist worden op Land- bouwlust, waar vooral na regenbuien, zoo- als wij. den laatsten tijd nogal eens hadden, naai- men mij mededeelt, een modderpoeltje wordt geschapen. Ik begonmet te zeggen, dat ik niet wist of de „Vereeniging ter bevordering van het Vreemdelingenverkeer" aandacht aan mijn Brief had geschonkenik kan echter gerust zeggen, dat ik zulks ten zeerst© betwijfel, ten minste bordjes, die den wandelaar of wielrijder den weg naar Katwïjk-aan-Zcc. wijzen, zijn niet vermeerderd niettegen staande dit dringend noodzakelijk is. Op meer dan één plaats staat een vreemdeling voor het feit, dat hij niet weet welke rich ting moet worden gekozen. Dat strekt niet tot vermeerdering van het vreemdelingen verkeer, en hierop, ik weet het, werd reeds ook op vergaderingen gewezen, terwijl aan bestuursleden het eveneens meer dan eens werd opgemerkt. Ik begrijp dan ook niet wat oorzaak kan zijn,, dat 'hiertoe niiet wordt overgegaan; aan het geld kan het toch hier niet liggend© bestaande bordjes zijn zoo eenvoudig, dat men het voor de hooge kosten niet behoeft t© laten. Doch ge noeg hieroverlaat ons hopen, dat mijn Brief ook in deze nog eens resultaat krijgt l Ik verneem, dat. de nieuwe straat achter langs dc pakhuizen van dc heeron Meerburg cn Parlevliet naar het P.-H.-Kanaal, al hier, weldra voor l:_t publiek zal worden geo;t-^3d. N& ik die straat zie, kan ik mij voorstellen, dat deai nieuwe verbindingsweg zoozeer word begeerd, en ik geloof aan ook wel, dat er een druk gebruik van zal wor den gemaakt. Doch j'.iist dit veelvuldig ge bruik doet mij vreezen, dat in de practijk zal blijken, dat de weg nog niet een'af doende verbetering is; men zal nu van twee zijden het Kauaal kunnen bereiken cn dit feit geeft mij aanleiding tot dc vrees, dat de drukte langs het Kanaal zelf niet zal verminderen, doch integendeel toenemen, wat betrekkelijk goco is, want hoe meer drukte hoe meer verkeer en vertier Doch reeds nu gebeurt liet, dat dc voerlieden elkaar niet kunnen passeeren, en dat zal dan nog meer plaats hebben. Vroeger was hieraan nie>_- te doen, doch thans is men, meen ik, in de gelegenheid zulks te voorko men; er zijn nu twee wegen. Wanneer dus bepaald wordt, dat men bijv. met geladen •wagens alleen langs de Havenstraat mag aankomen, en dus ledige wagens langs de nieuwe straat wegrijden, of omgekeerd, dan kan er van botsingen geen sprake meer zijn. Mij dunkt, dit verdient wel ernstige overweging; en wanneer het bovendien waar is, wat ik heb gehoord cn mij door een der voerlieden werd bevestigd, zelf heb ik den Brief niet gelezen en kan dus voor de waarheid niet instaan, doch ik heb geen re den om er aan tc twijfelen, oat nl. den handelaars in de Zuidstraat is gevraagd, om den voerlieden te gelasten niet van de Stationstraat gebruik tc maken, waar de bestrating van dien w7eg niet bestand zal zijn tegen het berijden rrvt zware vrachten, dan ligt. het voor de hand, dat alleen van uit de Havenstraat met bevrachte wagens kan worden gereden, atcgel cn orde zou een dergelijke maatregel tot gevolg hebben en dit is toch ook het belang der voerlieden zelf. Nog even wil ik tot slot van dezen Brief melding maken van het feit. dat de tennis baan op 1 September jl. werd geopend; men trof het niet bijzonder met het weder, of beter gezegdmen trof het bijzonder slecht regen en wind bijna den ganschen dag. Nu In vliegmachine. de baaai dan gereed en geopend is, kan men eerst oordeelen over de ligging cn inrich ting; over dit laatste moet ik zwijgen, want aan sport doe ik niet. In mijn jeugd wist men daarvan niets en om er thans nog aan te beginnen, daarvoor ben ik te oud. Wat de ligging echter betreft, meen ik, dat deze nogal meevalt. Stonden er wat hoornen en had men alzoo wat schaduw, dan ware zulks natuurlijk meer verkieslijk. Doeh wie wee', hoe spoedig het terrein wordt ingebouwd en alsdan zullen muren zoo noodig schaduw en beschutting bieden. Voor de badgasten ware het natuurlijk aangenamer geweest, in dien de baan dichter bij den boulevard wa re gesticht, doch dit was nu eenmaal niet. mogelijk. Alleen bij het groote Badhotel wa re wellicht gelegenheid geweest tot inrich ting van een tennisveld, doch ben ik wol ingelicht, dan was dc eigenaar-exploitant daartoe niet tc vinden. Was ik eigenaar ge weest, dan had ik met beide handen de op richters naar mij toe. getrokken cn was ik den heeren in hun streven te gomoet geko men. Nu dit niet het geval was en men dus elders moest, geloof ik niet, dat beter en voordceliger grond gevonden kan worden. De tennis-baan is alzoo daar en ook fen deze behoeft Katwijk alzoo niet achter tc staan bij andere badplaatsen. Alhoewel le den van dc Tennis-baan Katwijk natuurlijk in dc allereerste plaats tot dc spelers zullen behooren, staat het te voorzien, dat ook ve len daarbuiten zich niet slechts tot de toe schouwers zullen moeten bepalende intro ductie is zoo ruim en gemakkelijk mogelijk. Ieder lid mag zooveel maal introduceeren als hij wilintroductie-kaarten zijn tegen betaling bij het bestuur verkrijgbaar cn gel dig voor den dag van afgifte. Moge het ten- riis-spel ook te Katwijk zóó inhecmsch wor den. dat spoedig tot vergrooting van het veld moet worden overgegaan, dat meerdere banen noodig zijn om de talrijke spelers in de gelegenheid te stellen zich te oefenen. Wijziging der Motor- en R ij- wiol wet 1905. In de Memorie van Antwoord verklaart de minister van waterstaat, tegenover dc verzekering dat nieuwe bepalingen ter be strijding van het gevaar, door motorrijtui gen veroorzaakt hoog noodig zijn, evenals zijn ambtsvoorganger dat het voorstel zoo hreeden opzet niet heeft. Het beoogt slechts enkele, deels spoedeisclicndc wijzigingen ter wille van de gemeentelijke autonomie. Den rechter do keus tusschen hechtenis cn geldboete bij overtreding van veilig heidsvoorschriften geheel te ontucmen zou niet aangaan. I)e mogelijkheid van verbeurdverklaring van motorrijtuigen is uitdrukkelijk ver worpen bij dc voorbereiding der bestaande wet De minister wenscht hiertegen niet; in te gaan. Bij do telkens opnieuw opdui kend© begeerte, naar herstel van het in dertijd afgrsehafte bekwaatnlieidsonder- zoek, wacht de minister nog altijd vergeefs eenig bewijs, dat aanrijdingen of botsingen te wijten ziin aan onbedrevenheid der be stuurders. Van eenigo uitnoodiging voor een congres ter internationale regeling is bij de regeering niets bekend. Wellicht heeft nieij. gedacht aan het tegen October te Parijs bijeengeroepen „Congres de la Route", alwaar de techniek van wegenaan leg in b-handeling komt. Daar zal Neder land vertegenwoordigd zijn door den hoofdinspecteur-generaal en een ingenieur van den rijkswaterstaat. Op dit congres komt ook de stofplaag aan de orde. Van regeeringswegc is de technische cn financieelo uitvoerbaarheid van de tot dusverre bekend geworden middelen reeds bij herhaling onderzocht, zoodat voor nieuw onderzoek harerzijds thans geenerlci ro den is. De minister legt den nadruk cr op, dat dc gemeentebesturen niot door dit voor stel voor het eerst bevoegd zullen worden tot het bepalen van een maximum snel heid voor de bebonwdo kom. Het is nu en kel te doen om opheffing van dc uitzonde ring voor de rijks- en provinciale, wegen en de overigo wegen voor liet doorgaand verkeer, waarbij dan als tegenwicht een benedengrens voor het maximum wordt bepaald. In de andere Kamer is de benedengrens van 15 tot 10 K.M. verlaagd, in weerwil van bestrijding door den minister. Toch meent ook hij, dat. men, deze wijziging gispende, zich moet hoeden voor overdrij ving. Aan do 15 K.M. van het. regeeringsvoor- stel is het vermogen, om het automobilis me of de industrie t© knakken, niet toege schreven. Zou nu de slechts 5 K.M. rui mere speling, die d© Tweede Kamer aan dc gemeenten wil gunnen, voldoend© zijn om een zoo fnuikende werking der wet in het leven to roepen'? De bewering dat het voor oudere wagens en onder sommige omstandigheden on doenlijk zal zijn, een maximum van 10 K.M. niet t© overschrijden, heeft in ge val van overmacht geenerlci beteekenis, terwijl overigens van 1898 tot 1S04, alzoo juist voor dc oudere wagens, voor allo rijkswegen in bebouwde kommen een maxi mum van slechts 8 K.M. heeft gegolden. Wel komt het den minister aannemelijk voor, dat liet- in verschillenden opzichten lastig en hinderlijk kan zijn, gedurende nanmerkelijkon tijd de vaart beperkt tc houden tot een zoo matig cijfer als 10 K.M. Uit het feit dat een vaart van 10 K.M nog roekeloos kan zijn, is intusschen ten onrechte dc meening geput, dat het voor stel geen enkele verbetering zou kunnen brengen. Met nadruk herhaalt de minister dat naast cn boven een maximum in cij fers overal cn altijd geldt het verbod van art» 15 der wet, dat niet anders of snel ler mag worden gereden dan do veiligheid naar omstandigheden gedoogt. Het geldt hier overigens geenszins een verplichting, doch enkel een bevoegdheid der gemeentcbmtarten. Men -fcPte-dcHjepa. ling althans een proef en wacfrt© af, 0f van de gewijzigde bevoegdheid al dan niet een verstandig gebruik zal worden gemaakt. Wat eindelijk aangaat het bezwaar om trent het begrip „bebouwde kom", diü begrip staat inderdaad niet vast, doch kan ook van te voren niet vaststaan, daar do plaatselijke omstandigheden in ieder bijzon der gov al beslissend zijn. Voor willekeur der gemeentebesturen staat intusschen geen gevaar, omdat hier niet de gemeente, maar de wet de grens der bevoegdheid trekt. Laat de gemeente haar verordening ruimer gebied beslaan dan het geen naar waarheid bebouwde kom is, dan komt zij in strijd met de wet en is haar ver ordening vatbaar voor vernietiging. Hierop wordt toegezien door Gedeputeerde 8taten en dc Rcgecring. En mochten deze onver hoopt te kort schieten, dan nog is dc rech ter verplicht iedere verordening buiten toe passing te laten, die in dit opzicht buiten de wot gaat. Alzoo waarborgen te over, ©m begane onwettigheden t© brengen onder het oog van hooger of ander gezag. I£o!landfccIie scholen in Argentinië. Door dr. J. van Lonkhuyzen worden po gingen aangewend om in verschillende Ne- derlandsche kolonies in Argentinië Hol- landsche scholen op le richten met het doel om bij de Nederlanders in deze republiek do eigen taal en dc vaderlandsehe zeden in stand to houden. Er wordt ginds voor die scholen, ook door de aanzienlijke Nederlan ders, veel gegeven, maar men komt voor inrichting en onderhoud toch nog to kort. Een der leden van hot centraal schoolbe-1 stuur, do heer F. Bcning, is nu met dr. Van Lonkhuyzen naar hier gekomen, voor zien van een certificaat van Z.Exc. Van Rlet>. gezant in Argentinië, om geheel be langeloos gelden voor deze scholen in te zamelen. Naar ons bericht wordt, steunen stadge- nooten van verschillende richting deze na tional© zaak en ook wij stemmen van heeler harte in met het streven der genoemde heeren. Wie voor het denkbeeld voelt, kan gelden zenden aan dr. J. van Lonkhuyzen te Hete- ren bij Arnhem of aan den heer Bening, hotel „Het Wapen van Friesland", Beurs stiaat, te Amsterdam. ZWAMMERDAM. In de veigadering van liet „Nut" zijn herkozen: tot vice-voorzit- ««*r do heer J. dc Bruyn; tot secretaris de heer G. B. Fortuyn; tot commissaris der bewaarschool de heer J. de Bruyntot commissaris dor bibliotheek de heer A. Eykelhoff. Tot wethouder is herbenoemd de heer J. dc Bruyn. Op dc voordracht van personen ter be noeming van Zetter voor 's Rijks directe belastingen zijn geplaatst de heeren: J. de BruynK. van DamJ. Sprey Lz. cn C. van Muiswinkel, en nulks wegens periodieke aftreding der hceror. J. de Bruyn en 0. D. Hoogendijk, van wie dc laatste niet meer in aanmerking wenscht© to komen. De gemeenterekening, dienst 1907, is voor loopig vastgesteld in ontvangst op 18,742.55 guldon, en in uitgaaf op 19,596.39 gul-den; alzoo een nadeelig saldo van 853.84 gJd. Op het verzoek van den heer C. W. Hoo gendijk, om gedeeltelijke vernieuwing van het rieten dak zijner boerenwoning in de kom der gemeente is afwijzend beschikt met het oog op brandgevaar. Militairen op audiëntie. De minister van oorlog heeft, naar het „Hbld." meldt, aan de inspecteurs der wa pens en hoofden van dienstvakken het vol gende geschreven: Donderdag 20 Aug. j.l. is bij mij ter audiëntie verschenen een ad- j udant-ondcroff icier-kw artierraee6ter van een der regimenten infanterie. Op mijn vraag, mot welk doel hij ter audiëntie kwam, gaf deze ouderofficier mij ten antwoord, dat hij mij wenscht© te spreken ov«. r de onwerp-nieuwe soldijregcling Ik heb aan bedoelden adjudant-onderof ficier daarop doen kennen, dat ik niet be reid was, om zijn beschouwingen over dit wetsontwerp aan te hooren, hem daarbij teven© doende opmerken, dat ik mij niet kon begrijpen, dat bij voor zulk een doel op audiëntie kwam. Hij gaf toen als zijn meenïng to kennen, dat hij als staatsbur ger het recht had tot hetgeen hij deed, waar op ik hem heb geantwoord, dat ik zijn recht ten als staatsburger volkomen eerbiedigde, dat hij gebruik kon maken van art 4 van het Reglement op den Tnwendigen dienst der Infanterie, doch dat ik van hem mon deling over het door hem bedoelde onder* worp niets wilde hooren. Het zou mogelijk kunnen zijn, dat ook andere onderofficieren of dat cok korporaals en soldaten ter audiëntie zouden willen komen met een ge lijk doel. Teneinde dien militairen reiskosten en teleurstelling tc besparen, acht ik het niet ondienstig, dat aan hen, die da- voor verlof vragsn, worde medegedeeld, rat niet bereid ben, hen voor zulke besnrekin- gen toe te laten, omdat, als ik den eencn militair voor zulk een doel zou ontvang®1' ik dit, om billijk ie blijven, aan ccn ander niet zou mogen weigeren, en waar zou op dez© wijze het eind ziin, gesteld eb dat voor zulke audiënties tijd beschikbe z.otf zijn. Ook /onder dat d? betrokkenen nr.j m o ri de ling in kennis stellen met hun wnJ schen, enz., hebben zij alle gelegenheid oto te zorgen dat deze onder mijn aandicht worden gebracht. Art. 4 luidt: Krachtons art. 8 van de Gijg^w©!. he/'t iedor, dus ook ieder militair, lipt ££<4^»00 verzoeken, mits èëhrifteilijk, aan de -b^yo0#" de macht in tc dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 10