Woensdag 19 Aiig^istus.
A°. 1908.
feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zon- en feestdagen, uitgegeven.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
FEUILLETON.
De vijanden.
N». 14874
IBSCH
PRIJS DEZER COURANTl
Voor Leiden per week 0 Uentsj per 8 maanden J 2 f 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd «Jjn 1.30,
franco per post 2 1-65.
PRIJS DER ADVERTENTIES
Van 10 regel® ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere Ietter® naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oentscontant;elk
tiental woorden meer 10 Cents. Voor bet incaaaeeren wordt 0.05 berekend.
Dit nommer bestaat uit
DRIE Bladen.
ONTEIGENING.
Hollandsche Eleclrlsehe Spoorweg-Maalscliappij.
Do Burgemeester der gemeente Leiden
naakt bekend:
j io. dat ter voldoening aan art. 10 der ont
eigeningswet (wet van 28 Augustus 1851,
Staatsblad No. 126) een Commissie uit Ge-
{depiitcerde Staten der provineie Zuid-Rol
land, bijgestaan door den daartoe door het
[Algemeen Bestuur aangewezen Ingenieur
het Hoofd van het Bestuur der gemeente
in bet Gemeentehuis aldaar zitting zal hou
den den lDdcn Sept. 1908, des v o o r-
{middags te lij uur, ten einde de
bewaren van belanghebbenden aan te hoo-
reii tegen het plan van aanleg van
den spoorweg HOOFDDORP
LEIDEN als bedoeld in de wet van 13 J"an.
190-3 (Staatsblad No. 23), weshalve belang
hebbenden worden uilgcnoodigd om hun he
rwaren ter plaatse en ure vermeld monde-
of schriftelijk aan genoemde Commis
sie mede te decleu
2o. dat de 6tukken bedoeld bij de eerste
linoa van art. 12 en ter voldoening aan
jde tweede alinea van dat artikel van de
Iteigcningswet, ter inzage van een ieder
Forden nedcrgelcgd, ter secretarie der ge-
önte van heden af, totdat de Commissie
werkzaamheden binnen de gemeente
leeft volbracht;
3o. dat het uitgewerkt plan van liet ge-
becle werk, bedoeld in de laatste alinea van
ut 12 van meergenoemde wet, voor een
ieder ter inzage zal liggen op de Griffie
der Provincie Zuid-Holland.
Do Burgemeester voornoemd,
DE RIDDER.
Leiden, 21 Aug. 1908.
De Otid-Hollandsche Feesten.
Aan de plechtige opening van Oud-Lei
den" op Maandagavond a.s. zal waarschijn
lijk eon luisterrijke intocht van het Ycndel
roor afgaan.
De straten, langs welke de stoet zich be
regen zal, worden nog nader bekend ge
maakt.
Vrijdag a.8. zal een speciale Oud-Holland-
eche courant voor dc feesten verschijnen.
Als reproductie der alom bewonderde
reclameplaat van Oud-Leiden" zijn thans
aardige plakzegels in drie kleuren ver
schonen. Deze zijn in den boekhandel van A.
J. Binnendijk,Jr. Botermarkt, te bekomen.
Leiden, 19 Augustus.
Wij vestigen de aandacht op het con
cert, dat morgenavond in ,,Zomerzorg" zal
gegeven worden voor de leden der Vcreeni-
ging tot instandhouding van het Leidsoü
Muziekkorps.
Voor de vierde maal werd door Es
peranto" alhier in „Zomerzorg" een vocaal
en instrumentaal concert gegeven. Gister
avond. Dezen keer niet als de vorige drie
kceren in den tuin, maar in dc zaal. Gevolg
hiervan was, dat een dteel der toehoorders
zat in die zaal, bet andere deel onder de
veranda. Het programma sprak nu niet van
een quintet, maar van een ensemble; beter
zeer zeker, want de tenor was niet tegen
woordig.
Er werd ook nu weer veel goeds ten go-
boore gebracht. De piano- en vooral de
viool-nummers, alsook het vocale gedeelte,
waarin de baryton andermaal uitmuntte,
werden met dankend en huldigend applaus
beloond.
Ongetwijfeld heeft „Esperanto", al gaf
het niet altijd hetgeen verwacht werd, met
zijn muziekavonden genotvolle uren be
reidt Het weder is het ter wille geweest,
alle keeren, dat het optrad.
Gisteren behaalde te Rotterdam die heer
W. C. A. Ridderhof, Lecraar M. O. alhier,
de akte voor middelbaar onderwijs in het
rechtlijnig teekenen en de perspectief M2.
Door den burgemeester, hoofd der po
litie te Zeist, is tot inspecteur van po
litie tweede klasse benoemd de heer D. Fa-
bius, thans adjunct-inspecteur van politic
te Leiden.
Gistermiddag te 3 uren is dc Minister
raad in vergadering bijeengekomen, dio
door de terugkomst van de met verlof af
wezig geweest zijnde leden van het Kabinet,
weer compleet was.
Naar ,,De Standaard" met blijdschap
verneemt, blijft de beterschap van den heer
Van Alphen toenemendezer dagen zelfs
heeft de patiënt voor een poosje van Kamel1
kunnen veranderen. Toch is hem alle bezig
heid zeer nadrukkelijk ontzegd; volkomen
rust blijft voor hem noodig.
De heer Van Alphen gevoelt zich dan ook
zoo verzwakt, dat het blad namens hem het
verzoek ontvangt te willen meedcelen, dat,
ten gevolge van zijn jongste zware ziekto hij
zich genoodzaakt ziet het lidmaatschap van
dc Tweede Kamer der Staten-Generaal voor
het kiesdistrict Ommen aan het einde van
het loopcn.de zittingjaar neer te leggen.
Naar aanleiding van het voorstel vau
B. en Ws. van Den Haag, om hen te mach
tigen aan Gedeputeerde Staten mede te dee-
len: „dat volgens het gevoelen van den Ge
meenteraad de jaarwedde van den burge
meester op een bedrag van f 10,000 behoort
te worden vastgesteld" stelt het gemeen
teraadslid P. H. van der Kamp voor, het
aangehaalde aldus te redigeeren: „dat de
Gemeenteraad handhaaft zijn besluit d.d. 30
October 1907 met betrekking tot het aan
Gedeputeerde Staten gedane verzoek om
de jaarwedde van den burgemeester te bren
gen op f 10,000".
Do 78ste verjaardag van den Keizer-
Koning van Oostenrijk-Hongarije werd gis
teren te Scheveningen met meer dan gewo
nen luister gevierdnu deze feestdag valt
in het jubileejaar van den grijzen vorst.
Van de verschillende inrichtingen aan
den Zeekant en het Gevers-Deynootplein
was dc Oostennjksch-Hongaarsche vlag ont
plooid.
De KurzaaJ was feestelijk versierd met
tropeeën ia de Ncderlandsche en Oosten-
rijksoh-Hongaarsche kleuren en groen ge
maakt. Op het middag-conccrt, waarop een
viool-virtuose uit Boeda-Pestli, mej. Stefi
Gcycr, zich deed' hooren, was behalve een
talrijk publiek, de Oostenrijksch-Hongaar-
schc kolonie ter badplaats aanwezig, éterk
opgekomen.
Het orkest speelde de volksliederen der
Oostenrijksch-Hongaar6che monarchio en
van Nederland, dio zeer werden toegejuicht.
In de gedecoreerde loge voor voorname
personen bestemd, waren aamwezig baron
Forster, Oostenrijksch-Hongaarsch zaakge
lastigde, bij afwezigheid van den Minister,
die daar verschillende belangstellenden ont
ving.
Gisteren is de Synode der GereL
Kerk geopend onderi leidmg van ds. v.
Loon. Naar „De Standaard" meedeelt,
werd in dc eerste vergadering het raodera-
men benoemd.
Na een tweede, vrije stemming werd tot
praeses der Synode gekozen ds. H. Hoek
stra, van Arnhemtot assessor ds. W.
Doorn, van 's-Gravenhage, en tot scribae
ds. A. de Geus, van de Lemmer, en cTs. K.
Fernhout, van Utrecht.
Aan den vooravond van de herden
king van zijn vijf en twintigjarig priester
schap was aan pastoor L. J. J. Hage-
raats, te 's-Gravenhage, door de instelling,
waaraan hij als roctor zoovele jaren zijns
levens heeft gewijd, het Roomsch-Katholie-
ke Wees- cn Oudeliedenhuis in de Warmoe-
zierstraat, een intiem, doch juist in die
intimiteit bijzonder hartelijk feest bereid.
Te vier uren per rijtuig door een feest
commissie uit regenten, bestaande uit de
heeren J. A. J. M. Meylink, A. C. A. van
Yuuren en M. Waterreus, afgehaald van de
woning van zijn studiegenoot, den heer
Cuypers, in het "Wostcinde, werd de jubi
laris bij het binnentreden van het wees
huis met fanfares begroet door de muziek
kapel der weesjongens, die vervolgens het
Wilhelmus ten gehoore bracht. Het college
van regenten ontving den jubilaris harte
lijk cn noodigde hem uit een rondgang te
maken door het versierde gebouw.
Op do eerste binnenplaats stond een de
putatie uit do oude mannen, die den jubi
laris op de wijze van „Wien Neerlandsch
Bloed" een feestlied toezongen. Toon ging
het naar de vrouwenafdeeling. Toepasselij
ke spreuken begrootten den rector bij het
overschrijden van den drempel en aan het
einde \an de gang, waar een aantal vrou
wen, zoo krachtig zij het met haar oude
stemmen konden, een nieuwen feestzang
deden h'ooxen. En daarop werd de tocht
voortgezet door den tuin, waar de wees
meisjes den jubilaris luide hoezee's toeju-
belden en de moeder-overste met haar /us-
lers hem hartelijk begroetten. Eindelijk
ging men een feestelijk versierde zaal bin
nen, waar een troonhemel voor rector Ha-
ge raate was opgericht icn waar zich we
derom een aantal weesmeisjes, oude zrou-
wen, mannen en weesjongens bevonden.
Hier namen regenten met don jubilaris
plaats, en nadat een nieuwe feestzang met
pianobegeleiding door de weesmeisjes wa-j
uitgevoerd, nam de president van het co'-
lege van regenten, de heer F. G. M. Schrot-
der, het woord, om den jubilaris hartelijk
toe te spreken.
Do heer A. C. A. van Yuuren, lid der
Tweede Kamer, hield daarop, uit naim
van de verpleegden, de feestcommissie, de
broeders en zusters van het gesticht en
het college van regenten, een feestrede.
Drie kleine weesmeisjes, waarvan het
jongste in het wit getooid, met een bloe^
menkransje op het hoofd, boden daarop
den jubilaris eon ma,nd n>et wit/te bloo
men aau, onder het opzeggen van een toe
passelijk gedichtje.
Het woord was hierop aan den jubilaris
tot het brengen van dank aan allen, dio
hem op zoo treffende wijze gehuldigd had
den.
Na zijn luid toegejuichte rede werden
door den jubilaris de gieschenken bezich
tigd: een kazuifel met albe van de mei;
jes en vrouwen, een gaskroon en gaslamp
van de mannen, een eetservies van de jon
gens, eenige fraaie stoelen van regenten,
een plant van oud-verpleegden en eenige
geschenken van particulieren.
Hierop defileerden do ongeveer 500 ver
pleegden voor den jubilaris onder het ge
zang van een lied met begeleiding der
kapel, waarna de plechtigheid met den
zegen, door den jubilaris gegeven, besloten
werd.
Naar aanleiding van het bericht, dat
mevrouw Roland Hoist zich te Londen zou
vestigen, deelt haar echtgenoot in „Het
Volk" mede, dat hij in den aanstaanden
winter met zijn vrouw een paar weken
naar London zal gaan. Dit is al schrijft
hij cn het vermalden niet waard.
Volgens het „Handelsblad" zal op
de Amsterdamsene Gemcentebegrooting
voor 1909 een post voor onvoorziene uil>
gaven voorkomen van 172,00'j gulden,
waarin is begrepen een som van ongeveei
82,000 gulden vcr.>r verhooging der onder-
wijzcrssalarissen in dc hoofdstad.
Jhr. C. van oud-directeur van
de Cultuurmaatschappij „Vorstenlanden"
en oud-wethouder an Hilversum, is giste
ren op 80-jarigen leeftijd te 's-Gravenhage
overleden.
Jhr. Chr. van Lennep, geboren 14 Mei
1828 te Amsterdam, zoon van mr. Jacob vaa
Lennep, kwam in liet jaar 1846 in den han
del, en werkte korten tijd bij Hope en Co.,
maakte daarna een reis naar Amerika en
ging in 1852 naar Java, waar hij eerst kor
ten tijd bij de firma E. Moelrmann en Co.
en later bij Dorrepaal en Co. werkzaam
was, in welke laatste firma hij spoedig als
deelgenoot werd opgenomen. In 1875 verliet
hij Java en vestigde zich te Hilversum,
waar hij jarenlang wethouder was. Toen in
1884 de suikercrisis uitbrak en de zaken
der firma D. en Co. voorziening vereisch-
ten, trad hij in het actieve koopmansleven
terug en bleef van 1888 af tot zijn dood toe
achtereenvolgens directeur van de Dorre-
paalsche Bank en van de in 1888 opgerichte
Cultuur-Maatschappij „De Vorstenlanden",
die hij op den avond zijns levens nog tot
hooger bloei mocht zien komen. De over
ledene was ook directeur der Cult.-Mij.
„Kaliwoengoe Plantage" en commissaris
van talrijke suikerfabrieken.
Aan de Amsterdamsche Beurs was hij al
gemeen bekend' en bemind wegens zijn vrco-
lijk, optimistisch karakter en zijn groote
vriendelijkheid en welwillendheid. De Cul
tuur-Mij. „De Vorstenlanden" verliest in
hem een geacht en bekwaam chef van groo
te ervaring in Oost-Indische zaken, speciaal
wat den handel en de cultures betreft.
(H.)
Te ruim zeven uren kwam Maandag met
de tram uit Vlissingen te Domburg aan de
regeerende groothertog Friedrich Franz
IV, van Mecklenburg. Hij was in politiek
en vergezeld van zijn kamerheer, baron Von
Haintze.
Er was voor den hoogen bezoeker een
coupé gereserveerd en de directeur van de
tram, de heer L. P. Bakker, maakte de
reis van Vlissingen af, mee.
De burgemeester van Domburg, in ambts
kostuum, met wien aan het station aanwe
zig was de heer G. J. P. A. Tomson, kapi-
flof.)
Max was trotsch op zyn reeds gereed han-
pd zwart pak en do moeder praatte al van
jïbakkon koeken, gebraden kalfsvleeicb en
ptoofde vruchten. Des avonds van den fees-
ielljken dag zou z\Jn vader al de familieleden
mtnoodigen op eon vaatje bier en zyn kleine
iöb zou een gedicht opzeggen, dat oom Fer-
de slager, zelf uit een boek had op-
gKocht.
,Zie je, jongen", zeide deze, met welgevallen
-*o sterken roodwangigen neef beschouwend,
wanneer je later goed je best doet, erf je
Moniaal m\jn boelen rommel on dan ben je
meteen een gezeten man. En by je aanneming
je een tien-markstuk; daar magjovoor
toipen wat je wilt."
Max' gezicht straalde van vreugde.
Moeder gaf wel onmiddellijk den raad het
*P de apaurbank te zetten, terwijl vader
feilde, dat by er beter een paar laarzen voor
Ion koopen, maar Max schudde het hoofd.
r' dacht aan heel wat anders
Een horloge 1 Dat stond by hom vast. Een
uiteren horloge met een gouden randje, zooals
JU aan den overkant voor het winkelraam
zien liggen en dat tien mark kostte. Zyn
•-'goii schitterden als hy daaraan dacht.
Het laatste lesuur kwam en na afloop hield
k geestelyke nog eon korte, ernstige aan-
'Praak tot de knapen.
(Eén uwer, helaas 1 ontbreekt en kon dus
c'0t gelyk met u aan de tafol dea Heeren
gnomen", zoo besloot hy. „Het was oen
'Jtoi bi ave jongen, die my hier altyd veel
ftëtotgen heelt gegeven. Wy willen hem ge
halten in ons gebed en hopen, dat hy spoo-
weder geheel borsteld in ons midden moge
Ver-chynon." De knapen bogen hot hoofd en
Pakten daarna hun boeken by elkander.
Ho geesteiyke wenkte Max nog eens by zich.
«Ik hjor, dat jy ln de buurt van den zieken
beraad woont," zei hy op vriendeiyken
fJön. je me ^et pio2,ior doen en naar
6lü toegaan en zeggen, dat ik op dea dag
er bevestiging hem zal komen bezoeken? Hy
'et maar goeden mood houden.''
Max ging. Het was hem wel een beetje
vreemd te moede, toen hy de trappen opsteeg,
die naar „den vyand" leidden, met wien hy
het zoo dikwyla aan den stok had gehad.
De bleeke vrouw opende hem de dour. Zy
legde den vinger op de lippen en nam het
.kleine meisje op den arm, dat op de gang
was gekropen.
„Wou je Fritsje komen opzoeken?" vroeg
ze. „Hy is nog erg zwak en spreekt heel
weinig. Ik geloofhy, hy zal hot
wel niet lang meer maken," besloot zy met
een onderdrukton snik.
Max ging zwygend de kamer binnen, recht
op het bed van Fritz af.
Deze herkende hem onmiddeliyk.
Een lachje kwam op zyn smal, bleek ge
zichtje en hy haalde de hand onder de dekens
vandaan, om ze Max toe te steken. De groote
jongen waagde het nauweiyks haar aan te
raken.
„De dominee zogtde dominee heeft be
loofd hy zou hy zou als we aangenomen
worden, jo eens komen opzoekenetotterde
hy verlegen, zyn pet in de hand heen en
weer draaiend.
Over het bleeko gelaat van het kind gleed
een vrooiyk lachtje; onmiddeliyk evenwel daar
op trilden zyn lippen.
„Nu, nu kan ik niet mede naar de kerk
gaan. Nu word ik nog niet aangenomen, Max,
on, en ix heb my er al zoo op verheugd."
De groote jongen voelde zich verlegon on
ongelukkig; hy werd beurtelings bleek on rood.
Hy kwam een beetje dichter by het bod
staan on zyn sterke roode vingeis streken
zacht over do dekens.
De kleine lag bewegingloos met droomende
oogen.
„Zeg, Max?"
„Wel?"
„Heb jelui al eens weder gespeeld op het
Tempelhofer veld?"
Max schudde ontkennend het hoofd.
„Maar do kastanjes bloeien toch al in de
laan, nietwaar?"
„Weineen, het is pas Maart 1" zei Max.
„O, het ia of ik hier al maanden ligl"
zuchtte do kleine. Hy richtte zich met moeite
in het kussen op en keek door het venster
in het stukje blauwe hemel boven het dak.
Twee vogeltjes zaten daar elkander te lief-
koozoo.
„Max 1"
Den grooten jongen parelde het zweet op het
voorhoofd by het zien van Fritz' droevige
oogen.
„Max, ik zou zoo graag eens willen weten
of... of het vogeltje nog voor het venster
staat by den koopman, dat altyd fluit: Schep
vreugde in het leven, zoolang als het lampje
brandt 1"
„Ja," antwoordde Max.
„Dat Is goed," zei Frltz zacht. „Misschien
wordt het nog niet verkocht vóór ik myn
leertyd achter den rug heb,en en het
geld heb bespaard."
„Misschien," herhaalde de ander aarzelend.
En toen nam hy plotseling de hand van den
zieken makker, zei: „adle" en ging met lood
zware schieden de trap af, alsof hy zelf ziek
was. Op straat zocht hy den zonkant ophet
was daar boven heelemaal niet gezellig geweest.
Op den dag dor bevestiging was het heeriyk
voorjaarsweder. De wolkelooze hemel spande
zich uit over het godshuis, waaruit de nieuw-
gewyde, jeugdige lidmaten naar buiten stroc in
den. Allen met ouders, broers on zuster®,
bloedverwanten en vrienden.
„Onze Max zag er koelemaal als een hoor
uit by die anderen vergeleken", zei de moeder
met trots, terwyi zy met een zakdoek haar
oogen ,droogdo. „Zyn pakje heeft ook een
goede dertig mark gekost en is van de beste
stof, nietwaar, vader?"
Dozo bromde iets ln don baard en stapte
naast zyn zoon en broer, den slager, de straat
langs. „Nu een flinke kerel worden, jongen 1"
zeide hy op opgowekten toon. „Altyd het hart
op de rechte plaats, dat is de hoofdzaak 1"
„Natuuriykl" zoi oom en greep in den vest
zak. „En vooral, omdat je het zoo goed hebt
als zelden iemand te beurt vait. Vader en
moeder en nog een ryken oom op don koop
toe. Hier, jongen, hier heb je meteen myn
geschenk I"
Max sidderde, toen zyn vingers het goudstuk
omklemden.
„En mag Ik het vandaag al gaan koopon?"
vroeg hy ademloos. De vader lachte. „Welja,"
zei hy, „als jo dat graag wilt, ga je gang".
Max liep alleen do straat verder af met
gloeiend hoofd en kloppend hart. In zyn haast
lende hy byna etn vrouw onderstboven.
Zy hield hem vast.
„Maxi Wel, was het mooi in de kerk?"
vroeg zy aarzelend.
Hy keek in het treurige gelaat van vrouw
Henschke.
Zy streek zenuwachtig over zyn zwart
jasje, dat nog met een mirtetakje in het
knoopsgat prykte.
„Myn jongen, myn arme jongen 1" zeide zy
snikkend. „Ik ben weggeloopen, omdat ik het
niet langer kon aanzien, zoo ter neer geslagen
en ellendig als hy zich gevoelt. En ik had
hem nog wel zulk een mooi pakje gemaakt
van myn mans beste pak. Alles was klaar
voor vandaag, waarop, waarop wy ons zoo
hadden verheugd. En nunu", zy brak af
en snelde verder.
Max bleef een oogenblik staantoen wendde
hy zich langzaam om, met diep gebogen hoofd.
Het was hem als moest hy zich plotseling
voor zyn rykdom schamen, als had hy dit
alles niet verdiend, gezondheid, het mooie
feest van vandaag, het goud in zUn hand. Hy
was dikwijls heel ruw geweest tegen Fritz
Henschke. En hy was toch veel grooter en
sterker dau de kloine, had nog een vader en
woonde niet in een klein, bekrompen hokje,
vier hoog.
Daar aan den overkant woonde de kleine
horlogomaker, by wien het mooie horloge voor
de ramen lag. Max stond op het punt over
te steken. Hy wendde zich evenwel plotseling
om en hief verschrikt het hoofd op. Daar bo
ven hem klonk het in heldere, rollende tonen
„Schep vreugde in het leven, zoo lang als het
lampje brandt
Max bleof met strakken blik naar den vogol
aan het venster turen. En voor zyn geest ver
scheen plotseling een bleek, vermagerd ge
zichtje met verlangenden trek.
„A!s ik heb uitgeleerd, koop ik dien...."
Zou de arme, zieke jongen nog wel ooit
uitgeleerd raken? Zou hy zich wel ooit meer
in 's levens vreugde mogen verheugen?"
Max kreeg een zeer zonderling gevoel In de
keel. Hy wist zelf niet wat het was; maar
plotseling stond hy voor den winkel van den
vogelkoopman.
„Wel?" vroeg deze, nieuwsgierig en toch
met welgevallen don jongen bezoeker mon
sterend.
Max wees zwijgend op den vogel en legde
toen zyn goudstuk neder. En hy liep zoo
voorzichtig met zyn levende waar de straat
langs, als ware het de kostbaarste scb;t ter
wereld.
Toen hy de vier trappen opsteeg, die naar
de kamer van zyn ziek vriendje leidden, fllad-
derde de vogel onrustig, maar toen het acht
jarig zusje Max opendeed, zat het diertjo reedj
rustig op zyn stokje, met zyn ronde zwarte
oogjos rondkykend.
Fritz scheen' te hebben geslapen. Hy opende
juist de oogen toen Max binnentrad. En hy
keek en keek en hield de hand voor de oogen,
terwijl de groote jongen als met bloed over
goten midden in do kamer stond.
Wat was dat? Droomde hy? Dac was Max
mot zyn mooie pakje aan. En in de kooi, die
hy in de hand had zat een vogel en was dat
mot de vogol die
„Piepl" zei zyn zusje en strekte een hand
naar den vogel uit.
Max kwam langzaam naar het bed toe.
„Daar!" xei hy en zyn stem sidderde.
Iiy zette zyn gave op den stoel by het bed
neder en wilde gaan. Al het vreemde, het
nlouwe, snoerde hem de keel dicht.
Maar Fritz strekte de hand uit.
„Max, beste Max!"
Toen bleef de groote, blonde jongen nof
even toeven, stond stil aan het bed on keei
zyn makker strak in 't gezicht.
Wat zag die er gelukkig uit! De oogen op
don vogel gericht, onbeweegiyk.
En de vogel wette den snavel en spreid^
de veeren uit en floot, floot zyn oud liedje
voor het doodzieke kind:
„Schep vreugde in het leven, zoolang als
het lampje brandt 1..."
Fritz greep plotseling een <ter nedorhangend
handen van zyn kameraad.
„En is die voor my, voor my?" vroeg h
stokkend.
En toen do ander verlegen knikte, druktoi»
zyn lippen zich op de groote, roode hasd.
„Nooit, nooit zal ik je weer slaau," stame'de
hy onder weenen en lachen in naam-oone
zaligheid. En do vogel floot zijn liodjo en do
knapen luisterden tot het gezang zachtjes
wegstierf. Toen was Fritz ook weder Inge
sluimerd. Het begin van gelukkig herstei
misschien?
Toen ging Max ook weg. Als hy nog !ar
ger was gebleven, zou hy in schreien z\£
uitgebarsten en dat ging toch niet voor lemony
die eenmaal siagerspatroon moest worden!