Woensdag 19 Aiig^istus. A°. 1908. feze (Qourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. FEUILLETON. De vijanden. N». 14874 IBSCH PRIJS DEZER COURANTl Voor Leiden per week 0 Uentsj per 8 maanden J 2 f 1.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd «Jjn 1.30, franco per post 2 1-65. PRIJS DER ADVERTENTIES Van 10 regel® ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere Ietter® naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oentscontant;elk tiental woorden meer 10 Cents. Voor bet incaaaeeren wordt 0.05 berekend. Dit nommer bestaat uit DRIE Bladen. ONTEIGENING. Hollandsche Eleclrlsehe Spoorweg-Maalscliappij. Do Burgemeester der gemeente Leiden naakt bekend: j io. dat ter voldoening aan art. 10 der ont eigeningswet (wet van 28 Augustus 1851, Staatsblad No. 126) een Commissie uit Ge- {depiitcerde Staten der provineie Zuid-Rol land, bijgestaan door den daartoe door het [Algemeen Bestuur aangewezen Ingenieur het Hoofd van het Bestuur der gemeente in bet Gemeentehuis aldaar zitting zal hou den den lDdcn Sept. 1908, des v o o r- {middags te lij uur, ten einde de bewaren van belanghebbenden aan te hoo- reii tegen het plan van aanleg van den spoorweg HOOFDDORP LEIDEN als bedoeld in de wet van 13 J"an. 190-3 (Staatsblad No. 23), weshalve belang hebbenden worden uilgcnoodigd om hun he rwaren ter plaatse en ure vermeld monde- of schriftelijk aan genoemde Commis sie mede te decleu 2o. dat de 6tukken bedoeld bij de eerste linoa van art. 12 en ter voldoening aan jde tweede alinea van dat artikel van de Iteigcningswet, ter inzage van een ieder Forden nedcrgelcgd, ter secretarie der ge- önte van heden af, totdat de Commissie werkzaamheden binnen de gemeente leeft volbracht; 3o. dat het uitgewerkt plan van liet ge- becle werk, bedoeld in de laatste alinea van ut 12 van meergenoemde wet, voor een ieder ter inzage zal liggen op de Griffie der Provincie Zuid-Holland. Do Burgemeester voornoemd, DE RIDDER. Leiden, 21 Aug. 1908. De Otid-Hollandsche Feesten. Aan de plechtige opening van Oud-Lei den" op Maandagavond a.s. zal waarschijn lijk eon luisterrijke intocht van het Ycndel roor afgaan. De straten, langs welke de stoet zich be regen zal, worden nog nader bekend ge maakt. Vrijdag a.8. zal een speciale Oud-Holland- eche courant voor dc feesten verschijnen. Als reproductie der alom bewonderde reclameplaat van Oud-Leiden" zijn thans aardige plakzegels in drie kleuren ver schonen. Deze zijn in den boekhandel van A. J. Binnendijk,Jr. Botermarkt, te bekomen. Leiden, 19 Augustus. Wij vestigen de aandacht op het con cert, dat morgenavond in ,,Zomerzorg" zal gegeven worden voor de leden der Vcreeni- ging tot instandhouding van het Leidsoü Muziekkorps. Voor de vierde maal werd door Es peranto" alhier in „Zomerzorg" een vocaal en instrumentaal concert gegeven. Gister avond. Dezen keer niet als de vorige drie kceren in den tuin, maar in dc zaal. Gevolg hiervan was, dat een dteel der toehoorders zat in die zaal, bet andere deel onder de veranda. Het programma sprak nu niet van een quintet, maar van een ensemble; beter zeer zeker, want de tenor was niet tegen woordig. Er werd ook nu weer veel goeds ten go- boore gebracht. De piano- en vooral de viool-nummers, alsook het vocale gedeelte, waarin de baryton andermaal uitmuntte, werden met dankend en huldigend applaus beloond. Ongetwijfeld heeft „Esperanto", al gaf het niet altijd hetgeen verwacht werd, met zijn muziekavonden genotvolle uren be reidt Het weder is het ter wille geweest, alle keeren, dat het optrad. Gisteren behaalde te Rotterdam die heer W. C. A. Ridderhof, Lecraar M. O. alhier, de akte voor middelbaar onderwijs in het rechtlijnig teekenen en de perspectief M2. Door den burgemeester, hoofd der po litie te Zeist, is tot inspecteur van po litie tweede klasse benoemd de heer D. Fa- bius, thans adjunct-inspecteur van politic te Leiden. Gistermiddag te 3 uren is dc Minister raad in vergadering bijeengekomen, dio door de terugkomst van de met verlof af wezig geweest zijnde leden van het Kabinet, weer compleet was. Naar ,,De Standaard" met blijdschap verneemt, blijft de beterschap van den heer Van Alphen toenemendezer dagen zelfs heeft de patiënt voor een poosje van Kamel1 kunnen veranderen. Toch is hem alle bezig heid zeer nadrukkelijk ontzegd; volkomen rust blijft voor hem noodig. De heer Van Alphen gevoelt zich dan ook zoo verzwakt, dat het blad namens hem het verzoek ontvangt te willen meedcelen, dat, ten gevolge van zijn jongste zware ziekto hij zich genoodzaakt ziet het lidmaatschap van dc Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het kiesdistrict Ommen aan het einde van het loopcn.de zittingjaar neer te leggen. Naar aanleiding van het voorstel vau B. en Ws. van Den Haag, om hen te mach tigen aan Gedeputeerde Staten mede te dee- len: „dat volgens het gevoelen van den Ge meenteraad de jaarwedde van den burge meester op een bedrag van f 10,000 behoort te worden vastgesteld" stelt het gemeen teraadslid P. H. van der Kamp voor, het aangehaalde aldus te redigeeren: „dat de Gemeenteraad handhaaft zijn besluit d.d. 30 October 1907 met betrekking tot het aan Gedeputeerde Staten gedane verzoek om de jaarwedde van den burgemeester te bren gen op f 10,000". Do 78ste verjaardag van den Keizer- Koning van Oostenrijk-Hongarije werd gis teren te Scheveningen met meer dan gewo nen luister gevierdnu deze feestdag valt in het jubileejaar van den grijzen vorst. Van de verschillende inrichtingen aan den Zeekant en het Gevers-Deynootplein was dc Oostennjksch-Hongaarsche vlag ont plooid. De KurzaaJ was feestelijk versierd met tropeeën ia de Ncderlandsche en Oosten- rijksoh-Hongaarsche kleuren en groen ge maakt. Op het middag-conccrt, waarop een viool-virtuose uit Boeda-Pestli, mej. Stefi Gcycr, zich deed' hooren, was behalve een talrijk publiek, de Oostenrijksch-Hongaar- schc kolonie ter badplaats aanwezig, éterk opgekomen. Het orkest speelde de volksliederen der Oostenrijksch-Hongaar6che monarchio en van Nederland, dio zeer werden toegejuicht. In de gedecoreerde loge voor voorname personen bestemd, waren aamwezig baron Forster, Oostenrijksch-Hongaarsch zaakge lastigde, bij afwezigheid van den Minister, die daar verschillende belangstellenden ont ving. Gisteren is de Synode der GereL Kerk geopend onderi leidmg van ds. v. Loon. Naar „De Standaard" meedeelt, werd in dc eerste vergadering het raodera- men benoemd. Na een tweede, vrije stemming werd tot praeses der Synode gekozen ds. H. Hoek stra, van Arnhemtot assessor ds. W. Doorn, van 's-Gravenhage, en tot scribae ds. A. de Geus, van de Lemmer, en cTs. K. Fernhout, van Utrecht. Aan den vooravond van de herden king van zijn vijf en twintigjarig priester schap was aan pastoor L. J. J. Hage- raats, te 's-Gravenhage, door de instelling, waaraan hij als roctor zoovele jaren zijns levens heeft gewijd, het Roomsch-Katholie- ke Wees- cn Oudeliedenhuis in de Warmoe- zierstraat, een intiem, doch juist in die intimiteit bijzonder hartelijk feest bereid. Te vier uren per rijtuig door een feest commissie uit regenten, bestaande uit de heeren J. A. J. M. Meylink, A. C. A. van Yuuren en M. Waterreus, afgehaald van de woning van zijn studiegenoot, den heer Cuypers, in het "Wostcinde, werd de jubi laris bij het binnentreden van het wees huis met fanfares begroet door de muziek kapel der weesjongens, die vervolgens het Wilhelmus ten gehoore bracht. Het college van regenten ontving den jubilaris harte lijk cn noodigde hem uit een rondgang te maken door het versierde gebouw. Op do eerste binnenplaats stond een de putatie uit do oude mannen, die den jubi laris op de wijze van „Wien Neerlandsch Bloed" een feestlied toezongen. Toon ging het naar de vrouwenafdeeling. Toepasselij ke spreuken begrootten den rector bij het overschrijden van den drempel en aan het einde \an de gang, waar een aantal vrou wen, zoo krachtig zij het met haar oude stemmen konden, een nieuwen feestzang deden h'ooxen. En daarop werd de tocht voortgezet door den tuin, waar de wees meisjes den jubilaris luide hoezee's toeju- belden en de moeder-overste met haar /us- lers hem hartelijk begroetten. Eindelijk ging men een feestelijk versierde zaal bin nen, waar een troonhemel voor rector Ha- ge raate was opgericht icn waar zich we derom een aantal weesmeisjes, oude zrou- wen, mannen en weesjongens bevonden. Hier namen regenten met don jubilaris plaats, en nadat een nieuwe feestzang met pianobegeleiding door de weesmeisjes wa-j uitgevoerd, nam de president van het co'- lege van regenten, de heer F. G. M. Schrot- der, het woord, om den jubilaris hartelijk toe te spreken. Do heer A. C. A. van Yuuren, lid der Tweede Kamer, hield daarop, uit naim van de verpleegden, de feestcommissie, de broeders en zusters van het gesticht en het college van regenten, een feestrede. Drie kleine weesmeisjes, waarvan het jongste in het wit getooid, met een bloe^ menkransje op het hoofd, boden daarop den jubilaris eon ma,nd n>et wit/te bloo men aau, onder het opzeggen van een toe passelijk gedichtje. Het woord was hierop aan den jubilaris tot het brengen van dank aan allen, dio hem op zoo treffende wijze gehuldigd had den. Na zijn luid toegejuichte rede werden door den jubilaris de gieschenken bezich tigd: een kazuifel met albe van de mei; jes en vrouwen, een gaskroon en gaslamp van de mannen, een eetservies van de jon gens, eenige fraaie stoelen van regenten, een plant van oud-verpleegden en eenige geschenken van particulieren. Hierop defileerden do ongeveer 500 ver pleegden voor den jubilaris onder het ge zang van een lied met begeleiding der kapel, waarna de plechtigheid met den zegen, door den jubilaris gegeven, besloten werd. Naar aanleiding van het bericht, dat mevrouw Roland Hoist zich te Londen zou vestigen, deelt haar echtgenoot in „Het Volk" mede, dat hij in den aanstaanden winter met zijn vrouw een paar weken naar London zal gaan. Dit is al schrijft hij cn het vermalden niet waard. Volgens het „Handelsblad" zal op de Amsterdamsene Gemcentebegrooting voor 1909 een post voor onvoorziene uil> gaven voorkomen van 172,00'j gulden, waarin is begrepen een som van ongeveei 82,000 gulden vcr.>r verhooging der onder- wijzcrssalarissen in dc hoofdstad. Jhr. C. van oud-directeur van de Cultuurmaatschappij „Vorstenlanden" en oud-wethouder an Hilversum, is giste ren op 80-jarigen leeftijd te 's-Gravenhage overleden. Jhr. Chr. van Lennep, geboren 14 Mei 1828 te Amsterdam, zoon van mr. Jacob vaa Lennep, kwam in liet jaar 1846 in den han del, en werkte korten tijd bij Hope en Co., maakte daarna een reis naar Amerika en ging in 1852 naar Java, waar hij eerst kor ten tijd bij de firma E. Moelrmann en Co. en later bij Dorrepaal en Co. werkzaam was, in welke laatste firma hij spoedig als deelgenoot werd opgenomen. In 1875 verliet hij Java en vestigde zich te Hilversum, waar hij jarenlang wethouder was. Toen in 1884 de suikercrisis uitbrak en de zaken der firma D. en Co. voorziening vereisch- ten, trad hij in het actieve koopmansleven terug en bleef van 1888 af tot zijn dood toe achtereenvolgens directeur van de Dorre- paalsche Bank en van de in 1888 opgerichte Cultuur-Maatschappij „De Vorstenlanden", die hij op den avond zijns levens nog tot hooger bloei mocht zien komen. De over ledene was ook directeur der Cult.-Mij. „Kaliwoengoe Plantage" en commissaris van talrijke suikerfabrieken. Aan de Amsterdamsche Beurs was hij al gemeen bekend' en bemind wegens zijn vrco- lijk, optimistisch karakter en zijn groote vriendelijkheid en welwillendheid. De Cul tuur-Mij. „De Vorstenlanden" verliest in hem een geacht en bekwaam chef van groo te ervaring in Oost-Indische zaken, speciaal wat den handel en de cultures betreft. (H.) Te ruim zeven uren kwam Maandag met de tram uit Vlissingen te Domburg aan de regeerende groothertog Friedrich Franz IV, van Mecklenburg. Hij was in politiek en vergezeld van zijn kamerheer, baron Von Haintze. Er was voor den hoogen bezoeker een coupé gereserveerd en de directeur van de tram, de heer L. P. Bakker, maakte de reis van Vlissingen af, mee. De burgemeester van Domburg, in ambts kostuum, met wien aan het station aanwe zig was de heer G. J. P. A. Tomson, kapi- flof.) Max was trotsch op zyn reeds gereed han- pd zwart pak en do moeder praatte al van jïbakkon koeken, gebraden kalfsvleeicb en ptoofde vruchten. Des avonds van den fees- ielljken dag zou z\Jn vader al de familieleden mtnoodigen op eon vaatje bier en zyn kleine iöb zou een gedicht opzeggen, dat oom Fer- de slager, zelf uit een boek had op- gKocht. ,Zie je, jongen", zeide deze, met welgevallen -*o sterken roodwangigen neef beschouwend, wanneer je later goed je best doet, erf je Moniaal m\jn boelen rommel on dan ben je meteen een gezeten man. En by je aanneming je een tien-markstuk; daar magjovoor toipen wat je wilt." Max' gezicht straalde van vreugde. Moeder gaf wel onmiddellijk den raad het *P de apaurbank te zetten, terwijl vader feilde, dat by er beter een paar laarzen voor Ion koopen, maar Max schudde het hoofd. r' dacht aan heel wat anders Een horloge 1 Dat stond by hom vast. Een uiteren horloge met een gouden randje, zooals JU aan den overkant voor het winkelraam zien liggen en dat tien mark kostte. Zyn •-'goii schitterden als hy daaraan dacht. Het laatste lesuur kwam en na afloop hield k geestelyke nog eon korte, ernstige aan- 'Praak tot de knapen. (Eén uwer, helaas 1 ontbreekt en kon dus c'0t gelyk met u aan de tafol dea Heeren gnomen", zoo besloot hy. „Het was oen 'Jtoi bi ave jongen, die my hier altyd veel ftëtotgen heelt gegeven. Wy willen hem ge halten in ons gebed en hopen, dat hy spoo- weder geheel borsteld in ons midden moge Ver-chynon." De knapen bogen hot hoofd en Pakten daarna hun boeken by elkander. Ho geesteiyke wenkte Max nog eens by zich. «Ik hjor, dat jy ln de buurt van den zieken beraad woont," zei hy op vriendeiyken fJön. je me ^et pio2,ior doen en naar 6lü toegaan en zeggen, dat ik op dea dag er bevestiging hem zal komen bezoeken? Hy 'et maar goeden mood houden.'' Max ging. Het was hem wel een beetje vreemd te moede, toen hy de trappen opsteeg, die naar „den vyand" leidden, met wien hy het zoo dikwyla aan den stok had gehad. De bleeke vrouw opende hem de dour. Zy legde den vinger op de lippen en nam het .kleine meisje op den arm, dat op de gang was gekropen. „Wou je Fritsje komen opzoeken?" vroeg ze. „Hy is nog erg zwak en spreekt heel weinig. Ik geloofhy, hy zal hot wel niet lang meer maken," besloot zy met een onderdrukton snik. Max ging zwygend de kamer binnen, recht op het bed van Fritz af. Deze herkende hem onmiddeliyk. Een lachje kwam op zyn smal, bleek ge zichtje en hy haalde de hand onder de dekens vandaan, om ze Max toe te steken. De groote jongen waagde het nauweiyks haar aan te raken. „De dominee zogtde dominee heeft be loofd hy zou hy zou als we aangenomen worden, jo eens komen opzoekenetotterde hy verlegen, zyn pet in de hand heen en weer draaiend. Over het bleeko gelaat van het kind gleed een vrooiyk lachtje; onmiddeliyk evenwel daar op trilden zyn lippen. „Nu, nu kan ik niet mede naar de kerk gaan. Nu word ik nog niet aangenomen, Max, on, en ix heb my er al zoo op verheugd." De groote jongen voelde zich verlegon on ongelukkig; hy werd beurtelings bleek on rood. Hy kwam een beetje dichter by het bod staan on zyn sterke roode vingeis streken zacht over do dekens. De kleine lag bewegingloos met droomende oogen. „Zeg, Max?" „Wel?" „Heb jelui al eens weder gespeeld op het Tempelhofer veld?" Max schudde ontkennend het hoofd. „Maar do kastanjes bloeien toch al in de laan, nietwaar?" „Weineen, het is pas Maart 1" zei Max. „O, het ia of ik hier al maanden ligl" zuchtte do kleine. Hy richtte zich met moeite in het kussen op en keek door het venster in het stukje blauwe hemel boven het dak. Twee vogeltjes zaten daar elkander te lief- koozoo. „Max 1" Den grooten jongen parelde het zweet op het voorhoofd by het zien van Fritz' droevige oogen. „Max, ik zou zoo graag eens willen weten of... of het vogeltje nog voor het venster staat by den koopman, dat altyd fluit: Schep vreugde in het leven, zoolang als het lampje brandt 1" „Ja," antwoordde Max. „Dat Is goed," zei Frltz zacht. „Misschien wordt het nog niet verkocht vóór ik myn leertyd achter den rug heb,en en het geld heb bespaard." „Misschien," herhaalde de ander aarzelend. En toen nam hy plotseling de hand van den zieken makker, zei: „adle" en ging met lood zware schieden de trap af, alsof hy zelf ziek was. Op straat zocht hy den zonkant ophet was daar boven heelemaal niet gezellig geweest. Op den dag dor bevestiging was het heeriyk voorjaarsweder. De wolkelooze hemel spande zich uit over het godshuis, waaruit de nieuw- gewyde, jeugdige lidmaten naar buiten stroc in den. Allen met ouders, broers on zuster®, bloedverwanten en vrienden. „Onze Max zag er koelemaal als een hoor uit by die anderen vergeleken", zei de moeder met trots, terwyi zy met een zakdoek haar oogen ,droogdo. „Zyn pakje heeft ook een goede dertig mark gekost en is van de beste stof, nietwaar, vader?" Dozo bromde iets ln don baard en stapte naast zyn zoon en broer, den slager, de straat langs. „Nu een flinke kerel worden, jongen 1" zeide hy op opgowekten toon. „Altyd het hart op de rechte plaats, dat is de hoofdzaak 1" „Natuuriykl" zoi oom en greep in den vest zak. „En vooral, omdat je het zoo goed hebt als zelden iemand te beurt vait. Vader en moeder en nog een ryken oom op don koop toe. Hier, jongen, hier heb je meteen myn geschenk I" Max sidderde, toen zyn vingers het goudstuk omklemden. „En mag Ik het vandaag al gaan koopon?" vroeg hy ademloos. De vader lachte. „Welja," zei hy, „als jo dat graag wilt, ga je gang". Max liep alleen do straat verder af met gloeiend hoofd en kloppend hart. In zyn haast lende hy byna etn vrouw onderstboven. Zy hield hem vast. „Maxi Wel, was het mooi in de kerk?" vroeg zy aarzelend. Hy keek in het treurige gelaat van vrouw Henschke. Zy streek zenuwachtig over zyn zwart jasje, dat nog met een mirtetakje in het knoopsgat prykte. „Myn jongen, myn arme jongen 1" zeide zy snikkend. „Ik ben weggeloopen, omdat ik het niet langer kon aanzien, zoo ter neer geslagen en ellendig als hy zich gevoelt. En ik had hem nog wel zulk een mooi pakje gemaakt van myn mans beste pak. Alles was klaar voor vandaag, waarop, waarop wy ons zoo hadden verheugd. En nunu", zy brak af en snelde verder. Max bleef een oogenblik staantoen wendde hy zich langzaam om, met diep gebogen hoofd. Het was hem als moest hy zich plotseling voor zyn rykdom schamen, als had hy dit alles niet verdiend, gezondheid, het mooie feest van vandaag, het goud in zUn hand. Hy was dikwijls heel ruw geweest tegen Fritz Henschke. En hy was toch veel grooter en sterker dau de kloine, had nog een vader en woonde niet in een klein, bekrompen hokje, vier hoog. Daar aan den overkant woonde de kleine horlogomaker, by wien het mooie horloge voor de ramen lag. Max stond op het punt over te steken. Hy wendde zich evenwel plotseling om en hief verschrikt het hoofd op. Daar bo ven hem klonk het in heldere, rollende tonen „Schep vreugde in het leven, zoo lang als het lampje brandt Max bleof met strakken blik naar den vogol aan het venster turen. En voor zyn geest ver scheen plotseling een bleek, vermagerd ge zichtje met verlangenden trek. „A!s ik heb uitgeleerd, koop ik dien...." Zou de arme, zieke jongen nog wel ooit uitgeleerd raken? Zou hy zich wel ooit meer in 's levens vreugde mogen verheugen?" Max kreeg een zeer zonderling gevoel In de keel. Hy wist zelf niet wat het was; maar plotseling stond hy voor den winkel van den vogelkoopman. „Wel?" vroeg deze, nieuwsgierig en toch met welgevallen don jongen bezoeker mon sterend. Max wees zwijgend op den vogel en legde toen zyn goudstuk neder. En hy liep zoo voorzichtig met zyn levende waar de straat langs, als ware het de kostbaarste scb;t ter wereld. Toen hy de vier trappen opsteeg, die naar de kamer van zyn ziek vriendje leidden, fllad- derde de vogel onrustig, maar toen het acht jarig zusje Max opendeed, zat het diertjo reedj rustig op zyn stokje, met zyn ronde zwarte oogjos rondkykend. Fritz scheen' te hebben geslapen. Hy opende juist de oogen toen Max binnentrad. En hy keek en keek en hield de hand voor de oogen, terwijl de groote jongen als met bloed over goten midden in do kamer stond. Wat was dat? Droomde hy? Dac was Max mot zyn mooie pakje aan. En in de kooi, die hy in de hand had zat een vogel en was dat mot de vogol die „Piepl" zei zyn zusje en strekte een hand naar den vogel uit. Max kwam langzaam naar het bed toe. „Daar!" xei hy en zyn stem sidderde. Iiy zette zyn gave op den stoel by het bed neder en wilde gaan. Al het vreemde, het nlouwe, snoerde hem de keel dicht. Maar Fritz strekte de hand uit. „Max, beste Max!" Toen bleef de groote, blonde jongen nof even toeven, stond stil aan het bed on keei zyn makker strak in 't gezicht. Wat zag die er gelukkig uit! De oogen op don vogel gericht, onbeweegiyk. En de vogel wette den snavel en spreid^ de veeren uit en floot, floot zyn oud liedje voor het doodzieke kind: „Schep vreugde in het leven, zoolang als het lampje brandt 1..." Fritz greep plotseling een <ter nedorhangend handen van zyn kameraad. „En is die voor my, voor my?" vroeg h stokkend. En toen do ander verlegen knikte, druktoi» zyn lippen zich op de groote, roode hasd. „Nooit, nooit zal ik je weer slaau," stame'de hy onder weenen en lachen in naam-oone zaligheid. En do vogel floot zijn liodjo en do knapen luisterden tot het gezang zachtjes wegstierf. Toen was Fritz ook weder Inge sluimerd. Het begin van gelukkig herstei misschien? Toen ging Max ook weg. Als hy nog !ar ger was gebleven, zou hy in schreien z\£ uitgebarsten en dat ging toch niet voor lemony die eenmaal siagerspatroon moest worden!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1