Ho. 1-2:347.
baring* 13 Jall
Ai%9 1903.
PERSOVERZICHT.
£en Zingend Schip,
een Dobberend Geluid.
D e T ij d" trekt uit het voorloopig vcr-
flkg der Tweede Kamer op het onafgedaan
jblcvcn o n t w e r p-0 ct roo i wet do
mclusie, dat dit ontwerp schier algemeene
[stemming en nauwelijks tegenstand vond.
Hiorin, evenals in de stommen, welke in
ycn laatsten tijd, o.a. in de jongste alge-
Kcne vergadering van de Maatschappij van
Bjjvcrheid, opgingen ten gunste van een
torslandige protectie, ziet het blad een tee-
jjCn des tijds. Nog korte jaren geleden
grhtte al wat li-beraal was bescherming uit
En booze; ook de bescherming van het rcoht
van den uitvinder. Maar er is een merkbare
kentering ontstaan.
in het buitenland ziet men in, dat Ne
erland op dit stuk bij andere landen ten
Ibter is. De eerste internationale Confc-
Intie der Permanente Tentoonstellingsco
nil-é's, in November 1.1. te Parijs gehouden,
nam met algemeene stemmen een motie aan,
uiliprekend den wensch, dat in Nederland
gen wet op brevetten van uitvinding zou tot
«ftiirl komen.
■Ook „D e T ij d" zou het herstel der
octrooien van uitvindingen met ingenomen
heid begroeten. Alleen in ons land schier ïs
uitvinder geheel onbeschermd tegen na-
ji.ik. Dat in ons land uitvindingen in la
tere jaren zoo zeldzaam waren, schrijft het
ln:l daaraan toe Wie iets nieuws heeft
Rtdekt, gaat daarmee naar het buitenland,
«inr hij zeker is zelf de voordeden van zijn
«nding te kunnen genieten.
,l) c Tijd" hoopt, dat toch althans in
hei volgend zittingjaar deze zaak tot een
«cd einde moge worden gebracht.
„Het V a d e r la n d" bracht een uit-
orig artikel over do octrooiwet. De wet
n 1817 herinnert het blad werd 15
Jul. 1869 afgeschaft. Sinds stonden wij in
Èuiopa vrij wel alleen als roofstaat op
het gebied dor uitvindingen. Van buiten af
is er op ons land pressie genoeg geoefend
oiu het voorbeeld der overige Europeesche
Jolen te volgen. In 1893 werd een nota
ine' een concept-wct opgemaakt en aan tal
Mn officieelc cd nict-officiecle corporaties
dn advies gezonden. Tot een voorstel kwam
liet editor niet. Evenmin onder de twee vol-
Mnde kabinetten.
Korst het ministeric-Kuyper diende, op het
mint van heen te gaan, op 3 Mei 1905 een
Btworp in. Het kabinet-De Meester nam
dn over. Het ontwerp maakte een uitste
kenden indruk, vooral door de voortreffe
nd memorie van toelichting, die bijna ge-
te* I was samengesteld door de commissie
r do handelspolitiek, op welker voor
bereidenden arbeid het gehccle wetsom-
Jrp berustte. Het ministerie-Heemskerk
lindhaafdc desgelijks het voorstel, en na
dri' jaren is ten slotte op 29 Juni 1908 h t
Njpodoopig verslag verschenen. Aan dege
lijke voorbereiding heeft het alzoo met
ontbroken.
Dc oppositie tegen het invoeren van oc
trooien in NederlaJid is, zegt ,,H et V a-
derlan d" in de laatste jaren sterk ge
luwd. Men meende vroeger, dat een Oc-
trooiwet kwalijk past in het stelsel van den
vrijhandel. Maar ten onrechte, indien de
zaak slechts goed geregeld is, zooals in het
regeeringsvoorstel het geval is.
De bedenking komt daarop neer, dat de
kosten van het octrooi en de in geld om
gezette waarde daarvan door den octrooi
houder op de consumenten worden ver
haald, zoodat daardoor een soortgelijke
prijsverhooging van het geoctrooieerde ar
tikel ontstaat, als dio terecht gevreesd
wordt van een beschermend recht op zulk
een artikel.
Maar men vergeet, dat in een land, waar
geen octrooien bestaan, een uitvinding
wordt gemaakt tot een fabrieksge
heim, hetwelk, daar do eigenaar van het
geheim cr belang bij heeft, dat niemand
anders het toepa-st, den vorra aanneemt van
een monopolie.
Een goede octrooiwetgeving daarentegen
geeft den octrooihouder do bevoegdheid, ja,
legt hem zelfs de verplichting op (in
Regeeringsvoorstel nadat drie jaren sedert
het verlconen van hot octrooi verstreken
zijn) om andorendie gebruik willen maken
van zijn uitvinding, bij contractueelc over
eenkomst daarvoor een licentie te geven,
waardoor do oorspronkelijke octrooihou
der voortaan met hem of hen, die van hem
de licentie tot het toepassen van zijn uitvin
ding kochten, zal hebben Ie concurreercn.
Met het vrijhandel stolsel is een goede Oc-
trooiwet alzoo niet in strijd. Integendeel,
hot is con waardevol middel tegen monopo
lies, die in het vrijliandclstelse) niet pas
sen.
Dc „Haagse he Courant" behelst
een beschouwing omtrent hot vrouwen
kiesrecht.
Zij zegt daarin, dat door het gesprokene
op hot onlangs te Amsterdam gehouden
congres bij haar do overtuiging is ont
staan, dat het niet alleen een al to groote
aanmatiging is, aan den eersten den besten
man invloed op 's Jands zaken toe te ken
nen, en dien invloed zelfs aan dc hoogst
ontwikkelde vrouwen te onthouden, maar
ook, wat h.i. van nog meer betcekcnis
is dat er tal van belangen zijn, waar -
over de vrouw beter kan oordeelen dan
de man, en die tot dusver door *.lc alleen
heerschappij der mannen niet of niet naar
den cisch, behartigd worden. Echter oor
deelt het blad, dat, waar ten aanzien van
de uitoefening van het kiesrecht bij de
mannen zooveel onverschilligh v I bestaat,
dit bij de vrouwen wel niet anders wezen
zal. In verband hierfhade en met andere
geopperde bezwaren, acht bot hltiJ, dat
ook in deze opleiding noyiiir zal zijn
geen plotselinge overgang zal behooren ic
ontstaan, maar een geleidelijke.
Daarom besluit het blad gevoelen
wij ten aanzien van do toepassing zeer veel
voor het denkbeeld, dat, naar we mcenen,
o.a. dr. Kuypcr eenigèa tijd geleden voor
stond, om oerst aan de zelfstandige
vrouw of hoofd van haar gezin het kies
recht te vorleenen, wat dan later zou zijn
uit to breiden.
En in dc tweede plaa4s zou hot o.i een
uitermate g-eqpehikto oefenschool zijn, wan
neer de wetgever bepaalde, dat aanvanke
lijk dc vróuwhetzij dan met of zonder
het bovengenoemde stelsel van gezinshoofd
cr bij alleen kiezer zou worden voor
den gemeenteraad, wijl deze een beperkter
kring van belangen omvat, waarover ook
dc vrouwelijke ingezetene reeds nu gemak
kelijker kan oordeelcn dan over de alge
meens politiek, waarvoor zij tot dusver
niet werd voorbereid.
Mot dit voorbehoud ton aanzien van de
toepassing, dio do wetgever er aan zal ver-
Jeenen, on dio hij gemakkelijk en zeker
niet to langzaam z ui -iden, achten wij
het dus een cisch van re t en volksbelang,
dat bij do herziening van dc Grondwet
waarover in 1909 onze Kamerverkiezingen
medo zullen beslissen da mogelijkheid
worde geopend, om, op de een of andere
wijze, het vrouwenkiesrecht in te voeren.
Zooals mra. Sliaw zeide:
law in liberty
And liberty in law,
d.i. (als wo da volgorde mogen omkeeren):
„Vrijhoid in do wet, en wet in do vrij-
acid."
De „Nieuwo Haarlem scbe
C o u r a n t" schreef
To weinig is nog door de Roomsche Pers,
dunkt ons, do aandacht geschonken aan
het merkwaardige besluit van do jongste
Centrale Raadsvergadering van dc Ned.
R.-K. Volksbond te Haarlem, om ook
vrouw on tot het lidmaatschap van den
Volksbond tos te laten, zelfs aan deze
zitting te geven in den Central en Raad.
Dat besluit teokent onzen tijd
Hot is con bewijs, dat de Volksbond niet
don tijd volgt, maar dezen vooruitgaat.
Blijkbaar voorzien do leiders van don
Volksbond, dat do Roomsche vrouw veel
meer dan tot nog toe, zij het daD ook
ten laatsto misschien, noodgedrongen,
zich zal gaan bezig houden, met het pu
blieke leven, althans met do sociale bewe
ging-
En ze begrijpen, van boe grootcD invloed
dc actio der vrouw is op elke maatschap
pelijke beweging, op sociaal gebied vooral 1
Daarom zullen zo door dit besluit ook do
mogelijkheid hebben opengesteld, dat de
Roomsche vrouw daadwerkelijk mee kan
uvon ü^iii die groote beweging voor Katho
liek leven on materieel© welvaart beidé,
welke in den Volksbond op zoo voortreffe
lijke wijze sinas 20 jaren onder en door on
ze katholieke mannen is gevoerd.
Dat cr weinig gezegd is van dit besluit-,
vindt intusschcn toch een zeer gcrccdc
verklaring. Ta voren wai hot voorstel, om
een zoo ingrijpend-I verandering in dc
organisatie van don Volksbond tot stand
to brengen, zoo goed als niet bekend, bui
ten misschien da kringen der meest be
trokkenen zeil.
En ook tot nog toa kennen wij althans
niet do juiste portee van het aangenomen
voorstel.
Dat zal Jater in bijzonderheden, in tal
van teglcmouten cn voorschriften natuur
lijk, 'moeten worden uitgewerkt en vastge-
stol'iL
Maar dit weten we althans:
De Ncd. R.-K. Volksbond zal, behalvo do
afdeelingen en vakvereenigingon van man
nen, die hij tot nog toe onder do leuze
„Voor God en Kerk, Vorstin en Land,"
verzamelde, ook een afdeeling van vrou -
wen onder zijn vaan vergaderd zien.
Die vrouwen zullen haar eigen organi
saties hebben, haar eigen vakvereenigingen
misschien ook, haar ©igen vertegenwoor
diging en besturen, haar afzonderlijke ac
tie.
Alleen zal in de algeneene taken van
den R.-K. Volksbond, dddr, waar do stem
van allen door het Ce rrtr aal-Bestuur
spreekt, ook de vrouw natuurlijk haar stem
moeten en mogen uitbrengen: in den Cen-
tralen Raad zuilen de vrouwen o<>k ver
tegenwoordig zijn en recht van spreken heb
bed.
In het Bijvoegsel tot de „Staatscou-
r a n t" van 6 Juli kwamen de versla
gen voor van do drio Drankwet-
in spcctcurs, over 1907. Wie dc 76
bladzijden doorleest, krijgt aldus de
,,N ieuwe Rotterdam sche Cou
rant" van dio lectuur weinig bemoedi
ging.
Hot blad neemt uit. de verslagen ccnigc
sterke voorbeelden over van den onwil van
sommige hoogere en lagere gemeentelijke
autoriteiten om de wot too te passen. Maar
voegt hot er aanstonds bijnaast ODwil
laat zich ook wel onmacht gelden om de
voorschriften der wet behoorlijk, to doen
naleven; want cr is in doze veel duisters.
Overal schier stuit men op moeilijkheden,
en ook dit wordt reeds klaar zoodra
het eenigc jaren verder is, zullen nieuwe
ernstige moeilijkheden zich voordoen. B. en
tVs. kunnen het menigmaal met zichzclvcn
over dc uitlegging der wet niet eens wor
den. Komen zij tot een besluit, dan blijken
echter Gedeputeerd© Staten of inspecteurs
met hen te verschillen over de toepassing,
die aan een of ander voorschrift mor-t war
den gegeven. En raken die al tot overeen
stemming, dan blijkt soms, dat in Den
Haag weer andere opvattingen worden ge
huldigd Bovendien wordt dat alles nog
doorkruist door arresten van den Hoogea
Raad
Ecii allervermakclijkst staal van hetgeen
waartoe al dit tasten en probeeren en cor-
nespondeoren cn adviseeren kan leiden,
geeft de inspecteur van de eerste inspectie
in zijn verslag. Hot geldt een geval, waarin
alle autoriteiten bet cr over eens schenen
te lijn geworden, dat een 18-tal door eon
Gemeentebestuur genomen beal uiten in
strijd was met de wot. Nu kon dus vernie
tiging volgen... zou men deDkcn. Inderdaad
kon dit, doch nader bleek, dat de achttien
becluiten weer d->or andere onwettige be
sluiten waren gevolgd, cn dat merkt het
vors'ag droogjes op ,,ten gevolge van
een recks van met de wet strijdige bislui
ten, oen toestand was geschapen, die mee
do wet niet in strijd was." Tableau! Een
vernietiging van dc oorspronkelijke «nwcfc-
tige besluiten kon nog slechts „theoretischo
waarde" hebben en bleef uitl
Toegegeven moot worden, besluit bet
blad dat h j nauwgezette handhaving,
voor zoover mogelijk, enkele klachten zou
den verstommen, maar tevens erkend, dat
handhaving lang iet .-'tijd practisch mo
gelijk is. Dc nieuwe w<-i. althans dezen
indruk wokkon dc drie verslagen nagenoeg
even sterk op dreigt een etmatige misluk
king te worden. Haar voornaamste werking
bestaat hierin, dat- hot kwaad zich ver
plaatst, minder openlijk aan den dag
treedt in stee van gebre:d?ld te worden.
Neemt niettegenstaande do drankgowoon-
te af, dan heeft dit plaats ondanks do weft*
en haar gebrekkige toepassing, dank zij do
onafgebroken werkzaamheid, dor drankho
strijdersvereenigingen. Hetgeen opnieuw be
wijst, dat de w ot op het gebied der drank
bestrijding slechts betrekkelijk weinig in
vloed ten goede kan oefenen. Het is ce«ii
oude waarheid, doch die dc derde inspec
teur terecht aan het slot van zijn verslag
nog eens naar voren bracht: „heb zijn ia
do eerste plaats dc zed hjike middelen, dia
het kwaad der drinkgewoonten moeten tem
poren, verminderen, uitroeien."
Met 't oog op het in den Haagschca
Gemeenteraad aangenomen beginsel,
om, onder zekere voorwaarden, ponsioen
to verleencn aan de wethouders, zet
in het „Handelsblad" dc oud-hoog
leeraar dr. P. van Geer zijn bezwaren tegen
het pcnsionnecren van wethouders uiteen:
Noodzakelijke vereischten voor pensioen-
gerechtigdheid zijn: vaste aanstelling cn
een pensioensgrondslag. Voorts, dat pen
sioen moot beschouwd worden, als een eicel
der belooning dat echter eerst na Verbrach
ten diensttijd of bij eventueel e invaliditeit
wordt uitgekeerd in den vorm van cent
jaarlijksehe toelage.
Al dezo vereischten ontbreken.
Dc zaak is vergeleken mot het ministers-
pensioen, maar juist dit pensioen is s'Jjdig
mot alle regelen van pensionneering. Tirana
jEr zijn mcnschcn die, naar een zéér wa«,r
cn zéér diep spreekwoord, hun weg near dc
b* 1 plaveien mot goede voornemens Hcils-
lldatcxx plaveien hun weg naar den Hemel
g zong. In het zingeir wedijveren zij,
al niet met de nachtegalen die niet te
frcrtrcffen en moeilijk te evenaren zijn, dan
och met de vinken, de lijstors, de leeuwe
nken, met al wat er in Gods schepping
jubelt en kwinkeleert; ja, met al wat er in
|ic schepping tc goeder trouw en in een-
oud des harten tjilpt en kwettert, cn soms.
dc roerdomp, bromt. Alle vogeltjes,
ingond zooals zij gebokt zijn vormen te
amen dat naïeve koor, dat een zönnigen
|ontedag zoo jubelend en ontroerend mooi
paakt en de harten zoo innig verblijdt.
Hoe .het in andere streken is weet ik niet,
aar iu het stroeve Noorden is cr zakcr
ten zangeriger volkje 'dan de Heilssolda-
n. Dc dirigent van een dier zanggenoot-
jrliappen die do wereld verbazen door hun
unst en vaardigheid, zou zeker dit cn dat
n nog wat aan to merken hebben op allcr-
waarop zoo'n dirigent te letten heeft
Jaar een korps H ilssoldatén is geen gczel-
Ihap van geschoolde zang rs, het is een
worm zangvogels. Zij zingen zooals hun
rt hot hun ingeeft, cn dat. is bij frissche
pnge stemmen vanzelf dikwijls reeds mooi
enocg. Maar met bun zingen, zóóals zij
el nu eenmaal doen, voorzien zij, vind ik,
i"1 ons land in een treurige leemte In Mol-
finil kont bot volk, voor zoover ik weet,
ten gezang dat lvt midden h udt tusschen
ft kerklied en het straat ied Het kerk-
d, langzaam .1 statig, h. fl niets vroo-
'jks en opwekkends. Zelden, indien ooit,
iemand hot gebruiken dio in een bi-
nald jubelende stemming is Het. straat-
|'"1 is soms vroolijk genoeg; maar dc woor-
/cn zijn óf flauw en vin ledig, óf grof en
"reen. Zelden neon nooit zal het
'Wuikt worden om lucht tc geven aan een
jamming die blijde 1> tot juhelcns too,
ar zoo ver verwijderd van dronkemans-
tes en onheilig» luidruchtigheid, als do
p'ordpool van de Zuidpool.
Do beschaafden hebben hun liederen,
e meestal veel kunst en oefening
-reischende schooljeugd heeft haar
■"djos die zij uit volle borst zingt. Maar
volwassen mai en vrouw uit liet volk
bben, in Holland althans,, zoowat niets.
1 daarom t het Holland dat in de kerk
rt galmt en in dc kro g niet brult,
VV|jgt; en doet zichzelf daardoor in levens-
fteugde veel te kort
Daar komen nu dc Heilssoldaten met hun
'tputtelijken schat van lied ren <n ko-
volksliederen soms. en ook wel een
Iteoi airtje uit een of andere opera; maar
het meerondecl gedicht door gods-
jonstige menschen in en buiten het Leger,
n tonen iets te zoggen hadden tot
hun medemenschen. Liederen vaak van
ernstigen klank, maar meestal opgewekt
ei« blij; zóó opgewekt, zóó gewoon-blij
sms, dat do wijzen wel eens profaan lijken
ten opzichte der woorden, woorden dio
meermalen de diepste mysteriën van hot
geloofsleven raken Het heeft lang geduurd
eer ik mij met dio schijnbare profanatie
verzoenen kon. Maar hoo meer ik zelf er
vaar dat Gods geheimen b I ij d o geheimen
zijn, des te natuurlijker vind ik het dat
zij, die iets proefden van het zoet dier ge
heimenissen, het luid uitjubelen Het is,
maar dan op hooger gc-bicd, hetzelfde in
stinct dat dieren doet stoeien cn kinderen
doet springen wanneer zij hot recht naar
hun zin hebben En de uitgejubelde vreugde
sluit waarlijk den „verborgen omgang" mor
God niet buiten; doch wat zoo ongekunsteld
wordt uitgejubeld, wokt allicht in anderen
een dorst naar de bronwel zulikcr vreugd.
Deze opwekkende liederen, do echte ju
beltoon, waarin zij gezongen worden, en dc
eigenaardige gelaatsuitdrukking, die be
wijst dat men wezenlijk doorleef-
d c gevoelens cn ervaringen uitzingt, dat
men wrcet en begrijpt wat men zingt, en
dat men zingt omdat men niet zwijgen kan,
deze üodercD nemen het oor van het
volk gevangen on blijven doorklinken m
hart cn gemoed Zo geven aan het volk iots
dat, we) is waar, den toets der hoogste
kunstgerechtigheid niet kan doorstaan,
maar dat, op zichzelf en door al wat er bij
komt, toch waarlijk rein cn lieflijk is, en
wèlluidt. Ze brengen aan het volk datgepe
waaraan het zoo'n bittere beho-fte beeft:
vroomheid die vroolijk is cn vrooliikhcid
die vroom is. En ondanks al do dits en dats
die een kunstrechter zou hebben aan te mer
ken en ondanks alle grieven die muzikale
fijnproevers hebben tegen onze groote trom
en schelle trompetten, toch houd ik do
muziek van hot Heilsleger voor een der
grootste zegeningen die het brengt aan een
bedroefde en bedrukte menschheid; cn ik
wil gaarno bekennen dat ik oogcrbli'clen
van grooten zegen door'eef. wanneer bet
eenvoudige publiek in een armoedig leger-
zaalfcie, ootmoedig neergeknield, zingt met
de stem die hem geschonken is: „Nader,
mijn God, tot U", of: „Heilige Geest, kom
over mij", of: „Heer maak mij rein", of
welk lied dan ook, waarin het innigst ge
loofsleven zich in allen eenvoud uit.
De oud-Höj 1 andsche dichteres Tcssclscha-
dc. Visschèr noemde eens, geestig, oorspron
kelijk cn onverwelkbaar friseh, den nachte
gaal „ccn zingend vedertje cn een gevvi kt
geluid' In verre cn grove navolging noem
ik ons Pinksterschip van 8 Juni j.l. „een
zingend schip, een dobberend geluid". Het
was de eerste boottocht dien ik met een
Hoilsleger-korps medemaakte; en als iK
terug denk aan enkele heerlijke dagen ot
uren. gesloten op stillHollandacho vaar
ten of stroomen de Duitschc rivieren, op
wijde Oceanen en op allerlei soorten van
meren: Hollandsche poldermeren cn Zwit-
serschc bergmeren en Indische kraterme-
ren, dan is de avondtocht op dc Pink
ster-heil sboot van 8 Juni toch verrcw.g de
schoonste cn genotrijkste. De hecle dag
was er een geweest van jub 'l cn zeg n en
onschuldige vroolijkhcid. Vermakelijk was
de optocht naar die óén-dags-ark: brooders,
met acrobatische vaardigheid zware ban
ken van ons zaaltje ov rbrcngenrl naar de
boot; broeders met stapels stoelen, met
kisten vol flcsschen limonade, broeders en
broedertjes met geweldige trompetten en
<le groote trom natuurlijk! en longen
vol luebt om tc blazen en armen vpl spier
kracht om te trommelen. Zusters met wa
terketels, met petroleumstellen, met koffie
kannen cn theepotten cn flcsschen melk,
zusters met manden vol gesmeerd brood
jes cn dOQzen vol gebakjes; zusters cn zus
tertjes met tamboerijnen, cn met het vaste
voornemen er lustig op to tokkelen en mee
te rinkelen. Zusters en broeders met wa-
gonkindertjea cn schootkindertjcs cn loop-
en springkindertjes. Zusters cn broed rs
met mooie sopranen cn klankvolle bassen;
maar dat was een prettige cn lichte vracht,
die. dc zakken niet deed puilen en dc rugg ri
niet krommen. En allemaal halleluja-
gezichten.
Dc lucht moest dien dag, volgens alle go-
wrichten van allo rheumatische menschen,
regen voortbrengen. En de lucht maakte
ook heusch alle aanstalten om dc rheuma
tische profotiën waar te makencr waren
grijze wolken, cr waren zelfs donderkoppen
Maar ze waren in hoogstegenadige Pink-
sterstemmingcn in plaats van onze feest
vreugde te bederven met stortbuien en wind
vlagen, temperden zij alleen maar de hitte.
Wij hadden juist zonneschijn genoeg om ons
in- en uitwendig te verwarmen; en juist
schaduw van wolken genoeg, om te voorko
men dat iemand ccn zonnesteek kreeg. Had
den wij het weer besteld, wij hadden
liet niet met meer oordeel kunnen doen.
En overal belangstelling. Voor een groot
deel nieuwsgierige, natuurlijk 1 Zoo'n
schip met wapperende Legervlaggen, en van
voren tot achter wemelend van halleluja-
hoeden en -petton, is altijd nog wat bijzon-
dors; cn op Leidcns toch reeds zoo schilder
achtige vaarten, met de typische oude op
haalbruggen, waar aan weerskanten de
vroolijko kleurige iFinkstcrmenigfcc in haar
loop werd gestremd cn niet pruttelde,
immers er was iets te hooren cn tc zien 1
op dio toch reeds zoo schilderaclitige vaar
ten moet ons kleurrijk schip een aardig ef
fect hebben gemaakt.. Had ik er niet op ge
zeten, dan had ik aan den wal willen staan
om te zien.
Maar er was ook vriendelijke, hartelijke
belangstelling. Er werden petten afgenomen
en er werd met zakdoeken gewuifd door
persoonlijke vrienden en bekenden; maar
óók door menschen, die gewoon maar iets
voelen voor hot Leger, en in wier eenvou
dige ziel onze manier van pretmakon weer
klank vond. En zoo ging het van de La
kenhal «a.f tot Zwammerdam, en van Zwam-
merdam terug naar Alphen.
En de meetings I Die waren al wat wij
wenschcn konden. Tal van menschen die met
ooren, mond cd oogen al dat nieuwe en
vreemde, en toch zoo weldadig, indronken.
Op bijna alle aangezichten las ik blijde, ge
spannen aandacht voor al wat er door die
openlucht-predikers gebracht, werd, spre
kend en zingend, biddend cn getuigend,
preekend en schertsend, door tnannen en
vrouwen, door jong en oud-
Maar de avond! de terugtocht! Die was
droom-mooi cn Z/OO rein! Daar was go-
geten en gedronkeD, maar niets dat prik
kelt en opwindt Daar was bezieling maar
geen opgewondenheiddaar was levenslust
maar geen dolle overmoed- daar was lach
en scherts maar geen ruwheid of gemeen
heid; daar was halleluja! cn amen! cn
geen enkele vloek of zelfs basterdvloek
kwetste een op dat punt kittelig oor Met
die schuit vol Heilssoldaten zou ik mij
niet geschaamd hebben tegenover de In
landers van onzen O.-I. Archipel, die zóó in
nig beschaafd cn rustig feestvieren, dat fk
mij tegenover hen meermalen diep heb ge
schaamd over de jenever- cn champagnc-
pret der Blanken Waarlijk, al behooren
Heilssoldaten voor de groote meerderheid
tot dc volksklasse, men kan met hen voor
den dag komen, overal: levend geloof heeft
een beschavcndeu invloed.
Het was nog licht toen wij te Alphcn van
wal staken. Vriendelijk waren wij er om
vangen en vriendelijk ook was over en weer
het afscheid.
Er werd aan boord geblazen en gezongen;
cn er werd van boord en van den wal ge
groet met hand cn hood en zakdoek. Ik ben
er zeker van dat hot, zingend Ileilsschip er
ccn volgenden keer weer hartelijk welkom
zal zijn.
Ik zat met, een clubje vrienden en kin
deren op de voorplechtonkelen onzer ken
den het grootsch natuurschoon van Java en
het interessante van Australië, wat ons mis
schien des te gevoeliger maakte voor het
eeht-HolIandsch mooi onzer Rijnoevers.
Langzamerhand verdween hot daglicht ge
heel Zeker, een volle, heldere maneschijn
zou kostelijk, verrukkelijk, t.oovcrachtig
zijn geweest; maar ik weet niet of ik hem
zou hebben verkozen boven het eigenaardig
grijs van water en lucht, waartusschon wij
hceugleden. Donkcrstaalgrijs mot satijnige
glim roeringen was het gladde wateren
lichter, maar in denzclfden tint, waren de
wollig-gekruldc wolken, hier en daar door
schemer d van het schijnsel der opkomende
maan. En tegen al dat grijs, dat toch niet
somber was, en in dien grilligen maneglans,
die speelsch, waar hij kon, door dc wolken
gleed, namen de dingen op de ocv«?rs on
waarschijnlijke, fantastische, maar betoove-
rendc omtrekken aan. Honrs was het ate
voeren wij regelrecht een tropisch oerwoud
binnen; dan weer was het mij als dreven
wij rond in een der schijnbaar rondom af
gesloten uithoeken van het Vierwaldstatter-
rnecr; en een oogenblik was het mij als gin
gen wij langs een vlak gedeelte van het
Meer van Geneve. Bij daglicht cn met zijn
nuchtere oogen ziet incn dat alles natuur
lijk niet; maar bij zeldzaam a. mdgrijs cii
schuchter maangeschemcr, cn met ecu tob
combineeren geneigde verbeeldingskracht,
ziet met het wèl.
En allerwege lokte ons gezang de men
schen uit hun huize.;. In het avondgrijs on
der het boomend uister en tegen den zwar
ten achtergrond der huizenmuren, vlakten,
cn plekten overal dc lichte jurken i cc
witte schorten van vrouwen en kinrV ren;
en ik vraag mij af wat die menschen dach
ten, als daar, op dat gladde water, dab
zingend schip voorbijgleed, zelf gcruisch-
loos, maar dc lucht wel eeu halfuur in den
omtrek vervullend mot vroom-blij gezang?
Ik vond dat gezang toen wezenlijk mooi.
De trompetten blazensmocde zwegen;
ons jongskc van dc trommel lag stil in diepen
dommel de muziek was uitsluitend vocaal,
meerstemmig, wat wonderwel harmonie, rde
met den vrcdig-stillen, rustig-grijzen avond.
Er waren geen lag© zolderingen en enge r. a
ren, die do soms schelle tonen weerkaat6Cif
en verscherpenuit het centrum, het schip,
vloeiden zc zachtjes, deinend, geleidelijk af
nemend naar alle richtingen uit; cn op eerf
afstand moot het verrukkelijk hcbl>en ge
klonken, o o r a 1 om de stem m i n g,
dio er zulk een innig warme kleur aan gaf.
Hier kwam stemming in de plaats van
scho ol; en geen school, hoe voortreffelijk
ook, kan den menschen leeren vróóm tc zin
gen omdat ze vroom zijn
Ja, wat mogen ze wel gedacht hebben, dio
boeren cn boerinnen, die kalkbranders en'
die schippers, die ouden van dagen cn dio«
kleine kinderen, teen dat zingend schip, in
den stillen luister zijner driekleurige lich
ten, hun voorbijgleed over het loom deinen
de water, in den zwijgenden grijzen droom-
nacht? Mij dunkt, door den centonigen
sleur van hun alledags-leven, door het droe
ve getob van zoo menig bestaan, kwam het
gegleden als een waarachtig Ileilsschip, vol
gojubel van hoop cn troost, vol blijde belof
ten voor i c d e r ec n, vooral voor dc klei
nen en de armen. Mij dunkt, zc hebben er
over gepraat met vriendelijke woorden, er
over gepeinsd met vriendelijke gedachten;
ze hébben er van gedroomd, al wisten zi£
het wellicht 's morgens zelf niet meer. Iets
moois ging er door hun leven, zichtbaar
voor hun oogen, hoorbaar voor hun ooren,
voelbaar voor hun ziel. Iets moois van an
dere orde dan hun mooie Rijn met zijn toen
zoo droom-schoone oevers. Iets waarvan zij*
misschien zelf dft waarde en do diepte niet
volkomen beseffen. Maar wanneer, sedert
dien avond, de naam „Heilsleger" hen zat
doen denken aan clat schip vol zang, hen
zal stemmen lot. vriendelijkheid en zacht
heid en mild hulpbetoon, en in hen wokken
zal een zeker heimwee naar geluk dat niet
van deze aarde is, dan zal het blijken.,
dat een troepje Heilssoldaten iets goeds doet,,
ook waar het, louter ten eigen pleiziere, óa
vvoomheidsvreugde uitjubelt dio er leeft ir?'
hun ziel.
Voorschoten.