Ho. 1-2:347. baring* 13 Jall Ai%9 1903. PERSOVERZICHT. £en Zingend Schip, een Dobberend Geluid. D e T ij d" trekt uit het voorloopig vcr- flkg der Tweede Kamer op het onafgedaan jblcvcn o n t w e r p-0 ct roo i wet do mclusie, dat dit ontwerp schier algemeene [stemming en nauwelijks tegenstand vond. Hiorin, evenals in de stommen, welke in ycn laatsten tijd, o.a. in de jongste alge- Kcne vergadering van de Maatschappij van Bjjvcrheid, opgingen ten gunste van een torslandige protectie, ziet het blad een tee- jjCn des tijds. Nog korte jaren geleden grhtte al wat li-beraal was bescherming uit En booze; ook de bescherming van het rcoht van den uitvinder. Maar er is een merkbare kentering ontstaan. in het buitenland ziet men in, dat Ne erland op dit stuk bij andere landen ten Ibter is. De eerste internationale Confc- Intie der Permanente Tentoonstellingsco nil-é's, in November 1.1. te Parijs gehouden, nam met algemeene stemmen een motie aan, uiliprekend den wensch, dat in Nederland gen wet op brevetten van uitvinding zou tot «ftiirl komen. ■Ook „D e T ij d" zou het herstel der octrooien van uitvindingen met ingenomen heid begroeten. Alleen in ons land schier ïs uitvinder geheel onbeschermd tegen na- ji.ik. Dat in ons land uitvindingen in la tere jaren zoo zeldzaam waren, schrijft het ln:l daaraan toe Wie iets nieuws heeft Rtdekt, gaat daarmee naar het buitenland, «inr hij zeker is zelf de voordeden van zijn «nding te kunnen genieten. ,l) c Tijd" hoopt, dat toch althans in hei volgend zittingjaar deze zaak tot een «cd einde moge worden gebracht. „Het V a d e r la n d" bracht een uit- orig artikel over do octrooiwet. De wet n 1817 herinnert het blad werd 15 Jul. 1869 afgeschaft. Sinds stonden wij in Èuiopa vrij wel alleen als roofstaat op het gebied dor uitvindingen. Van buiten af is er op ons land pressie genoeg geoefend oiu het voorbeeld der overige Europeesche Jolen te volgen. In 1893 werd een nota ine' een concept-wct opgemaakt en aan tal Mn officieelc cd nict-officiecle corporaties dn advies gezonden. Tot een voorstel kwam liet editor niet. Evenmin onder de twee vol- Mnde kabinetten. Korst het ministeric-Kuyper diende, op het mint van heen te gaan, op 3 Mei 1905 een Btworp in. Het kabinet-De Meester nam dn over. Het ontwerp maakte een uitste kenden indruk, vooral door de voortreffe nd memorie van toelichting, die bijna ge- te* I was samengesteld door de commissie r do handelspolitiek, op welker voor bereidenden arbeid het gehccle wetsom- Jrp berustte. Het ministerie-Heemskerk lindhaafdc desgelijks het voorstel, en na dri' jaren is ten slotte op 29 Juni 1908 h t Njpodoopig verslag verschenen. Aan dege lijke voorbereiding heeft het alzoo met ontbroken. Dc oppositie tegen het invoeren van oc trooien in NederlaJid is, zegt ,,H et V a- derlan d" in de laatste jaren sterk ge luwd. Men meende vroeger, dat een Oc- trooiwet kwalijk past in het stelsel van den vrijhandel. Maar ten onrechte, indien de zaak slechts goed geregeld is, zooals in het regeeringsvoorstel het geval is. De bedenking komt daarop neer, dat de kosten van het octrooi en de in geld om gezette waarde daarvan door den octrooi houder op de consumenten worden ver haald, zoodat daardoor een soortgelijke prijsverhooging van het geoctrooieerde ar tikel ontstaat, als dio terecht gevreesd wordt van een beschermend recht op zulk een artikel. Maar men vergeet, dat in een land, waar geen octrooien bestaan, een uitvinding wordt gemaakt tot een fabrieksge heim, hetwelk, daar do eigenaar van het geheim cr belang bij heeft, dat niemand anders het toepa-st, den vorra aanneemt van een monopolie. Een goede octrooiwetgeving daarentegen geeft den octrooihouder do bevoegdheid, ja, legt hem zelfs de verplichting op (in Regeeringsvoorstel nadat drie jaren sedert het verlconen van hot octrooi verstreken zijn) om andorendie gebruik willen maken van zijn uitvinding, bij contractueelc over eenkomst daarvoor een licentie te geven, waardoor do oorspronkelijke octrooihou der voortaan met hem of hen, die van hem de licentie tot het toepassen van zijn uitvin ding kochten, zal hebben Ie concurreercn. Met het vrijhandel stolsel is een goede Oc- trooiwet alzoo niet in strijd. Integendeel, hot is con waardevol middel tegen monopo lies, die in het vrijliandclstelse) niet pas sen. Dc „Haagse he Courant" behelst een beschouwing omtrent hot vrouwen kiesrecht. Zij zegt daarin, dat door het gesprokene op hot onlangs te Amsterdam gehouden congres bij haar do overtuiging is ont staan, dat het niet alleen een al to groote aanmatiging is, aan den eersten den besten man invloed op 's Jands zaken toe te ken nen, en dien invloed zelfs aan dc hoogst ontwikkelde vrouwen te onthouden, maar ook, wat h.i. van nog meer betcekcnis is dat er tal van belangen zijn, waar - over de vrouw beter kan oordeelen dan de man, en die tot dusver door *.lc alleen heerschappij der mannen niet of niet naar den cisch, behartigd worden. Echter oor deelt het blad, dat, waar ten aanzien van de uitoefening van het kiesrecht bij de mannen zooveel onverschilligh v I bestaat, dit bij de vrouwen wel niet anders wezen zal. In verband hierfhade en met andere geopperde bezwaren, acht bot hltiJ, dat ook in deze opleiding noyiiir zal zijn geen plotselinge overgang zal behooren ic ontstaan, maar een geleidelijke. Daarom besluit het blad gevoelen wij ten aanzien van do toepassing zeer veel voor het denkbeeld, dat, naar we mcenen, o.a. dr. Kuypcr eenigèa tijd geleden voor stond, om oerst aan de zelfstandige vrouw of hoofd van haar gezin het kies recht te vorleenen, wat dan later zou zijn uit to breiden. En in dc tweede plaa4s zou hot o.i een uitermate g-eqpehikto oefenschool zijn, wan neer de wetgever bepaalde, dat aanvanke lijk dc vróuwhetzij dan met of zonder het bovengenoemde stelsel van gezinshoofd cr bij alleen kiezer zou worden voor den gemeenteraad, wijl deze een beperkter kring van belangen omvat, waarover ook dc vrouwelijke ingezetene reeds nu gemak kelijker kan oordeelcn dan over de alge meens politiek, waarvoor zij tot dusver niet werd voorbereid. Mot dit voorbehoud ton aanzien van de toepassing, dio do wetgever er aan zal ver- Jeenen, on dio hij gemakkelijk en zeker niet to langzaam z ui -iden, achten wij het dus een cisch van re t en volksbelang, dat bij do herziening van dc Grondwet waarover in 1909 onze Kamerverkiezingen medo zullen beslissen da mogelijkheid worde geopend, om, op de een of andere wijze, het vrouwenkiesrecht in te voeren. Zooals mra. Sliaw zeide: law in liberty And liberty in law, d.i. (als wo da volgorde mogen omkeeren): „Vrijhoid in do wet, en wet in do vrij- acid." De „Nieuwo Haarlem scbe C o u r a n t" schreef To weinig is nog door de Roomsche Pers, dunkt ons, do aandacht geschonken aan het merkwaardige besluit van do jongste Centrale Raadsvergadering van dc Ned. R.-K. Volksbond te Haarlem, om ook vrouw on tot het lidmaatschap van den Volksbond tos te laten, zelfs aan deze zitting te geven in den Central en Raad. Dat besluit teokent onzen tijd Hot is con bewijs, dat de Volksbond niet don tijd volgt, maar dezen vooruitgaat. Blijkbaar voorzien do leiders van don Volksbond, dat do Roomsche vrouw veel meer dan tot nog toe, zij het daD ook ten laatsto misschien, noodgedrongen, zich zal gaan bezig houden, met het pu blieke leven, althans met do sociale bewe ging- En ze begrijpen, van boe grootcD invloed dc actio der vrouw is op elke maatschap pelijke beweging, op sociaal gebied vooral 1 Daarom zullen zo door dit besluit ook do mogelijkheid hebben opengesteld, dat de Roomsche vrouw daadwerkelijk mee kan uvon ü^iii die groote beweging voor Katho liek leven on materieel© welvaart beidé, welke in den Volksbond op zoo voortreffe lijke wijze sinas 20 jaren onder en door on ze katholieke mannen is gevoerd. Dat cr weinig gezegd is van dit besluit-, vindt intusschcn toch een zeer gcrccdc verklaring. Ta voren wai hot voorstel, om een zoo ingrijpend-I verandering in dc organisatie van don Volksbond tot stand to brengen, zoo goed als niet bekend, bui ten misschien da kringen der meest be trokkenen zeil. En ook tot nog toa kennen wij althans niet do juiste portee van het aangenomen voorstel. Dat zal Jater in bijzonderheden, in tal van teglcmouten cn voorschriften natuur lijk, 'moeten worden uitgewerkt en vastge- stol'iL Maar dit weten we althans: De Ncd. R.-K. Volksbond zal, behalvo do afdeelingen en vakvereenigingon van man nen, die hij tot nog toe onder do leuze „Voor God en Kerk, Vorstin en Land," verzamelde, ook een afdeeling van vrou - wen onder zijn vaan vergaderd zien. Die vrouwen zullen haar eigen organi saties hebben, haar eigen vakvereenigingen misschien ook, haar ©igen vertegenwoor diging en besturen, haar afzonderlijke ac tie. Alleen zal in de algeneene taken van den R.-K. Volksbond, dddr, waar do stem van allen door het Ce rrtr aal-Bestuur spreekt, ook de vrouw natuurlijk haar stem moeten en mogen uitbrengen: in den Cen- tralen Raad zuilen de vrouwen o<>k ver tegenwoordig zijn en recht van spreken heb bed. In het Bijvoegsel tot de „Staatscou- r a n t" van 6 Juli kwamen de versla gen voor van do drio Drankwet- in spcctcurs, over 1907. Wie dc 76 bladzijden doorleest, krijgt aldus de ,,N ieuwe Rotterdam sche Cou rant" van dio lectuur weinig bemoedi ging. Hot blad neemt uit. de verslagen ccnigc sterke voorbeelden over van den onwil van sommige hoogere en lagere gemeentelijke autoriteiten om de wot too te passen. Maar voegt hot er aanstonds bijnaast ODwil laat zich ook wel onmacht gelden om de voorschriften der wet behoorlijk, to doen naleven; want cr is in doze veel duisters. Overal schier stuit men op moeilijkheden, en ook dit wordt reeds klaar zoodra het eenigc jaren verder is, zullen nieuwe ernstige moeilijkheden zich voordoen. B. en tVs. kunnen het menigmaal met zichzclvcn over dc uitlegging der wet niet eens wor den. Komen zij tot een besluit, dan blijken echter Gedeputeerd© Staten of inspecteurs met hen te verschillen over de toepassing, die aan een of ander voorschrift mor-t war den gegeven. En raken die al tot overeen stemming, dan blijkt soms, dat in Den Haag weer andere opvattingen worden ge huldigd Bovendien wordt dat alles nog doorkruist door arresten van den Hoogea Raad Ecii allervermakclijkst staal van hetgeen waartoe al dit tasten en probeeren en cor- nespondeoren cn adviseeren kan leiden, geeft de inspecteur van de eerste inspectie in zijn verslag. Hot geldt een geval, waarin alle autoriteiten bet cr over eens schenen te lijn geworden, dat een 18-tal door eon Gemeentebestuur genomen beal uiten in strijd was met de wot. Nu kon dus vernie tiging volgen... zou men deDkcn. Inderdaad kon dit, doch nader bleek, dat de achttien becluiten weer d->or andere onwettige be sluiten waren gevolgd, cn dat merkt het vors'ag droogjes op ,,ten gevolge van een recks van met de wet strijdige bislui ten, oen toestand was geschapen, die mee do wet niet in strijd was." Tableau! Een vernietiging van dc oorspronkelijke «nwcfc- tige besluiten kon nog slechts „theoretischo waarde" hebben en bleef uitl Toegegeven moot worden, besluit bet blad dat h j nauwgezette handhaving, voor zoover mogelijk, enkele klachten zou den verstommen, maar tevens erkend, dat handhaving lang iet .-'tijd practisch mo gelijk is. Dc nieuwe w<-i. althans dezen indruk wokkon dc drie verslagen nagenoeg even sterk op dreigt een etmatige misluk king te worden. Haar voornaamste werking bestaat hierin, dat- hot kwaad zich ver plaatst, minder openlijk aan den dag treedt in stee van gebre:d?ld te worden. Neemt niettegenstaande do drankgowoon- te af, dan heeft dit plaats ondanks do weft* en haar gebrekkige toepassing, dank zij do onafgebroken werkzaamheid, dor drankho strijdersvereenigingen. Hetgeen opnieuw be wijst, dat de w ot op het gebied der drank bestrijding slechts betrekkelijk weinig in vloed ten goede kan oefenen. Het is ce«ii oude waarheid, doch die dc derde inspec teur terecht aan het slot van zijn verslag nog eens naar voren bracht: „heb zijn ia do eerste plaats dc zed hjike middelen, dia het kwaad der drinkgewoonten moeten tem poren, verminderen, uitroeien." Met 't oog op het in den Haagschca Gemeenteraad aangenomen beginsel, om, onder zekere voorwaarden, ponsioen to verleencn aan de wethouders, zet in het „Handelsblad" dc oud-hoog leeraar dr. P. van Geer zijn bezwaren tegen het pcnsionnecren van wethouders uiteen: Noodzakelijke vereischten voor pensioen- gerechtigdheid zijn: vaste aanstelling cn een pensioensgrondslag. Voorts, dat pen sioen moot beschouwd worden, als een eicel der belooning dat echter eerst na Verbrach ten diensttijd of bij eventueel e invaliditeit wordt uitgekeerd in den vorm van cent jaarlijksehe toelage. Al dezo vereischten ontbreken. Dc zaak is vergeleken mot het ministers- pensioen, maar juist dit pensioen is s'Jjdig mot alle regelen van pensionneering. Tirana jEr zijn mcnschcn die, naar een zéér wa«,r cn zéér diep spreekwoord, hun weg near dc b* 1 plaveien mot goede voornemens Hcils- lldatcxx plaveien hun weg naar den Hemel g zong. In het zingeir wedijveren zij, al niet met de nachtegalen die niet te frcrtrcffen en moeilijk te evenaren zijn, dan och met de vinken, de lijstors, de leeuwe nken, met al wat er in Gods schepping jubelt en kwinkeleert; ja, met al wat er in |ic schepping tc goeder trouw en in een- oud des harten tjilpt en kwettert, cn soms. dc roerdomp, bromt. Alle vogeltjes, ingond zooals zij gebokt zijn vormen te amen dat naïeve koor, dat een zönnigen |ontedag zoo jubelend en ontroerend mooi paakt en de harten zoo innig verblijdt. Hoe .het in andere streken is weet ik niet, aar iu het stroeve Noorden is cr zakcr ten zangeriger volkje 'dan de Heilssolda- n. Dc dirigent van een dier zanggenoot- jrliappen die do wereld verbazen door hun unst en vaardigheid, zou zeker dit cn dat n nog wat aan to merken hebben op allcr- waarop zoo'n dirigent te letten heeft Jaar een korps H ilssoldatén is geen gczel- Ihap van geschoolde zang rs, het is een worm zangvogels. Zij zingen zooals hun rt hot hun ingeeft, cn dat. is bij frissche pnge stemmen vanzelf dikwijls reeds mooi enocg. Maar met bun zingen, zóóals zij el nu eenmaal doen, voorzien zij, vind ik, i"1 ons land in een treurige leemte In Mol- finil kont bot volk, voor zoover ik weet, ten gezang dat lvt midden h udt tusschen ft kerklied en het straat ied Het kerk- d, langzaam .1 statig, h. fl niets vroo- 'jks en opwekkends. Zelden, indien ooit, iemand hot gebruiken dio in een bi- nald jubelende stemming is Het. straat- |'"1 is soms vroolijk genoeg; maar dc woor- /cn zijn óf flauw en vin ledig, óf grof en "reen. Zelden neon nooit zal het 'Wuikt worden om lucht tc geven aan een jamming die blijde 1> tot juhelcns too, ar zoo ver verwijderd van dronkemans- tes en onheilig» luidruchtigheid, als do p'ordpool van de Zuidpool. Do beschaafden hebben hun liederen, e meestal veel kunst en oefening -reischende schooljeugd heeft haar ■"djos die zij uit volle borst zingt. Maar volwassen mai en vrouw uit liet volk bben, in Holland althans,, zoowat niets. 1 daarom t het Holland dat in de kerk rt galmt en in dc kro g niet brult, VV|jgt; en doet zichzelf daardoor in levens- fteugde veel te kort Daar komen nu dc Heilssoldaten met hun 'tputtelijken schat van lied ren <n ko- volksliederen soms. en ook wel een Iteoi airtje uit een of andere opera; maar het meerondecl gedicht door gods- jonstige menschen in en buiten het Leger, n tonen iets te zoggen hadden tot hun medemenschen. Liederen vaak van ernstigen klank, maar meestal opgewekt ei« blij; zóó opgewekt, zóó gewoon-blij sms, dat do wijzen wel eens profaan lijken ten opzichte der woorden, woorden dio meermalen de diepste mysteriën van hot geloofsleven raken Het heeft lang geduurd eer ik mij met dio schijnbare profanatie verzoenen kon. Maar hoo meer ik zelf er vaar dat Gods geheimen b I ij d o geheimen zijn, des te natuurlijker vind ik het dat zij, die iets proefden van het zoet dier ge heimenissen, het luid uitjubelen Het is, maar dan op hooger gc-bicd, hetzelfde in stinct dat dieren doet stoeien cn kinderen doet springen wanneer zij hot recht naar hun zin hebben En de uitgejubelde vreugde sluit waarlijk den „verborgen omgang" mor God niet buiten; doch wat zoo ongekunsteld wordt uitgejubeld, wokt allicht in anderen een dorst naar de bronwel zulikcr vreugd. Deze opwekkende liederen, do echte ju beltoon, waarin zij gezongen worden, en dc eigenaardige gelaatsuitdrukking, die be wijst dat men wezenlijk doorleef- d c gevoelens cn ervaringen uitzingt, dat men wrcet en begrijpt wat men zingt, en dat men zingt omdat men niet zwijgen kan, deze üodercD nemen het oor van het volk gevangen on blijven doorklinken m hart cn gemoed Zo geven aan het volk iots dat, we) is waar, den toets der hoogste kunstgerechtigheid niet kan doorstaan, maar dat, op zichzelf en door al wat er bij komt, toch waarlijk rein cn lieflijk is, en wèlluidt. Ze brengen aan het volk datgepe waaraan het zoo'n bittere beho-fte beeft: vroomheid die vroolijk is cn vrooliikhcid die vroom is. En ondanks al do dits en dats die een kunstrechter zou hebben aan te mer ken en ondanks alle grieven die muzikale fijnproevers hebben tegen onze groote trom en schelle trompetten, toch houd ik do muziek van hot Heilsleger voor een der grootste zegeningen die het brengt aan een bedroefde en bedrukte menschheid; cn ik wil gaarno bekennen dat ik oogcrbli'clen van grooten zegen door'eef. wanneer bet eenvoudige publiek in een armoedig leger- zaalfcie, ootmoedig neergeknield, zingt met de stem die hem geschonken is: „Nader, mijn God, tot U", of: „Heilige Geest, kom over mij", of: „Heer maak mij rein", of welk lied dan ook, waarin het innigst ge loofsleven zich in allen eenvoud uit. De oud-Höj 1 andsche dichteres Tcssclscha- dc. Visschèr noemde eens, geestig, oorspron kelijk cn onverwelkbaar friseh, den nachte gaal „ccn zingend vedertje cn een gevvi kt geluid' In verre cn grove navolging noem ik ons Pinksterschip van 8 Juni j.l. „een zingend schip, een dobberend geluid". Het was de eerste boottocht dien ik met een Hoilsleger-korps medemaakte; en als iK terug denk aan enkele heerlijke dagen ot uren. gesloten op stillHollandacho vaar ten of stroomen de Duitschc rivieren, op wijde Oceanen en op allerlei soorten van meren: Hollandsche poldermeren cn Zwit- serschc bergmeren en Indische kraterme- ren, dan is de avondtocht op dc Pink ster-heil sboot van 8 Juni toch verrcw.g de schoonste cn genotrijkste. De hecle dag was er een geweest van jub 'l cn zeg n en onschuldige vroolijkhcid. Vermakelijk was de optocht naar die óén-dags-ark: brooders, met acrobatische vaardigheid zware ban ken van ons zaaltje ov rbrcngenrl naar de boot; broeders met stapels stoelen, met kisten vol flcsschen limonade, broeders en broedertjes met geweldige trompetten en <le groote trom natuurlijk! en longen vol luebt om tc blazen en armen vpl spier kracht om te trommelen. Zusters met wa terketels, met petroleumstellen, met koffie kannen cn theepotten cn flcsschen melk, zusters met manden vol gesmeerd brood jes cn dOQzen vol gebakjes; zusters cn zus tertjes met tamboerijnen, cn met het vaste voornemen er lustig op to tokkelen en mee te rinkelen. Zusters en broeders met wa- gonkindertjea cn schootkindertjcs cn loop- en springkindertjes. Zusters cn broed rs met mooie sopranen cn klankvolle bassen; maar dat was een prettige cn lichte vracht, die. dc zakken niet deed puilen en dc rugg ri niet krommen. En allemaal halleluja- gezichten. Dc lucht moest dien dag, volgens alle go- wrichten van allo rheumatische menschen, regen voortbrengen. En de lucht maakte ook heusch alle aanstalten om dc rheuma tische profotiën waar te makencr waren grijze wolken, cr waren zelfs donderkoppen Maar ze waren in hoogstegenadige Pink- sterstemmingcn in plaats van onze feest vreugde te bederven met stortbuien en wind vlagen, temperden zij alleen maar de hitte. Wij hadden juist zonneschijn genoeg om ons in- en uitwendig te verwarmen; en juist schaduw van wolken genoeg, om te voorko men dat iemand ccn zonnesteek kreeg. Had den wij het weer besteld, wij hadden liet niet met meer oordeel kunnen doen. En overal belangstelling. Voor een groot deel nieuwsgierige, natuurlijk 1 Zoo'n schip met wapperende Legervlaggen, en van voren tot achter wemelend van halleluja- hoeden en -petton, is altijd nog wat bijzon- dors; cn op Leidcns toch reeds zoo schilder achtige vaarten, met de typische oude op haalbruggen, waar aan weerskanten de vroolijko kleurige iFinkstcrmenigfcc in haar loop werd gestremd cn niet pruttelde, immers er was iets te hooren cn tc zien 1 op dio toch reeds zoo schilderaclitige vaar ten moet ons kleurrijk schip een aardig ef fect hebben gemaakt.. Had ik er niet op ge zeten, dan had ik aan den wal willen staan om te zien. Maar er was ook vriendelijke, hartelijke belangstelling. Er werden petten afgenomen en er werd met zakdoeken gewuifd door persoonlijke vrienden en bekenden; maar óók door menschen, die gewoon maar iets voelen voor hot Leger, en in wier eenvou dige ziel onze manier van pretmakon weer klank vond. En zoo ging het van de La kenhal «a.f tot Zwammerdam, en van Zwam- merdam terug naar Alphen. En de meetings I Die waren al wat wij wenschcn konden. Tal van menschen die met ooren, mond cd oogen al dat nieuwe en vreemde, en toch zoo weldadig, indronken. Op bijna alle aangezichten las ik blijde, ge spannen aandacht voor al wat er door die openlucht-predikers gebracht, werd, spre kend en zingend, biddend cn getuigend, preekend en schertsend, door tnannen en vrouwen, door jong en oud- Maar de avond! de terugtocht! Die was droom-mooi cn Z/OO rein! Daar was go- geten en gedronkeD, maar niets dat prik kelt en opwindt Daar was bezieling maar geen opgewondenheiddaar was levenslust maar geen dolle overmoed- daar was lach en scherts maar geen ruwheid of gemeen heid; daar was halleluja! cn amen! cn geen enkele vloek of zelfs basterdvloek kwetste een op dat punt kittelig oor Met die schuit vol Heilssoldaten zou ik mij niet geschaamd hebben tegenover de In landers van onzen O.-I. Archipel, die zóó in nig beschaafd cn rustig feestvieren, dat fk mij tegenover hen meermalen diep heb ge schaamd over de jenever- cn champagnc- pret der Blanken Waarlijk, al behooren Heilssoldaten voor de groote meerderheid tot dc volksklasse, men kan met hen voor den dag komen, overal: levend geloof heeft een beschavcndeu invloed. Het was nog licht toen wij te Alphcn van wal staken. Vriendelijk waren wij er om vangen en vriendelijk ook was over en weer het afscheid. Er werd aan boord geblazen en gezongen; cn er werd van boord en van den wal ge groet met hand cn hood en zakdoek. Ik ben er zeker van dat hot, zingend Ileilsschip er ccn volgenden keer weer hartelijk welkom zal zijn. Ik zat met, een clubje vrienden en kin deren op de voorplechtonkelen onzer ken den het grootsch natuurschoon van Java en het interessante van Australië, wat ons mis schien des te gevoeliger maakte voor het eeht-HolIandsch mooi onzer Rijnoevers. Langzamerhand verdween hot daglicht ge heel Zeker, een volle, heldere maneschijn zou kostelijk, verrukkelijk, t.oovcrachtig zijn geweest; maar ik weet niet of ik hem zou hebben verkozen boven het eigenaardig grijs van water en lucht, waartusschon wij hceugleden. Donkcrstaalgrijs mot satijnige glim roeringen was het gladde wateren lichter, maar in denzclfden tint, waren de wollig-gekruldc wolken, hier en daar door schemer d van het schijnsel der opkomende maan. En tegen al dat grijs, dat toch niet somber was, en in dien grilligen maneglans, die speelsch, waar hij kon, door dc wolken gleed, namen de dingen op de ocv«?rs on waarschijnlijke, fantastische, maar betoove- rendc omtrekken aan. Honrs was het ate voeren wij regelrecht een tropisch oerwoud binnen; dan weer was het mij als dreven wij rond in een der schijnbaar rondom af gesloten uithoeken van het Vierwaldstatter- rnecr; en een oogenblik was het mij als gin gen wij langs een vlak gedeelte van het Meer van Geneve. Bij daglicht cn met zijn nuchtere oogen ziet incn dat alles natuur lijk niet; maar bij zeldzaam a. mdgrijs cii schuchter maangeschemcr, cn met ecu tob combineeren geneigde verbeeldingskracht, ziet met het wèl. En allerwege lokte ons gezang de men schen uit hun huize.;. In het avondgrijs on der het boomend uister en tegen den zwar ten achtergrond der huizenmuren, vlakten, cn plekten overal dc lichte jurken i cc witte schorten van vrouwen en kinrV ren; en ik vraag mij af wat die menschen dach ten, als daar, op dat gladde water, dab zingend schip voorbijgleed, zelf gcruisch- loos, maar dc lucht wel eeu halfuur in den omtrek vervullend mot vroom-blij gezang? Ik vond dat gezang toen wezenlijk mooi. De trompetten blazensmocde zwegen; ons jongskc van dc trommel lag stil in diepen dommel de muziek was uitsluitend vocaal, meerstemmig, wat wonderwel harmonie, rde met den vrcdig-stillen, rustig-grijzen avond. Er waren geen lag© zolderingen en enge r. a ren, die do soms schelle tonen weerkaat6Cif en verscherpenuit het centrum, het schip, vloeiden zc zachtjes, deinend, geleidelijk af nemend naar alle richtingen uit; cn op eerf afstand moot het verrukkelijk hcbl>en ge klonken, o o r a 1 om de stem m i n g, dio er zulk een innig warme kleur aan gaf. Hier kwam stemming in de plaats van scho ol; en geen school, hoe voortreffelijk ook, kan den menschen leeren vróóm tc zin gen omdat ze vroom zijn Ja, wat mogen ze wel gedacht hebben, dio boeren cn boerinnen, die kalkbranders en' die schippers, die ouden van dagen cn dio« kleine kinderen, teen dat zingend schip, in den stillen luister zijner driekleurige lich ten, hun voorbijgleed over het loom deinen de water, in den zwijgenden grijzen droom- nacht? Mij dunkt, door den centonigen sleur van hun alledags-leven, door het droe ve getob van zoo menig bestaan, kwam het gegleden als een waarachtig Ileilsschip, vol gojubel van hoop cn troost, vol blijde belof ten voor i c d e r ec n, vooral voor dc klei nen en de armen. Mij dunkt, zc hebben er over gepraat met vriendelijke woorden, er over gepeinsd met vriendelijke gedachten; ze hébben er van gedroomd, al wisten zi£ het wellicht 's morgens zelf niet meer. Iets moois ging er door hun leven, zichtbaar voor hun oogen, hoorbaar voor hun ooren, voelbaar voor hun ziel. Iets moois van an dere orde dan hun mooie Rijn met zijn toen zoo droom-schoone oevers. Iets waarvan zij* misschien zelf dft waarde en do diepte niet volkomen beseffen. Maar wanneer, sedert dien avond, de naam „Heilsleger" hen zat doen denken aan clat schip vol zang, hen zal stemmen lot. vriendelijkheid en zacht heid en mild hulpbetoon, en in hen wokken zal een zeker heimwee naar geluk dat niet van deze aarde is, dan zal het blijken., dat een troepje Heilssoldaten iets goeds doet,, ook waar het, louter ten eigen pleiziere, óa vvoomheidsvreugde uitjubelt dio er leeft ir?' hun ziel. Voorschoten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 19