p=g Een Farijsche modefirma. Tehuis voor zwervers. I Nu ▼at 'hij haar' beiden, ieder bij een ifcaiïd, 'Jenny en Elvira, en zag haar in de oogen, sohuw en verlegen als een school jongen. En met een blos op zijn baardig ge richt zei hij: „Vergeef mij, als ik mij onbeholpen ge draag. Wat ik thans zeggen wil, zijn woor den, die ik nog nooit tot een vrouw gespro ken heb, en ik kan mij de lieve hartelijk heid, waarmee ik._hjéü. -ontvangen word, niet laten welgevallen voor ik die woorden uit gesproken heb. Ja, Elviertjc, kijk mij maar aan! Van het eerste oogenblik af, dat ik je eag, heb ik je liefgehad. Zeg, is het met al te vermetel te vragen of je mij ook niet een weinigje zoudt kunnen liefhebben? Ben ik niet te oud voor zulk een rozeknop? Is mijn vonnis al geveld, of mag ik hopen?" Toen richtte hij zijn eerlijke, blauwo oogen op Jenny: 1 „Wees u mijn voorspraak, mevrouw ,Borg Jenny zag haar dochter aan, zooals zij haar nog nooit had aangezien. Trek voor trek, lijn voor lijn, een schooner evenbeeld van haarzelveTen volle ontwikkeld, har monisch, fijn, bevalligWanneer had zij op gehouden een kind tc zijn? Zie, maar ook alles had zij van haar gestolen: de groote glanzende oogen, het krullende haar, de bloeiende wangen, de gevulde, smalle, blan ke band! Wat... wat was het, dat hij daar zeide? „Wees u mijn voorspraak, mevrouw Borg." Maar dat is niet eens noodigOok haar hart is 't evenbeeld van dat harer moe der. Zij is hem reeds in de armen gevlogen, ginds bij het hoekraam staan zij. Jenny Borg doet wankelend een paar schreden voorwaarts en steunt, als tot. ster- vens toe vermoeid, op den rug van de sofa. De gelukkigen bemerken niets. Dan glijden een paar groote, heldere, warme droppels over Jenny's gloeiende wangen. Nu ziet professor Wendel op. Maar de verliefde, die bezig is oogentaai te lezen, leest gewoonlijk alleen juist in de oogen der geliefde, en zoo schrijft de goede professor Jenny's ontroering slechts aan de uiting van overgroote teederheid der moe der toe, bij den aanblik van bet geluk van haar kind. Hij slaat den arm om Jenny's hals, drukt haar hoofd, dat zij niet onwillig terugtrekt, tegen zijn borst, en haar op de wangen kus send, jubelt hij: „Mijn jong, mijn mooi, mijn lief ma maatje Besmetting door de telefoon. In het Engelsche geneeskundige, vakblad „Lancet" schrijft dr. Francis I. Allan over do besmetting, overgebracht door dc spreek buizen der telefoontoestellen. Daaruit ver neemt men, dat van twee Guineesehe big getjes, die met het vuil van een doeik, waarmee het mondstuk van een der open bare posttelcfoncn was gereinigd, ingeënt werden, bet éénc na 23, het tweede na 27 dagen aan tuberculoso stierf. Dr. Allan schrijft verdeer: „Zooals de spreekcellen tegenwoordig gebouwd zijn, is het heel duidelijk, dat, voor zoover ze mot regelmatig schoongemaakt en ontsmet wor den, zij niets anders kunnen wezen dan broeikasten voor bacillen. Het is natuur lijk moeilijk cellen te vervaardigen, dio tegelijkertijd geventileerd kunnen worden, het gelaid van builen afsJuitcn en waarin men toch door or.gewcnschte toehoorders niet beluisterd kan worden, maar onmoge lijk is het toch niet. Ze vrij te houden van bacteriën ia betrekkelijk gemakkelijk. Daar voor zijn alleen dagelijkscbo afwasschingen met water en zeep en bespuitingen met ec*n ontsmettingsstof noodig. Naar het heet worden do telefoontoestellen op de Londen- scho effectenbeurs een goede vijftig, mot goedvinden van bet bestuur dor posterijen, dagelijks op de aangegeven manier bespo ten. en bet is dringend noodzakelijk, dat bij publieke telefooncellen, waarover dc ge meentelijke overheid geen macht hééft, het beatuur der posterijen behoort toe te zien, dat ze op de juiste wijze worden gebouwd, geTegoïd en dikwijls nagezien, gedesinfec teerd en! in het algemeen grondig schoon worden gehouden"- In do „Figaro" schrijft Laurier over de wereldbekende Parijsche modefirma Pa- quin, die de mooiste en duurste japonnen ter wereld vervaardigt. Toen keizer Wil helm van Duitschland eenige maanden ge leden te Londen vertoefde, Het hij, zooals destijds in de Engelsche bladen bericht werd, van het Londensche filiaal der firma Paquin, die kort te voren bij haar modo- ateliers een „salon" voor dameshoeden had gevoegd, twee dozijn modelhoeden op zicht komen, om de Keizerin met de nieuwste creaties der Parijsche modistes te verras sen. Hij bekeek de hoeden met naar men beweert kennersblik en kccht ten slotte zulke mooie, dat de jongedame, die bem de hoeden gebracht had, zich er niet van kon onthouden, zijn goeden smaak te prijzen. Kort daarna werd de algemeene vergade ring van aandeelhouders in de firma Pa quin gehouden en het dividend werd vast gesteld op 20 procent. Er waren toen men- schen, dio ernstig beweerden, dat dit hooge dividend bet gevolg was van den koop des Keizers. De firma schijnt echter ook reeds vroe ger uitstekende zaken gemaakt te hebben. Zij heeft een jaarlijksehen omzet van meer dan 7 millioen gulden en heeft al haar con currenten op de modemarkt ver overvleu geld. De stoffen, welke jaarlijks voor de vervaardiging van japonnen gebruikt wor den, hebben een waarde van millioen. Daarbij zijn niet medegerekend het bont werk en het ruwe materiaal der afdeeling oDdcrgoed. In het vorig jaar werden verwerkt: 12,030 meter laken en 51,(XX) meter zijde, satijn, fluweel, pongée, foulard en crêpo de Chine; bij elkaar dus 63 kilometer stof I Daarbij kwamen nog: 27,000 meter voering, 43,000 meter zijde-mousseline, 603 meter cre- ton, enz. „Men zou" heeft do leider der firma verzekerd „met do stoffen van verschil lende soort, die in den loop van een jaar in de ateliers der firma verwerkt worden, den weg van Parijs naar Chalons-sur-Mar- ne (176 kilometer) kunnen bedekken." Even fantastisch groot is het verbruik van naaigaren en naaizijde; het zou m?t 22,000,000 meter, of 22,000 kilometer, niet te hoog geschat zijn. Men zou dus met de draden, die in den loop van een jaar door de handen van do naaisters bij Paquin gaan, de beid© aardpolen met elkaar kun nen verbinden. Aan naalden verbruikt de firma per jaar gemiddeld 1000 kilogram of bijna 10 mil lioen stuks. Voorts worden bij de vervaar diging der kleederen nog gebruikt: 150 kilo gram balein, 300 kilogram haken en oogen en 1000 kilogram gaas. Nu de loonenDe Parijsche firma heeft 1350 personen in dienst. De salarissen en de arbcidsloonen beloopen een totaal van ruim 2 millioen gulden per jaar. Sommige verkoopsters verdienen van 12,000 tot 24,000 gulden. De chefs der ateliers mannen en vrouwen genieten een salaris van 5000 tot 15,000 gulden. De werksters verdienen gemiddeld 2.50 per dag. Do zoogenaamde „mannequins" of pasjuffrouwen krijgen 200 gulden per maand. Voor do 350 vast aangestelde dames en heccren verkoopsters, mannequins, kan toorbedienden, pakkers, boekhouders, enz. wordt in de gebouwen der firma ge kookt. De keuken staat onder leiding van een chef-kok, wien 15 helpers ter zijde staan. In het Londensche filiaal krijgen de werk sters zelfs vrije woningen in het gebouw. Van Juni af stuurt, de firma iedere week groepen arbeidsters (telkens van 20 tot 30 „miclinettes") op haar kosten naar de zee kust, om op te knappen. In het geheel zijn tc Parijs vier beelc huizen in de ruc de la Paix en in de ruo des Capucines, met 23 woningen en 172 kamers, voor do firma ingericht. Dc opslag van bontwerk bij Paquin heeft een waarde van 1,200,000 gulden en do firma laat, om niet van tusschenpersonen afhankelijk te zijn, al het bont, dat rij noodig heeft, door eigen bedienden koopen op de markten te Londen, te Leipzig, te Nisjni-Novgorod en te Irbit. Zulk een tehuis bestaat te Keulen. Het wordt in Katholieken geest bestuurd en het nam in de laatste 16 maanden 6000 dak- loozen met 30,000 wacktdagen op; ma.w. die 6000 dakloozen wachtten in het asyl 30,000 dagen lang op arbeid. Het gemiddelde verblijf van elk dakloozo in het asyl was dus vijf dagen. De instelling vormt als het ware een oVer- gangsstation, om den armen zwerver weder tot een fatsoenlijk mensch te maken, om hem te helpen in het zoeken van een bestaan. Een Duitsch journalist, die dit asyl be zocht, verhaalt daarvan, dat juist, toen hij het asyl binnentrad, een oude man in het huisboek werd opgeschreven en dat het beeld van dezen man, die door honger en nood naar het asyl was gedreven, hem met mede lijden had vervuld. Drie groote vertrekken vulden zich. iede- ren avond met zulke armen, dio daar voor korten tijd in een gezellig tehuis, bij aan gename lectuur, hun ellende kunnen er- geten. De vijf frissche slaapzalen hadden 80 ijzeren ledikanten, die uitmunten door hun zindelijkheid en practische inrichting. Langs de muren ziet men allerlei vromo spreuken cn platen, waaronder een groote Christus op den Olijfberg, voor welke schil derij des nachts een licht brandt. Een groote klok is omgeven door spreuken, die betrek king op de eeuwigheid hebben. Alles is er op ingericht, om dezen armen menschen hun treurig bestaan te doen ver geten. Zij maken dan ook allen op u een zeer tevreden indruk. Boven in het huis bevindt zich een kapel, waar zij den Vader der armen cn veriatenen hun nood kunnen klagen. Hij zal hen niet verlaten, maar zal ook Zijn rijken zegen schenken aan hen, die aan deze arme veriatenen een toevluchts oord gegeven hebben. Op de binnenplaats bevinden zich de werk plaatsen. Hier valt vooral een toestel op, hetwelk den arbeid van een ieder der brandhouthakkers controleert. Dit is het beste middel, om den onderlingen werkijver te bevorderen en de luiheid tegen te gaan. Een grooten steun vindt het gesticht door de vele klanten, die van dit brandhout koo pen, want juist door ruimen verkoop van het klein gemaakte hout kunnen vele handen werk vinden. In het gesticht is ook een arbeidsbeurs, en daar er onder de arbeidsloozen bijna elk bedrijf vertegenwoordigd is, wordt deze beurs nogal veel door werkgevers gebruikt. De opneming van den daklooze geschiedt aldus: De nieuw aangekomene moet zijn pa pieren toonen. Dan wordt hij met naam, beroep, leeftijd en laatste betrekking in een bock geschreven, krijgt een plaatje met het nummer van zijn bed, benevens .een notitie boekje. In dit boekje staat het reglement van het asyl, hetwelk hij streng moet na leven, verder een kalender, de adressen van ziekenhuizen, hospitalen, arbeidsbeurzen, consulaten, enz. Het slot van het boekje be vat een hartelijke vermaning en aansporing tot een nieuw leven. Is dc opneming aldus geschied, dan wordt de nieuweling, door den opzichter naar een badkamer gebracht, terwijl zijn kleederen gedesinfecteerd worden. Nu krijgt hij in do eetzaal warme, krachtige soep opgediend. Naast de eetzaal bevinden zich een bu reau, een keuken en een provisiekamer. In de broodkamer kan men zien, dat de arme dakloozen mild bedeeld worden. Doch niet 6lechts aan voedsel hebben zij behoefte, voor al ontbreken vaak schoenen, kousen, hem den en andere kleedingstukken. Oude kleeren worden gerepareerd en in een kleerkamer bewaard, waar zij desnoods aan den behoeftige worden uitgedeeld. Verder bevindt zich in het gesticht nog een timmermanswerkplaats, een waschkcuken en een vertrek voor groenten-schoonmakeji. Op de derde verdieping bevinden zich eenige mooie slaapkamers met twee tot drie goede bedden, kleerkast en een eetzaal. Hier kunnen mannen, die in betrekking zijn, lo-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 10