Yrij(ln<| lO Juli.
A0. 1908.
(Seze igourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zonen feestdagen, uitgegeven.
)it nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Onder onze Vroede Vaderen.
FEUILLETON.
De wtraiB*© schufeïige.
N<\ 14840
PKIJ8 MVAKR COUKANTi
Voor Leiden per week 9 Cents; per 8 maanden 1.10.
Boiteo Lcidon, per looper en waar agenten gevestigd zijn 9 1.30.
Franco per post 1,65.
PRIJS DEB ADVERTENTIEN:
Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oentscontant; elk
tiental woorden meer 10 Oents. Voor bet incasseoren wordt 0.05 berekend.
IIISDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien art. 8, lste alinea, der Hindcr-
&t;
Brengen bij dezo ter algemcene kennis,
,t door hen verguuning is verleend aan
I A. BUIJS en rechtverkrijgenden tot het
rrichten van een kalkblusscheriji in het
rceel Koppcnhinksteeg No. 5, kad. be-
gend in Sectie I No. 421
gsasJuedt htervtu openbar® kenuu-
[eving door plaatsing in liet „Leidsch
ngblad".
Burgemeester en Wethouders voornoemd:
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 Juli 1908.
IZooala wij in ecu korte beschouwing van
Raads.ig-nda reeds voorspelden, heeft de
nag: onder do gewijzigdo voorwaarden
al of geen subsidie aan de Holl. Electr.
Spoorweg-Mij. 1 gistcinamiddag aanleiding
seven tot uitvoerige debatten, die echter
di' den aard der zaak weinig nieuws oplc-
Herden. Op de twee stroomingen, die zich
lip liet College van B. en Ws. openbaarden,
en door hot breed opgezet praeadvies golf-
Ac", hebben de sprekers zich gisteren ook
ft. ogen.
■Alleen de heer Fockcma Andreao week
^rarvan af Het station al of niet aan de
id poort maakt hem warm noch koud. Maar
pist voor dat dure station heeft de Maat-
^Kliappij \olgcns haar laatste adres do sub-
g.lic van Leiden noodig. Welnu, als wij ons
geld in den zak houden en zij bouwt het
station cr niet, dan zijn b.idc partijen
qmtte. Dczo redeneering was werkelijk
j ffiunv, en niemand der acht overige tegon-
Bc-thrners zal dit met den heer Fockema
grdreae op dezen grond hebben gedaan.
iDe voorstanders van het subsidie hebban
de een meer, de ander minder gelukkig
bg eens doen uitkomen, dat hel hoofdmo-
Tef waarom de gemeente de rentegarantie
fermaal verleende, was het belang van den
j aanleg van het tramnet, waardoor 72 dor
per met Leiden in contact zullen worden
gebracht, en niet de plaats, waar h t station
I zou komen.
Met de wijziging van het subsidie do
1' neer Kcrstcns heeft daar vooral den klcm-
on opgelegd en do Voorzitter heeft dit
!ari het slot nog eens herhaald met de
Ju'gering is do kans zeer groot, dat 6n hot
Rijk èn de Province hun bijdragen intrek-
jen, en de lijn cr niet komt. Later zal men
wel van voren af beginnen, maar hst
i de vraag of Leiden dan niet zal worden
j&passeerd, cn de strcom der bezoek rs van
Jpzc stad zal worden afgeleid, waardoor we
l&'g verder van huis zijn-
De tegenstanders redeneerden aldu-'s:
Leiden heeft de subsidie verleend onder de
nadrukkelijke voorwaarde dat hot eindsta
tion aan do Zijlpoort zoude komen, opdat
do neringdoenden aan de Haven en de
Haarlemmerstraat, die, nu de bezoekers
uit do Rijnstreek met boot en per as aanko
men, en van profiteeren, niet zullen worden
gedupeerd.
En als nu het station er eens niet komt
of cr niet blijft en geen eindstation wordt,
dan zal een deel der reizigers Leiden voor
bijgaan en de inkoop en in het nabijgelegen
en meer aantrekkelijke 's-Gravenhage doen,
of aan het Ccntraal-station uitstappend in
een ander deel van de stad hun gading zoe
ken en vinden. En dan is de zaak een mis
schien altijddurend offer van 4000 per
jaar de stad niet waarcl.
Want de voorstanders mogen wel zeg
gen, dat wij aan goede trouw moeten ge-
looven, maar zoo maakt men geen overeen
komsten; die moeten zijn zwart op wit.
De ervaring in den loop der jaren heeft
reeds bewezen dat er van de oorspronke
lijke voorwaarden heel wat is afgedongen,
en deze concessie, waarbij de gemeente
zich aan handen en voeten gebonden aan
de maatschappij overgeeft, zal nog de
deur toe doen.
De heer Eerstens opende het debat met
een Jang, niet bijzonder levendig, betoog
een aaneenrijging van citaten uit vroegere
rapporten en praeadviczen goed gedocu
menteerd, maar voorgedragen op een "wij
ze, die niet boeide. Ook de wethouder Kore-
vaar, wist ditmaal den Raad niet te boei
en, meer aantrekkelijk was de heer Reimc-
ringer, die van een station aan de Zijl
poort niets moet hebben. Hij, die hoogst
zelden spreekt, stond gisteren in het eer
ste gelid om over de subsidieering te ge
tuigen. Getuigen zeggen we, want zijn eer
lijk, gul rond uitgesproken woord, waarin
geen zweempje van politiek, was minder
een gedocumenteerd betoog dan een har
telijk getuigenis.
De heer Fokker, een beslist tegenstander,
had zijn speech goed verzorgd en wist de-
zo vrij te houden van persoonlijkheden, wat
niet altijd hét geval is.
Do heer Van der Lip kwam even de ju
ridische kwestie ophalen en hoewel er voor
de opvatting van de minderheid van B. cn
Ws. die meent dat art. 25 en 26 der Spoor
wegwet niet op het eindstation slaan, wat
te zeggen valt, schaarde hij zich toch aan
dc zijde van den Minister, dien hij in
zijn recht achtte, wat later de heer Fok
ker hem betwistte.
Voorts vreesde hij niet, dat de zuinig,
•conservatief ui/tgcvalJ-en boerenbevolking
naar Den Haag zoü gaan, ook al werd het
haar gemakkelijk gemaakt, en evenmin in
een ander deel der stad haar inkoopen
zoude doen, waar zij eenmaal gewend is op
de Haarlemmerstraat to winkelen.
De heer Aalberse bezag dc zaak uit een
ecnigszins breeder oogpunt en hij noemde
het kleine verkcerspolitiek, wat de min
derheid op do spits wilde drijvenhij
de politiek werd er even bijgehaald wil
de nu eens liberaal" zijn e-n bij kon zich
van een vooruitstrevend man als mr. Fok
ker zulk een politiek moeilijk denken.
Het station aan de Zijlpoort zal er ko
men, maar of het er blijven zal, moeten
do omstandigheden beslissen, niet een con
tract.
Oak de heer Stigter sloot zich in een
frisch speechjo daarbij aan.
Eindelijk verklaarde do heer Pera, die
reeds liet adres van „Leidens Bclaug" N
dat evenals een. adres van Vreemdelingen-
ver keer" aandrong op niet toegeven aan
het verlangen van den Minister bad in
getrokken, dat hij in zijn beslist oordeel
,,Hct station moet aan de Zijlpoort ko
men", wat voorbarig is /geweest en het
nu ook anders inziet. Vandaar intrekking
van het adres der Vcreeniging, waarvan
hij voorzitter is. Deze uiting deed iemand
uit de vergadering interrompeeren„Hij
neemt zijn draai 1" wat de heer Péra de
verzuchting deed slaken: „Mag een
mensch dan niet eerlijk 7«ijn V'
Dc Voorzitter, die, misschien omdat hij
als Commissaris der Holl. Electr. Spoor
weg-Mij. niet op den voorgrond wilde ko
men, het debat tot dusverre slechts had ge
volgd, nam ten slotte even het woord om te
verzekeren, dat het Station zeker aan de
Zijlpoort zal komen. De Minister heeft het
plan daartoe reeds goedgekeurd, de Maat
schappij wcnscht ook niets liever, en het zal
er ook blijven, zoolang de keuze der plaats
blijkt een gelukkige te zijn geweest. Men
moot toch ook nog in goede trouw geloo-
ven.
Of die plaats op den langen duur do aan
gewezen plaats zal zijn, staat echter nog to
bezien, wat spr. met voorbeelden van sta-
tiensbouw tc Utrecht en te Groningen
tiachtte duidelijk te maken.
Hiermee scheen en gelukkig, want het
begon tamelijk vervelend te worden het
debat uitgeput te zijn. Men had algomeen
verwacht dat de heer Juta, die, zooals reeds
was verluid, zich bij de minderheid van B.
en Ws. voegde en deze, indien hij de verga
dering, waarin de kwestie is behandeld, had
bijgewoond, een ander verloop zou hebben
gegeven, ook nog het gewicht van zijn woord
in dc schaal zou hebben gelegd. Hij was
toch cxpresselijk voor deze zaak van zijn
vacantievcrblijf overgekomen.
Het is niet geschied. Hij zal reeds spoe
dig hebben opgemerkt dat het toch niet
meer zou baten, iets wat misschien nog an
dere tegenstanders van het woord heeft
doen afzien. Halverwege het debat kon men
de neuzen wel lellen. Het voorstel van de
meerderheid zou worden aangenomen. Dat
het met zulk een groote meerderheid zou
geschieden als gebeurd is, hadden wc echter
niet verwacht.
Leiden zal dus een jaarlijksch offer bren
gen van 4000 aan de Maatschappij, die
een net van spoorwegen zal aanleggen
door do Haarlemmermeer, waarvan één
lijn zal loopen naar Leiden, aanvankelijk
tot de Zijlpoort naar wij vertrouwen.
Wel vernamen wij bij bet heengaan der
leden dat sommigen daaraan nog twijfelen,
doch dezen twijfel achten wij ongerecht
vaardigd.
Maar wij zijn er niet gerust op, dat al
zou Leiden het liever willen en al zal het
in het belang van Leiden zijn, dat het sta
tion er altijd zal blijven vooral niet als
eindstation.
De Holl. Electr. is één met de invloed
rijke, machtige H. IJ. S.-M. en het belang
van deze Maatschappij brengt centralisa
tie naar één punt mee.
Mogen wc dan met den heer Van der
Lip verwachten dat dc reizigers uit ac
dorpen in de Rijnstreek zoo conservatief en
vasthoudend zijn, dat zij niet dóorspcren
naar Den Haag of elders, maar ons oude,
goede Leiden de eer en het voordeel hun
ner klandizie zullen blijven aandoen lot
een beschamend voorheeld van vele Lei
deraars zelf, die maar al te vaak een dag-
rot ourtjo of een tienrittenboekje spandee-
ren om, met voorbijgang van eigen stad,
hun zoogenaamd voordeel en egenoegen in
hot grootere en meer aantrekkelijke Den
Haag te zoeken. We kopen, maar vreezen
wel.
Wat aan dit voorstel voorafging en \olg-
de, gaf weinig aanleiding tot discussie.
Het in eigendom en onderhoud overnemen
van een gedeelte van de Schelpenkado en
van de voetbrug over den Trekvliet achtte
de heer Bosch nog niet gewenscht. Laat
dis kwartier eerst bewoond, althans wer
kelijk bebouwd zijn en laten de achterstra
ten er dan ook gebruik van mogen maken.
Di politie zal dit gebied voortaan hebben
te bewaken, wat een nieuwe last is.
De heer Korcvaar, wethouder, merkte op,
dat als regel geldt, dat straten worden
overgenomen, wanneer ze behoorlijk zijn
bestraat cn gerioleerd. Aan deze voor
waarde is voldaan. Wat wil men dan
meer? Dat de achterliggende straten daar
over nog geen uitgang hebben, ligt niet
aan de bouwmaatschappij „Buitenrust"
maar aan dc eigenaars dier straten zelf en
politietoezicht moet nu evengoed worden
uitgeoefend.
Do heer Bosch bleek echter nog niet
overtuigd en verzocht opneming in de no
tulen, dat hij tegen de overneming was.
Het voorstel om te besluiten tot de aan
stelling van een adjunct-directrice aan hot
Krankzinnigengesticht „Endegeest" ont
moette uit een zuinigheidsmotief en op
grond van het gevaar, dat cr in ligt twee
kapiteins op één schip te brengen, bezwaar
bij den heer Sijtsma, welk bezwaar in
enkele opzichten ook gedeeld werd door den
heer Pera, die wel meerdere hulp noodig
achtte, maar niet veel heil zag in de aan
stelling van een hoogstaande dame, die cr
de Lakens zou willen uitdeden, wel in de
benoeming van een eenvoudige en degelijke
vrouw, waarvoor clan het salaris ook niet
zoo hoog behoefde tc zijn.
Deze bezwaren vonden blijkbaar geen
weerklank bij de vergadering en nadat de
voorzitter nog eens met klem op de aan
stelling van deze functionaris?® had aan
gedrongen, borg do heer Fokker zijn amen
dement, om haar slechts voor don tijd
van één jaar te benoemen, weer op en gmg
heb voorstel er zonder stemming door,
evenals de voorstellen tot het maken van
een inrichting voor permanente baden op
do afdeding voor onrustige mannen in het
krankzinnigengesticht „Endegeesi" en tot
salarisverhooging van den assistent-genees
heer aan het sanatorium „Rhyngecst", dr.
Borgerhoff Mulder.
Het slotstuk: intrekking van het Raads
besluit van 5 Maart j.l. om een school 3de
klasse op het Raamlancl te bouwen en daar
voor nu aan tc wijzen een terrein aan den
Zijlsingel, onderging eenigo wijziging.
Nu de heer J. J. de Cler. namens zijn
lastgevers, de erven Hylkema, had ver
klaard kosteloos een straat van den Hee
rensingel naar het door hem aangeboden
terrein te willen leggen en aan de gemeente
over te dragen, waardoor dit terrein twee
uitgangen zal hebben, één aan den Hee-
rei-singel en één aan de Deeini ast raat, deel
de Voorzitter namens B. en Ws. mede, dat
zij zich nu met de schoolcommissie vereenig'
den en voorstelden dit terrein ran te lioo-
pen. De heer Briët vroeg nog of bet geraas
en het gewoel van het aan de Zijlpoort te
maken station er niet zou hicideren, waar.op
do heer Roem infcerrompeerde dat dit sta
tion er toch niet komt, en waarop de heer
Korcvaar antwoordde dat dc school verder
van. dit station zal afstaan daa dc school
in de Paul-Krugerstraat van het groote
station, wat dus geen bezwaar opleverde.
Dit terrein is aangeboden voor 8100 gul'
den, een zeer billijke prijs, maar do kos
ten van heiwerk werden geraamd op 7COO
gulden.
De heer Zaalberg had echter tegen deza
raming bezwaar. Uitgaande van de kos
ten voor het heien op het terrein aan da
Paul -Krugerstraat schatte hij dit bedrag
op minstens 1600 gulden lager.
De Heer Korovaar, die zeide, dat deze
raming slechts een zeor globale was, be
twistte het echter aan den heer Zaalberg
deze berekening zuiver te kunnen geven,
omdat van dit werk in den regel niet veel
vooruit gezegd kan worden. Hoe het zij,
de Raad vereenigde zich unaniem met hcfe
voorstel, zoodat de nieuwe school 3de klas
in dit volkrijk stad-..:wartier zal komen,
een vrij wat doelmatiger gelegenheid clan
het Raamlancl aan den Hoogcn Rijndijk. Er
werd ons verzekerd, dat binnen een rui-*
men eirkel om deze plaats getrokken, ricbr
reeds een 400 kinderen bevinden, die voor
plaatsing op een derde klasse school int
aanmerking komen. Het zal derhalve nieti
moeilijk vallen deze school straks te be
volken.
Hiermede was de agenda afgeloopcn. Bij
dc rondvraag hielcl de heer Fokker de on
geduldig en ongedurig geworden vergade
ring nog even op, met tc wijzen oP heb
verschil in de gegevens omtrent do Eleo-
trisjohe Centrtae èn in bet verslag vani
de Kamer van Koophandel cn in dat va-n>-
de Stedelijke Fabrieken van Gas cn Elec-
trioiteit. Hij vroeg of aan den Raad nietf
een nauwkeurig verslag omtrent den sta id
der exploitatie kon worden overgelegd,
wat door B. en Ws. zal worden overwo
gen.
Hierna ging cle vergadering uiteen. De
rochte vacantiestemmi- r zat er echter nog.
niet in. Blijkbaar nog vol van het debaö
ovor de subsidie aan de Holl. Elect. Spoor
wegmaatschappij begaven de hoeren zich
naar cle kleedkamer.
Toch vermoeden we, dat er nu wel een
vaeant-ic van een week of vier zal zijn
aangebroken.
Gewichtige zaken zijn er, naar wij mee-)
non, voorloopig ook niet aan do orde.
i
Leiden, SO JuSi.
Tusschen zevenen en halfacht zag het'
weer er zóó uit, dat besloten werd hec
concert van Musis" gisteravond toci*
buiten to doen plaats hebben, d.w.z. de
musici in de tuin-tent en de toehoorders
cn -hoordcressen onder de veranda en
vooraan in do zaal, want voor demeesten.
waren de tuinstoelen nog te nat, en dat
v*erden ze later nog meer, tcfen er op
nieuw een paar aardige buitjes neerdaal
den.
Het strijkorkest van het Haarlemsch'
Muziekkorps deed zich in weerwil van dia
omstandigheden, van een zeer gunstige zij-
-
8)
Nu zeide ik: ,,Ik heb u te kennen gegc-
Hen, mevrouw, dat cle politic hier dc zaaK
"ils afgedaan schijnt te beschouwen. Dc com
missaris heeft u zeker hetzelfde gezegd
|Zij knikte.
„Nu, mijn meening komt niet met die der
olitie overeen. Ik geloof een weg te heb-
dic tot den waren misdadiger leidt,
frlt gij mij door het beantwoorden van een
paar vragen bij mijn werk ondersteunen1?"
J Zij keek mij doordringend aan, alsof zij
|ich wilde overtuigen, dat ik geen andere
Bedoeling met mijn vraag had.
1 „Ja", zeide zij toen, „vraag u maar, mijn-
j Beer Plank; wat ik weet, wil ik u gaarne
leggen."
Zij ging rechtop zitten en keek vol span
ning naar mij. Het licht der morgenzon vreJ
vol op haar gelaat; niet <le minste uitdruk
king daarop kon mij dus ontgaan.
j/j „Heeft uw cchtgen: ot vijanden gehad, of
lieve.: Heeft hij een bepaalden vijand gc-
iad V'
„Neen. Zeker niet. Mijn man was immers
goedaardig."
„Etn andere vraag: Hoe is dc verhou
ding van uw echtgenoot tot zijn slicfbroc-
den heer Rcvai, geweest?"
Een vluchtige blos overtoog haar wan
en. Toen zij nu sprak, was cr een zachte
Prilling in haar stem.
„In den laatsten tijd goed; vooral to
Weenen, waar wij op dc doorreis zij ge
veest, zeer goecL"
,,En vroeger?"
Zij aarzelde.
„Er is mij veel aan gelegen, alles nauw
keurig te weten, mevrouw."
„Zij ziju elkaar jarenlang uit den weg
gegaan."
„Kent gij de oorzaak van deze ontstem
ming?"
Weer verstreken een paar seconden, voor
dat zij antwoord gaf. Toen zeide zij haas
tig: „De oorzaak was ik. Do geheele zaak
is spoedig verteld: Zooals gij weet, is mijn
man laat getrouwd. Wij zijn immers maar
vijf jaren gehuwd geweest. Indertijd, toen
wij verloofd waren, kwam zijn broeder
Lajos eens voor verscheidene weken hier
logeoren. Ik leerde hem toen kennen. Hij
schijnt toen mijn vriendelijkheid als bloed
verwante verkeerd uitgelegd to hebben,
maar moet ik dat alles werkelijk meedce-
len
„Ik verzoek u daarom."
„Nu, ja, het kwam zoo ver, dat ik hem
moest verzoeken, mij te respecteeren als
degeen, die ik toon was: de verloofde van
zijn broeder. Spoedig daarop hebben San-
dor cn hij nog een gesprek samen gehad
ook over deze zaak cn daaruit is
toen die ontstemdheid ontstaan, welke tot
voor anderhalf jaar geduurd heeft."
„Zoo. En hoe is dat alles weer terecht
gekomen?"
„Mijn man zelf, wien deze twist zeer
hinderde, deed den eersten stap. Hij had
gehoord, dat zijn broeder gij weet toch,
dat hij makelaar in huizen is? aan
een bouwonderneming boven zijn middelen
had deelgenomen en toen heeft- hij hem ge
holpen. Mijn zwager heeft de som inder
tijd spoedig terugbetaald. Hij heeft ook je
gens mijn man en mij excuses gemaakt
over het gebeurde voor jaren. Toen hij dus
dezen keer, toen wij hem meedeelden, dat
wij to Weenen kwamen, uitnoodigde bij
hem af te stappen, konden wij dat niet
gcod weigeren
Zij zweeg en ik knikte slechts. In mijn
geest zag ik hoe den heer llévai, in zijn
schrijf stoel zittend, den blik op mijn vest
gericht, zijn schouders optrok. En zijn
woorden meende ik weer te hooren: „Mijn
broeder heeft hier gelogeerd, dat weet u
immers? Ik heb een woning met vier ka
mers; dus kon ik hem zijn verzoek niet
weigeren
Het was slechts een kleinigheidWie
was de verzoekende geweest? Een niets!
Een voorval, nauwelijks het spreken
waard, en toch, het kwam mij van groote
bcteekenis voor.
Ik vroeg verder.
„Heeft uw echtgenoot u ook gezegd, wat
hij met zijn reis naar Weenen beoogde Ik
bedoel, wat hij juist nu te Weenen wilde?"
Zij streek met haar vingers langs den
rand der tafel, waaraan wij zaten.
„Hij was zoo vreemd," zeide zjj daarop.
„Ik heb zijn geheele gedrag de laatste
twee dagen niet goed begrepen. Hij was
anders altijd de openhartigheid zelve te
gen mij, maar toen was het, alsof hij toch
iets voor mij verborg."
„Ja wat? Een verdenking? Do een of
andere vrees?"
De smartelijke trek in haar gelaat was
dieper geworden. BIk weet het niot," zeide
zij. .En over zijn reis heeft hy zich niet uit
gelaten. Hjj wenschte ook niet, dat ik met
hem meeging. Ik heb ten 6lotto gemeend, dat
hy, daar da verzekeringsmaatschappij „Pan"
te Weenon is gevestigd, sjjn verlies persoonlijk
wilde melden. IJU wilde ook zijn broeder op
zoeken; daarvan sprak hy eens."
„Hm." Ik stond op. „Ja, dit is eigenlijk
alles, wat ik noodig heb, mevrouw."
Z\j stond eveneens op.
„Heelt u een bepaalde verdenking, mynheer
Plank? En heeft u vooruitzicht, don misdadiger
te vinden?"
Haar oogon rustten byna sineekend in de
mijne. Roodgoweende oogen, waaruit het
vurige verlangen sprak, de scuet van don
naam van haar geliefden echtgenoot towissch:n.
„Wanneer zal de ongelukkige begraven
worden?" vroeg ik slechts als wedervraag.
Haar oogen vulden zich met tranen.
„Morgen."
Ik hield haar hand vast on drukte die.
„Eón diDg kan ik u zeggen, mevrouw, en
wel, dat uw man met de noodige oor naar
zijn laatste rustplaats zal gedragen worden
en dat in hetzelfde uur, waarin hij in het. graf
wordt neergelaten, de ware dader van de mis
daad zich roods in hechtenis zal bevinden."
Richard Plank keek naar do pendule.
„Dadelijk middernacht! En gy zgt zeker
reeds moede?!"
iiy wilde uit zyn hoekje van de sofa opstaan.
Ik groop echter zgü arm on hield dion vast.
„Neen, blyf, gy moogt niet weggaan! Het
stroomt uit de lucht en bovendien: gy moet
ton einde toe vertellen."
Hy schudde zgn hoofd, etond op on begaf
zich naar de glcfzen deur van hot U^sou.
Buiion rulschte de rogen.
BBlyf Lochl" zeide ik nog een&
„Hot is geon genoegen dov.» deze gietbul
te loopen en slapen zou ik nu thuis toch niet
kunnen, maar een glas punch of grog zou Ik
wel gaarne wiilen hebben; iots, wat den in-
wendigon mensch een weinig aanpakt en ver
warmt."
„Dat zult gg' hebben! Al zou ik ook zelf
het water daarvoor mooten koken I"
Maar ook dat was niet noodig. Mijn oud®
huishoudster was nog wakker. Zy had
juist een langen brief aan haar zoon in Amerika
geschreven on begon nu dadelijk voor ons den
verlangen grog te brouwen.
Toen ik nu weer myn kleine rookkamer
binnentrad, trof ik mgn vriend Flank op en
ï.eor wandelend in gedachten aan. Hg knikte
mg toe, alsof hij wist, wat my juist door het
hoofd was gegaan, eu zeide: „Ja, kerel gg hobt
geiyk; de herinnering aan zulke eens beleefde
dingen grypc onze zenuwen en ons gemood
toch geducht aan. En vreemd, indertijd was
ik in al de oogenblikken, welke koelbloedigheid
en bezonnenheid oischten, byna kalmer daa
nu, terwUl ik my nu toch slochts dio oogen
blikken in hot geheugen terugroep. Men is
ouder geworden; do veerkracht is verminderd.
Vooral voel ik dat, als ik zoo eon van mfja
„mooio" gevallon, al vertellend, weer door
maak, sn dan weet ik hot ook weor heel
nauwkeurig, dat ik goed heb gehandeld, toon
ik op een gegeven oogenblik mijn ambt neer
legde, hoo lief my dat ook geworden was.
(Wordt vervolgd.)