Yrij(ln<| lO Juli. A0. 1908. (Seze igourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zonen feestdagen, uitgegeven. )it nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. De wtraiB*© schufeïige. N<\ 14840 PKIJ8 MVAKR COUKANTi Voor Leiden per week 9 Cents; per 8 maanden 1.10. Boiteo Lcidon, per looper en waar agenten gevestigd zijn 9 1.30. Franco per post 1,65. PRIJS DEB ADVERTENTIEN: Van 18 regels ƒ1.05. Iedere regel meer ƒ0.171. Grootere lettere naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Oentscontant; elk tiental woorden meer 10 Oents. Voor bet incasseoren wordt 0.05 berekend. IIISDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien art. 8, lste alinea, der Hindcr- &t; Brengen bij dezo ter algemcene kennis, ,t door hen verguuning is verleend aan I A. BUIJS en rechtverkrijgenden tot het rrichten van een kalkblusscheriji in het rceel Koppcnhinksteeg No. 5, kad. be- gend in Sectie I No. 421 gsasJuedt htervtu openbar® kenuu- [eving door plaatsing in liet „Leidsch ngblad". Burgemeester en Wethouders voornoemd: DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 10 Juli 1908. IZooala wij in ecu korte beschouwing van Raads.ig-nda reeds voorspelden, heeft de nag: onder do gewijzigdo voorwaarden al of geen subsidie aan de Holl. Electr. Spoorweg-Mij. 1 gistcinamiddag aanleiding seven tot uitvoerige debatten, die echter di' den aard der zaak weinig nieuws oplc- Herden. Op de twee stroomingen, die zich lip liet College van B. en Ws. openbaarden, en door hot breed opgezet praeadvies golf- Ac", hebben de sprekers zich gisteren ook ft. ogen. ■Alleen de heer Fockcma Andreao week ^rarvan af Het station al of niet aan de id poort maakt hem warm noch koud. Maar pist voor dat dure station heeft de Maat- ^Kliappij \olgcns haar laatste adres do sub- g.lic van Leiden noodig. Welnu, als wij ons geld in den zak houden en zij bouwt het station cr niet, dan zijn b.idc partijen qmtte. Dczo redeneering was werkelijk j ffiunv, en niemand der acht overige tegon- Bc-thrners zal dit met den heer Fockema grdreae op dezen grond hebben gedaan. iDe voorstanders van het subsidie hebban de een meer, de ander minder gelukkig bg eens doen uitkomen, dat hel hoofdmo- Tef waarom de gemeente de rentegarantie fermaal verleende, was het belang van den j aanleg van het tramnet, waardoor 72 dor per met Leiden in contact zullen worden gebracht, en niet de plaats, waar h t station I zou komen. Met de wijziging van het subsidie do 1' neer Kcrstcns heeft daar vooral den klcm- on opgelegd en do Voorzitter heeft dit !ari het slot nog eens herhaald met de Ju'gering is do kans zeer groot, dat 6n hot Rijk èn de Province hun bijdragen intrek- jen, en de lijn cr niet komt. Later zal men wel van voren af beginnen, maar hst i de vraag of Leiden dan niet zal worden j&passeerd, cn de strcom der bezoek rs van Jpzc stad zal worden afgeleid, waardoor we l&'g verder van huis zijn- De tegenstanders redeneerden aldu-'s: Leiden heeft de subsidie verleend onder de nadrukkelijke voorwaarde dat hot eindsta tion aan do Zijlpoort zoude komen, opdat do neringdoenden aan de Haven en de Haarlemmerstraat, die, nu de bezoekers uit do Rijnstreek met boot en per as aanko men, en van profiteeren, niet zullen worden gedupeerd. En als nu het station er eens niet komt of cr niet blijft en geen eindstation wordt, dan zal een deel der reizigers Leiden voor bijgaan en de inkoop en in het nabijgelegen en meer aantrekkelijke 's-Gravenhage doen, of aan het Ccntraal-station uitstappend in een ander deel van de stad hun gading zoe ken en vinden. En dan is de zaak een mis schien altijddurend offer van 4000 per jaar de stad niet waarcl. Want de voorstanders mogen wel zeg gen, dat wij aan goede trouw moeten ge- looven, maar zoo maakt men geen overeen komsten; die moeten zijn zwart op wit. De ervaring in den loop der jaren heeft reeds bewezen dat er van de oorspronke lijke voorwaarden heel wat is afgedongen, en deze concessie, waarbij de gemeente zich aan handen en voeten gebonden aan de maatschappij overgeeft, zal nog de deur toe doen. De heer Eerstens opende het debat met een Jang, niet bijzonder levendig, betoog een aaneenrijging van citaten uit vroegere rapporten en praeadviczen goed gedocu menteerd, maar voorgedragen op een "wij ze, die niet boeide. Ook de wethouder Kore- vaar, wist ditmaal den Raad niet te boei en, meer aantrekkelijk was de heer Reimc- ringer, die van een station aan de Zijl poort niets moet hebben. Hij, die hoogst zelden spreekt, stond gisteren in het eer ste gelid om over de subsidieering te ge tuigen. Getuigen zeggen we, want zijn eer lijk, gul rond uitgesproken woord, waarin geen zweempje van politiek, was minder een gedocumenteerd betoog dan een har telijk getuigenis. De heer Fokker, een beslist tegenstander, had zijn speech goed verzorgd en wist de- zo vrij te houden van persoonlijkheden, wat niet altijd hét geval is. Do heer Van der Lip kwam even de ju ridische kwestie ophalen en hoewel er voor de opvatting van de minderheid van B. cn Ws. die meent dat art. 25 en 26 der Spoor wegwet niet op het eindstation slaan, wat te zeggen valt, schaarde hij zich toch aan dc zijde van den Minister, dien hij in zijn recht achtte, wat later de heer Fok ker hem betwistte. Voorts vreesde hij niet, dat de zuinig, •conservatief ui/tgcvalJ-en boerenbevolking naar Den Haag zoü gaan, ook al werd het haar gemakkelijk gemaakt, en evenmin in een ander deel der stad haar inkoopen zoude doen, waar zij eenmaal gewend is op de Haarlemmerstraat to winkelen. De heer Aalberse bezag dc zaak uit een ecnigszins breeder oogpunt en hij noemde het kleine verkcerspolitiek, wat de min derheid op do spits wilde drijvenhij de politiek werd er even bijgehaald wil de nu eens liberaal" zijn e-n bij kon zich van een vooruitstrevend man als mr. Fok ker zulk een politiek moeilijk denken. Het station aan de Zijlpoort zal er ko men, maar of het er blijven zal, moeten do omstandigheden beslissen, niet een con tract. Oak de heer Stigter sloot zich in een frisch speechjo daarbij aan. Eindelijk verklaarde do heer Pera, die reeds liet adres van „Leidens Bclaug" N dat evenals een. adres van Vreemdelingen- ver keer" aandrong op niet toegeven aan het verlangen van den Minister bad in getrokken, dat hij in zijn beslist oordeel ,,Hct station moet aan de Zijlpoort ko men", wat voorbarig is /geweest en het nu ook anders inziet. Vandaar intrekking van het adres der Vcreeniging, waarvan hij voorzitter is. Deze uiting deed iemand uit de vergadering interrompeeren„Hij neemt zijn draai 1" wat de heer Péra de verzuchting deed slaken: „Mag een mensch dan niet eerlijk 7«ijn V' Dc Voorzitter, die, misschien omdat hij als Commissaris der Holl. Electr. Spoor weg-Mij. niet op den voorgrond wilde ko men, het debat tot dusverre slechts had ge volgd, nam ten slotte even het woord om te verzekeren, dat het Station zeker aan de Zijlpoort zal komen. De Minister heeft het plan daartoe reeds goedgekeurd, de Maat schappij wcnscht ook niets liever, en het zal er ook blijven, zoolang de keuze der plaats blijkt een gelukkige te zijn geweest. Men moot toch ook nog in goede trouw geloo- ven. Of die plaats op den langen duur do aan gewezen plaats zal zijn, staat echter nog to bezien, wat spr. met voorbeelden van sta- tiensbouw tc Utrecht en te Groningen tiachtte duidelijk te maken. Hiermee scheen en gelukkig, want het begon tamelijk vervelend te worden het debat uitgeput te zijn. Men had algomeen verwacht dat de heer Juta, die, zooals reeds was verluid, zich bij de minderheid van B. en Ws. voegde en deze, indien hij de verga dering, waarin de kwestie is behandeld, had bijgewoond, een ander verloop zou hebben gegeven, ook nog het gewicht van zijn woord in dc schaal zou hebben gelegd. Hij was toch cxpresselijk voor deze zaak van zijn vacantievcrblijf overgekomen. Het is niet geschied. Hij zal reeds spoe dig hebben opgemerkt dat het toch niet meer zou baten, iets wat misschien nog an dere tegenstanders van het woord heeft doen afzien. Halverwege het debat kon men de neuzen wel lellen. Het voorstel van de meerderheid zou worden aangenomen. Dat het met zulk een groote meerderheid zou geschieden als gebeurd is, hadden wc echter niet verwacht. Leiden zal dus een jaarlijksch offer bren gen van 4000 aan de Maatschappij, die een net van spoorwegen zal aanleggen door do Haarlemmermeer, waarvan één lijn zal loopen naar Leiden, aanvankelijk tot de Zijlpoort naar wij vertrouwen. Wel vernamen wij bij bet heengaan der leden dat sommigen daaraan nog twijfelen, doch dezen twijfel achten wij ongerecht vaardigd. Maar wij zijn er niet gerust op, dat al zou Leiden het liever willen en al zal het in het belang van Leiden zijn, dat het sta tion er altijd zal blijven vooral niet als eindstation. De Holl. Electr. is één met de invloed rijke, machtige H. IJ. S.-M. en het belang van deze Maatschappij brengt centralisa tie naar één punt mee. Mogen wc dan met den heer Van der Lip verwachten dat dc reizigers uit ac dorpen in de Rijnstreek zoo conservatief en vasthoudend zijn, dat zij niet dóorspcren naar Den Haag of elders, maar ons oude, goede Leiden de eer en het voordeel hun ner klandizie zullen blijven aandoen lot een beschamend voorheeld van vele Lei deraars zelf, die maar al te vaak een dag- rot ourtjo of een tienrittenboekje spandee- ren om, met voorbijgang van eigen stad, hun zoogenaamd voordeel en egenoegen in hot grootere en meer aantrekkelijke Den Haag te zoeken. We kopen, maar vreezen wel. Wat aan dit voorstel voorafging en \olg- de, gaf weinig aanleiding tot discussie. Het in eigendom en onderhoud overnemen van een gedeelte van de Schelpenkado en van de voetbrug over den Trekvliet achtte de heer Bosch nog niet gewenscht. Laat dis kwartier eerst bewoond, althans wer kelijk bebouwd zijn en laten de achterstra ten er dan ook gebruik van mogen maken. Di politie zal dit gebied voortaan hebben te bewaken, wat een nieuwe last is. De heer Korcvaar, wethouder, merkte op, dat als regel geldt, dat straten worden overgenomen, wanneer ze behoorlijk zijn bestraat cn gerioleerd. Aan deze voor waarde is voldaan. Wat wil men dan meer? Dat de achterliggende straten daar over nog geen uitgang hebben, ligt niet aan de bouwmaatschappij „Buitenrust" maar aan dc eigenaars dier straten zelf en politietoezicht moet nu evengoed worden uitgeoefend. Do heer Bosch bleek echter nog niet overtuigd en verzocht opneming in de no tulen, dat hij tegen de overneming was. Het voorstel om te besluiten tot de aan stelling van een adjunct-directrice aan hot Krankzinnigengesticht „Endegeest" ont moette uit een zuinigheidsmotief en op grond van het gevaar, dat cr in ligt twee kapiteins op één schip te brengen, bezwaar bij den heer Sijtsma, welk bezwaar in enkele opzichten ook gedeeld werd door den heer Pera, die wel meerdere hulp noodig achtte, maar niet veel heil zag in de aan stelling van een hoogstaande dame, die cr de Lakens zou willen uitdeden, wel in de benoeming van een eenvoudige en degelijke vrouw, waarvoor clan het salaris ook niet zoo hoog behoefde tc zijn. Deze bezwaren vonden blijkbaar geen weerklank bij de vergadering en nadat de voorzitter nog eens met klem op de aan stelling van deze functionaris?® had aan gedrongen, borg do heer Fokker zijn amen dement, om haar slechts voor don tijd van één jaar te benoemen, weer op en gmg heb voorstel er zonder stemming door, evenals de voorstellen tot het maken van een inrichting voor permanente baden op do afdeding voor onrustige mannen in het krankzinnigengesticht „Endegeesi" en tot salarisverhooging van den assistent-genees heer aan het sanatorium „Rhyngecst", dr. Borgerhoff Mulder. Het slotstuk: intrekking van het Raads besluit van 5 Maart j.l. om een school 3de klasse op het Raamlancl te bouwen en daar voor nu aan tc wijzen een terrein aan den Zijlsingel, onderging eenigo wijziging. Nu de heer J. J. de Cler. namens zijn lastgevers, de erven Hylkema, had ver klaard kosteloos een straat van den Hee rensingel naar het door hem aangeboden terrein te willen leggen en aan de gemeente over te dragen, waardoor dit terrein twee uitgangen zal hebben, één aan den Hee- rei-singel en één aan de Deeini ast raat, deel de Voorzitter namens B. en Ws. mede, dat zij zich nu met de schoolcommissie vereenig' den en voorstelden dit terrein ran te lioo- pen. De heer Briët vroeg nog of bet geraas en het gewoel van het aan de Zijlpoort te maken station er niet zou hicideren, waar.op do heer Roem infcerrompeerde dat dit sta tion er toch niet komt, en waarop de heer Korcvaar antwoordde dat dc school verder van. dit station zal afstaan daa dc school in de Paul-Krugerstraat van het groote station, wat dus geen bezwaar opleverde. Dit terrein is aangeboden voor 8100 gul' den, een zeer billijke prijs, maar do kos ten van heiwerk werden geraamd op 7COO gulden. De heer Zaalberg had echter tegen deza raming bezwaar. Uitgaande van de kos ten voor het heien op het terrein aan da Paul -Krugerstraat schatte hij dit bedrag op minstens 1600 gulden lager. De Heer Korovaar, die zeide, dat deze raming slechts een zeor globale was, be twistte het echter aan den heer Zaalberg deze berekening zuiver te kunnen geven, omdat van dit werk in den regel niet veel vooruit gezegd kan worden. Hoe het zij, de Raad vereenigde zich unaniem met hcfe voorstel, zoodat de nieuwe school 3de klas in dit volkrijk stad-..:wartier zal komen, een vrij wat doelmatiger gelegenheid clan het Raamlancl aan den Hoogcn Rijndijk. Er werd ons verzekerd, dat binnen een rui-* men eirkel om deze plaats getrokken, ricbr reeds een 400 kinderen bevinden, die voor plaatsing op een derde klasse school int aanmerking komen. Het zal derhalve nieti moeilijk vallen deze school straks te be volken. Hiermede was de agenda afgeloopcn. Bij dc rondvraag hielcl de heer Fokker de on geduldig en ongedurig geworden vergade ring nog even op, met tc wijzen oP heb verschil in de gegevens omtrent do Eleo- trisjohe Centrtae èn in bet verslag vani de Kamer van Koophandel cn in dat va-n>- de Stedelijke Fabrieken van Gas cn Elec- trioiteit. Hij vroeg of aan den Raad nietf een nauwkeurig verslag omtrent den sta id der exploitatie kon worden overgelegd, wat door B. en Ws. zal worden overwo gen. Hierna ging cle vergadering uiteen. De rochte vacantiestemmi- r zat er echter nog. niet in. Blijkbaar nog vol van het debaö ovor de subsidie aan de Holl. Elect. Spoor wegmaatschappij begaven de hoeren zich naar cle kleedkamer. Toch vermoeden we, dat er nu wel een vaeant-ic van een week of vier zal zijn aangebroken. Gewichtige zaken zijn er, naar wij mee-) non, voorloopig ook niet aan do orde. i Leiden, SO JuSi. Tusschen zevenen en halfacht zag het' weer er zóó uit, dat besloten werd hec concert van Musis" gisteravond toci* buiten to doen plaats hebben, d.w.z. de musici in de tuin-tent en de toehoorders cn -hoordcressen onder de veranda en vooraan in do zaal, want voor demeesten. waren de tuinstoelen nog te nat, en dat v*erden ze later nog meer, tcfen er op nieuw een paar aardige buitjes neerdaal den. Het strijkorkest van het Haarlemsch' Muziekkorps deed zich in weerwil van dia omstandigheden, van een zeer gunstige zij- - 8) Nu zeide ik: ,,Ik heb u te kennen gegc- Hen, mevrouw, dat cle politic hier dc zaaK "ils afgedaan schijnt te beschouwen. Dc com missaris heeft u zeker hetzelfde gezegd |Zij knikte. „Nu, mijn meening komt niet met die der olitie overeen. Ik geloof een weg te heb- dic tot den waren misdadiger leidt, frlt gij mij door het beantwoorden van een paar vragen bij mijn werk ondersteunen1?" J Zij keek mij doordringend aan, alsof zij |ich wilde overtuigen, dat ik geen andere Bedoeling met mijn vraag had. 1 „Ja", zeide zij toen, „vraag u maar, mijn- j Beer Plank; wat ik weet, wil ik u gaarne leggen." Zij ging rechtop zitten en keek vol span ning naar mij. Het licht der morgenzon vreJ vol op haar gelaat; niet <le minste uitdruk king daarop kon mij dus ontgaan. j/j „Heeft uw cchtgen: ot vijanden gehad, of lieve.: Heeft hij een bepaalden vijand gc- iad V' „Neen. Zeker niet. Mijn man was immers goedaardig." „Etn andere vraag: Hoe is dc verhou ding van uw echtgenoot tot zijn slicfbroc- den heer Rcvai, geweest?" Een vluchtige blos overtoog haar wan en. Toen zij nu sprak, was cr een zachte Prilling in haar stem. „In den laatsten tijd goed; vooral to Weenen, waar wij op dc doorreis zij ge veest, zeer goecL" ,,En vroeger?" Zij aarzelde. „Er is mij veel aan gelegen, alles nauw keurig te weten, mevrouw." „Zij ziju elkaar jarenlang uit den weg gegaan." „Kent gij de oorzaak van deze ontstem ming?" Weer verstreken een paar seconden, voor dat zij antwoord gaf. Toen zeide zij haas tig: „De oorzaak was ik. Do geheele zaak is spoedig verteld: Zooals gij weet, is mijn man laat getrouwd. Wij zijn immers maar vijf jaren gehuwd geweest. Indertijd, toen wij verloofd waren, kwam zijn broeder Lajos eens voor verscheidene weken hier logeoren. Ik leerde hem toen kennen. Hij schijnt toen mijn vriendelijkheid als bloed verwante verkeerd uitgelegd to hebben, maar moet ik dat alles werkelijk meedce- len „Ik verzoek u daarom." „Nu, ja, het kwam zoo ver, dat ik hem moest verzoeken, mij te respecteeren als degeen, die ik toon was: de verloofde van zijn broeder. Spoedig daarop hebben San- dor cn hij nog een gesprek samen gehad ook over deze zaak cn daaruit is toen die ontstemdheid ontstaan, welke tot voor anderhalf jaar geduurd heeft." „Zoo. En hoe is dat alles weer terecht gekomen?" „Mijn man zelf, wien deze twist zeer hinderde, deed den eersten stap. Hij had gehoord, dat zijn broeder gij weet toch, dat hij makelaar in huizen is? aan een bouwonderneming boven zijn middelen had deelgenomen en toen heeft- hij hem ge holpen. Mijn zwager heeft de som inder tijd spoedig terugbetaald. Hij heeft ook je gens mijn man en mij excuses gemaakt over het gebeurde voor jaren. Toen hij dus dezen keer, toen wij hem meedeelden, dat wij to Weenen kwamen, uitnoodigde bij hem af te stappen, konden wij dat niet gcod weigeren Zij zweeg en ik knikte slechts. In mijn geest zag ik hoe den heer llévai, in zijn schrijf stoel zittend, den blik op mijn vest gericht, zijn schouders optrok. En zijn woorden meende ik weer te hooren: „Mijn broeder heeft hier gelogeerd, dat weet u immers? Ik heb een woning met vier ka mers; dus kon ik hem zijn verzoek niet weigeren Het was slechts een kleinigheidWie was de verzoekende geweest? Een niets! Een voorval, nauwelijks het spreken waard, en toch, het kwam mij van groote bcteekenis voor. Ik vroeg verder. „Heeft uw echtgenoot u ook gezegd, wat hij met zijn reis naar Weenen beoogde Ik bedoel, wat hij juist nu te Weenen wilde?" Zij streek met haar vingers langs den rand der tafel, waaraan wij zaten. „Hij was zoo vreemd," zeide zjj daarop. „Ik heb zijn geheele gedrag de laatste twee dagen niet goed begrepen. Hij was anders altijd de openhartigheid zelve te gen mij, maar toen was het, alsof hij toch iets voor mij verborg." „Ja wat? Een verdenking? Do een of andere vrees?" De smartelijke trek in haar gelaat was dieper geworden. BIk weet het niot," zeide zij. .En over zijn reis heeft hy zich niet uit gelaten. Hjj wenschte ook niet, dat ik met hem meeging. Ik heb ten 6lotto gemeend, dat hy, daar da verzekeringsmaatschappij „Pan" te Weenon is gevestigd, sjjn verlies persoonlijk wilde melden. IJU wilde ook zijn broeder op zoeken; daarvan sprak hy eens." „Hm." Ik stond op. „Ja, dit is eigenlijk alles, wat ik noodig heb, mevrouw." Z\j stond eveneens op. „Heelt u een bepaalde verdenking, mynheer Plank? En heeft u vooruitzicht, don misdadiger te vinden?" Haar oogon rustten byna sineekend in de mijne. Roodgoweende oogen, waaruit het vurige verlangen sprak, de scuet van don naam van haar geliefden echtgenoot towissch:n. „Wanneer zal de ongelukkige begraven worden?" vroeg ik slechts als wedervraag. Haar oogen vulden zich met tranen. „Morgen." Ik hield haar hand vast on drukte die. „Eón diDg kan ik u zeggen, mevrouw, en wel, dat uw man met de noodige oor naar zijn laatste rustplaats zal gedragen worden en dat in hetzelfde uur, waarin hij in het. graf wordt neergelaten, de ware dader van de mis daad zich roods in hechtenis zal bevinden." Richard Plank keek naar do pendule. „Dadelijk middernacht! En gy zgt zeker reeds moede?!" iiy wilde uit zyn hoekje van de sofa opstaan. Ik groop echter zgü arm on hield dion vast. „Neen, blyf, gy moogt niet weggaan! Het stroomt uit de lucht en bovendien: gy moet ton einde toe vertellen." Hy schudde zgn hoofd, etond op on begaf zich naar de glcfzen deur van hot U^sou. Buiion rulschte de rogen. BBlyf Lochl" zeide ik nog een& „Hot is geon genoegen dov.» deze gietbul te loopen en slapen zou ik nu thuis toch niet kunnen, maar een glas punch of grog zou Ik wel gaarne wiilen hebben; iots, wat den in- wendigon mensch een weinig aanpakt en ver warmt." „Dat zult gg' hebben! Al zou ik ook zelf het water daarvoor mooten koken I" Maar ook dat was niet noodig. Mijn oud® huishoudster was nog wakker. Zy had juist een langen brief aan haar zoon in Amerika geschreven on begon nu dadelijk voor ons den verlangen grog te brouwen. Toen ik nu weer myn kleine rookkamer binnentrad, trof ik mgn vriend Flank op en ï.eor wandelend in gedachten aan. Hg knikte mg toe, alsof hij wist, wat my juist door het hoofd was gegaan, eu zeide: „Ja, kerel gg hobt geiyk; de herinnering aan zulke eens beleefde dingen grypc onze zenuwen en ons gemood toch geducht aan. En vreemd, indertijd was ik in al de oogenblikken, welke koelbloedigheid en bezonnenheid oischten, byna kalmer daa nu, terwUl ik my nu toch slochts dio oogen blikken in hot geheugen terugroep. Men is ouder geworden; do veerkracht is verminderd. Vooral voel ik dat, als ik zoo eon van mfja „mooio" gevallon, al vertellend, weer door maak, sn dan weet ik hot ook weor heel nauwkeurig, dat ik goed heb gehandeld, toon ik op een gegeven oogenblik mijn ambt neer legde, hoo lief my dat ook geworden was. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1