Maandag 6 Juli.
A«. 1908.
(Qeze <€ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van <§pn- en feestdagen, uitgegeven.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
Vcrcaderino van den Oemeenteraad van Leiden,
FEUILLETON.
Be «nare schuldige.
^0.14836
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per week 9 Cents per 8 maanden l l 1.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn l 9 1.30.
Franco per post 1-65.
PRIJS DER ADVERTENTIES:
Van 10 regels ƒ1.05. Iedere regel meer f0.17J. Grootere letters naar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contant; elk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het incasseeren wordt f0.05 berekend.
Donderdag 9 Juli 1908, des namiddags
te twee urou.
li behaiule'en onderwerpen;
lo. Benoeming van een lid der commissie
vt»n toezicht op het Middelbaar Onderwijs.
(170)
2o. Benoeming van een Regent van de
K. Armen- en van het Wees- on üudeliectcn-
huis. (169)
3o. Benoeming van een leer ar es in Natuur-
en Scheikunde aan do Hoogcro Burgerschool
voor Meisjes. (174)
4o. Voorstel tot continuatie van mej. J.
M. Oort als tijdelijk leerares in het Hoog-
duitsch aan de Hoogcre Burgerschool voor
Meisjes. (175)
5o. Voorstel tot continuatie van mej. G.
O. Kooyker als tijdelijk leerares in het
Hoogdaitsch aan d-» Hoogere Burgerschool
yoor Meisjes. (175)
6o. Rekening, dienst 1907, van do Kamer
van Koophandel en Fabrieken. (172)
7o. Voorstel tot onJbewoonbaarverklaring
van do woning Hooglandschc Kerkgracht.
No. 1. (168)
8o. Voorstel tot kostelooze overname in
eigendom en onderhou bij de gemeente van
een gedeelte van c1. Schelpenkade en van de
voetbrug over de Trekvliet tegenover de
Hugo de Grootstraat (171 en 173)
9o. Voorsrffel tot vaststelling van de ver
ordening, houdende wijziging der verorde
ning van 23 October 19'12 (Gembl. No. 16),
houdende Huishoudelijk Reglement voor
Krankzinnigengesticht Endegeest" en het
Sanatorium voor zenuwlijders Rh ij n geest".
(167)
lüo. Voorstel om de commissie van beheer
van de gestichten Endegeest" en „Rhijn-
„eest" te machtigen tot het maken van een
inrichting voor permanente baden op de af
deel ing voor onrustige mannen in het ge
sticht „Endegeest". (167)
llo. Voorstel tot ver' ooging van de jaar
wedde van den assistent-geneesheer van het
gesticht „Rhijngeest" (167)
12o. Voorstel tot wijziging van de voor
waarden waaronder am de Holl. Electr.
Spoorweg-Maatschappij subsidie werd toe
gekend voor den aanleg en de exploitatie
van een net van tramwegen in de Haarlem
mermeer en omgeving. (164)
i: - Voorstel om, met intrekking in zoo
verre het Raadsbc 'it van 5 Maart 1908,
als plaats voor de nieuwe school der 3de kl.
aan te wijzen het terrein aan den Zijlsingel,
kad. bekend onder Sectie K. Nos. 619 en
620. (176)"
JACHT,
De Staatsraad i.b.d., Commissaris
der Koningin in de Provincie Zuid-Hol
land;
Gezien het besluit van de Ged Staten
<ijq 23 Juni 1908, No. 78;
Gelet op art. 11 dor wet van 13 Juni 1857,
Staatsblad No. 87.
Brengt ter kennis van belanghebbenden,,
dat bij voormeld besluit door de Ged. Sta
ten is bepaald
dat de afzonderlijke jachten op water
wild voor dit jaar zullen worden geopend
op Zaterdag den 25 sten Juli a.s.,
en dat mitsdien van dat tijdstip af, de uit
oefening der jachtbedrijven, vermeld in art,
15, litt d, f en h, der wet op de jacht en
visscherij is geoorloofd; wordende tevens
herinnerd aan de bepaling van art. 1 van
het Reglement op de uitoefening der jacht
en visscherij in deze provincie, krachtens
welke die jachten niet anders mogen plaats
hebben dan op en langs het water, mitsgar
ders op moerassige landen.
Deze kennisgeving zal, in plano gedrukt,
worden afgekondigd en aangeplakt, waar
zulks te doen gebruikelijk is, alsmede in
heb Provinciaal blad en in de Nedcr-
landschc Staatscourant worden geplaatst.
De Staatsraad i.b.d., Commissaris der
Koningin voornoemd,
PATIJN.
's-Gravenhago, 27 Juni 1908.
Leiden, 6 JuQb.
Bij de Commissie van Financiën bestaai,
geen bedenking tegen do overneming in
eigendom cn onderhoud van het aan de
bouwgrond-maatschappij „Buitenrust" toe-
behoorende gedeelte der Schelpenkado en
de voetbrug over de Trekvliet. Zij adviseert
den Raad derhalve tot de ovorneming te
besluiten.
Bij gemeenteraadsbesluit van 6 Juni
1907 werd mej. Rcudler, voor den tijd van
één jaar cn wel voor den cursus 1907/1908,
benoemd tot leerares in de natuur- cn schei
kunde aan de Hoogere Burgerschool voor
Meisjes.
Aangezien het onderwijs van deze leerares
goed voldoet, geeft do Commissie van Toe
zicht op het Middelbaar Onderwijs thans in
overweging om mej. Roudlcr vast aan te
stellen.
De inspecteur van het Middelbaar Onder
wijs cn B. en Ws. vereenigen zich met het
voorstel van do commissie.
Bovendien geven B. en Ws. Ln overwe
ging den pensioensgrondslag van mej. Reud-
ler te bepalen op 1000 gulden.
Ingevolge het voorstel van de Commissie
van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs
en het advies van den inspecteur van het
Middelbaar Onderwijs, geven B. en Ws. in
overweging om de dames J. M. Oort en G.
C. Kooyker weder voor den tijd van een
jaar, alzoo tot 1 September 1909, te besten
digen als leerares in het Hoogduitsch aan
de Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
Ds J. J. van der Lip, oudst predikant
bij de Ned.-Herv. Qem. alhier, die gedurende
en door oen ziekte van tien maanden als
voorganger gescheiden was van zyn Gemeente
en die nog eeni en tyd haar hoopt te dienen,
trad gisterochtend in de Marekerk weer voor
haar op. Zyneerw. hield een predikatie naar
aanleiding van Galaten 426 en vond ge
legenheid de Gemeente te danken voor de
belangstelling, van haar ondervonden, en voor
haar gebed, en ambtsbroeders voor hun hulp
met die van collega's van elders. De in talryken
getalo opgekomen zongen den herstelden
leeraar aan het einde der godsdienstoefening
ook bijgewoond door den burgemeester toe
de bekende zegenbede: „Dat 's Heeren zegen
op U daal'," enz.
De afdeeliDg Leiden van den Bond van
Ned Post- en Telegraaf-boambten „De Post"
gaf gisteravond concert in „Oud-Hortuszicbt"
aan den Witten Singel, welke tuin voor die
gelegenheid keurig was versierd met lampions,
terwyi rondom de muziektent nog eenige
vetglaasjes branddon, hetgeen een mooi effect
maakte.
De voorzitter, de heer A. M. van do Ven,
opende lo acht uren het samenzyn en heette
in korte woorden alle aanwezigen welkom;
hy bracht dank aan de Belgische collega's
en andere vertegenwoordigers dor zuster-
afdeolingen en niet het minst aan het
Haagsche fanfarekorps, dat voor dezen avond
geheel belangloos zyn medewerking verleende
en een flink programma uitvoerde, waarmede
hot den talryken aanwezigen veel genoegen
verschafte; ook werden er nog enkele voor
drachten gehouden, waarmede veel by val
werd ingeoog8t.
Behalve de feestelyke verlichting werd er
nu en dan bengaalsch licht in verschillende
kleuren afgestoken en ander klein vuurwerk.
Een gehouden collecte, voor een sedert
langen tyd zieken collega, bracht ruim zeven
gulden op.
Na ^afloop van het concert bleef men nog
enkele uren gezellig byeen.
In den loop van den dag had het bestuur
van „De Post" door en om Leiden een rijtoer
gemaakt met de Belgische collega's on hier
en daar eon kykje genomen.
Bij Kon. Besluit van 2 dezer is alB
blijk van goedkeuring cn tevredenheid de
zilveren eerepennmg voor menschlevend
hulpbetoon en een loffelijk getuigschrift
toegekend aan B. G. van Vliet, agent van
politie, te Leiden, wegens de door hem met
levensgevaar verriohte redding van een
drenkelinge uit het water van het Leven
daal, nabij de Kraaieratra-at, aldaar, op
22 Maart.
Ter gelegenheid van den verjaardag
van H. K. H. Prinses Marie wapperde gis
teren de vlaggen van openbare gebouwen.
De militairen, die in het openbaar versche
nen, waren in groot tenue.
Hedenmiddag om twaalf uren werd op
het Schutersvold alhier door het garnizoen
een jaarade gehouden.
Wij verwijzen naar achterstaande ad
vertentie vaJi de 3-October-Vereeniging,
waarbij deelneming wordt verzocht voor hot
3-October-feest, dat dit jaar op een markt
dag valt, zoodat veel omwonenden zich dan
zeker naar Leiden zullen begeven om hier
feest te vieren en aan den optocht deel re
nemen. De hutspotmaaltijd van al. die pa
ren belooft ook recht gezellig te worden,
terwijl het avondfeest met vuurwerk zexer
geen speciale aanbeveling meer behoeft.
Meldt U dus spoedig aan bij het bestuur,
opdat tijdig de noodige maatregelen zullen
kunnen getroffen worden en de deelneming
zoo groot mogelijk zij.
Gisteren, Zondag 5 Juli, had vanwege
hot Centraal-Israel. Kinder-Wees- en Door
gangshuis een algemeens ledenvergadering
plaats onder presidium van den heer S.
Thors. Van het gewone keurige jaarverslag,
over 't dienstjaar 1907, van den regent^secre-
taris, den heer H. v. Gelder Jr., moesten
wij ditmaal wegens bijzondere omstandig
heden verstoken blijven. Aan het zaakrijk,
verslag van den penningmeester, den heer
A. Th. Cahen, ontleenen wij dat de inkom
sten aan contribution, verpleeggelden, lega
ten, interest en diverse giften bedroegen
de som van plnL 7244, terwijl do uitgaven
beliepen de som van plm. 8244, waarde*»'
dus de rekening over het jaar 1907 sloo.t met
een nadeelig saldo van plnL 1000. Zee*
Keker een betreurenswaardig resultaat, waar
het betreft een philanthropische inrichting
als deze. Van een propaganda-commissi»
onlangs uit ijverige mannen samengesteld,
verwacht het Collego van Regenten gunstige
resultaten, leidende tot verbetering van den
kwijnenden finentiëelen toestand. Dat hun
pogingen worden bekroond met groot suc
ces, en voorts een ieder begrijpe, dat het
verzorgen van het verweesde kind is een
schoone taak, waaraan elk rechtgeaard
mensen verplicht is het zijne bij te dragen,
hetwelk men in dit geval reeds doet, door
kennissen cn vrienden tot het lidmaatschau
aan te sporen, luidde het aan het slot van
het pitig financieel verslag.
Do voorzitter deed nog eenige mededee-
lingen van huishoudelijiken aard, waaruit
wij vernamen, dat in heb dienstjaar ]007
waren opgenomen 8 nieuwelingen, t.w. 7
jongens en 1 meisje, terwijl in dit jaar 4
verpleegden de inrichting verlieten, t.w. 3
jongens en één meisje, dat het personeel
getrouw zijn plicht deed en dat de gezond
heidstoestand niets te wenschen overliet.
Toen sloot do voorzitter deze vergadering,
volkomen instemmende met den wensoh
van één der aanwezigen, dat een volgend»
maal de ledenvergadering beter worde be
zocht en ook daardoor moge zichtbaar ziin
meer belangstelling in het wel en wee dezer
hoogst nuttige stichting.
Op het kerkhof Zorgvlicd aan den
Amsteldijk te Amsterdam werd Zondag
morgen een gedenkteeken onthuld op het
graf van dr. H. K. de Yries, overleden
30 Januari 1907. Het initiatief daartoe,
was genomen door een damescomité, be
staande uit mevr. N. HellingmanBoot.
mevr. M. WitsenburgYan Gelder en mej.
Henrietta Roll, die de vele vrienden en
patiënten een oproeping hadden gericht,
om een blijvende hulde te stichten aau de
nagedachtenis van den betreurden medi
cus en vriend.
Op uitnoodiging van dit comité sprak
Dr. P. C. F. Frowein, eenige woorden om
De Vries te herdenken niet slechts als
geneesheer, maar vooral ook als edel
menseh, als vrijdenker, wiens leven zoo
zeer in overeenstemming was met zijn denk
beelden. De Vries was de eenvoud zelf,
wars van ijdelkeid en deed goed waar hij
kon, daarin trouw gesteund door zijn odel-
denkende echtgenoote.
Nadat het doek gevallen en het monu
ment aan de familie was overgedragen,
dankte^ de broeder van den overledene,
de heer G. de Vries, namens de weduwe,
de dochter cn de verdere familie.
Verschillende fraaie kransen werden
neergelegd op het graf.
Daarna verwijderden de vele vrienden en
belangstellenden zich onder den indruk der
eenvoudige, maar treffende plechtigheid.
Het monument, dat volgens het ontwerp
van den architect. Js. Ingenohl door den
beeldhouwer Hesselink is vervaardigd, be
staat uit een 2^ M. hooge hardsteenen obi-
lisk, die aan de voorzijde een bronzen re-
lief van den overledene vertoont met de in
scriptie: „Dr. H. K. de Vries Van zijn
vrienden en patiënten."
Men schrijft aan „Het Vadorl.":
Zooals men weet had Daniël de Lange
reeds vroeger te kennen gegeven, dat hij
wenschta af te treden als alg. secretaris van.
de Mij. tot Bev. der Toonkunst. Sedert
dien verluidde, dat hij toch zou aanblijven.
Maar in de laatste hoofdbestuursvergade-
ring (bestaande uit 4 leden van het dage-
lijksch bestuur: mr. J. N. v. Hall), voor
zitter, enz., en vervolgens iedere afdeeling
één hoofdbestuurder), gehouden op 13 Juni,
verklaarde do heer De Lange opnieuw te
zullen aftreden. Er zijn toen c audi daten
genoemd door het dagelijksch bestuur, o. a.
ook èie van den heer A. D. Loman Jr. De
heer De Lange kreeg de opdracht den heer
Loman te polsen; dat geschiedde 14 Juni
en de heer Loman verklaarde zich bereid
een eventueele benoeming aan te nemtm,
do afspraak was, dat mcdcdcelingen voor
do algemeenc jaarvergadering van Toon
kunst op 11 Juli, ongeveer 24 Juni zouden
verzonden worden. Daar zou d- beer Lo
man's naam als 1ste candidaat voor het
alg. sccr. vermeld staan. Nu vernemen wij,
dat, wegens ziekte van een familielid van
mr. Van Hall, de jaarvergadering tot Sep
tember is uitgesteld. In elk g-val schijnt
het nu ernst te zijn, dat de heer De Lange
als secretaris van Toonkunst aftreed:.
De kerkeraaa der Ncd.-Hcrv. Gem. te
Rottendam besloot, naar men aan ,,De
Ned." meldt, op den verjaardag van H. M.
de Koningin een feestelijke roorgengodsr-
dienstocfcning ta houden.
Do minister van binuenlandsehe zar
ken brengt in de „Stct." ter algemeene
ikennis dat, behoudens nvoorzicne omstan
digheden, het mondeling gedeelte van de
examens ter verkrijging van do ~kte .n.
bekwaamheid als hoofdonderwijzer, op de
volgende plaatsen en tijden zal worden af
genomen
te 's-Gravonhage, in Let gebouw der
Leesinrichting, Oude Molstraat, an 20 tot
cn met 30 Juli, van 3 tot en met 8, van 17
tot en met 20 van 2-1 tot en met 29 Augus
tus, van 2 tot en met 12 en van 16 tot en
met 19 September
te Amsterdam, in het gebouw van het
café-restaurant „Belvédère", De Ruytor-
kade, van 22 tot en met 31 Juli, van 1 tot
en met 6 en van 19 tot cn met 29 Augustus,
telkens van des morgens negen uren af.
Men meldt aan de „N. Pu C.":
11 Juli a. s. zal het feit herdacht worden,
dat in 1863 ZM. stoomkorvet „Medusa",
onder bevel van den kapitein-luitenant ter
zee jhr. F. de Casembroot, bij het inkomen
der Straat van Simonosoki (Japan) onver
hoeds werd beschoten door acht land bat
te rijen en twee schepen behooronde aan den
vorst van Nagato, en ten koste van vier
minderen die sneuvelden en zeven minderen
die gewond werden, zich een behouden
doortocht baande. Van den tocnmaligen
état-majoor der „Medusa" zijn nu nog in
leven de navolgende heeren, achter wier
namen we den toen door hen beklcedcn
rang vermeldenD. G. E. Wolterbeek
Mulder, luit. ter zee 2de kl., wonende te
's-Gnavcnhago; J. F. F. Bruijn, adelborst
lste kl., wonende te DoctinchcmJ. van
Herwaarden, adelborst lste kl., wonende te
Woerden; E. J. Hoos, adelborst lste kl.,
wonende te 's-Gravonhage; H. de Jongh,
adelborst lste kl., wonende te Rotterdam,
cn L. C. Dühne, scheepsklerk, wonende to
Breda.
H)
Eindelijk bleef hij voor mij staan. „En u
"weet werkelijk niets naders, hoe dat geko
men is, hoe dat gebeuren kon?"
„Neen."
„Het is verschrikkelijkEen rilling voer
hem door schouders en nek. Alsof hij zich
over zijn ontroering moest verontschuldi -
gen, ging hij voort:
„Ik heb mij wellicht in uw oogen bij uw
j mededeeling overdreven aangedaan aange -
steld, maar gij moet dat toch begrijpen. Hij
was toch mijn stiefbroeder cn dan, ik heb
hem immers voor enkele dagen nog hier
gezien. Het is afschuwelijk 1"
Ik knikte en weer bekroop my daarby een
zonderling, tegenstrydig gevoel; medeiydon en
toch daarnaast nog iets anders, dat ik my niet
verklaren kon, maar dat al myn aandacht vor
derde on my in spanning hield
»Er is natuurlyk behalve deze zuiver raen-
echoiyko zyde nog een ander gezichtspunt,
hetwelk den ik bedoel hot overly.ien vau
uw broeder juist op dit tijdstip zeer pyniyk
ook voor de achterbiyvenden maakt. Deze
vlucht sit het leven moet natuurlyk ln de
oogen der wereld de verdenking, welke nu
eenmaal is opgewekt, nog meer versterken.
Men zal zeggen: de angst voor de ontdekking,
de vrees, geheel ontmaskerd en tot een ont-
1 «erende straf veroordeeld te worden, hebben
hom ln den dood gedreven! En daarmee
blyft in geval het niet gelukt den anderen,
Werkeiyken dader van de inbraak ln handen
te krygen een smet op den naam kleven."
„Den anderen, werkeiyken dader De heer
Révai had weer naar myn kaartje gegrepen,
dat nog op de schryftaiel lag, en keek met
saamgetrokken wenkbrauwen daarop neer.
Zyn hand, welke het stukje karton vasthield,
beefde een weinig. Nu keek hy op, maar zyn
blik verhief zich niet tot aan myn oogen. Hy
scheen iets aan myn vest te beschouwen, lerwyi
hy vroeg: „Wat, gy zelf, mynbeer Plank, ge-
looit dus niet, dat myn broeder, dat Sandor,
hoe zal ik het zeggen, iets met do misdaad
heeft uit te staan?"
„Neen. Ik heb redenen te gelooven, dat een
ander de misdadiger is. Dat is ook de eigen-
ïyke reden, waarom ik by u kom."
De heer Révai stounde met zyn linkerhand
op de schrijftafel. Een ondeelbaar oogenblik
scbitterdo zyn oog my tegen; daarna was het
weer op myn vest gericht,
„By my? Ja, wat kan ik u daarby helpen
of zeggen. Dat bedoelt u toch zoo?"
„Ja jutat. Het is gebleken, dat de sporen
van den man, dien ik voor den misdadiger
houd, hierheen, naar Weenon, wyzen. Het is
dus aan te nemen, dat de man, die do eigen
aardigheden van uw brooder ongeveer gekend
moet hebben, hier to Weenen met hem ergens
in aanraking gekomen is. Myn vraag luidt nu:
Kan u my ook zeggen, wlen uw broeder op zyn
eerste doorreis hier gesproken beeft?
Do heer Kevai trok nadenkond zyn schou
ders op.
„Myn broeder heoft hier gelogeerd, dat weet
u immers? Ik heb een woning met vier kamers,
ik kon hom dus zyn verzoek niet weigeren;
vooral, daar ik als jonggezel ruimte gonoeg
heb. Ik heb voor hem en zyn vrouw een ver
trek, hetwelk ik slechts weinig gebruik, in
orde laten brengen. Wat hy hier in Weenen
uitgevoerd heeft, weet ik niet. Ik zelf was
in die dagen door onverwachte ambtsbezig
heden zeer in beslag genomen en heb beiden
slechts weinig gezien; slechts by de maaltijden
en '8 avonds, wanneer wy ln het theater waren
of een concert bezochten. Hy heeft hier ken
nissen uit vroegeren tyd opgezocht. Hoe die
heeten, zal myn schoonzuster u wel kunnen
zeggen; ik weet het niet.".-
Een pauze ontstond. Toen vroeg ik: „Denkt
u naar Boeda Pesth te gaan?"
Hy stond op en begaf zich naar den achter
grond dor kamer, waar hy voor een boeken
kast staan bleef en de boekon daarin mon
sterde, totdat hy er een spoorboekje tusschen
uitnam en daarmee weer by my kwam.
„Ik weet 't niet," zeide hy. „Wanneer gaan de
treinen?" Hy sloeg het boek op het viel juist
op de gezochte bladzyde uit elkaar. „A, hier."
sIk had naar hem gekeken en kon myn
verwondering niet voor my houden. Het was
my ean oogenblik, alsof ik hier een teeken
zag, hetwelk op don man voor my wees.
„Dat is al heel toevallig," merkte ik op, „dat
men dadelyk de Juiste bladzyde opslaat 1 U
heelt geluk l"
De heer Révai keek aarzelend op, waarna
hy oven glimlachte. „Toeval? Geluk? Neen.
Myn arme broeder heeft het boek gebruikt,
voordat hy weer naar huls ging. Of ik hier
weg kan? Ik weet het nog niet, missohien."
Hy drukte het boek op de opengeslagen
plaats nog verder uiteen en legde hot neer.
„Kan Ik u anders nog met iets van dienst
zyn, mynbeer Plank?" ZUn stem klonk plot
seling zeer koel, «enigszins uit de hoogte.
„Dank u."
„Ingeval gy nog iets van my mocht wenschen,
in den loop van uw nasporingen, ik sta steeds
to uwer beschikking."
„Zeer vriendelyk." Ik groette en ging heen
De heer Révai bracht my zelf tot aan de
deur van de eetkamer, de goed gedresseerde
knecht deed weer de deur der woning open,
en Pilt, de terrier, sprong weer blaffend om
my heen.
Langzaam daalde ik de trap af.
Alsof het gisteren ware geweest, zoo duide-
ïyk weet ik my nog te herinneren, dat er iets
aarzolenda in my was, dat elke stap, dien ik
daalde, als geremd werd door een gevoel, het
welk my zacht toefluisterde: „Ga niet, gy zyt
hier nog niet klaar; ln dit stille huis, in dezo
jonggezellenwoning met haar behaaglijke rust,
ligt iets, dat gy nog niet kent on dat den
sleutel tot het geval Versegy beteekent."
Maar daarop moest ik weer aau den doode
denken; aan den man, dien al te groote yver
en een ondoordachte verdenking zeker tot
wanhoop hadden gedreven, en ik vertrok, uit
vrees, dat er anders ook hier uit dergeiyke
redenen onheil zou kunnen voortkomen.
De regen sloeg nog altjjd tegen de ruiten.
Richard Plank, die goruimen tyd zwijgend
naar buiten bad gekeken, knikte nu by zich-
zelven en ging vervolgens, zonder zyn blik
van den stroomenden regen af te wenden,
met vertellen Yoort.
„Ja, het was zulk een avond als nu, juist
zulk een avond, waarin ik toen naar Boeda-
Pesth ben teruggereisd. Een dichte, aanhou
dende regen als deze, een voortdurend zacht
geruisch om my heen, het vallen Yan het
water op het dak van den waggon, en vóór
my tegen de ruit het spel van do ineenvlooiende
diuppels.
Ik weet niet, of gy dat wel eens gadege
slagen hebt in een voortsnellenden trein, vooral
's nachts, als al dat schitteiend geflonker tegen
het diope zwart van den nacht afsteekt. De
druppels 6laan scheef tegen het raampje, als
strepen hangen zy eon oogenblik togen d9 ruit.
Maar dan verdwijnen de lynen, trekken samen
tot punten en kleine halve balletjes en vallen
door het schudden van den wagen naar benedon.
Langzaam, 6tapsgewyze. Maar nieuwe stropen
komen en worden nieuwe punten en balletjes,
ontmoeten de andere, vloeien samen daarmee
en vereenigen zich daarmee. Steeds grooter
worden de hangende druppels. Als tranen zitten
zy tegen de ruit, totdat zy plotseling met een
ruk naar beneden tuimelen, in nieuwe druppels,
welke op hun weg lagen, nieuwen toevoer
vinden en nu kleine lawines voortdurend
in wegvloeiende lynen naar beneden loopen.
Hier een, daar weer een. S.'echts de lynen
van hun baan blijven nog een oogenblik
bestaan; dan verschynen nieuwe streepjes op
de ruiten en vegen ook do sporen van deze
druppels weer weg.
En evenals de regon op de ruiten, was het
werken van myn gedachten in myn brein.
Steeds herhaalde ik in myzelven al de bijzon*
derheden van het geval, bracht die samen, om
aan te toonen en te staven, ging de lynen van
hun verloop na en moest ze toch telkens weer
laten varen, om nieuwe gedachten, mogelijk
heden, combinaties te volgen. Pas langzamer
hand ontstond uit dien chaos van vermoedeus
en veronderstellingen een bepaalde gedachte.
En die hield tegenover al de tegenwerpingen,
welke ik haar deod, stand; alleen brak ik
myn hoofd tevergeefs over de motieven, welke
zulk een oplossing van het probleem konden
verklaren, over de redonen, welke in geval
ik nu met myn gedaohtenloop op den rechten
weg was den misdadiger hadden hunnen
doen besluiten om op zulk een ongehoord®
wyze te handelen, (Wordt vervolgd.)