Wo. 14814.
laEEDS&H DAGBLAD, Woensdag- 10 Juni. Tweede Blad.
Anne 1903.
PERSOVERZICHT.
Uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Een Zonderling.
De „L i m b u r g c r Koerier'1 wijdde
een artikel aan de houding van dr.
K u y p e r, welke, volgens dat blad, iets
begin; te komen, dat in uitgebreide krin
gen ter rechterzijde ontstemming wekt. Her
blad zege:
Hergeen wo dan te zeggen hebben, is
'dit: dat in do kringen dezer provincie (Lim
burg), welke zich met staatkunde bezig
houden, vcelzins een ietwat pijnlijke in
druk is gewekt door hetgeen „De Stand
aard" in do laatste maanden herhaalde
lijk te lezen gaf.
Vóór de verkiozingen van 1£01 was de
hooge dunk, dien men niet alleen van de
begaafdheden, mar ook van het karak
ter van den anti-rcvolutionnaircn leider
bad, in dit gewest algemeen. Tijdens de vi
geur van hot kabinet 190l-'O5 rees die goede
mcening nog en steeg zelfs tot bewonde
ring, al bleef men niet- blind voor do fei
len, welke met name twee gewichtige wet
ten van het tweede Christelijke ministerie:
de Drankwet en de Lotcrijwet, aanklecf-
icn. Dat men dr. Kuyper bij aJle critiek
den cijns zijner hulde niet onthield, maakt
het allooi dier vereering zeker dubbel ge
degen. Sinds den dood van dr. Schaepman
en bij do ietwat teruggetrokken houding
Van mr. De Savornin Lohman werd dr.
Kuyper ook docr de onzen vrijwel als de
voerman ,*<ler Rechterzijde" beschouwd.
Of dit thans nog zonder meer het geval
fi?
Het valt niet te ontkennen, dat dr. Kuy
per sinds het optreden van het tegenwoor
dige ministerie een grondtoon vasthoudt,
die in vele katholieke kringen allerminst
weerklank vindt.
Dat herhaalde critisceren op het ministe
rie, waarvan hij geen deel uitmaakt, en om
trent welks samenstelling hij niet geraad
pleegd is, wekt w zvel. Men kan het zich,
menschel ijker wijs, volkomen verklaren, dat
een man met een verleden als Kuyper, die
zijn partij gemaakt heeft do rechterzijde
zoo in 133 als in 1901 aan hot bewind hielp
brengen, zich diep gegriefd gevoelt dooi
den loop, dien de zaken hebben genomen.
Maar men had van zijn grootheid verwacht,
dat hij alle persoonlijke geraaktheid ge
smoord zou hebben. En men voelt zich te
leurgesteld, dat een man als Kuyper dit
blijkbaar niet van zich heeft kunnen ver
krijgen.
Onder sommige opzichten doet Kuyper
denken aan de Titans-figuur, die Bismarck
heette. Ook in deze dagen, nu een ander
zijn regenfenplaats ingenomen heeft. Op
Fricdrichsruhe werd genörgelt. In ,,I) e
Standaard" klinkt te vaak dezelfde
toon
De vrijzinnig-democratische ,,M i d d el-
burg8ch© Courant" had gezegd, dat
het Kamervotum, waarbij liet kabinet Do
Meester viel, opzettelijk buiten praeadvies
van dr. Kuyper is gelaten.
De ,,L i m burger Koerier" neemt
de juistheid dezer bewering op gezag van
„D e Standaar d" aan cn vraagt
Maar op welken rechtstitel kon dr. Kuy
per dan toch in 's hemels naam vorderen,
dat nren hem ra-dplegen zou over een par
lementair votum?
Was hij lid van het parlement? Neen, hij
had menigmaal een eandïdatuur geweigerd.
Als leider dan?
Maar indien hij zich beschouwt als „den
van God gegeven leider" der anti-revolu-
tionnaire partij, het gold toch niet al
leen ecu votum der anti-rcvolutionnaire,
maar ook der katholieke en der christëlijk-
historische Kamerleden; en het is zeker,
dat hij noch bij de eenen, noch bij de ande
ren een effectieven, juridisch-houdbaren ti
tel kan doen gelden op het interne leider
schap.
Sterker: onzes inziens hebben de rccht-
sche Kamerleden, toen zc tot den stormloop
op Van Rappard besloten we laten daar
of ze in de keuze van het oogenblik oppor
tuun zijn geweest volkomen correct ge
handeld door geen adviezen of instrucCiën
te gaan halen bij iemand, die stond buiten
het parlement.
Het strijdt zeer tel lig met woord en geest
onzer Grondwet, die eisebt, dat de leden
der Kamers stemmen zonder last van of
ruggespraak met hen, die benoemen.
In hoeverre alzoo tekort zou zijn gedaan
aan hetgeen dr. Kuyper toekwam, is niet'
duidelijk.
Evenmin als duidelijk is, op welken
grond ,,D e Standaard" zoo ruim
schoot-s het recht van critiek toepast cn te
gelijkertijd, toen onlangs van katholieke
zijde op haar beleid gecritiseerd werd, on
middellijk antwoordde met een herinne
ring aan den tijd, toen do antirevolution-
naire partij in isolement haar kracht zeidc
te vinden.
Naar aanleiding van dc redevoering, door
dr. Kuyper gehouden in de 20ste jaarlijk-
sche algemeen© vergadering van den Ned.
Bond van Jongelings-Vcreenigingen op Ge
reformeerden grondslag, zegt de ,.L i m-
burger Koerier:"
Waarlijk, dergelijke redevoeringen doen
geen goed, en dat meer dan écn liberaal
orgaan het' verslag er van zoo gretig over
nam, is dan ook verklaarbaar.
Och, dat een man met een verleden als
Kuyper ons toch het schouwspel van een
verkleind Fricdrichsruhe mocht besparen
Indien het moet- doorgaan op deze wijs,
waarvan het eind niet is te voorzien, zou
het wel eens kunnen gebeuren, dat er na
den zomer van 1909 wellicht- geen dof ge
schilderd kabinet meer zou voorhanden zijn
om de paneelen met de gepolitoerde zijde
naar buiten te laten keeren...
Dr. Nolens keuit in de ,,N icuwe Ven-
loosche Courant het voortdu
rend gokibbol over het o ntstaan
en de oplossing der Kabinetscri
sis van dezen winter en hetgeen daarmede
in verband staat af, en laat daarop volgen:
„Merkt men nu op: men moot toch weten,
waarom en om wie het in 1909 bij de alge-
meenc verkiezingen zal gaan, dan meen ik
daarop to moeten antwoorden: wel w a a r-
o m, maar niet om wie.
Verwarring wordt m. i. ook gesticht door
nu reeds in allerlei casuïstiek tc treden over
een reconstructie van het Kabinet in 190y.
Het wil mij voorkomen, dat daarbij van
deze onjuistheid wordt uitgegaan, dat de
Kabinebsrede van 10 Maart wordt gelijk ge
steld met een Troonrede, voor zoover daar
in het program van een nieuw Kabinet
wordt opgenomen.
Is het zoo geheel uitgesloten, dat de
Troonrede, waarmee in September a.s. de
zitting der Staten-Generaal zal worden ge
opend, het programma in eigenlijken zin
van dit Kabinet zal bevatten?
In een driester Sneek zegt „Het
C en t r u m"
Nu mr. De Vries, tot wethouder gekozen,
als Kamerlid bedankt, wordt als vanzelf
weer de naam van dr. Kuyper met den
vacant en zetel van Sneok in verband ge
bracht
Zelfs wordt reeds gemeld, dat op den
anti-rovolutionnaircn partijdag te Arnhem
do nieuw benoemde wethouder van Amster
dam den wensch heeft geuit, dat dr. Kuy
per den zetel voor Sneek zou innemen en
dat de vergadering met dezen wensch in
stemde.
Dit is alleszins begrijpelijk.
Een man van dr. Kuyper's gaven en po
sitie behoort in de Kamer, en zijn woder-
afvaardiging zou ongetwijfeld groote vol
doening wekken bij het „Reclitsche" deel
der bevolking.
Echter zullen allen het ook wel hierover
eens zijn, dat een herhaling van de inciden
ten, welke de vorige maal aan de Sneekscho
campagne voorafgingen, absoluut b-hoort
te zijn uitgesloten.
Het respect, aan den anti-re vol utionnai-
ren leider verschuldigd, en het belang der
christelijke coalitie eischen dit gebiedend.
En daarom zouden wij het wcnschelijk
achten, dat, alvorens verder de mogelijkheid
eencr Kuyper-candidatuur op vergaderin
gen of in de pers ter sprake kwam, werd on
derzocht cn uitgemaakt-, lo. of dr.
Kuyper bereid is zich voor den vaeanten
zetel beschikbaar te stellen; 2o. of de volko
men zekerheid bestaat, dat hij terstond en
bij eerste stemming door alle christelijke
partijen zal worden goeandideerd.
Wat dit laatste betreft, twijfelen wij geen
oogenblik, of de katholieken zullen den
anti-re'volutionnairen leider con amore can-
didaat stellen.
Zulks bleek reeds een halfjaar geleden.
Maar dit is niet voldoende.
Geen schakel of schakeltjo mag in do coa
litie ontbreken, waar het gaat om een Can
dida tuur als dozo in een onti-revolutionnair
district.
Dr. Kuper is de man der Rechterzijde, en
derhalve moet- ook de gehcele Rechterzijde
hem op het schild heffen, indien wat
vooraf dient vast to staan hij bereid b,
in de Kamer weder een zetel te bekleeden.
Naar aanleiding van dc kwestie m r.
Treub en „De N i e uw o Courant"
schrijft de „Haagsche Courant"
het volgende.
Ons dunkt, dat mr. Plemp van Duive-
land den juisten weg heeft gekozen,
Niettegenstaande hetgeen, met niet altijd
onvervalsofct zuivere bedoelingen, ever de
zaak zelve is geschreven, wordt de beteeke-
nïs der beschuldiging van mr. Treub geheel
en al bobeerscht door de vraa~, of er eenige
reden bestaat om mr. Plemp to verdenken
of verdacht te maken van de karakterloos
heid, voor een aan zijn blad toegekende
som gelds zijn onafhankelijk oordeel over
werkgevers- of andere zaken te hebben
prijsgegeven of „verpand, zoo niet ver
kocht."
Wie mr Plemp en zijn eervol verleden
van acht jaren in zijn tegenwoordige func
tie kent, weet dat dit onmogeli is.
Maar hij is, door een man van naam en
gezag, die hem blijkbaar niet kende,
daar hij het anders niet gedaan zou hebben,
nu eenmaal bij het publiek onder do ver
denking gebracht.
Terecht vraagt mr. Plemp daarom per
soonlijk openlijk herstel van eer, openlijke
verklaring; dat zijn karakter niet verdacht
mag blijven.
En dat kan alleen geschieden door een
raad van eer als door hem gevraagd.
In Frankrijk zou men er over geduel
leerd hebben. Onze collega doet beter. Wij
vertrouwen, dat de eere-reehters zich voor
de taak zullen laten vinden.
fiiating in ïnriic.
De correspondent te Batavia van de „N.
R. Ot." seint:
„De aanslag in de belasting is voor de Pa-
dangsche Bovenlanden ultimo Mei afgeloo-
pen. In do Padansche Benedenlandcn is
men govorderd tot de vaststelling van het
kohior, voor de afdeeliügen Painan en Ajer
Bangis.
„In Alalian Pandjang, district der resi
dentie Padangscho Bovenlanden, waar bij
den aanslag geen verzet werd ondervonden,
weigert de bevolking de aanslagbiljetten in
ontvangst tc nemen."
Het blad teekent hierbij aan
Het bovenstaando telegram bevat. goed
nieuws. Het blijkt nu meer en meer, dat de
genen, die van dat verzet ter Sumatra's
Westkust nu niet zulke ernstige gevolgen
verwachten, goed hebben gezien. Volledig is
de toestand daar nog niet tc beoordeel en,
voordat de bevolking inderdaad de belas
tingpenningen gaat opbrengen. Is dit ook
geschied, dan zal de veel besproken invoe
ring eener belasting op bedrijfs- en andere
inkomsten voor de bevolking ter Sumatra's
Westkust met niet al te veel moeite en per
soonlijke offers zijn volbracht. De krachtige
houding der regeering, die niet genoeg te
loven valt, zal daartoe het meest hebben
bijgedragen
De houding der bevolking van Alahan
Pandjang is vrijwel onbegrijpelijk. Het geeft
den indruk, dat men daar ook eens iets
flinks wil doen, wellicht wel onder den druk
van lieden van elders, die de bevolking
haar meegaande houding bij den aanslag-
verwijten. Al weigert men in Alalian Pand
jang hot schijnt daar alleen to gebeuren
de aanslagbiljetten in ontvangst te ne
men, dat zal geen stagnatie brengen in de
inning der belasting. Er zijn nog tal van
middelen om de bevolking ten deze tot haar
plicht to brengen. Het geseinde feit heeft
o. i. alleen beteekenis, voor zoover het be
wijst, dat er nog altijd eenige gisting
heerscht. En... het zou tot navolging kun
nen opwekken.
Onze ambtenaren schijnen ditmaal flink
door tc werken. Ho© spoediger de bevolking
weet welke de geldelijke gevolgen voor haar
zullen zijn, des to beter. Daarmedo wordt
niet alleen bereikt, dat zij ziet, dat de in
voering der belasting een onherroepelijk
feit is, maar tevans, dat aan allerlei over
dreven praatjes omtrent de door de Regee
ring te vorderen brdragen dc kop wordt in
gedrukt.
De HoogeRaad verwierp gisteren het cas
satieberoep van M. van U., stoker en ge-
pensionneerd Oost-Indisch militair te Os»,
door het Gerechtshof tc 's-Hertogenbosch
veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf we
gens doodslag, op 15 December 1907, ge
pleegd tegen J. F. V., door een met grove
hagel geladen geweer op hem af te schieten,
ten gevolge waarvan deze door verbloeding
is overleden.
Voorts werd verworpen het cassatiebe
roep van de recidivisten C. Klop, J. M. v.
d. K. en M. Th. Sch., te 's-Gravenhage,
door het Gerechtshof aldaar tot 6 jaar ge
vangenisstraf veroordeeld wegens den dief
stal met inbraak uit het huis der echtelie
den Van der Ploeg, in de Rijnstraat No. 3,
te 's-Gravenhage, in Augustus 1907.
Door den Hoogen Raad werd gisteren uit
spraak gedaan in de zaak van J. W. C.,
landbouwer, die te Alphen in strijd met
art. 27 der politieverordening aldaar var
kenshokken geplaatst had op een plaats,
waar dat voor de gezondheid nadeelig werd
geacht, en die hokken niet. had verwijderd
na een aanzegging van B. en Ws. om zulks
te doen. De Haagsche rechtbank had hem
veroordeeld tot geldboete van 15 gld. of 3
dagen hechtenis.
Betoogd was dat de bepaling een onge
oorloofde delegatie van macht inhield om
dat zij B. en Ws. de algemcene bevoegd
heid geeft om het houden va.n alle varkeus
te verbieden in de bebouwde kom der gc
meente, zonder hun regelingsbevoegdheid
to beperken tot ieder speciaal geval, ter
wijl ook do aanzegging vanwege B. en Ws.,
door de bepaling toegelaten, als onwettig
zou zijn te beschouwen.
De Hoogo Raad overwoog daaromtrent
dat de bepaling een algemeen verbod be
vat, waarbij aan B. en Ws. wordt overgela
ten voor elk bijzonder geval te beslissen of
benadeoling van gezondheid en zindelijk
heid aanwezig is wat tot de uitvoerende
macht van B. cn Ws. behoort en dat aan
B. Ws. alleen d© opdracht gedaan wordt
om aanzeggingen te doen en hun ook d©
vrijheid wordt gegeven die aanzeggingen
namens hen te laten doen, hetgeen geheel
geoorloofd is. De middelen werden dus on
gegrond geacht. Alleen vereenigde zich de
Hooge Raad met een derde middel, volgens
hetwelk ten onrechte in hooger beroep de
subsidiaire hechtenis was verzwaard van 1
dag op 3 dagen, ofschoon do requirant al
leen in hooger beroep was gekomen. In hoe
verre werd het vonnis dus vernietigd, doch
overigens hst beroep verworpen.
Verder werd conclusie genomen in dc zaak
van A. M. D. S. wegens den bekenden
diefstal in het postkantoor in de Park
straat te 's-Gravenhage door het gerechts
hof aldaar veroordeeld tot 6 jaar gevange
nisstraf.
In deze zaak was aangevoerd dat ten on
rechte was acht geslagen op een uitlating
van dr. Caspari, arts aan de gevangenis te
's-Hertogenbosch, ten betooge, dat bekl.
was toerekenbaar, ondanks de omstandig
heid, dat bedoelde dr. Caspari niet als
deskundig© voor het Hof was beëedigd of
gehoord, doch bedoelde uitlating slechts
voorkwam als mededceling in een rapport
van do deskundigen dr. Plet en dr. Rosen-
stein, dat tot ontoerekenbaarheid van den
requirant wegens krankzinnigheid conclu
deerde.
Advocaat-genera 1 mr. Ort was van oor
deel, dat het aanhalen van den naam van
dr. Caspari in hot arrest slechts bedoelde
bet verwijzen naar eetl mededceling van be
doelden geneesheer in het rapport der des
kundigen, doch geenszins het gebruik maken
van een zelfstand ige bron.
Hij concludeerde dus tot verwerping.
Uitspraak 29 Juni.
S m o k k e 1 a r ij.
D©vrechtbank te Arnhem heeft gisteren
uitspraak gedaan in de zaak van den koop
man te Kleef, die de vorige week terecht
stond wegens smokkelarij van 600 K.G. 6ui
kor in een rijtuig, waarmede hij te Nijme
gen werd aangehouden.
Beklaagde werd veroordeeld tob twee
maanden gevangenisstraf.
De eisch was zes weken gevangenisstraf
cn verbeurdverklaring van suiker, paard en
rijtuig.
Ontrouwe brievenbesteller.
Voor de rechtbank te Arnhem had. zich
gisteren te verantwoorden een 34-jarige
brievenbesteller, wién ten laste word gelegd,
liet zich toecigencn van een groot aantal
brieven in 1S07.
Beklaagde, die reeds negen jaar als brie
venbesteller op het postkantoor te Arnhem
werkzaam is, was in de laatste zes maanden
belast met het sorteeren der brieven. In
dat tijdsverloop heeft beklaagde zich ver
schillende brieven toegeëigend met bet
plan, om, als er geldswaarden in waren,
deze zich toe te eigenen.
Beklaagde verklaarde nimmer geld in de
brieven te hebben gevonden, alleen postze
gels. Steeds droeg hij een fleschje lijm bij
zioh om de brieven, ha den geldswaardigcn
inhoud er uit te hebben genomen, dicht te
plakken en ze vervolgens weer naar het
postkantoor te brengen, waar 1 ij ze listig
tusschen andere brieven schoof. C .aikte het
hem niet de brieven weer goed te sluiten
dan verbrandde hij ze eenvoudig.
Bij zijn arrestatie op 16 April werden in
zijn bezit gevonden 15 brieven; één daar
van hield een papieren dollar in.
Als reden tot zijn misdrijf gaf i.cklaagde,
die volledig bekende, rp, dat hij geld wilde
hebben om in de loterij t© kunnen spelen.
Hij was gehuwd cn had één kind; beklaagde
verdiend© 12.50 guU'en per week.
De off. van just., mr. Schaepman, eisch-
to tweo jaren gevangenisstraf.
De verdediger, mr. J. R. H. van Schafk,
pleitte vrijspraak en vroeg subsidiair op
legging van een lichtere straf.
De krijgsraad te Leeuwarden heeft een mi
licien soldaat uit Assen, die bij een op
stootje een der belhamels, die zich tegen,
de politie verzette, had toegeroepen: „Ke
rel, ruk je los, ga niet met ze mee," we
gens opruiing veroordeeld tot gevangenis
straf van t-ien dagen.
€hr. Nationaal Zeinliaigsfeest.
Het heeft H. M. de Koningin behaagd
gelijk men weet het Koninklijk Landg. cd.
„Raaphorst"' dit jaar af tc staan aan do
verceniging Christelijk Nationaal Zendjngs-
feest tot het houden van het 45ste feest, dat
zal plaats hebben op Donderdag, 2 Juli.
De volgende sprekers hopen op te treden:
Dr. J. J. P. Valeton, hoogl. te Utrecht,
Openingsrede; C. Albers, zend. te Meester-
Comclis, Java; J. D. van Ar kei, pred. te
Ellecom; dr. H. Bavinck, hoogl. tc Amster
dam; S. H. Buytendijk, cm.-pred. tc IJsel-
stcin; Joh. Claassen, zend. te Margaredja,
Java; T. Doevcdans, pred. te Amsterdam;
A. Kruyt, zend. to Modjowarno, Java; F.
W .A. Korff, zend. onder Israël tc Am
sterdam; D. Lindhout, pred te Amsterdam;
A. Pennings, zend. te Talaut; Th. Schar-
tcn, pred. te Hoorn; L. Schutte, pred. to
Amsterdam; dr. A. J. de Sopper, pred.
te Yelsen; dr. A. van Veldhuizen, rector
der zendingschool te Rotterdam: G. H. Wa
genaar, pred. to RotterdamJ. Wameck, lie.
theol. en insp der Rijnscke zending op
Sumatra; A. J. Montijn J.Cz., pred. to
Haarlem, Eerste Afscheidsrede; dr. J. A.
Cramer, pred. te 's-Gravenhage, Slotrede.
Er zullen feesttreincn loop en van Am
sterdam C. S., Den Helder, Rotterdam
D. P., Maassluis, Dordrecht en tuschenlig
gend© stations.
26j
Het instinct der dieren is gebaseerd op zelfbe
houd; wordt er door den mensch voor de
dieren gezorgd, dan verliezen ze hun in
stinct, evenals wij het verloren hebben in
'onze hypermoderne maatschappij. De scha
pen, bijvoorbeeld, in de Schotsche hooglan
den, zoeken beschutte streken op, als zij
ruw weer voelen aankomen; zelfs als de
meest ervaren herder geen verandering van
ÏWieer voorziet. Komen deze schapen echter
onder geregelde hoede van herders; weten
[de schapen, dat er over hen wordt gewaakt,
'dat- er voor hen wordt gezorgd, dan verlie
pen zij hun instiDCt.
Is het nu niet to "om om alleen te loo-
ipen, het voorgevoel bij dieren to erkennen
;en het bij de menschen t© loochene; De
jheeren der wetenschap la-chcn om voorge
voel, tenzij zij een p\nlijk gezicht trekken,
*ls hun stokende eksterrogen ruw weer
^oorspellen of hun winterteenen al jeukend
janeeuw aankondigen. Yolo menschen hebben
Bog een glimp van het instinct behouden
jan zijn gevoelig voor nadere weersverande
ring. De geleerde eksteroogen, de professo
rale winterteenen noemde ik reeds, gevoe
lige mannen en vrouwen zijn „gedrukt" in
't hoofd „als er sneeuw in de lucht zit" en
oude gedienden, met rheumatielc en jicht ge
plaagd, z^jn wekkers, die steunend en klagend
naderenden storm aanseinen, ja, invalioden
voelen hot ruwe weer in oen arm of been,
dat Indertyd werd afgeschoten of a/gezet 1
.By wakke geatellon wordt onweer aan-
gekondigd door buikpijn en de daaraan ver
bonden onaangenaamheden. Kinderen zijn
lastig en rumoerig als er ruw weer komt;
trouwens, by kinaeren spreekt het voorgevoel
soms zeer duideiyk en regelt hun daden. Een
kind, dat zal gaan leeren loopen, is bang om
te vallen, hoewel het nog nooit viel. Kinderen
hebben soms een onverklaarbaie antipathie
tegen een of ander; later biykt het, dat zoo'n
persoon inderdaad ook niet „dat" is. Ook
honden vertoonen dergeiyke antipathie- en
sympathieverschynsolen, terwyi ik meen op
gemerkt te hebben, dat katten juist die personen
sterk aanhangen, die door den hond worden
gemeden en gevreesd. Wy komen nu op
gevallen, die niet zoo algemeen zyn, maar
toch overbekond. 't Zyn die voorgevoelens,
welko wyzen op naderend sterven van het
Individu zelf of van personen, die hem nauw
zyn verwant, hetzy door vriendschaps- of
familiebanden. Yole menschen hebben zelf
don juisten datum van hun dood vooruit aan
gezegd. Hoeveel soldaten, officieren, generaals
kondigden niet vooruit met absolute zekerheid
en toch stille berusting hun sneven aan;
hoeveel zeelui zeiden niet vooruit, dat zy
hun laatste reis gingen doon?
Hoeveel achterblijvend© vrouwen zijn er
al niet geweest, die, vóór gr nog iets offi
ciecis bekend was, wisten, dat him echt
genoot, zoon of vader was gesneuveld of ver
dronken Zijn er niet voorbeelden te over
van reizigers, die, om een hun zelf onver
klaarbaar motief, hun reis uitstelden en
daardoor een spoorwegongeluk of schip
breuk ontkwamen? To., zooverre mijn om
dolingen in het dieren- en menschen rijk;
het is niet te ontkennen, dat dieren en men
schen mcor dan vijf zintuigen bezitten; zeg
gen wij, om te beginnen, een zesde zintuig.
Wat is het? Geen der honderd boeken
heeft mo wijzer gemaakt! De Roïncarnisten
zeggen, dat het ondervinding is, in een vo
rig leven opgedaande Spiritisten gooien
je om de ooren met demonen of pleonasti
sche beschermgeesten. Wat dat voorgevoel
is? Ik w.eet er geen lor van, maar het i s
er, bij mensch en dier; 't is iets, dat riekt
naar de „grenzen"verder zwijg ik er over
en ga over tot het volgende couplet of kom-
plot. Als u spiritisti - ho werken leest is het
net of dc geesten afgestorvenen gere
geld komplotten smeden tegen de levenden 1
Je leest van spotgeesten, kwelgeesten, boo
ze geesten, lage geesten, het is om de stui
pen op het iyf te krygen.
Nu keer ik terug tot de grenzen en wel
tot d© grensoverschrijding de dood
waaraan dc meesten een broertje dood heb
ben 1 Ikzelf en duizenden, evenals ik, rillen
den eenen tijd alleen bij de gedachte aan
sterven, om er op andere tijden naar te
verlangen. Velen zijn bevreesd voor een
hiernamaals, vooral als zij veel op hun
kerfstok hebben. Er zijn vele voorbeelden
bekend van bekende en beroemde personen,
die óf vreeselijk in den piepzak zaten voor
alles, wat op dood betrekking heeft; ande
ren weer beschouwden sterven als d© een
voudigste zaak van de wereld.
In 'n voorbeeld van angst vóór: Vorst
van Kaunitz wilde nooit, dat het woord
dood of gestorven in ziin nabijheid werd
gebezigd. Degene, die 'm 't afsterven moest,
aankondigen van zijn vriend Baron Binder,
meldde: „Doorluchtigheid, baron Binder is
nergens meer te vinden".
Ala voorbeeldon van nuchterheid zou ik
willen aanhalen advocaat Patrie, die, na op
taebtigjarigen leeftyd na genezing van een
ziekte vroeg: „Ta 't nog de moeite waard de
kieerén aan to trekken Een ander Franach-
man, een man van de grammaire, zei stervend:
Je m'en vals of je m'en vas, beide Is gram
maticaal juist 1" Lagny, een mathematicus,
werd bezocht aan zyn stervenssponde door
zyn vriend Maupertlus, Lagny ligt in doods-
stryd, kan niet meer spreken, herkent niemand.
Maupertius, die zyn mannetje kent, vraagt:
„Hoeveel is twaalf in het kwadraat?"
„Hondord vier en veertig", mompelt Lagny,
terwijl hy den laatsten adom uitblaast. Albrecht
von Haller, een anatoom, voelt zichzelf, ter-
wyi hy ligt te sterven, den pols en zegt:
0Hy slaat.... slaat nog slaat niet meer".
Gassendi's Jaatste woorden waren: „Ik
werd geboren zonder te weten waarom; ik
heb geleefd zonder te welen hoe; ik sterf
zonder te weten hoe en waarom". Beethoven
stierf met de volgende woorden op zyn reeds
vorstyvende lippen: „Toch heb ik talent ge
had, nietwaar Hummel?"
Ik weet al evenmin het
waarom en het hoe als Gas-
sendi, maar daar er kans scheen
te bestaan er op séances meer
van te weten te komen, liet
ik me met veel moeite intro*
duceeren in een •spirititischen
cirkel, waarvan ik wonderen
had gehoord; zoo goed on zoo
kwaad als het me afgaat zal
ik mü'ne ervaringen meedeelen.
't Zou my niet geoorloofd
zyn zitting te nemen in e n
reeds bestaanden cirkel,
ik en nog een stuk of vyf be^
lang6tellenden zouden onder
zocht wordon om te zien of
we mediamiek, waren.
Als de gewichtige avond ia
aangebroken en ik het vertrek
binnentreed, zyn allen reeds
aanwezig en naarstigiyk te
zaam, drinkend vele kopjes
slappe thee. Op een orgel
worden by afwisseling gezan
gen en psalmen gespoeld, reeds
dadelyk merk ik op, dat er
veel met de tremulant wordt gewerkt, wat
irriteerend op me ageert Als de speler, tevens
leider der te houden zitting, zyn schapen heeft
geteld en ziet, dat de kleine kudde voltallig is,
wordt het orgel verlaten en hy plaatst zich
te midden van ons
(Wordt vervolgd.)