LEZBSCH DAGBLAB, Zaterdag- 6 Juni.
Anno 1908.
PERSOVERZICHT.
worp.
■tliikena herhaalde uitingen wil „D e
IJt .ndaa rd" bij gunstigen afloop der
^rkiezingen in 1909 reconstructie
fin het tegenwoordig Kabinet, dat zy
als no rm a a 1 beschouwt,
fjloo gaat oinvorrning van het Kabinet
a b n o rm aal, in een n o rm a a I
110 zijn werk, zonder dat één of meer dor
Ttliugnemende Ministers door anderen
vangen worden is in de pers gevraagd.
|pe \eronderstclling echter, dat het om
frwinging van ministers te doen zou
neu of daarop zou neerkomen, werd
r „De S t aixla a r cl" afgewezen. Tot
toe was het echter voor velen niet
Jcht duidelijk, wat „Do Standaard"
|n wel verlangde. Daarom geeft het blad
Kgniaals een artikel, waarin met beeld-
jiraak dc bedoeling verduidelijkt wordt.
|e Standaard" 6okrcef:
,r staan negen planken gereed. Mooi,
Win rijkdoo. iderd wagenschot. Ze zijn er
lip gezaagd, om er c. i Kabinet mee in ol-
tc zotten. Maar zooals ze daar
Ihuins tegen den muur aan staan, zijn ze
It gewiJde Kabinet nog niet.
5al er uit die negen planken een Kabi-
|t komen, dan moeten zo op het onder
lip! geplaatst, met sahroeven in elkaar
JBLien met scharnier knip en slot voor-
■fj< n worden.
tI'ks gaat de schrijnwerker hier dan ook
jBr- er. Maar wat kant van de planken zal
I bi; naar buiten en wat kant naar binnen zet-
|lc
,:u den éénen kant zijn de planken spie-
BSriglad. geschaafd en zóó levendig gepoli-
I to i !e draden en kwasten van het
prachtig uitkomen. Aan den anderen
daarentegen is niets gedaan. Die 's
en, zooals hij gezaagd was. Die
kt niet. Zelfs zijn do planken aan dien
I fci it smakeloos overgeschilderd.
zou men zeggen, dat. hij dan den
■p rokenden kant wel naar buiten zal
ke- ren. Maar zoo d 3et deze schrijnwerker
Di Hem is een Kabinet besteld, dat niet
li.j't oog mag loopen. En zoo keert hij
I de -polito rden kant naar binnen cn den
I dt v.-rgschilderde kant naar buiten.
Bin zoo wordt het dan wel een Kabiiet
^Bri een Kabinetd a t n iet s p r e e k t.
fvcu hoogst eonvoudig Kabinet. Een Kat*
m -under artistieke waarde. Maar toch
i[s ii c t best wagenschot!
Jë ar na een goed jaar bevalt dat doffe
Ir 'e deuren en in de zijkanten toch niet
m en dezelfde schrijnwerker krijgt iast
he Kabinet nu ancJorsom in elkaar te zet-
tei Nu het s p r e k Zi't I e wagenschot naar
bi' on en den o v*V jfce s c h iderden
1 k t naar binnen.
Hli ij schroeft daartos ie planken los, zet
st'-' naiior, knip en slot aan ie deuren om,
I en schroeft daarna cl ifde negen planken,
Iffia nu tot een heel ander Kabinet in cl
ip-'" een Kabinet, dat geen bezoeker her-
kc i n zou, wp'it thans, na de reoonstruc-
ti« is het ook wel een Kabinet van wagen-
I bt, maar van wagenschot, dat zijn aard
i zien; een wagenschot, dat
r c c k t.
u het overdrachtelijke,
moet een Kabinet worden geformeerd
ëh cc z 'n negen mannen met veel zorg bijeen
gezocht, waaruit het geconstrueerd moet
wo. den.
■Maar zonder meer zijn die negen man-
i nog geen Kabinet. Om een kabinet te
k n, moet er knip en slot aan.
)ischroeven zijn hier het Regeerings-
ogram, dat door den Formateur aan de
ningin wordt aangeboden. De Koningin
iaandt dit program, nu jvolgt benoe
ming en beëedigin,g en nu eerst- is de con-
Btrnetie van het Kabin.t voltooid.
BFn ook hier hebt ge tc doen met een
go en sckuur Kabinet Solied wagen-
Beh'i, alias Rechts. Maar ook dit Kabinet
epr kt niet. Geheel hetzelfde Rcgccrings-
pi'i ramma kon zijn ingediend door een
Bte mannen zonder kleur.
■D" nood van het oogenblik cischte het
«o
BK uar een goed jaar later veranderden
de i-standen; cr gaat een geroep op, om
reconstructie van het Kabinet.
■tink hier schroeft men nu los, zet oen
Bpi kenden kant voor, en schroeft weei
vas!Scharnieren en knip en slot worden
andersom ingezet. D. i., er komt recon-
structio op een heel andor, op een principi
eel Regeeringsprogram.
En nu is het een heel ander Kabi
net, ineengezet uit precies dezelfde
h eeren, maar nu is het een Kabine t,
dat Recht8 spreekt."
Men zou kunnen zeggen, wie weet of de
f ormateur niet terstond aan iï. M. de Ko
ningin twee programma's heeft voorgelegd,
het eeno voor den abnormalen toestand van
nu en het andere voor na 1909.
Maar dat weet men wel beter. Zoo doet
geen Kabinetsformateur. En zoo is zeer stel
lig ook ditmaal niet geschied. Het pro
gram, dat 10 Maart in de Tweode Kamer
werd meegedeeld, is zonder eenigen twij
fel het eenige, dat voorgelegd en goedge
keurd is, en dat op dit oogenblik de gestal
te en het karakter van het Kabinet be
paalt.
Dat de heeren onderling reeds nu over die
tweede periode met elkaar gesproken heb
ben, is mogelijk, al vernamen we er niets
van. Maar in elk geval waren dit idcecn
voor later, en, zoo 2e al geventileerd zijn,
nog geen Rogeeringsprogram. D»t
kunnen ze eerst worden, als ze, in strikte
formule gebracht, aan de Koningin zullen
zijn voorgelegd en door de Koningin aan
vaard.
Noch de personen, noch losse ideeën, maar
alleen een stipt geformuleerd Regeerings
program maakt een Kabinet.
In abstraeto bestaat zelfs do mogelijkheid,
dat één van de heeren, die nu zitten, ver
klaarde, zich mot dit latere, principieele,
Regeeringsprogram niet te kunnen ver-
eenigen. En natuurlijk, dan zou er in het
gereconstrueerde Kabinet voor hem geen
plaats zijn.
De verwachting, dat allo negen heoren, na
do reconstructie, in het Kabinet zullen, blij
ven, steunt- dan ook niet op het program
van 10 Maart, doch alleen op de kennis van
hun personen."
,,D c Nederlande r", over deze
voorstelling sprekende, zegt:
„Het tegenwoordig Kabinet is geen za
ken-kabinet; maar wel een plankenkabinet;
een collectie fraaie planken, wier ware
kleur zorgvuldig v -borgen gehouden wordt
uit benauwdheid of nood; komt er wel wat
veel „geroep", dan grijpt de schrijnwerker
wat meer moed, en heeft de draaierij, alias
reconstructie, plaats.
Daar komt misschien nog iets bij. Het
kon n.l. wel eens blijken, dat, bij die goede
planken, toch een enkele niet „overschil
derd" en dus in het nieuwe kabinet niet op
haar plaats ware. Dan moet zij er uitvallen
en door een beter exemplaar vervangen wor
den.
Dat ware een buitenkansjealthans voor
hem, die er gaarne in wil."
„Het Volk" maakt melding van de
vergelijking en vervolgt dan:
„Wij zullen bet beeld laten voor hetgeen
het is.
Er zijn een aantal raenschen, voor wie
het allesbehalve vleiend is. Want wat wil
de vergelijking van die twee kanten van het
wagenschot anders zeggen dan dat do tegen
woordige ministers ons hun ware gezicht
niet toonen? Dat ze, in 1909 de meerderheid
verkregen hebbend, een anderen toon z.ullen
aanslaan? Dat men dus het kiezersvolk tn j
1909 er in zal laten loopen als het meent
dezelfde Regeering ook in 1909 te zullen hou
den.
Dr. Kuyper heeft geen hoog denkbeeld
van zijn discipelen, die in het kabinet zijn
partij vertegenwoordigen.
Maar hoe het zij, al doet hij het op nog
zoo zure wijze, hij schijnt er zich toch bij
neer te leggen, dat 1 ij zelf tot stuurman
aan den wal is gestempeld, en hij schijnt
er zich on in te richten dat nu maar te blij
ven.
Met andere woorden: het is aan de hee
ren Heemskerk en Talma gehikt den van
God gegeven leider als oude plunje in de
kast te hangen en zoodoende te bewerken,
dat de conservatieve concentratie, waarvan
hun kabinet dc uitdrukking is, nu verder
haar gang kan gaan. Dr. Kuyper zal wel
wat pruttelen onder het raam, maar geen
poging doen om binnen t dringen en roet
in het eten te gaan gooien
„H ofc Centr um" noemt de besprekin
gen in de rechtsche pers over een mogelijke
reconstructie van het Kabinet ontijdig en
alleen geschikt om kopij te verschaffen aan
de liberale ochtendbladen. Het blad
schrijft:
Men behoeft tooh niet op alles „zout" te
gaan loggen, noch in elke politieke bespie
geling, zelfs al komt die voor in een orgaan
van grooten invloed, aanleiding to vinden
tot heb stellen van vragen, waarbij men zich
van te voren reeds schrap zet, om een even-
tueele beantwoording duchtig onderhanden
te nemen.
De gewone gang van zaken kan er slechts
onder lijden.
Naast het speculatieve, en in casu b o-
v c n het speculatieve, staat het practischc.
Of er het volgend jaar al dan niet een re
constructie van het Kabinet zal komen, wij
weten het niet, wij hebben het af te wach
ten.
Aan voorspellingen wagen wc ons niet.
Maar dit ééne is toch wel zeker, dat zoo
wel nu als later de hoofd vraag blijft, of
de rechterzijde als zoodanig zich aan
de regeering zal kunnen handhaven.
Ook zelfs voor een eventueele „reconstruc
tie" van het Kabinet is dit in de eerste
plaats noodig.
En daarom zien wij voor ons geen heil in
polemieken, welke don schijn zouden kun
nen wekken, alsof er ter rechterzijde een
verdeeldheid bestond, die onze kracht bij de
verkiezingen van het volgend jaar of
eerder bedreigt.
„D e T ij d" het bewuste artikel bespre
kend, vindt het, alles te zamen genomen,
nog niet duidelijk. Het blad vraagt:
„Wat beteekent dit alles? De moge
lijkheid niet alleen in abstraeto,
maar ook in conor eto, dat één (or
zelfs meer van de heeren, die nu zitten,
zullen verklaren met een later, nu nog
niet bestaand of althans hun
•tot dusver ge heel onbekend
gebleven regeeringsprogram niet te
kunnen medegaan, ia zóó duidelijk, dat het
bij niemand tegenspraak zal ondervinden.
Maar waarom dan met zóóveel omhaal van
woorden dio mogelijkheid in het licht ge
steld V'
Wat de vergelijking betreft vraagt „D o
T ij d", of ze ook opgaat.
„Indien men te doen heeft met levende
menschen? Met politieke personen, die ook,
als zij deel uitmaken van zekere ministe-
ricele combinatie, toch niet ophouden een
eigen individualiteit te bezitten, welke
naar men moet veronderstellen bij ieder
van hen een geheel, e:n gesloten eenheid
vormen.
Ook zouden wij niet goed de houding be
grijpen van den Kabinetsformateur, die in
1908 een zeker getal politieke mannen uit-
noodigde, om met hem deel uit te maken
van een ministerie, waarvan hun (zooals
billijk was) een uitvoerig program werd me
degedeeld, indien hij een jaar later aan die
zei f d e personen een ander program
voorlegde en hij daarbij de keus stelde om:
óf ook voor hun deel tot uitvoering van dit
nieuwe program mede te werken óf anders
hun zetel te ontruimen.
Dit zou, bepaaldelijk ten opziohte van d ie
ministers, welke, om de uitnoodiging van
den Kabinetsformateur te kunnen aanne
men, een anderen werkkring prijs gaven, ter
wijl zij niet konden vermoeden, dat het hun
voorgelegde program slechts een voorloopig
program was, om hoogstens anderhalf jaar
dienst te doen, toch wel wat al te c a v a-
lièremcnt gehandeld zijn.
Bovendien zou de 111 dit geval zeer lasti
ge en netelige vraag kunnen gesteld wor
den, in hoeverre tegeno\er het geheele volk
in voldoende mate aan den zedelijken cisch
van oprechtheid in het staatkundige vol
daan was. In geen geval, dunkt ons, zou het
tweede program, waarvan sprake is, mogen
achtergehouden worden tot na de verkie
zingen.
Als ons volk volgend jaar tcr stembus
gaat, moet het zijn, om van zijn instemming
of afkeuring te doen blijken van zeker b e-
k e n d program van beginselen.
„Wij van onzen kant achten het vanzelf
sprekend, dat, als de verkiezingen van 1909
(zooals wij hopen cn vertrouwen) aan het
zitting nemend Kabinet een rustigen werk
tijd van nog minstens vier jaren zullen ver
zekerd hebben de lijst van in behandeling
te nemen onderwerpen aanzienlijk zal wor
den uitgebreid.
Om ook eens de beeldspraak te bezigen
do vuren onder den stoomketel kunnen dan
krachtiger worden opgestookt; do beweging
en snolhcid der machine kunnen dan aan
zienlijk versterkt worden; de richting en
koers echter geheel onveranderd blijven.
Bedoelt „De S ta n d a a r d" het zóó,
dan bestaat er tusschen hem en ons absoluut
geen verschil."
Mr. Plemp van Duiveland, hoofdredac
teur van „De Nieuwe Courant",
verdedigt ziah nogmaals tegen don aanval
van m r. Tr e u b op dat blad.
Daaruit blijkt, dat mr. Plemp van Dui
veland heeft afgezien van een vervolging
van mr. Treub
„...dat ik ten slotte van mijn stellige
voornemen, om dit tóch te doen, afzag,
was, wijl ik ovortuigd werd, en bij nadei
denken meer en meer in die overtuiging
versterkt, dat dc kans om door middel van
een strafproces do ccnige waarheid aan
den dag te brengen, waar het mij om te
doen is: do ongereptheid van mijn karak
ter en dc vrijheid van mijn oordeel als ver
antwoordelijk redacteur uiterst gering
is."
Aan het slot van zijn artikel schrijft mr.
Plemp van Duiveland
„Maar wel wensc-h ik zonder eenig voor
behoud a>an do beslissing van een raad van
eer te onderwerpen: do waarheid van het
door den heer Treub gestelde, op een onder
deel dezerzijds erkende feit; de waarheid
van de door hem g grven, gecombineerde
voorstelling; dc waarheid van do door hem
gemaakte gevolgtrekkingen, nopens de on
afhankelijkheid en eerbiedwaardigheid der
verantwoordelijke redactie van „D e N i e u-
we Co u ran t."
Ik noodig daarom het bestuur van den
Nederlandschen Journalistenkring uit, zich
te wenden tot een der hoogste autoriteiten
in het land: den president, vice-president
of procureur-generaal van den Hoogen
Raad; den vice-president van den Raad
van State; een der ministers; den voor
zitter van een dor Kamers; of wien bet
anders mocht wenschcn met het verzoek
drie mannen, die het algemeen vertrouwen
genieten, aan te wijzen tot het vormen van
een raad van eer, ora dc hierboven genoem
de punten to onderzoeken en Vervolgens
uitspraak te doe t.
Moeht het Kringbestuur aan welks
vergaderingen ik, tot het zich van deze
taak heeft gekweten, niet zal deelnemen
bij de genoemde of andere hcoge autori
teiten, om welke reden ook, niet slagen, dan
verzoek ik dat best ur tot de samenstel
ling van een raad van eer, als boven ge
schetst, zelf over te gaan.
Laat doze raad naar eigen goedvinden
zijn procedure regelen; elk, wien hij ter za
ke verlangt tc hooren, oproepen, overleg
ging van schrifturen cn bewijsstukken vra
gen, in één woord, alles onderzoeken, wat
hij voor het bewijs der waarheid noodig
acht.
Laat hij een termijn vaststellen voor zijn
uitspraak.
Ik wacht die met gerustheid af."
Dc „Sticht sc he Courant" zou
wel willen, dat onze Regeering iets meer
voor de n ij v e r h e i d deed. De bevolking
van ons land groeit gelukkig sterk aan; er
moeten telkens meer mcnschcn door ons
Land worden gevoedaan landbouw, vee
teelt, aan den handel wordt gearbeid; maar
met onzj nijverheid staat het anders. De
Regiering moet voorwaarden scheppen,
waaronder onze nijverheid tot grootere ont
wikkeling komen kan. welke die voorwaar
den zijn?
In hoofdzaak dez1 drie: lo. bekwaamheid
voor het werk; 2o. goede verkeerswegen om
de grondstoffen aan te voeren en de ver
vaardigde artikelen te verzenden; 3o. de
mogelijkheid om de gemaakte voorwerpen
te verkoopen voor een prijs, die den arbeid
loonend maakt.
Aan de tweede voorwaarde is reeds voor
een goed deel voldaan. Aan verkeerswegen,
vooral te water, is ons land rijk, al moet
steeds met het maken van nieuwe nog
voortgegaan worden. Aai do vervulling van
de eerste voorwaarde echter is bijna niets
gedaan Het terrein van het technisch on
derwijs ligt bij ons nog zoo goed als braak.
Minister Kuyper sloeg de handen aan het
werk maar na zijn aftreden bleef het werk.
weer stil liggen.
Brigantina was de ster van den kleinen,
jlfon 'it rekken den circus Belli Zij was een i-
geun rkind, nog half meisje, maar reeds
toe: het schitterend vuur in de gitzwarte
pjjg'-n, dat alleen de vrouwen van dien rus-
Jflalirozt'ii Nomadenstam kenmerkt, een vuuii
dal van geen blusschen weet, noch in den
lha.il, noch in de liefde,
j- Haar rijkunsten waren werkelijk buiten
ger. rui on zeker had zij zich aan een groo-
fcen circus kunnen verhinden, maar zij cleed
da: riit en bleef op een karig loon bij Belli,
Dim hit zij maar één verlangen kende, name
lijk mevrouw Belli te worden.
■Belli was een nog jong; man, hoogstens
f en twintig jaar oud, die den kleinen
eng eerst voor eenigen tijd van zijn oudei's
d geërfd. De circus bestend uit een half
zijn groene wagens en een vicr-cn-twintig
paarden. Eén daarvan, een prachtige
umincl, was Brigantina's lievelingspaard,
kleed als Italiaanschc -vrouw, voltigeerde
op haar ongezadelden schimmel, wierp
1 dc lenigheid van een kat L-t lichaam
•ver, slingerde eenige kogeltjes hoog in
lucht, ving ze weder op, wierp ze ander-
hnl ia dc hoogte, terwijl het paard maar
s doorgaloppeerde. Dan werd er een
dikke plank midden in de manége geplaatst,
waarop met krijt een kleine cirkel getrokken
was, hoogstens een voet in doorsnede, en
reikte men der rijderes een half dozijn klei
ne, blinkende scherpe bijlen, die zij de een
na de ander, in den cirkel wierp, zonder
dat zij elkander aanraakten en onder dat
er één den cirkel overschreed.
Gedurende deze kunstverrichting hield het
publick den adem in cn een geestdriftig ap
plaus barstte los, telkenmale, als Brigan-
tina weder op haar paard ging zitten en
de plank met de daarin geworpen bijlen de
manége uitgedragen werd.
Dan werden weder de zolen der kunstrijd
ster met krijt besmeerd en voort ging het
weder in het snelle tempo der muziek. Wil
der en wilder werd cr gespeeld en steeds
vermeteler vuurde Briganfcina haar schim
mel aan. Als een stormwind vloog zij voor
waarts, over de barrières, één, twee, drie,
vier, terwijl zij stond op den gladden rug
van haar paard.
Met opgeheven armen riep zij met een
gillende stem:
„Heidonct En avantCesar I Animo 1
Animo 1"
Haar karwats floot door de lucht, haar
oogon gloeiden, haar lang, blauw-zwart
haar raakte in het voorbijgaan de masten
van de tent aan, pijlsnel doorvloog het rar
zen do dior met de dolle berydoter de mané
ge en stampte en schuimde en snoof. Nog
slechts met dc punt van één voet hing Bri-
gantina aan zijn lichaam.
De koele avondlucht woei door do kleine,
witte gordijnen van den wagen, waarin de
directeur met Brigantina zat. Hij hield
haar kleine hand in de zijne en met droome-
rigen blik keek zij tot hem op. Alles was
stil om hen heen.
„Je vrouw, Alcssandro, eindelijk je
vrouw 1" lispelde zij.
„Zeker, Brigantina, over eenige dagen
mijn vrouw," autwoordde dc kunstrijder.
„Weldra zijt ge do mijne 1"
Hij trok een ring van den vanger en schoof
dien aan den hare
Brigantina wierp een vluchtigen blik op
den ring en drukte hem dan aan haar lip
pen.
„Ja, de uwe, Alessandro, voor eenwig de
uwe I" sprak ze.
Alcssandro Belli had een tweedo rijdster
geëngageerd, een roodharige sohoone, een
vrouw vol hoogmoed en listen. Jeannette
stamde af van een oude, rijke kunstrijders
familie en was niet onbemiddeld.
Na de aankomst van Jeannette was Belli
geheel veranderd. Hij veronachtzaamde
Brigantina en maakte de nieuw-aangekome
ne ijverig bet hof
„Wanneer trouwen wij, Alcssandro?"
vroeg Brigantina eens met somber saamge
trokken wenkbrauwen.
„Ik heb er eens goed over nagedacht,
Brigantina," antwoordde hij koel; maar ik
vind, dat ik nog to jong ben om to trou
wen. Ik wil eerst trachten mij hoogerop te
werken en geld te verdienen, en gij kunt
ook meer geld verdienen door een beter en
gagement te zoeken. Wanneer gij dan rijk
terugkeert, kunnen wij de zaken op grooter
schaal voortzetten."
De kunstrijdster was doodsbleek gewor
den.
„Ik zou dus heen moeten gaan en plaats
moeten maken voor dat roodharige schepsel,
alleen om haar geld. Hebt gij uw belofte
vergeten, Alcssandro?"
„Word nu niet vervelend, Brigantina,
maar zoek elders een engagement, waar gij
beter thuis behoort!" riep Belli.
Brigantina barstte in een hoonlach uit.
„Ha, ik doorzie uw valsch spell" riep zij.
„Neem u in acht, Alessandro. Go wilt mij
weg hebben om met Jeannette te kunnen
trouwen."
„Kom, ge droomt, meisje 1 Geen haar op
mijn hoofd, dat er aan denkt. Ik ben echter
een arme directeur en moet aan geld zien
to komen; met dit gezelschap zijn geen za
ken te maken; dat zult ge zelf wel begrij
pen
En terwijl de Regeeringen van alle ande
re landen zich boijverdon om voor hun vol
ken do voorwaarden te scheppen om den na
tional-n arbeid loonend te maken door ver
standige tarieven, bleef onze Regeering op
dit punt geheel werkeloos, zoodat onze nij
verheid niet alKen niet vooruitging, maar
verschillende takken, die eerst i-loeid-n, to
niet gingen, omdat ze de concurrentic met
het buitenland niet konden volhouden.
Hoelang zal de stem van hen, die op ver
andering aandringen, nog een stem des roe-
penden in de woestijn blijven? vraagt do
„S ti'ch tscho C o u r a t".
In October 1905, 7.00 herinnert do
„Stichtsche O o u r a n l", verscheen
een Koninklijk Besluit, door minister Rink
uitgelokt, waarin geregeld werden dc voor
waarden, waaraan de gebouwen voor
bijzonderonderwij s voldoen moes
ten om subsidie voor de looxlibeit te ont
vangen.
Daarbij werd onderscheid gemankt tus
schen de scholen, waarin vóór 1 Januari
1906 reeds onderwijs w^— gegeven, en die,
welke na dien tijd in gebru'k genomen wer
den. De eerste behoefden slechte aan lich
tere eischen te voldo. n, voor de laatste r-
den strengere voorwaarden gesteld.
Dadelijk is toen opgemerkt, dat cr ook
scholen waren, die bij de publicatie van dit
Kon. Besluit reeds in aanbouw waren, en
waarvan dc bouw te ver gevorderd was, om
met dc gestelde eischen rekening te houden.
De „Stichtsche Courant" wees
er destijds ook op, dat minister Rink, die
voor de dranklokalen dc eisclon verlichtte,
voor d_ bijzondere scholen minder toeschie
telijk was; een tegensteliin.% waar dc
„N i e u w c Rotteruamsche Cou
rant" nog over viel.
Toch zijn er wel 1 1't bijzondere scho
len geweest, die door deze bepaling schade
leden. Ze misten de bijdr -gen voor de loka
len, hoewel het buiten dc schuld der bestu
ren was, dat de gebouwen niet aan do
eischen voldeden.
Minister Heemskerk heeft thans echter cfe
zaak in orde gebracht. Door een nieuw
Kon. Besluit zullen de lichtere eischen thans
ook gelden voor dj schoolgebouwen, die op
11 October 1905 reeds in aanbouw waren.
En daar die bepaling van 1 Jan. 19u8 af
geldt, zullen ook voor het loopende jaar
bedoelde scholen dc bijdrage voor dc iocali-
teit. kunnen ontvangen.
Hiermee constateert het blad ten slotte
is een onbillijkheid weggenomen.
In een der laatste nummers betoogt ,.H e l
Volksdagblad", dal het meer dan
tijd begint te worden om p r o 1 e t n-
risch onderwijs te geven.
Waarom, vraagt het, zou het proletariaat
de zorg voor het onderwijs van zijn kinderen
overlaten aan zijn natuurlijke vijanden d:
bourgeoisie en den Staat? Waarom zouden
de arbeiders hun kinderen renden naar dc
openbare of confessioneeic scholen, waar zij
worden opgevoed in „alle maatschappelijke
en christelijke deugden", in een kapitalis
tisch kerkgeloof, in maatschappelijke hui
chelarij en in een vaderlandsliefde welki
hen zal wapenen tegen hun klasgenootcn,
kortom, in alle burgerlijke vooroordeeien,
welke hen later van hun strijdende kamera
den zullen vervreemden ca maar al te vaak
handlaugcrsdiensten zullen doen bewijzen
aan het patronaat.
En er bestaat nog een andere reden, die
dit onderwijs voor „de organisatie dor ar
beidersklasse tegen haar verdrukkers" on
misbaar maakt.
„Ook wordt in de arbeidersbeweging
voortdurend de behoefte gevoeld aan dat
meer ontwikkelde intellect, her welk de bur
gerlijke volksscholen ni t noodig acht n aar
te kweeken in de proletariërs-kinderen, die
immers toch maar toekomstig arbeidsvee
zijn."
Begrijpelijk vindt het blad hot, „dat on
der de meest ontwikkelde, de revolutionnai
re arbeiders hoe langer hoe meer het denk
beeld gaat postvatten, om eigen klasse-scho
len te stichten en dat ook reeds in die rich
ting verschillende pogingen zijn aangewend.
Hier haalt het blad ah voorbeeld aan,
dat de anarchistische werklieden van Cata-
lonie al vóór twintig jaren hun vergaderlo
kalen, waar zij des Zon hgs vergaderen, in
richtten, om op werkdagen tot schoollokal a
voor hun kinderen te o'ienen, waar ceu
geestverwant onderwijzer onderricht geeft,
„Goed, ik zal heengaan, Alcssandro,
antwoordde dc paard rijdster, „doch zweer
mij vooraf, dat ge niet met deze vrouw, die
Jeannette, trouwen zult."
„Ik ben geen kind meer, Brigantina."
„Zweer, Alessandro, zweer1'
„Loop heen!''
Snel als een tijgerkat sprong Brigantina
op zijde en greep één harcr blinkende bijlen.
„Zweer my of
De zon wierp den witten weerschijn van
de glinsterende kleine bijl op het gescheur
de linnen van den circus.
Belli hoonlachte. Hij rt«"ouwde op' zijn
vlugheid cn zijn kracht, toen hij zich gereert
maakte om haar de bijl te ontwringen.
„Dus go wilt niet vrijwillig gaan, kleine
heks? Ook goed, dan gooi ik je er uit en sla
je mot de zweep om de ooren."
Een bloedstroom schoot snel naar het ge
laat der Zigeunerin Zij stiet c n heeschcn,
sissenden, dierlijken klank uit; de b;jl floot
door de lucht, zij bleef in de borst van den
kunstrijder zitten. Belli zakte zonder eenig
geluid op den grond.
Met een gillenden lach ging B-igantina
den levenlooze voorbij. Zij wist wel, dat zij
goed getroffen had.
Het was haar laatste worp!