No. 14795.
LEJD5C1Z DAG-BLAD, Zaterdag: 16 Mei.
Anno 19GS.
AcMer de coulissen tij Carré.
Burgerlijke Stand.
Marktberichten.
FEUILLETON.
Het» gasverbruik in de lste klasse voor
verlichting en verwarming bedroeg 20,127
kub. M., dat der 2de klasso 28,390 kub M.,
te zamen 48,517 kub. M.tegen 46,103 kub.
M. in 1906.
Het verbruik aan duinwater voor huis
houdelijk gebruik, waaronder ook badwa
ter, bedroeg 3009 kub. M., voor de lift 2923
kub. M., te zamen 5932'kub. M., tegen 5362
kub. M. in 1906.
Uit bijgevoegde statistische tabellen blijkt,
dat op i Januari 1907 werden verpleegd 44
patiënten. Gedurendo het jaar 1907 werden
er opgenomen 187, zoodat verpleegd werden
231 personen. Een overleed, 141 vertrokken,
zoodat op 1 Januari 1903 63 patiënten aan
wezig waren.
Het gemiddelde aantal patiënten per dag
bedroeg 20,688 365 of 56.G, waarvan 7.5
voor do 1ste klasse en 49.1 voor de 2de
klasse.
Onder het loeiend gebrul uit duizenden
kelen, dat Vrijdag als een novel van geluid
half Leiden bedekt, zochten wc gisteroch
tend het terrein op waar Carré zijn tenten
heeft in den grond geslagen.
Hot was er met den Vrijdag een voortdu
rend heen cn weer geloop van plaits namen
den aan het loket, voor de voorstelling van
den avond. Men lei er zijn guldens neer bij
den zich op spraakzaamheid weinig toc-
leggenden bureaulist; men borg zijn bil
jetten in portefeuille of baschje, men
gaapte eens rond naar de grootc zeil
doeken gevaarten, die zoo stil en doodsch,
kleurloos cn onbelangwekkend daar lagen,
en men phantascerde zich zoo dat liet cir
cusvolkje in dc groote roodc wagens zijn
makkelijk ochtcndslaapje er van nam, om
waarschijnlijk tegen deD middag pools-
hoogto to nemen van noodige toebereidselen.
Dn.n liep men de bultige Zomerzorg-
weido over het Vrijdagsgebrul tegemoet.
Als men een tip van dezen sluier opge
licht wil zien, heeft men niets anders te doen
dan een tip van het zeildoek op te wippen,
dat bij wijze van deur voor dc toegangs
openingen der tenten neergeflapt is.
Wc stuiten al direct op dom men August,
dio behalve een paar hoepelvorndge beencn,
in geen enkel opzicht aan zijn metier
herinnert.
August is op dit oogenblik bezig in dit
hoekje van den circus met toewijding en
vaderliefde zijn zoon te trainen, in de eer
ste l>cginselen van het vaderlijk beroep
behalve het dom-zijn.
Die mag zoonlief bewaren voor een voor
stelling, nu heeft hij zijn intelligentie vc
jebruiken. De eerste beginselen van kopje-
buitelarij worden hern bijgebracht. De jon
gen heeft een zwaar groot hoofd, dat hem
blijkbaar in den weg zit. Hij doet zijn best,
staat in positie, als een volijverig recruut,
loerend met een blik opzij naar wat het
vaderoog van dom men 'August gebiedt. Hij
j maakt zijn sprong, niettegenstaande het
zware hoofd, dat topzwaar toch tusschcn
de bcenen door, weer naar boven komt.
August schudt van neen over 1 weer
springt dc jongen over 1
Domme August is zoo gemakkelijk niet
als lu'j 's avonds wel lijkt.
De jongen is een en al aandacht. Hij bc-
Zv^rt zich. Never mind, 't Is een stil hoekje
hier. Voor huilen zou geen plaats zijn.
In de circusruimte binnenin is dc heer
Oscar Carré bezig met de dressuur van
paarden.
Zijn stem heeft hij daar juist uïtgrrot;
tot een donderend verwijt aan bij 't buf
fet grapjes makende mannen, die bij deu
troep behooren. 't Moet stil zijn voor 't
paard.
Het is een prachtig bruin beestje met
slanke pootcn, fijne enkels, waaruit het
Arabisch bloed spreekt.
Nerveus trappelt het rond, door zachte
strookende woorden bemoedigd.
Er is een dansende gang in 2ijn stappen,
een fijne beweeglijkheid.
Het miDstc geluid in den circus ver
ontrust hem, dc lichtste bewegingen ook.
Zacht loopen de „artisten", dc knechten,
1 door den circus gefluister is er waar..
een troepje bij elkaar zit. De mei3jes-fiet-
sters zijn er, een met een kleinen schoothond;
dio wil grommen, st., sb., Doggie. Het
paard is hoofdzaak. Het heeft te wennen
aan 't terrein, aan toegesproken woorden.
Allengs wordt zijn getrappel rustiger,
er komt regelmatigheid in den cadans vau
zijn rondstappen. De stilte in den circus
wordt wat minder angstvallig. Een paar
mannen naderen met violen. Daar gaan ze
op spelen niet al te dichtbij. Eenbonigo
wijsjes. Het paard luistert, verontrus-
tïgd eerst, dan went ook dit. Het heeft
nu zijn dagtaak volbracht. Het is voor
hem genoeg geweest, dezen morgeneen
opvolger wordt binnengeleid.
Een zwaar gebouwd beest, dat 't a b. c.
al achter den rug blijkt te hebben. Hij is
aan 't steigeren toe. De vleiende, goedkeu
rende, afkeurende stemintonaties van den
dresseur zijn de ecnige middelen om
hom hierin te onderrichten. Yan klontjes
en wortelen komt niets inter weerszij hou
den knechten een toom in de handeen
andere loopt achter 't beest, omst-reelt met
waarehuwendo klapjes de achtorbee-nen
van 't dier, die aangedreven dienen om tot 't
gowenschto oplichten der voorpooten to ge
raken. Het kolossale dier heft zich, doet
zijn best als een kind, dat men zijn eerste
ta-ta-groet voorbouwt. En ook even kin
derachtig wordt het geweldige beest
toegesproken. Als hij „braaf" is geweest,
wordt hij weggevoerd, komt een ander.
Tactiek is: niet uit tc putten en op een
moment dat tot eenigo tevredenheid aanlei
ding gaf, af te breken met 't onderricht.
Grooter moeilijkheid levert het knielen. Dit
is een liecle toer; de voorbeen en van liet
paard krijgen een omwikkeling waaraan een
touw is bevestigd; het wordt door stalknech
ten met behendigheid gedrongen een knie
val te doen. Het gebeurt met zachtheid,
het dier doet zich waarschijnlijk geen pijn,
maar dc geforceerdheid schijnt hem te hin
deren. Hij slaat in verweer met volle kracht
do aelitcrbcencn in de hoogte, steigert, zich
verzettend of schokt zich met onverhoedsche
sprongen achteruit. Eindelijk krijgt liy ecni
ge notie van wat men wil, voldoet nu zoo
veel mogelijk aan 't verlangen.
Het is voor den dresseur een oneindig ge
duld, een onuitputtelijke tact, gezwegen nog
van persoonlijken moed.
Onder de laatste oefeningen is er wat meer
leven in de brouwerij gekomen. Hier en claar
zijn jeugdige leden van 't groote gezelschap
con amore aan den gang getogen. Een kleine
Spanjaard in leverkleurig tricot maakt op
iederen vierkanten meter, dien hij vrij ziet,
buitelingen.
Een Franschman oefent zijn drietal zonen.
Een driejarig kleintje wordt een ouder broer
tje op 't hoofd gezet; „grossarlig" roept
men van alle kanten, het kleine ventje glun
dert; voelt een eersten triomf.
Het is vreemdhet is voor een leek onbe
grijpelijk, maar deze kindeven hebben plezier
in 't vak, voelen zich gelukkig in het schar
relend bolicmicn-leven, smullen van een
pluimpje na een buiteling. De school
neen, dio vonden zc niet prettig.
,,'t Is ingeboren," zeggen de respectieve
vaders, met een alleszeggend lachje, als dc
kleine jongens zichzelf en elkaar aanspo
ren tot salto mortal es.
En als de jeugd stil zit, trekt papa van
leer.
Een lieer die een oogenblik te voren met
een klein jongetje aan de hand, binnen is ge
wandeld, van uiterlijk, zoo, ja, enfin, zoo
burgerlijk eenvoudig net een jongen no
taris uit den omtrek met den
Vrijdag binnen Leiden gevangen bijv.
ziet. men 't volgend oogenblik, geheel ver
diept in het naar boven gooien van liocd,
parapluic, opgerolde glacés. Domme August
moppert staag om de domheid van zijn zoon,
de kleine Franschman liefkoost zijn veelbe
lovende driejarige; een oud bak van een
rijtuig wordt ter oefening van 't paard in den
circus gereden, met knerpend gerammel, dc
beesten in de stallen hinniken luidop, een
timmerman is aan 't repareeren, een paar
knechten zijn aan 't oppoetsen van tuig cn
door dit alles buitelt de kleine leverkleu
rige. Spanjaard met een feu sacrè als een
merci zijn ondoofbare zanglust uitbrult iu
een lenteboom; «j
Af cn toe glijdt over het reusachtige tent
dak een groote wolk van de stoompluira van'
den voorbijgaanicn trein, waardoor de tent
een oogenblik verdonkert, en worden alle
geruchten van dit vreemdsoortig metier even
overstemd door den viorbijdreunendcii trein,
die vlak-nabij aauschokt of bij de tent in
komt lijden.
Geen verwondering, zelfs niet van dc kna
pen. Ifoe zouden ;,c ook. Zc zijn wel aan an
dere emoties gewc-nd. In liet carré, ingesloten
door de transportwagens, oefent zich dc troep
van Riégo, do jongleurs.
„Ecmgo jolige oogeublikken in een Parjj-
zer restaurant zooals T affiche vermeldt, eu
zooals we op een der middagvoorstellingen
zagen, worden nu in volle oehtcndnuchtcr-
hcid, op liet natte gras., onder 't linnen dak
afgespeeld. Borden, messen, glazen, gerech
ten, lampen, alles vliegt zakelijk de lucht
door. Dc lachjes van 't publiek, 't vernis van
den avond ontbreekt, wal dan al spelende
geschiedt, is nu de grootste ernst. Eiégo leert
zijn discipelen de wijze van gooien, hand
grepen; 't gebeurt nogal cans \crkcerd, dan
onverbiddelijk over.
Nadat het diner ettelijke malen door de
lucht is gevlogen, wordt er met flambouwen
geoefend, eerst met de zwarte fakkels, dan
in petroleum gedoopt, met brandende. Het
is gevaarlijk dit spelletje. liet gevaar ziet
men veel meer onder oogen als men 't zoo
in ochtendlicht ziet cn de hoeveelheid pe
troleum heeft kunnen contrclecren die erop
is neergedropen. Er is ernst bij dit viertal
menschen al den tijd van hun bezigzijn.
En zij hebben zich, wil er de handigheid
in blijven, alle dagen te f'V-ieii.
Dit geldt ook het acrobaflénbcroep.
Gevaarvol is hun leven, vol energie hun
pogen, liun studie en dc ernst, dc overtuigen
de ernst waarmee deze heer Eiégo doceert
is verwonderlijk.
Jammer.... zeggen v/jj. Maar dat seen
opmerking die buiten ons kader valt.
Hollandsche El Arische Spoorweg-Maatschappij.
Op do gisteren te Amsterdam gohouden
Algemeen© Vergadering van Aandeelhouders
werden het door de Directie uitgebrachte Ver
slag en do Balans over het jaar 1907 goed
gekeurd.
Ter vervanging van den hear R. van Has
selt, die bedankt had, word tot directeur be
noemd de heer 3% J. 's J«?eob, Lid van den
Raad van Administratie der H. IJ. S.-U. te
Amsterdam.
De heer Mr. Joh. Enschedé, die aan de
beurt van aftreding was, werd als Commis
saris herkozen, terwjjl in de oh or het overlijden
van den heer R. D. Komiek ontstane vaca
ture, tot commissaris werd benoemd de heer
F. H. van Wiohen. Eindelijk werd besloten
den Raad van Commissarissen aan te vullen
met twee leden, waailoo wen'on benoemd de
heoren N. II. Nierstraaz en tv. van Hasselt.
NOOR.' L i Kr.RHLKJ i'. Geboren: Antouim,
Z. van L'. Duivenvoorden en U. él. Uiep. iiubeitus,
Z. van J. Dniveuvoordeu en A. Al. ÜU3.
Gehuwd: JNicolaas van den Berg en Josina
Klaeina Butot. Adrianus de Rijk en Geertruida
Aleeaweuoord.
Ondertrouwd: Petrus Kaptein en Jannetje
Du.venvoorden.
Bevallen: A. F. 'l'ogni gsb.
Boon ek amp L.
Ondertrouwd: A. Waaijer jrn. 22 j. en \V.
A. er hagen jd. 24 j.
Getrouwd: F. A. Alooijman jrn. 42 j. eu J.
Fransen |d 32 j.
Lcoimarilen, 16 Mei. Boter. Boerenboter
aanvoer 2 4. 6/8 en 2/16 r. f \b.—. Fnbi ïokalioter
aanvoer 40/3 eu 41/6 vateu f <1 a f 46. Noteeriug
van de Commissie: 1st© quid. Fabrieksboter 45 50.
Eoteermg van de Commissie der Ver. vau Boter
en liuHshaudelareDin Friesland: Is esooit Fabrieks-
boter f 44 50. NageJkaas. Boerenkaas. Aauroer
KG. Prijs Fabrieksbaas. Aanvoer 00 810
KG. Pr ,8 11.— a 21
Zn olie, 15 Mei. Boter. Aangevoerd 862 8 e a
155,16 v. en 1620 stukken, wegende samen 19 600
KG. Prijs per \4 val f 21.50 a f 24 per KG.
f 1-10 a 1.25.
Vee. Aangeroeid 923 Runderen, waarvan op
do stallen 125, 188 Kalveren, 673 Schapen, 91
Varkens en 156S Biggeu. Men besteedde voor het
voo por KG.: itundeien 02 a li c., Kalveren 70a
88 c., Bchapeu 12 a 32 c., Vailceus 41 a -14 c.
Handel iu neurende, kalvende Koeieu en
Vaarzen, redelijk, vetie Runderen duur, Btieren eu
Kalveren beier.
Verslagen omtrent den toestand van het krankzinni
gengesticht „Endegeest" en het Sanatorium
„Rtiyngeesl" gedurende 1907.
Het lldo jaarverslag van het Krankzin
nigengesticht „Endcgeest", zou in vele op
zichten een gunstig genoemd kunnen wor
den, indien de tijdsomstandigheden zich
ook niet hier hadden doen gevoelen in de
etijging in prijs van bijna alle levensbehoef
ten.
De toenemende exploitatiekosten zullen op
den duur, wanneer men do verpleging der
zieken op hetzelfde niveau wil handhaven,
moeten leiden tot verhooging der verpleeg-
gelden, een weg, die door de Christelijke en
de Rijksgestichten reeds werd ingeslagen,
die beiden het verpleeggekl opvoerden toi>
I 350 gulden per jaar, d. i. 20 gulden moei,
dan op het oogenblik in „Endegeest" in
rekening wordt gebracht.
Afgezien van deze wat pessimistische fi-
naucieele beschouwingen valt er niets on
aangenaams van beteekenis te vermelden.
In de eerste plaats moet herinnerd wor-
l'dcn aan de uitvoering van het reeds in het
Ivorige versiag vermelde besluit van Gede-
Iputcerde Staten van Zuid-Holland van Oct.
•1907 betreffende de overplaatsing van do
niet voor rekening der gemeente Leiden
verpleegde mannelijke katholieke patiënten
naar het nieuwe katholieke gesticht St.-
ger vat ius te Yen ray.
De overbrenging geschiedde groepsgewijze
op 22 en 23 Februari en 5 Maart.
Het verblijf der daarvoor onmiddellijk in
do plaats gekomen patiënten uit de gestich
ten te s-Gravonhage cn Loosduinen was
echter niet van langen duur.
Op een aanschrijving van Gedeputeerde
Staten van Zuid-Holland van Augustus
1907, dio het Haagscho en Loosduinsche ge
sticht zooveel mogelijk bestemd zagen tot
verpleging van Hagenaars, keerde 't groot
ste gedeeilo van de in Februari en Maart
gekomenen, op 5 en 23 September weder
terug naar het gesticht Oud-Rozenburg",
'terwijl de opengekomen plaatsen werden in-
genowftu door een gelijk aantal patiënten
uit die inrichting, verpleegd \oor rekening
der gaventen Rotterdam, Schiedam, cn
Leiderdorp. Daarmede was voorloopig aan
ho-t hinderlijk gesol met dezo kranken ecu
©iade gekomen.
De gezondheidstoestand, zoowel der vcr-
plegcnden als der verpleegden, was over
liet algemeen bevredigend. Het sterftecijfer
bedroeg 36, tegen 31 in 1906 en 39 io 1905.
Het gasverbruik bedroeg 61,126 kub M.
tegen 57,165 kub. M. in het vorige jaar.
Het meerdere gebruik moet gedeeltelijk
worden toegeschreven aan dc toc.namc van
het strijkgoed, waarvoor gasstrijkijzers in
gebrui.v zijn, en aan do hoogere eischen van
het gasfornuis voor bereiding van het
eten.
Het. stoken der vuren onder do ketels in
de steencn en houten paviljoens geschiedde
ills vroeger met gascokcs, betrokken van de
Stedelijke Gasfabriek tc Leiden.
Yerbruil't werden 39 waggons van 10,600
E.G.
Aan duinwater werd gebruikt 17,4/2 kub.
M. tegen 17.930 kub. M. in 190G.
Ook dit jaar kwam in de samenstelling
der Commissie van Beheer geen verande
ring. Het aan dc beurt van aftreding zijnde
lid dr. C. F. Th. J. Meulcman werd door
den Gemeenteraad herbenoemd.
In de sterkte van het verplegend perso
neel kwam eveneens geen verandering. Deze
bleef gehandhaafd op 2 hoofdverpleegsters,
44 verpleegsters, 9 verplegers en 1 barbier-
badmeester.
De mutatie was clit jaar, wat de verpleeg
sters betreft, iets geringer, wat de verple
gers aangaat, grooter dan in 1906.
Uit dc bijgevoegde statistic:», blijkt, dat op
1 Januari 1907 aanwezig waren 172 mannen,
219 vrouwen, totaal 391in 1907 werden op
genomen 81 mannen, 43 vrouwen, totaal 124,
en alzoö in 1907 werden verpleegd 253 man
nen. 202 vrouwen, totaal 515.
Overleden in 1907 20 m., 16 vr., totaal 36.
Hersteld ontslagen 20 m., 21 vr., totaal 41.
Niet horst, ontslagen 36 m., 5 vr., totaal 41
To zamen 76 ra., 42 vr., totaal 118.
Een ^oBïtlei'Iing;.
Dan ging ik Opa goeden dag zeggen, hij
keek ine over'zijn brülcglazen altijd verve
lend strak aan en van Opoe kreeg ik een
handdruk en tevens een papiertje met een
dubbel f je of een kwartje er in voor den
spaarpot; soms was liet ook wel een gul
den Dit alles moest heel tersluiks gaan, want
.Opa, die meestal brommig was, hij sukkelde
inc-t een lastig gebrek, mocht er niets van
jmerken.
Zoo lussclien mijn negende cn twaalfde
jaar begon ik mc soms anders te voelen dan
andere kinderen; vlagen van vebdriet deden
me dikke tranen storten. Als ik een lijkwagen
zag, met dien somberen, zwarten man op
'den bok, die langzaam, treurig stappende
paarden, met mantels omhangen evenals heel
lang' geleden in den tijd van Floris V, die
[vermoord was, werd ik doodsbang, kreeg ik
een huivering over mijn rug. Ik zag weer
dat geraamte uit dat kleine boekje, dat ze
thuis hidden, ik werd hoe langer hoe be
nauwd- i cn thuis gekomen snikte ik liet uit.
Een andere maal stelde ik mc voor
een teckeni n g gemaakt te heb
ben, maar de jongens en de meester wilden
niet gi-lnoven, dat ik ze gemaakt luid; dan
zag ik me zelf geheel verongelijkt en mis
kend. voor leugenaar uitgemaakt hier zitten
ik snikte mijn verdriet uit
Ik was erg klein en nietig, zat vol met
sproeten cn dc meisjes noemden nic leelijkcrd
Op 31 December 1907 waren dus aanwe
zig 117 m., 220 vr., totaal 397, waaronder
met verlof afwezig 2 m., 1 vr., totaal 3.
In bewaring werden gesteld 8 in., 8 vr.,
totaal 16. Hiervan werden opgenomen 4 m.,
7 vr., totaal 11. Overgebracht naar andere
gestichten 3 m., 1 vr., totaal 4.
Het aantal verplc gelagen bedroeg 63,722
m., 79,277 vr., totaal 142,999 en dc gemid
delde sterkte per dag 175 m 217 vr., to
taal 392.
Afgezien Yan enkele niet geslaagde pogin
gen tot ontvluchting, waarbij de ontvllich
tenden nog op het gestichtsterrein zelf of
in dc onmiddellijke nabijheid er van ach
terhaald werden, kwamen dit jaar slechts 2
min of meer geslaagde ontvluchtingen voor,
één op dc vrouwen- cn één op mannen-
afdeel ing.
Rhy ngecst:
Ook van het Sanatorium kah evenals van
het economisch met haar verbonden krank
zinnigengesticht „Endegeest' gezegd wor
den, dat 1907 in vele opzichten een gunstig
jaar zou zijn, indien ook niet hier dc stij
ging in prijs van de levensbehoeften zich
had doen gevoelen.
De reeds in het laatste gedeelte van 1906
geconstateerde toeneming van het aantal
verpleegden bleef zich handhaven, afgezien
van een tijdelijke afname in April, over het
geheelo verslagjaar en bereikte zelfs in de
maand Augustus met het getal 66 een
recordcijfer.
Met het oog op de benoodigde plaats
ruimte in do met 1 Januari 1903 tc openen
2de klasse B moesten in November cn De
cora ber zelfs verzoeken tot opname in de
2de klasse A worden afgewezen.
Ook in do 1ste klasse, hoewel niet over
het gansche jaar geheel bezet,vmoest een
enkele maal wegens plaatsgebrek- hetzelfde
geschieden.
Do inrichting werd uitgebreid mot 29
plaatsen voor de 2de klasse B-patiënten,
zooals de 3de klasse patiënten voortaan ge
noemd zullen worden.
Yan deze 29 2de klasse B-plaatsen zijn er
20 tegen een vaste jaarlijksche som van het
Rijk ter beschikking van den hoogleeraar.
Over dc 9 overige kan tegen een in do ver
ordening vastgesteld laag tarief voor par
ticulieren beschikt worden, door welke be
paling men gelegenheid vond, met handha
ving van de gelegenheid tot bijzonder gocd-
koope verpleging voor een klein aantal ze
nuwzieken het vroegere art 9 waarbij re
ductie der verplecgg-clden in sommigo ge
vallen werd toegestaan en dat in de prac-
tijk tot groote moeilijkheden aanleiding
gaf. in te trekken.
Do meerdere werkzaamheden, die deze
2de klasse B, wanneer zij functionnecrt, zal
veroorzaken en bij een veelvuldig mutee-
rond neurologisch materiaal niet denkbeel
dig zijn. komen voorloopig voor rekening
van de beide Sanatoriumgenceshecrcn, aan
gezien dc assistent van den hoogleeraar
door zijn poliklinische bezigheden op
Rhyngcest" en zijn klinischcn arbeid op
Endegeest" geheel iu beslag genomen
wordt. Een tweede assistent voor den hoog
leeraar zal over ccnigcn tijd geen overtol
lige weelde zijn.
Het verplegend personeel bleef dit jaar
op dezelfde sterkte, nl. voor de 1ste klasse
een hoofdverpleegster met 4 verpleegsters,
voor do 2de klasse een hoofdverpleegster,
2 eerste verpleegsters, 11 verpleegsters en 1
verpleger. Aangezien door het tot-stand-
komen van een 2de klasse. B op 2 zalen meer
gewaakt moet worden dan vroeger, zalin
het volgend jaar het verplegend personeel
uitgebreid worden met 3 zusters en 1 broe
der. Daar bovendien gebleken is, dat ten
minste stcccïs 2 particuliere verpleegster
in het Sanatorium bezigheid vinden, cn het
uit een oogpunt, van directie, zoowel als van
dc financieelc belangen van dc inrichting
cn der verpleegden wenschelijk is, daarvoor
over eigen personeel te beschikken, zullen
aan de 1 bovengenoemden nog 2 worden toe
gevoegd, zoodat de geheele uitbreiding 5
zusters en 1 broeder bedraagt.
Bcnoodigd voor de verschillende vulka
chels in het Sanatorium 1ste klasse waren
200 H.L. anthracicfc, evenals in 1906 en
voor de centrale verwarming in het Sana-
I torium 2de klasse 7 waggons gietcokes, te-
I gen 8 waggons in het vorige jaar.
dan ging ik mc zelf lang in dén spiegel be
kijken en vond mezelf lecljjkdoor allerlei
gezichten te trekken maakte ik mc nog lec-
lijker, zóó leclijk, dat ik bang voor mezelf
werd en wegholde om narrig en ontevreden
rond tc dolen of ergens in een hoek te gaan
zitten grienen. Toch was ik geen kniesoor;
ik was bij alles haantje de voorste, stoeide en
ravotte, dat het een lieven lust had; alleen
als ik van die buien kreeg, was liet mis.
Broer was intusschen grooter geworden:
wij sliepen ieder iu een afzonderlijk bed bij
onze ouders op de kamer. 1'a en ma sliepen
in een reusachtig groot bed; groote groene
gordijnen hingen er om heen. Wij moesten
om acht uren naar bed, maar hadden dan
niet veel slaap; wij lagen druk met elkaar te
praten. Soms vertelde ik een sprookje of een
verhaal, waarin steeds een groote aap do
held was; dan weer maakten wij alle moge
lijke geluiden. Ook hielden wij gesprekken,
maar moesten alle woorden andersom uitspre
ken, of welconverseerden in dieven
taal. Ik zei bijvoorbeeld work-work en
broer antwoordde met kwek, kwik, kwak;
als wij elkaar niet begrepen werd het
katjesspel, wij begonnen elkaar te smij
ten met kousen en kussens tot wij zoo'n
spektakel maakten, dat onder aan de trap
werd geroepen: „Blikscmsche jongens, wille
jullie wel is ophouwo, mot ik met me slof
kommc?!" Want als pa kwaad werd, vloekte
hij tot groot verdriet van ma, die dan tracht
te te sussen met een: „Jongens, ga nou sla
pies doen; Willem, geef jij nou als oudste,
verstandige jongen 't voorbeeld en: „man,
vloek nou niet, je weet wel, dat vind ik zoo
naar, je bezondigt er je ziel mee."
Als oudste had ik ook een voorrecht. Eéns
in do week, als de meid uitging, mocht
ik opblijven; ik moest wachten tot broer
sliep, dan sloop ik voetje voor voetje dc
slaapkamer uit, ging als een muis zoo stil
van do trap, vooral de vierde tree kraakte
erg, cn kwam weer in de huiskamer, waar
pa zat te knutselen, meestal te zagenma
las een stichtelijk boek of zat te breien.
ik mocht dan opblijven tot pa en ma ook
naar boven gingen. Meestal kon ik mijn
oogen niet lang open houden, ging op de
canapé liggen, streed met Kiaasvaak cn dut
te in. Toch vond ik dat opblijven heerlijk
en mijn grootste straf was niet op tc mogen
blijven. Nóg prettiger vond ik het, als pa
op reis was; dan kwam Opoe van moeders
kant logeeren. Ik liad. bij Opoe een streepje
voor, omdat ik evenals haar broer zaliger
heette; het goede, oude mensch was naam-
ziek, ik kou wel eens een potje met haar bre
ken.
Zij kon mc-ook leuk bezighouden. U moot
weten, dat zij bij de tachtig was cn nogal
doof, ik zei dan allerlei rare woorden en
klanken, bijvoorbeeld „wruolt". Opoe zeg is
wruolt; zij terug: „Kind, wat zeg io Bult?"
Dan lag ik over de.n grond te rollen vau.
den lach en zij zelf lachte, dat de tranen
langs haar wangen liepen; de bril besloeg
er van. Of weer zij hield me bezig door al
lerlei poppen te knippen, die zij aankleedde
met jakken van gekleurd papier, menigeen,
moest het daarbij ontgelden, kreeg een groo-
ten steek op en een rood jak. Soms sprak ia
haar liet bloed der HugenotenWant zij was
streng geloovig, „orthodox." Er werd dan.
ook 's avonds steeds een preek gelezen, er
werd gezongen, erg gerekt; toch zou ik zo
weer terug willen, die najaarsavonden! Ik
zat te kleuren of postzegels ia mijn album io
plakken of knutselde met een bouw plaatals
ik slaap kreeg, ging i!: op de canapé lig
gen cn half in den dommel hoorde ik den
centonigen dreun van hei voorlezen, op
oenigszins zangerigen toon; dan het bidden,
danken en avondgebed, dat. altijd wevi ge
ïmproviseerd, maar waarin hccle stukken
voorkwamen,- die ik uit het hoofd kende.
(Wordt vervolgd.;