f|o. 14794 Vrijdag 15 Mei. A0. 1908. iDeze (gourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zon- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. BRA?!KWET. Onder onze Vroede Vaderen. FEUILLETON. Ken Zonderling. PRIJS DEZER COURANT: Voor LeidoD por week 9 Gents; per 3 maanden 1 l l f 1,10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn l 1.30. Franco per post 9 1.65. PRIJS DER ADVERTENTIES: Van 16 regels 1.05. Iedere regel meer 0.171. Grootere letters naar plaatsruimte. - Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contant; elk tiental woorden meer 10 Gents.Voor het incasseeren wordt/"0.05 berekend. Burgemeester eu Wethouders vau Leiden; Gelet op de artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter nlgcraeeue keunis, dat door A. SC tl II AM Awonende te Loidon, een ver- xoekschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van alcoholhoudeuden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het benedenlokaal van hot perceel Hoogewoerd No. 1S9 Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester.. VAN HEYST Secretaris. Leiden, 16 Mei 1908. DKANKWllT. Burgemeester en Wethouders vin Leiden; Gelet op artt 12 cn 37 uer Drankwet; Brengen ter algomcene kennis, dat door f. DE KORT, wonende te Leiden, een ver- 'kschrift is ingediend, om verlof voor den verkoop van uitsluitend alcoholvrijen drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop, in het benedenlokaal van het perceel Langegracht No. 124. Burgemeester cn Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYtST, Secretarie. Leiden, 16 Mei 1908. Do vraag van efen Voorzitter aan liet be gin der zitting gedaan: ,,of er ook iemand ^>p- of aanmerkingen heeft op de notulen der vorige vergadering, die in do leeska mer tec visio hebben gelegen," wordt meest al met een algemeen stilzwijgen beantwoord, waarop dan de voorzitter onmiddellijk laat volgen: „dan zijn ze gearresteerd." Ditmaal ging het anders. De heer Fockema Andrcac vroeg het woord niet „over", maar „naar aanleiding" der notulen- Met cenige aarzeling, zooals hij zcido en ook uit de intonatie zijner stem wel bleek. Het gold een besluit in de vorige vergadering genomen, toen de heer F. A. niet tegenwoordig was, doch al ware hij er geweest, wellicht, znoals hij zelf op merkte, tot dat besluit zou hebben medege werkt. 0n2C lezers zullen zich herinneren dat in do vorige vergadering was ingekomen een verzoek van de vereeniging tot oprich ting en instandhouding ccner Christelijke kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen om het gebruik van het gymnas tieklokaal aan de Pieterskerkgracht elke week des Dinsdags van 4 tot 5 cn des Don derdags van 2 tot 3 uren, tegen betaling van 10 gld. s' jaars per wckelijksch lesuur en 5 gld. als vergoeding voor dc kosten van vuur en licht. De voorzitter stelde toen voor af te wij ken vn den gewonen regel, bij dergelijke verzoeken in acht genomen om ze na prac- advies van B. cn Ws. te behandelen, maar er ineens een beslissing op te nemen. Hem was door het hoofd der inrichting medege deeld dat, ton gevolge van verschillende omstandigheden dit adres niet eerder kon worden ingediend en, wanneer men nu niet «..e zekerheid heelt dat men clc beschik king krijgt over het lokaal, dan kan dit, met het oog op dc rijkssubsidii tot moei lijkheden aanleiding geven, de beslissing moest dus vóór 1 Mei vallen. Do lieer Fokker maakte tegen onmiddel lijke behandeling bezwaar, de lieercn Sijts- ma cn Zwiers eveneens cn toen zcide de voorzitter dat het hun B. en Ws. plan was, dit adres in hun handen te doen stellen ter afdoening en een voorstel ter aanhouding van den h„cr Fokker viel met op één na algemeene stemmen. Verder vernamen wij er officieel niets meer van, doch gisteren lioorden we van den voorzitter naar aauleiding van 's heeren F. A.'s opmerkingen, dat er een gunstige beschikking op werd genomen, hoewel het nog gespannen heeft. Deze beschikking is in onvoltallige vergadering van B. en Ws. genomen, waarin blijkbaar de heer Juta niet aanwezig was. en liet stond er twee stemmen tegen twee, waarbij ten slotte des voorzitters beslissend© stem ten voordcclc van het verzoek besliste Nu bepleitte do heer Fockema Andrcao dat hier in tweo opzichten in strijd niet de wot is gehandeld. In do eerste plaats had do Raad hierover moeten besluiten en niet het College vau B. cn Ws. en dit op grond van art. 133 der Gemeentewet, dat zegt: Hij, dc Raad, be sluit omtrent het verhuren, verpachten ot op eenigc andere wijze iu gebruik geven der gemeente-eigendommen. De voorzitter, die over dit bezwaar niet had nagedacht, zooals hij zcide, merkte er toch tegen op, dat hier geen sprake van verhuren van gemeente-eigendommen is. Reeds tal van malen hebben B. en Ws. in soortgelijke gevallen een beslissing geno men. -Ucn kan zich dus op antecedenten m dezen beroepen. Bovendien was er groote urgentie omdat bij niet beslissing de kweek school het subsidie kon ontgaan. Nu is het wel eigenaardig, dat ook »ic verzoekende vereeniging in haar adres spreekt van voor een jaar „huren", doch dit bestuur heeft zeker evenmin aan art. 13S der Gemeentewet geducht, als dc Voor zitter en dc Raad zelf Een tweede bezwaar van den heer F. A. was dat het afstaan van het lokaal aan de Chr. Kweekschool ook in strijd is met de wet en wel met de laatste alinea van art. 3 der wet op liet lager onderwijs, welke luidt: „Aan bijzondere holen, noch aan bijzondere inrichtingen tot opleiding van onderwijzers mogen vanwege de gemeente geldelijke bijdragen of cenige andere ondcr- steunirg middellijk of onmiddellijk worden toegekend, dan in de gevallen en onder de voorwaarden in deze wet genoemd", waar toe zooals do hoogleeraar aantoonde, ent geval niet behoorde. En nu was dit misschien wel jammer in sommige gevallen, maar we hebben ons aUn de wet te houden, aldus besloot bij. Over dit laatste bezwaar had de voorzit ter wel nagedacht, omdat hot ook ter spra ke was gekomen in de vergadering van B. cn Ws. en nu hield hij staande, dat wat do meerderheid van B. en Ws. gedaan beeft, niet in strijd is met do letter van het aan gehaalde wetsartikel, doch zeker niet met den geest van de wet. Dc prijs der vergoeding is geheel gelijk aan wat andere verecnigiogen betalen; al leen als men het bedrag lager had gesteld, zou cr sprake zijn van ccn verkapte subsi die. De lieer F. A. dankte voor de verkregon inlichtingen, doch bleef volhouden, dat. des voorzitters wetsopvatting onjuist is. Een vergoeding van 10 gulden per wckelijkscn lesuur en 5 gulden vergoeding voor vuur en licht per jaar is minder dan de kostende prijs cn nu mogen wij ondersteunen wien we willen, maar wc mogen het niet doen tegen de uitdrukkelijke bepalingen der wet in. Hij wilde echter het besluit niet ter ver nietiging voordragen, maar gaf alleen in overweging de aandacht van Ged. Staten op dit verschil van mcening te vestigen door offieieele. mcdcdccling van dit debat. Den heer Vergouwen speet het, dat deze klcino quacstic hier i3 gerezen. Het verzoek was bijna een letterlijke afschrijving van een dergelijk verzoek een weck eerder, door de dames studenten-verccniging tot den Raad gericht-In geen dezer gevallen is ooit aan ondersteuning gedacht. In dien /.in heeft dc kweeksc-hool het ook niet gevraagd. Do Voorzitter merkte ook nog op, dat d© practijk zijn opvatting in het gelijk stolt bij een Kon. besluit van 1891 Staats blad No. 31, waarbij een besluit van den Gemeenteraad van Zaamslag betreffende ondersteuning van een Christelijke school, cn waar ook ecu lokaal was afgestaan, word vernietigd, echter niet op grond, dat dc huurprijs te gering was; daaraan werd in dit besluit niet gedacht. Ook do heer Fokker, die den heelcn tijd in wetboeken had gebladerd, vroeg het woord, wat de Voorzitter, toen hij hoorde dat het over deze wetsuitlcgging zou gaan, niet meende te kunnen yerleenen, waarmee de heer Fokker zich niet kon vereenigen, omdat dc Voorzitter zooeven ook den heer Vergouwen daarover aan liet woord had gelaten, waarop hem dan ook het woord werd verleend. Hij meende ook, dat wel degelijk tegen art. 3 der Wet op het L. O. was gezon digd en trachtte dit aan te toonen juist met hetzelfde Kon besluit betreffende de gemeente Zaamslag, waarop do Voorzitter zich beriep. Daarbij was zeer steUig aan de afgestane looaliteit gedacht en uitdruk kelijk overwogen, dat hot geëischte bedrag van 60 gulden niet te Jaag kon worden ge acht. Dit Kon. besluit is gcicontrasig- neord door den toenmaJigon minister De Savornin Lobman, een voorstander van hot Christelijk onderwijs, die men niet kon verdenken bevooroordeeld te zijn geweest tegen het gewraakte besluit. Ten overvloe de haalde hij nog een Koninklijk besluit aan, waarvan do verantwoording werd ge dragen door minister Tak van Poortvliet. Het kwam cr slechts op nan of het te ver goeden bedrag de kostende prijs is of min der. Hij vroeg daarom of B. cn Ws. dit heblien onderzocht. De Voorzitter wenschto, waa>* het gold een discussie naar aanleiding der vast to stellon notulen, hierop niet verder iu te gaan; alleen als do heer Fokker dit bij wijze van interpellatie deed, zal hij cr op antwoorden. Evenmin vond hij het noo- dig, dat Ged. Staten officieel met dit de bat in kennis worden gesteld. Do heer Fockema Andrea© deed daarop een beroep op de pers, om goed nota van dezo discussie te nemen. Hierop werden de notulen goedgekeurd cn kon men eindelijk rnet de zaken voor de zen dag beginnen. In verband met liet verzoek van dei heer P. J. van Hoeken en andere bewo ners van den Hoogen Rijndijk om terug te komen op het besluit van het bouwen een er school 3de klasse op het Raam land welk besluit, zooals was meegedeeld, thans goedgekeurd is door Ged. Staten was behalve het reeds bekende g oud-aanbod van den eersten adressant, o jk nog een aanbieding ingekomen van d u heer J. D. Speet, die een terrein aanbood aan de Rijnkade aan den kant ter gemeente, on der Leiderdorp gelegen, maar dat, zooals adressant opmerkte, toch spoedig aan Leiden zal komen. Bovendien kan do grond zoo schreef adressant op de gemeente Leiden worden overgeschreven Hierna kon men eindelijk aan de agenda beginnen, aanvangende met eenigo benoe mingen. Deze werden echter onderbroken, doordat do heer Sijtsma een paar bezwa ren wenschto to opperen tegen dc aanbeve lingen voor de benoeming van een lid der plaatselijke schoolcommissie. Hij wilde, omdat het hier min of meer een personen quacstic gold, deze tfaak liever in een zit ting met gesloten deuren behandelen, wat dc Voorzitter echter niet uoodig oordeelde. Hij merkte nu op, dat dc aanbevolen per sonen in positie en bekwaamheid boven zijn lof verheven zijn, maar het zijn beiden tot op zeker© hoogte nog vreemdelingen in deze gemeente. De eerst aanbevolone is zelfs pas zes maanden geleden uit Indic alhier overge komen en zal van de Lcidschc toestanden dus niet veel weten. Kon men zijn keuze nu niet eens gevestigd hebben op personen, die door langer verblijf ia Leiden geacht» kunnen worden de Lcidschc schooltoestan- dcu beter to kennen? In de tweedo plaats had hij het togen do eenzijdige samenstelling dezer commissie, waarin, als deze benoeming plaats heeft, vijf hoogleeraren zitting zullen hebben. Men wil den ouders meer invloed op hco onderwijs geven cn sluit in dezo commis sie, die ook toezicht heeft op do talrijke volksscholen, breed© kringen der burgerij buiten. Do heer Van Hamel toonde zich veront waardigd, dat hier zóó over een man als prof. Carpcntier Alting, die zich voor de moeilijke betrekking van secretaris der commissie heeftbeschikbaar gesteld, werd gesproken, waarop straks fluks do hoer Fokker repliceerde, dat hij dan maar niet liet hoofd had moeten schuddon, toen Je lieer Sijtsma een geheime zitting wenschto. De Voorzitter merkte echter terecht op, dat de persoon van den aanbevolene. ook door den heer Sijtsma was gehuldigd. Dc heer Meuleman, zelf lid der commis sie, had wel i iwenscht, dat men eerst go informeerd had bij een lid der commissie, dan ware wellicht deze discussie achter wege gebleven. Want, dat hef hier dc keuzo van een secretaris gold, die n;ct gemakke lijk is to krijgen, maakt do zaak anders. Hebt gij u overtuigd, dat anderen, langer hier gevestigde burgers, deze betrekking niet wilden repliceerdo de heer Sijtsma. Do heer Vergouwen had aanvankelijk het zelfde idee gehad als de heer Sijtsma, e:i vroeg of hot geen overweging zou verdie nen de schoolcommissie uit te breiden, op dat inderdaad de burgerij cr beter iu ver tegenwoordigd zal zijn De heer Carpcntier Alting werd daarna met 22 stemmen benoemd, terwijl nog zes stemmen bJanco waren. Voor de benoeming van een voorzitter van het Werkloozenfonds waren twee vrije stemmingen cn een herstemming noodig, waarna het jongsto Raadslid, mr. P. E. Briët, benoemd werd. Hij hield de benoe ming in beraad, welk beraad niet al te lang mocht duren, meende de Voorzitter, daar het tijd werd, dat het fonds feitelijk tot stand kwam. Naar aanleiding van het afwijzend prac- advies op het verzoek van Vreemdelingen verkeer" om nog eens stappen te doen met betrekking tot opheffing van den tol aan den Rijnsburgerweg, onder do gemeente Oegstgeest, hadden de heeren Fokker e. s. voorgesteld een schrijven tot het gemeente bestuur van Oegstgeest te richten, met de mededeeling dat de gemeente Leiden belang stelt in ccn overleg te dier zake met ge noemd gemeentebestuur. Do heer Fokker lichtte dit voorstel kortc- lijk toe, dat werd ondersteund door prof. Fockema Andrcac, die, hoewel hij het tot dusverre door B. en Ws. ingenomen stand punt juist achtte, er geen kwaad in zag den eersten stap to doen; men bleef toch volkomen vrij. Do Voorzitter kon deze houding van den heer Fockema Andrcac, clie anders zoo voorzichtig is, wanneer het do gcmcente- linanciën betreft, niet verklaren. Alle partijen nemen een afwachtend© houding aan, omdat het als voor de ha net' ligt, dat wie er het meeste belang bij heeft, het initiatief behoort te nomen. Dec-d de gemeente Leiden het, dan zou men van haar ook het meeste verwachten. En nu is Oegstgeest ontegenzeglijk de gemeente, wier ingezetenen de opheffing het meest interesseert. Zij kunnen bijv. niet aan heb station komen of ze moeten door den tol. Het zou voor vele Lei denaars, dio hier hun zaken hebben en in Oegstgeest wonen, en zich daardoor aan de lasten der ge meente onttrekken, ook wel aangenaam zijn, doch laten deze bij het gemeentebe stuur van Oegstgeest er op aandringen, dat dit den eersten stap doet. Wij gelcoven, clat dit laatste argument vooral invloed op do stemming had over het voorstel, dat met 20 tegen 8 stemmen werd verworpen. Dat de heer Po ra, die als voorzitter van ,,Leidens Belang" cok in een adres bij den Leidscken gemeente' raad zoo krachtig aandrong op afschaf' fing van den tol, tegen stemde, zal wel* licht velen hebben verwonderd. Het afwijzend praeadvies werd vervol* 3) TKuis bleef ik erg ondeugend en koppig en maar al te vaak werd cr gedreigd met naar „meneer" te gaan cn oen boekje van ine open te doen! Dit gaf rao ©en govocl van meerderheid, zoo iets van „alleen kunnen, zo het niet af, ze motten meneer er bij ha len," on voor „meneer" was ik .bang, en leelijk ook. 't Bleef echter steeds bij drei gen. Toen ik zes jaar was, kreeg ik er een broertje bij; tot nog toe was ik eenigst Uindjo geweest; ik kreeg beschuit met muis jes en vond broertje met zijn paarse gezichtje ©a krentoogjes foeileelijk. Als li ij lag te spar telen, te spuwen en „blaasjes" te maken, vond ik hem erg vies én kon me niet begrijpen, dat allen dol met hem waren. Tegen ieder een moest hij lachen; wou hij niet direct, dan bewogen ze wat voor zijn oogjes heen en weer, en als cr dan een lachplooitje om zijn bakkesjo kwam, was het tot vervelens toe: tiedcliedclie, tiedeliedelie, lach 's tegen duimpje, dan ging hij van hand tot hand en eindelijk schreeuwde hij als een mager var ken. Nee, hoor, ik vond er niets aanwas niet meer in mijn schik dan als ik buiten kon spolcn en ravotten. Toen broertjelief wat onder werd, moest ik hem in de gang van ons huis heen en weer rijden, of ik al mopperde en smoesjes verzon, er was geen ontkomen aan. Natuur lijk begon ik dus dit heen en weer rijden zoo afwisselend mogelijk te maken. Nu moet u weten, dat wij nog een degelijken, ouder- wetscheu kinderwagen hadden, zware wielen, zwaar mande werk, alles was degelijk. Met een aanloopje nam ik vaart cn ging dan op het duweindo hangen. Soms reed ik zoo do halve gang afwel vlogen de brokken kalk van den muur, botste ik tegen deurpos ten op cn „verrampeneerde" de verf, maar het was lollig, 't Had mijn broertje haast het leven gekost, want eens nam ik zoo'n loop cn sprong zoo wild op het vehikel, dat de liecle geschiedenis over den kop duikelde, broer beschreef een grootcn boog door de lucht en kwakte op do marmeren steenen gelukkig echter waren ook een paar kussens meegcslierd, waarop hij nog al zacht neer kwam. Er komt weer in mijn herinnering een gaping van enkele jaren; dan zie ik me zelf eiken Zondag naar de Zondagsschool trek ken, om even vóór twaalf uren. Om één uur is het weer afgeloopen. In een groot lokaal zaten verschillende juffrouwen, ieder met een klas van een twintig kinderen om zich heen. Links was eeu orgel, daar tegen over een preekstoelgroote ramen gaven overvloedig licht. Dc bovenste ramen kon den open cn dicht en dit was voor ons, voor al des zomers, een aangename afwisseling. Wie gunsteLLng was, mocht het raam open trekken oif dicht doennu, dat gebeurde nogal eens, want als do ccne juf het tc warm had, klaagde de andere over tocht. Er was in dio zaal een moeilijk te be schrijven geur, geen zoogenaamde „armeluis- lucht," gcon stovenlucht, geen geur van oud of versch geverfd hout, maar een men gelmoesje van dat alles, met een stankje er door heen vau ouwe boeken en „odckolou- je." Ik vond dit uurtje „Zondagsschool" nu niet erg onplezierig; alleen het bidden, zin gen cn danken duurde me te lang; als de juf hardop bad, bestrafte zij me steeds met de oogen, daar ik ze nooit dicht deed; daar zat in clat oogen-dicht-clocn iets stuitends voor me, ik probeerde het wel eens, maar ik werd cr kregelig van cn keek weer direct op. Vele Bijbelschc verhalen hadden groote aantrek kingskracht- voor me; sommige dingen er uit brachten me in extase, andere roerden me tot tranen toe. Toch, al9 we juf vragen mochten stellen, trachtte ik haar in 't nauw te brengen: „Waar de homcl was en waar de hel, of er nu geen wonderen meer konden gebeurenof liet waar was, dat de aarcle draaide en de zon stilstond." Juf gaf cr een draai aan Toch was zij over me tevreden, daar ik mijn Psalmversjes eli teksten goed kende en van de klas de beste opstellen' schreef (ik gaf cr wat voor, als ik nu zoo'n opstelletje nog eens kou lezon). Zoo om de veertien dagen of drie welo a kwam de do minee, toevallig de vader vin mijn juf, de les eindigen. Dan maakten we allen front naar den preekstoel. Dominee was zeer be weeglijk. Ik zat me daarin te verkneuteren: het glas suikerwater was -toeds in gevaar, maar hij manoeuvreerde tijd zoo handig, dat het glas nooit omkantelde. Ik kan mo niet herinneren, dat hij cr ooit uit dronk; wel snoepte hij drop of zoo iets uit een zakje. Ilij bad langer on voor mij onbegrijpelijker dan juf cn de goede man maande ons steeds aan clo zaal kalm te verlaten, wat niet ver hinderde, dat we hals-over-kop wêgsï-orm- den. Als ik uit de school kwam, stond Pa me op to wachten. We gingen dan naar Opa en Opoe, die in een deftig, ouder- wctscli huis woonden, vlak tegenover een "Weeshuis. Altijd als wij kwamen zaten zij aan de koffietafelik kreeg wat om te be kijk n; als het mooi weer was, mocht ik iu den tuin wandelen. Nu, die tuin was wat groot en wat mooi! Je hadt cr een vijver met goudvisschen mot een fontein in het midden en rotsen er om! heen. Het geheim van de fontein zat achter dio rotsen; als je daar aan een kruk draaide*- begon ze te spuiten; dan was er nog een; kraantje en als je daar aan draaide, begon nen vier kikkers te spuiten, ik noemde hot „spugen," maar voelde dan altijd een waar schuwend duwtje en ik praatte cr gauw over heen. Achter in den tuin was een groot kip-: peiihok; als je dan zóó omliep, kwam jc bi| eon soort pakhuis, dat was altijd op slot als ik aan de deur luisterde, hoorde ik wati kraken cn maakte als dc drommel dat ik weg kwam. Op een klein heuveltje, aan den anderen] kant van de rotsen, stond een prieel; dei wanden waren beschilderdwat er precies opstond, weet ik niet meer; wel weet ik nog van een groot schip, palmen, mannen met' pluimen op den hoed; daartegenover een an der schilderstuk, een stad, een poort, eeu op haalbrug, dat was erg gescheurd en gehavend, een lap linnen hing er bij te fladderen, en eiken Zondag trok ik het een eindje' verder kapot. Iu dat prieel zat ik graag; daar had ik nu wel willen wonen; uit het kippenhok zou ik de eieren weghalen en in de fonteinkom kon ik hengelen naar de goud visschen. Een andere maal vond ik dat prieel net een betooverd paleis; ik was een prins, die ook al betooverd was. Als ik te lang in den tuin bfeef, klapte Opoe in de handen en Pa riep: „Jongen, waar zit je nou weer 1 Wat voer je uit? zeker niet veel goeds: (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1