Ingezonden.
Uit do Rechtzaal.
Burgerlijke Stand.
Mijnheer de Redacteur J
Gaarne zag ik thans nog het volgende ge
plaatst in uw geacht Dagblad, in verband
met de behandeling van het „Voorstel om
van gemeentewege steun te verleenen ter
bevordering van de verzekering tegen de gel
delijke gevolgen van werkloosheid," in de
.Raadszitting van 1G April.
Ten gevolge van de wijze waarop mijn
optreden bij die gelegenheid is aangevallen
en bestreden geworden, heb ik met schrijven
gfewacht tot ik van liet officieel verslag van
die vergadering kennis kon nemen.
Bij het nalezen is mij gebleken, dat ik van
het toen gesprokene niets heb terug te ne
men; er ook niets in heb te veranderen;
doch wel is er nog iets bij te voegen.
Opgemerkt heb ik in de vergadering van
16 April, dat het verleenen van steun ter be
vordering van do verzekering, enz., elders
geheel is behandeld geworden als een admini
stratieve aangelegenheid. Men zal in 't ver
volg een bedrag op de hegrooting plaatsen ten
behoeve van de werkloozen, en daarmee uit.
Maar nu vraagt een ernstig bestuurs-li-
chaam toch eens: Wie zijn de werkloozen, en
wie moeten den steun verleenen?
Geheel oppervlakkig wordt de eerste vraag
beantwoord met te zeggen: "Wel, dat zijn zij,
die in dienstbetrekking verkeerende, door
het geheel ontbreken van werk, zonder ver
dienste, en dus broodeloos zijn.
Wanneer dit antwoord juist was, dan zou
le zaak heel wat eenvoudiger zijn; doch
het is niet juist; het is door en door onwaar.
Naast de werklieden staat in de eerste
plaats een leger van werkers op eigen gele
genheid en werkgevers, die evengoed arbei
den voor hun dagelijksch brood, en niet min
der de slachtoffers zijn van de tijdsomstan
digheden. Een tweede leger treedt nog
te voorschijn uit do winkeliers, waarvan
sommigen wegschuilen achter bergen var
goed, doch er wordt niet verkocht; zij zijn
broodeloos, cn daar komt dan nog bij, wan
neer er nog eer- en plichtgevoel is, de schrik
voor de naderende dagen, wanneer de wis
sels aangeboden worden. Vandaar dat
men zoo vaak hoort: Och, kon ik maar een
vasto betrekking krijgen, dat ik wist, waar
ik op rekenen kon. En men staat dan
ook gedurig verbaasd over de schare van
sollicitanten naar posten met betrekkelijk
lage inkomsten. Dit teekent onze maatschap
pelijke toestanden.
De laatste categorien kunnen en zullen
er bezwaarlijk too komen om zich hij de
werkloozen op te gevenintegendeel, door
de belasting worden zij voor vol aangezien,
en volgens den ingeslagen weg om steun te
verleenen mogen zij, zelf werkloozen, den
last helpen dragen. Voor deze feitelijke
toestanden blijkt men wel blind te zijn; an
ders toch zou men er niet met zulk een luch
tig hart overheen loopen.
't Is waar, wij komen niet allen op dezelfde
wijze en in dezelfde verhouding met de toe
standen in aanraking. Oin een voorbeeld te
noemen. Bij eon faillissement zegt de cura
tor: dat is een kluifje naar mijn mond; doch
de schuldeoschers zeggen: daar gaan onze
centen. Ontegenzeglijk is het waar, dat in
't algemeen genomen ons Nederlandsche volk
in nering en bedrijf sedert jaren geen ge
zond leven meer kent; het is een worstel
perk om het hoofd boven water te houden.
Wie dit tegenspreekt, toont eenvoudig geen,
oog to bezitten voor de welvaart van een
volk en het geluk, dat zijn deel kan zijn.
En het moet erkend: zoo diep is hot zelfbe
wustzijn en het gevoel van eigenwaarde bij
een groot deel van ons volk gedaald, dat er
geen besef is van de ziekte, die het leven
ondermijnt, al zijn er ook teekenen, die op
een hetere toekomst doen hopen.
Mij bewust van den druk, waaronder ons
volk verkeert, heb ik de gelegenheid, die zich
aanbood, en de pla.i-s, die er voor aange
wezen was, gebruikt om over onze arbeids
toestanden met een enkel woord te spro
ken. Men kan er echter zeker van zijn,
dat er nog licel wat moet gebeuren, voor
velen het noodige licht is opgegaan. "Waren
de blinde oogen er niet, dan zou de zaak in
korten tijd beslecht zijn. Ieder zou dan zien
en weten, dat in ons land bergen van ge
maakte goederen worden ingevoerd, en dat
wij tegenovc-r deze hergen van invoer slechts
een molshoop van uitvoer kunnen stellen.
En dan komt er nog bij, dat wat hier in
gevoerd wordt, grootendeels als overproduc
tie van elders, binnenkomt tegen verminder
den prijs, waardoor onze fabrikanten en
werkgevers niet in staat zijn een verdienste
te maken en loonen te betalen naar behoo-
ren. Een der voorname hoofden onzer con
fectiebedrijven verklaarde mij kort geleden:
Mijn familie in Duilschland betaalt voor
stoffen, Duitsch fabrikaat aldaar
meer, dan ik voor dezelfde stoffen, hier
ingevoerd, betaal.
Ik wil thans niet beginnen met opsom
men, hoe ons Nederlandsche volk, geduren
de de laatste dertig jaar in 't hijzonder, van
arbeid beroofd is geworden.
Men heeft tegen mij aangevoerd, dat in
landen, waar wel gezorgd wordt voor de be
scherming van eigen arbeid, ook werkloos
heid voorkomt, en soms zelfs in ergo mate.
Op dezelfde wijze had men mij ook kunnen
vertellen, dat dc gezondste mensch wel eens
ziek kan worden. En dan krijgt men do ver
gelijking tusschen den toestand van een in
zijn wezen gezond mcnsch, doch nu aangetast
door een hevige ziekte, waardoor hij aan zijn
legerstede gebonden is, en den toestand
van een ander mensch, lijdende aan een zoo
genaamd slcependc ziekte, die aan de
kwaal niets doet, en waarmee het langza
merhand achteruitgaat. Wanneer de ecistc
van zijn ziekto opstaat, dan i6 hij weer
van zessen klaar, doch met den tweeden!
blijft het tobben.
Op 't gebied van den arbeid moet echter
wel onderscheiden worden tusschen het land,
waar door nijverheid en bedrijf in hoofdzaak
'alleen voorzien wordt in eigen behoeften,
en die andere landen, waar men in over-
groote hoeveelheid werkt voor de wereld-»
markt. Nu kan liet natuurlijk gebeuren, dat
deze laatste landen in de groote ruimte met
elkander in botsing komen, wat bij een en-
jkel volk tijdelijk een stoornis in 't bedrijf
kan veroorzaken. Van groote waarde es het
dan, dat in elk geval eigen gebied blijft
voorbehouden. Bij de maatregelen dopr de
meeste landen ten behoeve van eigen arbeid
genomen, is het noodzaak, dat ieder land
zorgt eigen arbeid tot basis van zijn bedrijf
te hebben. Wie dit niet doet, gwoeft ge
heel in de lucht, en is van de warreling van
alle winden afhankelijk.
De meest dwaze bestrijding heb ik wol
ondervonden door Amerika tegen mij aan te
voeren; Amerika het land der wonderen en
der onbegrensdo mooglijkhcden. Bekening
houdende met de honderdduizenden, waar
onder voor een groot deol het uitschot der
volken, dio jaar in jaar uit Amerika bin
nenstroomen, zou men gewoonweg moeten
denken, dat een groot deel cr den honger
dood moet sterven. En toch verneemt men
daar niets van. Maar welk een a r b c i d s-
vormeerdering moet daar dan ook jaar
op jaar wezen om aan al die massa's werk tc
verschaffen! Laat deze arbeidsvermecr-
dering een oogenblik alleen maar gestuit
worden, wat moeten de gevolgen daarvan
zijn. En wanneer er nu nog eenige stagnatie
in het bestaande bedrijf bijkomt, is de ellen-
do spoedig groot. Men doorleeft dan een cri
sis, doordat de gewone welvaart onderbro
ken wordt, doch men zit niet verlegen. Er
is ten gevolge van den gewonen bloei veer
kracht bij het volk, waardoor men in staat
is het diepe zakken te voorkomen en er
zich spoedig weer boven op te heffen. Als
wij ons leed zoo goed konden dragen als Ame
rika het zal doen, met zijn vele behoeften,
dan was er reden voor ons om heel wat min
der bezorgd te zijn.
Bij het tc grabbel gooien van onzen natio-
nalen arbeid komt nog iets anders, een
kanker in onzen volksaard. Het wordt als
een voornaamheid geacht, zijn goederen uit
het buitenland te betrekken. Zoo is het voor
gekomen dat een smid geroepen werd om
hij een dame een kachel te plaatsen. Me
vrouw had de kachel laten komen uit Parijs.
De smid kon Diet nalaten te vragen, waar
om zij dat stuk uit Parijs had laten komen.
Wel, was 't antwoord, hier is zoo iets niet
te verkrijgen. Zoo niet, Mevrouw, maar ik
verklaar U, dat ik de kachel gemaakt heb,
daar staat mijn naam. Het grappige van
het geval was, dat hij als kachelsmid door
bijzondere omstandigheden de levering had
gekregen van kachels aan een groot huis
in Parijs, en dat hij nu de door hem zelf ge
maakte kachel, die een tocht over Parijs had
gemaakt, mocht plaatsen hij de dame, die er
nn zoo wat h.et dubbele van den prijs voor
betaald had.
Eenige jaren geleden deed een Leidsch fa
brikant een offerte bij een Fransch grossier.
Bij gelijke kwaliteit was de prijs iets lager
dan van de inlandsche (Fransche) aanbiedin
gen, doch zoo besloot de grossier dan
zal ik toch maar liever de levering gunnen
aan een landgenoot, om eigen industrie te
steunen. Aan zulk een nationaal gevoel
is bij ons geen denken. In 't buitenland be
stellen, dat getuigt van grootheid, en als
het dan nog enkele centen goedkooper is,
dan is de daad geheel natuurlijk en gewet
tigd. Slechts enkele dagen geleden is onze
regeering er nog in voorgegaan, waarop iu de
Twe.de Kamer nog aanmerking is gemaakt.
Om een klein verschil is de order aan een
buitenlander gegeven, en de onzen mochten
toezien. Men acht het beter aan onze werk
loozen een dubbeltje te geven, en duizenden
gulden.werkloon in den vreemde te laten
verdienen. En wanneer dan in den Lcid-
schen Baad. nog een stem opgaat, die om
lucht en leven schreeuwt, dan wordt zulk een
stem als ontijdig en misplaatst geoordeeld,
cn meent zelfs de Voorzitter door interrup
tie die heenwijzing naar gezonder toestan
den te moeten afbreken. Zoo diep zijn bij
ons geestkracht en energie gedaald. Het
schatrijke Holland van vroeger wordt lang
zamerhand meer en meer een land van be
deelden. Do millioenen zijn op de geld
markt. in buitenlandsche ondernemingen ver
speeld. Ons werk laten wij voor een over
groot deel in den vreemde verrichten, terwijl
wij zelf meermalen met ledige handen staan.
En dan gaan wij in den Baad eens bij el
kander zitten om te praten over steun aan
werkloozen, terwijl de regeering zich mag
bezig houden met het verleenen van onder
stand aan arme gemeenten, Amsterdam
vooraan.
Hoe zijn wij ontaard van den geest der
vaderen
Doch spreek daar niet over, en wijs niet
op de ziekte in onze staatshuishouding, want
dan zijt ge huiten de orde en wordt u liefst
het woord ontnomen.
Met dank voor do plaatsing,
Hoogachtend,
Uw Dw.,
Leiden*, 1 Moi 1908. W. PERA.
Gemeenteraad van Itynaburg.
Afwezig wegens ziekte wethouder H. van
Egmond; er is één vacature. Voorzitter: de
Burgemeester, de lieer B. van Ham.
Door den Voorzitter wordt het verslag
van den toestand der gemeente over 1907
aangeboden.
Ingekomen was een schrijven van den lieer
A. Collce, hoofd der O. L. Sch., cn van mej.
Collee, onderwijzeres in de nuttige handwer
ken aan die school, ora verhooging van sa
laris, enz.
In verband met dit schrijven, deelt de
Voorzitter mede, dat volgens een artikel in
het salariswetje do verordening op de salaris
sen der onderwijzers moet worden herzien.
Dc heer Van Itcrson stelt voor het salaris
van den heer Collee met f 50 te verhoogen
cn diens woninghuur ie bepalen op 250
(tot heden is die woninghuur bepaald op
f 175).
De Voorzitter stelt voor de verhooging
van do woninghuur op f 250 bij afzonder
lijk schrijven ter goedkeuring aan G'ed. Sta
ten to zenden. Wordt aangenomen.
In hoofdzaak worden nu de volgende ar
tikelen der verordening op dc salarissen van
onderwijzers vastgesteld: Aanvangssalaris
voor het hoofd der school f 900 50 bo
ven het minimum), verder de voorgeschreven
wettelijke verhoogingen. Aanvangssalaris on
derwijzers f 500 (minimum), verder de voor
geschreven wettelijke yerhoogingende ge
huwde onderwijzer met meer don 28-jarigen
leeftijd ontvangt f 60 tegemoetkoming in wo
ninghuur; bij ziekte wordt 6 maanden vol
salaris uitbetaald; bij langduriger ziekte zal
een nadere regeling worden getroffen; tij
dens het vervullen van militieplicht wordt
7s salaris ingehoudenenz.
Vervolgens brengt de Voorzitter ter tafel:
„belooning van deskundige," belast met heit
bouwtoezicht.
B. en Ws. stellen voor die te bepalen op
f 2,60 per perceel, tot een maximum-bedrag
van f 25 per jaar.
De heer Van Iterson betwijfelt of voor
dio belooning wel iemand te vinden zal zijn
De heer II. den Haan vindt die belooning
ook te gering. Er moet iemand zijn, dio
deze taak verricht, en er is werk genoeg
voor; beter is het een vaste som* hiervoor
lut to trekken. De iheeren Van Iterson en
Hogewouing zijn het daarmee eens cn wil
len dio bezoldiging vcor één jaar bepalen op
f 50. Aangenomen.
Do Voorzitter herinnert er aan, dat in een
vorige vergadering de wensch is uitgespro
ken art. 2 van de Verordening op het heffen
van den H. O. to wijzigen. Hij gelooft aan
het verlangen van den Baad te voldoen door
dit punt nu aan de orde to stellen.
Na langdurige discussie wordt tot de vol
gende redactie besloten: „Belastingschuldig
zijn, voor zooverre hun inkomen meer dan
f 400 bedraagt, hoofden van gezinnenle
den des gezins, die een eigen inkomen ge
nieten uit kapitaal en onroerende goederen;
en afzonderlijk wonende personen.
Nog is ingekomen een schrijven van de
heeren N. van Egmond en J. van Iterson,
raadsleden, waarin deze hecren verzoeken'
voortaan de Baadsvergaderingen met gebed
te openen, waaraan zij het alsdan uit te
spreken gebed toevoegen. Het Dagelijksch
Bestuur ondersteunde dit verzoek, dat door
alle leden werd ingewilligd.
Besloten wordt om advies in te winnen
van een deskundige over den verbouw van
een der schoollokalen met bestemming voor
Raad- en Trouwzaal.
Ten slotte werd behandeld een schrijven'
van den heer G. den Haan, waarin deze
herziening verzoekt van de verordening op
het fietsrijden. Hij en zijn dochter zijn &1
ecnigo malen omver gereden.
Gesteld in handen van B. en Ws.
De rondvraag gaf nog aanleiding tot eeni
ge besprekingen, waarna de vergadering
werd gesloten.
Gemeenteraad van Zegwaard.
Tegenwoordig zijn alle leden.
Meegedeeld wordt, dat door Ge. Staten zijn
goedgekeurd de kohieren hoofdelijken om
slag, hondenbelasting en schoolgeld. Verder
wordt meegedeeld bet proces-verbaal van kas-
opneming, waaruit blijkt, dat op 9 April
j.l. in kas was f 2435.42.
Nog is ingekomen het rapport van den
gemeente-opzichter naar aanleiding van de
opdracht om een onderzoek in te stellen*
naar den muur, staande voor het erf van.
den metselaar Pluimer. Hoewel deze muur
er zeer vervallen uitziet en nu niet direct
getuigd voor den goeden smaak van den;
metselaar, levert hij echter geen gevaar op,
zoodat B. en Ws. zich bepalen tot mede-
dceling van het rapport.
Voor kennisgeving aangenomen.
In de eerste plaats wordt vastgesteld het
kohier der schoolgelden over het eerste kwar
taal 1908 tot een bedrag van f 51.45.
Vervolgens wordt een wijziging aange
bracht in de instructie van don gemeente
ontvanger, waardoor het mogelijk wordt het
kasgeld, clat niet direct noodig is, rentege-
vend te kunnen beleggen op de Spaarbank.
Daarna werdt besloten voor gezamenlijke
rekening to dempen een sloot, die loopt tus
schen het eigendom van de gemeente achter
het huis van den veldwachter Rademakor
en het erf van Van der Smit.
Hierna komt in behandeling het in de
vorige vergadering aangehouden adres van
de afdeeling van de Holl. Mij. van Land-'
bouw om een tweedy vrije, paardenmarkt
liier te houden, en wel op den Woensdag
voorafgaande aan de in October in Gouda
tc houden paardenmarkt.
Met algemeene stemmen wordt besloten
gunstig op het verzoek to beschikken, doch
ook op deze markt marktgeld te heffen van
25 cents per paard en do goedkeuring van
Ged. Staten op dit besluit te vragen.
Ten slotte wordt besloten voor rekening
der gemeente een brandbluschapparaat „Plu-
vius" aan te schaffen, waarna de vergade
ring wordt gesloten.
Ver valsching van een spaar
bankboekje.
Tegen den brievengaarder N., to Mak-
kinga, is voor de rechtbank tc Heerenveen,
wegens ver valsching van een postspaar
bankboekje, g.cischt H jaar.
Het O. M. bij het Haagschc kantongerecht
vorderde gisteren boeten van 25 legen
verschillende melkslijters cn -slijtstcrs we
gens verkoop of in voorraad hebben van
door den gemeentelijken keuringsdienst af
gekeurde melk.
erduistoring Meineed
Valse 1) beid in gescli rif te
O pl i c h t i n g.
Vtrvolg der Zitting van gisteren.)
Al zeer geruime tijd verliep met het ver
hoor van een neefje van den overledene,
een jongmenseh, dat daar van jongs aan
huis was en voor den anderen man corres
pondentie en ietwat administratie bijhield.
Hij gaf nogal hoog op, van allo dingen tc
weten en zooveel gehoord te hebben. Zoo
heette het dan dat oom, toen in de laatste
veertien dagen van zijn leven dc eerste be
klaagde hem zoo vaak bezocht, zou gezegd
hebben: ,,'t Is niet voor niet dat ze zooveel
bij rao komenik krijg nog genoeg geld van
zcl" Oom was niet bezorgd ten opzichte
van bokl., hij vertrouwde ze ton volle, maar
dat hij zulk een décharge zou hebben ge-
teekend, kon getuige niet gelooven.
Toen hot aankwam op de kist, verklaarde
gok, dot hij door de bekl. geroepen werd
om die te openen, iets wat deze befiliet
ontkende.
De prolongatie-akte, welke do President
hem voorhoudt, zegt hij nooit gezien te heb
ben. Aan den Officier verklaart getuige,
dat, indien de schuld waro afgedaan, do
overledene er wel met hem over zou hebbon
gesproken.
„Ik wist dat de schuld in de duizenden
liep", zegt hij, „maar een som is niet ge
noemd."
De beide verdedigers stellen getuige heel
wat vragen, waardoor het jonge mensch nog
al in het nauw wordt gebracht. Hij, de ai-
les-weter, blijkt dan van zeer veel niet te
weten; erger, komt telkens \in tegenspraak
met het door hem bij den rechter-commis-
saris verklaarde, of wordt betrapt, dat hij
bij dit verhoor niet repte van de verkla
ring, die hij nu in de zitting to berde bracht,
Krijn's zeggen namelijk, als moest hij van
bekl. nog zooveel geld hebben. Opmerkelijk
dat in de blauwe cahiers, waarin van alle
vorderingen nota was genomen, geen letter
van die „schuld in dc duizenden" voor
komt.
Na dezen getuige wordt gehoord de heer
J. H. 'anjer, inspecteur van politie, om
trent al hot door hom in beslag genomenn.
Hij verklaart daarbij nog, dat de twcccrc
bekl. hem had gezegd, dat de geldkist door
een smid is moeten geopend worden, iets
wat tot op dit oogenblik in vorige verhoo-
ren ontkend werd, alleen door den „tegen
voeter". Yan Reenen bij sterk vermoeden
werd in het midden gebracht.
Na de pauze werd gehoord dc heer J. O.
Post, accountant, als deskundige, omtrent
de boeken van beklaagde, waaromtrent door
hem rapport was ingediend.
Het tamelijk uitgebreid rapport van den
accountant-deskundige oordeelt in z63 een
elusion ongunstig. Dc mondelinge verkla
ringen van bekl., worden door de boeking
weersproken, hetgeen getuige in zijn toe
lichting nader meent aan tc toonen. En
nu volgt voor do groene tafel een zeer uit
voerig debat tusschen don tweeden be
klaagde, deskundige en verdedigers tegen
over de Rechtbank, waarin vooral mr.
Besier, do ambtenaar van het O.M., zich
doet gelde® en o.a bekl. waarschuwt hier
geen toon aan to nemen als in de instruc
tie het geval was geweest.
Bekl. weet echter do administratie dap
per te verdedigen in verband met dc za
ken en geeft inzonderheid omtrent de
1400 gld. hypotheek Dicpenbroek en lOdu
gld. hypotheek Do Vries, zoodanig ver
klaringen dio dcliijn van juistheid heb
ben, dat het O.M. gelet op verklaringen
en niet- ve rkl aringen in dc instructie
(bekl. zogt dat geweigerd werd voldoende
iüzage van de boeken to verkrijgen) re-
quireert heropening van de instructie,
niot alleen wijl ter terechtzitting zooveel
nieuwigheden zijn gebleken, waarover
slechts vaag kon worden gedacht, maar
ook wegens zoo menig aangevoerd ver
weer.
Hiertegen kwam mr. Van Gigch, als ver
dediger, met klem op. Do animositeit tus-
sohen rcchtcr-commissaris en bekl. maakte
misschien dat niet alles werd genotuleerd,
maar is daarom hier niet als nieuwigheid
aan te merken. Van zooveel dat van an
dere wel was genotuleerd, hoorde men hier
tegenspraak op tegenspraak. En wat
pl. verheugt zoovele verdachtmakingen
smolten weg als sneeuw voor do zon. Bost
kan door Rechtbank en verdedigde de
zaak tot klaarheid worden gebracht.
Niet te verwonderen dat bekl., nadat hij
gelegenheid kreeg dc stukken to bestudee-
ren, en daarbij intelligent jongmenseh, die
den ernst en het belang begrijpt, nu hij uit
de donkere detentie komt in het volle dag
licht, zijn bovinding mededeelt, "^aarbij
komt dat de verdediging ook van haar kant
zich door een accountant heeft, laten voor
lichten, zoodat zij nu de zaken tot in de
puntjes kent en niet de minste behoefte
heeft aam den rechter-commissaris. Waar
zou het heen met alle andere zaken, indien
bij verweer die weg word ingeslagen 1
Het papicrtjo met de aanteekening „Van
Boenen heeft de valsohe akte gemaakt",
heeft men in het Huis van Bewaring met
andere papieren van beklaagde voor den
dag gehaald en die aanteekening verdacht.
Wat is natuurlijker dan clat de van zijn
vrijheid beroofde zich verdiepte in de be
schuldiging en dingen opteekende vooir zich
cn zijn advocaat. Het saisissceren van die
papieren was, zegt pl., zachtst genomen
niet kiesch
Waar bekl. reeds 6 maande.: in preven
tieve hechtenis doorbrengt, ziet pl. ook
daarin een reden die hechtenis niet door
een nieuwe instructie nog langer cn pijn
lijker te maken.
De andere verdediger, mr. Asscher, zegt
zich te verheugen, dat do eisch van liet
AI. reeds nu leidt tot een prélude van het
pleidooimaar eveneens is hij ontroerd dooi
den eisch dien het O. M. stelt nu de jonge
mun na 7 maanden den dageraad ziet glo
ren, waar reeds zooveel is gebleken ten
nadeele van do beschuldiging. „Niet alleen
zegt pl., verzet ik mij tegen een heropening
van de instructie, maar ik vorder krach
tens art. 116 Sv. onmiddellijk in-vrijhetd-
stelling van den onwettig gedetineerden
tweeden beklaagde. (Dit artikel houdt in,
dat indien na 3U dagen de instructie niet
is geëindigd, een beklaagde weer in vrijheid
moet worden gesteld). Beklaagde is gehoord
op 25 November, daarna c 24 December,
eindelijk op 13 Januari, en 3 Februari
is do zaak naar openbare zitting verwezen
on geen bevel van de Rechtbank is gekomen
om de preventieve hechtenis te verlengen.
Zich beroepende op een adres van den Hoo-
gen Ilaad cn een vonnis van dc Amstcrdum-
sche Rechtbank van 1899, vordert pleiter
onmiddellijke iu-vrijheid-stelling van bekl.
Na re- cn dupliek beg if dc Rechtbank
zich in Raadkamer.
Bij haar tcrukccr het was halfzeven ge
worden dceldo dc President als haar be
slissing mede, dat geon termen waren gevon
den de instructie te heropenen en gelastte
zij de onmiddellijke in-vrijheid-stelling nfi
den tweeden beklaagde uit de preventief#
hechtenis.
Woensdag e. k. voortzetting.
foor de Amstordamsche rechtbank word
gisteren de volgende zaak behandeld:
Een 8-jarigo jongen, opgestookt door eea
13-jarigon knaap en zijn broer, schold een
vrouw, die in den avond van 6 Februari
een water-en-vuurhuis in de N. Z. Arm
steeg te Amsterdam binnenging, als gewoon
lijk onder den invloed.
Toen do vrouw mot een emmer kokend
water het water-en-vuurhuis verliet, voer
zo hevig uit tegen de knapen.
De moeder van den 8-jarigen knaap, die
op het lawaai uit het raam barer woning
was gaan liggen, gaf aan de vrouw haar
verbazing te kennen hoe het mogelijk waa,
tegen kinderen zulke gemeene scheldwoor
den te uiten, maar de vrouw, toen nog
woedender geworden, pakte met beide han
den den emmer met kokend water op en
stortte den inhoud over de haai* belagende
jongens uit.
Een vrceselijk gegil steeg cr nu uit de
bende op. Twee jongens waren door het ko
kende water getroffen: de 8-jarige kreeg
I ov r linkerarm en gezicht brandwonden
van den lsten en den 2den graad, den 13-
jarigen knaap verd de linkerzijde van het
gezicht verbrand.
Do moeders lie.pen in allerijl met haar
kroost naar het Binnengasthuis en een ver
pleging in de Willcnistraat, waar de jon
gens werden behandeld.
Ernstige gevolgen had het gebeurde voor
dc jongens niet. Wel voor de vrouw, want
die stond gisteren voor de 4de Kamer der
Rechtbank alhier terecht wegens voortge
zette mishandeling.
De eisch van het O. M., jhr. mr. Quin-
tus, was 2 maanden gevangenisstraf.
12 Mei a. s. uitspraak.
Flores.
Dr correspondent te Batavia van de „N.
R. C." seint:
„lOfficieel). Den 12den April zijn twee
bivaks te Soekoeria (Boven-Endeh) door
groote benden overvallen en in brancl ge
stoken. Sergeant Dc Kok en twee mare
chaussees sneuvelden, 4 marechaussees en
2 dwangarbeiders werden gewond. Luite
nant Tubbers trok op Endeh terug. Kapi
tein Spruyt vertrok naar Soekoeria".
De „N. R. C." teekent hierbij het vol
gende aan:
Het is een vreemd verschijnsel, dat een
regeeringstelegram op weg van Indië naar
do redacticbureau's van Staatscourant en
Nederlandsche dagbladen een gedeelte vao^
den inhoud kwijt raakt. De lozer, die het
opc;nomen regeer ingstelegram over de
jongste gebeurtenissen op Flores verge
lijkt met het thans door dezen correspon
dent overgeseinde officiecle bericht, zal
ontwaren, dat in eerstgenoemd telegram
de mededecling onthouden werd, dat de late
luitenant L. J. J. M. Tabbers (niet Tub
bers) zich verplicht heeft gezien op Endeh
terug to trekken. Dit kan als eenvoudige
oorzaak hebben, dat. dio officier met het bi
vak ook zijn levensmiddelen en munitie
grontcTidcols in do vlammen zag opgaan,
zoodat hij alleen daardoor genoodzaakt
werd Bovon-Endeh te verlaten. Maar het
kan ook zijn, clat hij zich te zwak voelde
om tegenover liet verzet op groote schaal
den toestand te blijvon beheerschen.
Dat de energieke kapitein pruyt onmid
dellijk, zeker met do noodige troepen, naar
Soekoeria ging om daar den toestand te re
gelen, ligt voor de hand.
Aan de familie van den sergeant Wülem
Johannes de Kok, te Rotterdam, is vanwe
ge het departement van koloniën medege
deeld, dat genoemde sergeant 12 April bij
de overvalling van zijn bivak, in Soekoeria
boven Endeh, is gesneuveld.
Atjeh.
Do correspondent te Batavia van dc „N>
R. C." seinde gisteren verder:
„Bij een klewarr ,anval in Djeumpa op
een groep infanterie werden de sergeaCt
Foiger, die minderen en zeven dwangar-
i bciders gewond.
„In Peueangan werd de telephoon ver
nield. Het laatste maandverslag over Atjeh
luidt ongunstig."
Hierover valt. niet veel te zegge teekent
de „N. R. C." aan. Wij beleven in Atjeh
nu eenmaal een onrustigen tijd. Nog een
onderzoek als pas werd ingesteld en we heb
bon misschien kans, dat de Atjehverslagen
er nog heel anders zullen gaan uitzien. De
Atjeher is er nu eenmaal vast van over
tuigd, dat wij nooit bij een eens aangeno
men gedragslijn blijven volharden. Voor
hei i is het een feit, dat aan een krachtig
bestuur weer gauw een einde moet komen,
ab bij maar volhoudt. Zoo'n onderzoek doet
hem licht denkon, dat er weer verandering
op tii is, en hij tracht in die richting het
zijne tc doen
Uit het thans geseinde behoeft dit alles
wel niet rechtstreeks tc volgen, het veron
derstelde verband is echter mogelijk.
De Directeur van het Postkantoor te
Leider, brengt ter kennis, dat ingaande
«1 Mei do derde cn vierde lichting der
hulpbrievenbussen 15 minuten zullen wor
den vervroegd.
De tijden van lichting op de borden bo
ven do bussen zullen binnen eenige dagen
worden gewijzigd.
Do Directeur.
H. EEKHOUT
NOORD WIJ KICKHOUT. Geboren - Cotbarin»
Maria Johanna, D van 1\ von den Buig en C.
van Seggole». Cornelia Maria. D. van Th. van
der Wiel on A. Bank. Maria Johanna an
Heudnkne Autouiua, D. en Z. van V. Pompa an
A. van Denser. Theodoru* Johannes, ran
\V. P. Waimctboven en A Jansen.
Overleden: Peli onolla Core! 53 j.
G e h u w d: Johannes immeizeel 25 j. en Johanna
Meylaud 30 j.
Ondertrouwd: A. do llylc en G. Meeuwaq-
oord, beiden alhior. Th. \V. C. Jonkheer, t#
iiillegoiu, en A. Oosldani, alhier.