N«. 14755 Zaterdag 28 Maart. A#. 1908. §eze gourant wordt dagelijks, met uitzondering van t£pn- en feestdagen, uitgegeven. Dit nommer bestaat uit VIJF Bladen. Offieieele Kennisgeving. De Vredesbeweging. FEUILLETON. Haar plicht getrouw. LEIISCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANTi Voor Leiden per week 6 Oentei per 8 maanden 1.10. Eclten Leiden, per looper en waar agenten geeeetlgd lijn 1 1.30. Franco per poet1.66. PRI.TS DEP. ADVERTENTIES t Van 1—8 regels 71.06. Iedere regel mser 70.17). Grootere letters naar plaatsruimte. Kleine advertentiën y&d 30 woorden 40 Oents contant j elk tiental woorden meer 10 Oents.- Voor het inoasseeren wordt/0.05 berekend. Voopjaapsschouw, Burgemeester ea Wethouders van Lelden, Gezien artikel 17 der verordening van den 6den Juli 1899 (Gemeenteblad No. 15), laatstelijk gewijzigd bij de vorordening van den 6den December 1900 (Gemeenteblad No. 34); Bic ïgen ter kennis van belanghebbenden, dat te beginnen met Maandag April k. zullen geschouwd worden: alle wegen, lanen, paden, straten, kaden, pleinen, hofjes, stegen sloppen, of poorten en gangen, benevens de daarin gelegen of daartoe bchoorende bruggen en andere kunstwerken, voorzoover die bijzonder eigendom zijn en met gedoogen van de rechthebbenden voor het publiek verkeer openstaan; en alle wateringen en slooten en do rio len, ter vervanging daarvan gemaakt, be nevens do daartoe behooreade sluizen, dui kers, buizen, tocgangskokers ea dergelijke werken, voorzoover die bijzonder eigendom zijn. Burgemeester en Wethouders voornöemd, DE RIDDER, Burgemeester., VAN HEY8T Secretaris. Leiden, den 5d_u M^art 1908. Vrijdagavond hield Jhr. mr. H. W. van Asch van Wijok, lid der Tweede Kamer der 'Staten-Generaal te Arnhem, voor do aid. Leiden van den Alg. Ned. Bond „Vrede door Recht" in het Nutsgebouw alhier een voordracht over de Vredesbeweging. Het scheidsgerecht, aldus ving spreker aan, is geen moderne uitvinding. Toen de cultuur ten tijde van Pericles in Grieken land haar hoogtepunt had bereikt, werd al dc behoefte gevoeld aan het beslissen van strijdpunten tusschon Staten door mid del vac scheidsrechterlijke uitspraak. In do middeleeuwen vinden wij er sporen van terug. De koopsteden Genua cn Venetië en do Hansa pasten haar toe, doch verder vond de arbitrage weinig toepassing in de practijk. Eerst in de 19do eeuw kwam do vredesbeweging van het studeervertrek op practisoh terrein. De kwaker David Dodge richtte in New-York den eersten yrodesbond op. Na verder do vredesbeweging en haar üitingen gedurende de laatste eeuw te heb ben geschetst, kwam spreker tot de eerste Haagsolie Vredesconferentie, die aan do practisoho toepassing v-.vi do arbitrage-ge dachte een grooten stoot gaf. De gedachten, welke Tsaar Nicolaas II bezielden, toen hij do eerste vredesconfe rentie bijeenriep: dat het mogelijk zou zijn tot een vergelijk te komen om de mi litaire lasten niet te verzwaren, is niet verwezenlijkt. Ook niet door de tweede vredesconferentie. Dit was te verwachten, volgens spreker. De militaire lasten, waaronder de Staten gebukt gaan, zijn niet de kwaal zelf, maar een kenteekon daarvan; het is de pijn, die de zieke, toni gevolge van de kwaal, lijdt. De kwaal zelf is het ontbreken van orga nisatie der Staten; de rêchtlooze toestand, dia tussohen de Staten heorscht. Door het ontstaan van een rechtstoe stand zal op natuurlijke wijze het militai ri&me verdwijnen. De eerste vredesconfe rentie sloeg den goeden weg in door een Hof van Arbitrage te stichten en het vol kenrecht te oodificeeren. Daarom is zij niet een mislukking, maar beslist een suc ces. Ala burgers van den Staat genieten wij persoonlijke vrijheid. Wij behoeven onszel- ven en ons goed niet te verdedigen, om dat wij leven in een Staat, waar de over heid bij machte is onze rechten te verde digen. Tusschen do Staten bestaat echter nog geen rechtsorde. Zij kunnen de middelen, om zich te verdedigen, nog niet missen. Het recht van den sterkste heerscht er nog. Indien de burger niet zeker is bij de overheid bescherming van zijn rechten te vinden, is het zijn dure plicht zelf daar voor te waken. Zoo mag ook de Staat, waar het recht tussohen de Staten niet gehand haafd wordt, niet tot ontwapening over gaan. Het anti-militairismo is daarom in strijd met gezonde begrippen van zelfver dediging en eergevoel. Het wil vrede, maar niet op den grondslag van recht. Het ia een lafheid en dwaasheid, meende spr. Voor men een volk de middelen ontneemt zich te verdedigen, moet men zeker zijn, dat aan zijn vijanden de middelen zijn ontno men, het aan te vallen. De geschiedenis leert ons volgens spr. hoe gevaarlijk en dwaas het i3 onze defensie te verwaarloo- zen. De anti-militaristen beweren zedelijk hoog te staan. Ten onrechte, volgens spr. Zij zijn integendeel gedaald tot het zedelijk peil, waarop het rechtsgevoel niet meer reageert. Zal het ooit zoover komen dat door het intreden van een rechtstoestand tusschen de Staten algeheel© ontwapening mogelijk is? Spr. meent dat het ligt in den aard dor dingen. Op elk gebied des levens valt ont wikkeling waar te nemen, die naar hoogere eenheid streeft. Do persoonlijke vrijheid is ook verworven, waarom zou niet de vrij heid der Staten to verkrijgen zijn? Stonden vroeger de volken economisch geïsoleer-1 tegenover elkander, thans is in do gehecle cultuurwereld één maatschappe lijk leven ontstaan en zijn in die cultuur wereld do mensehen van elkander afhanke lijk geworden. Door deze maatschappelijke levenseenheid doet de behoefte aan rechts zekerheid tusschen de tot de cultuur be- hoorende Staten ziv-h steeds meer gevoelen. Door do rusteloos voortschrijdende techniek op het gebied van het oorlogsmateriaal dreigen de oorlog en zijn gevolgen zelfs do grondslagen van het economische leven in de gehcele cultuurwereld aan te tasten. So ciale factoren zullen zeker daarom er toe medewerken de vrijheid der volkeren te bevorderen. Maar ook zedelijke. De moraal wordt meer dan vroeger als ondeelbaar beschouwd. Dezelfde beginselen, welke de verhouding tusschen de burgers bepalen, moeten dit ook doen tusschen de Staten. Eenheid in het leven is ook voor de volken levenseisch. En wanneer eenmaal de geheele wereld eultuurstaat is geworden en er dus één Staat is. die alle Staten der wereld om vat, kan tot ontwapening worden overge gaan. De Romaansch-Germaansohe cultuurpe riode, waarin wij leven, omvat de gcheelo wereld nog niet. Het ontwakende China, het moderne Japan e. a. staan daar buiten. Eerst wanneer de Slateu zich tot hefc Chris tendom bekeeren en tot het zedelijk peil stijgen, waarop onze beschaving staat, kun nen zij in onze cultuurwereld worden opge nomen. De Assyrisch-Babylonïsche, de Egypti sche, de Grieksch-Roinaanache beschavingen zijn ten gronde gegaan. Zal de Romaansch- Germaansche de laatste periode zijn? Of zal zij door een Aziatische worden gevolgd? Hoe het zij, vrede door recht kan cersi op aarde hcerschen, als do geheele wereld een georganiseerde eultuurstaat is. Ten slotte behandelde spr. nog twee vra gen: lo. Wat is het doel der vredesbeweging? 2o. Wat is in de vredesbeweging de roo ping van het Nederlandsche volk? De vredesbeweging heeft ten doel het hooge ideaal van de vrijheid der volken aan de wereld te toonen en haar te over tuigen, dat het niet het product is van een overprikkelde phantasie, maar hefc natuur lijk gevolg van de ontwikkeling der dingen, de kroon der beschaving. Haar komst kan verhaast worden door het geloof in haar verschijning. Dit zal geschieden, indien de geheele wereld doortrokken wordt door de beschavende beginselen 'van het Christen dom. En wat het antwoord op de tweede vraag betreft: in Nederland is het zaad van de intemationalo rechtspraak gestrooid. De geheele pacifistische wereld vestigt op Ne derland baar blikken. Wij moeten het brandpunt worden, van waaruit dc vredes- gedachte haar verwarmende stralen over de wereld verspreidt, het zendingsvo-lk der vredesgedaehte zijn. Wij bezitten in den strijd voor de vrijheid een titel als bijna geen ander volk. Dezelfde geheimzinnige macht, dio onze vaderen in staat stelde wonderen van dapperheid te verrichten: het woord van God, moet ook ons bezielen in don strijd voor de vrijheid der volken, aldus besloot spr. zijn luid toegejuichte rede. De voorzitter, prof. dr. H. A. Lorcntz, sloot de vergadering met een woord van dank aan spr. en hoorders. BODEGRAVEN Gisteren werden hier ter keuring aangeboden 1 vijfjarige stier, 1 driejarige, 15 tweejarige en 20 éénjarige stieren. Prijzen werden behaald door A Veelenturf, te Bodegraven, 100, voor den vijfjarigen stier „Hendrik"; N. Plomp, te Nieuwkoop, 150, voor den tweejarigen stier „Alison"; P. Rijlaarsdam, te Bar- woutswaarder 100, voor den tweejarigen stier „Rudolph"; O. de Kruijf, te Zwam- merdam, 50, voor den één jarigen stiei „Cesar"M. van Briemen, te Bodegraven, 50, voor den éébjarigen stier '„Fr. derik"; A. Vernooy, to Bodegraven, 100, voor den éénjarigen stier „Willem"; W. Kok, te Bo degraven, 100, voor den één jarigen stier „Matador". Het vierjarig dochtertje van v. N op de Noordzijde alhier, is al spelende in den Rijn gevallen en verdronken. Bij het eindigen van den cursus van de Ambachtstcekcnschool, alhier, zijn de gemaakte teekeningen en het overige werk der leerlingen, door Raadsleden, ouders der leerlingen en ander© genoodigden bezich tigd. Hoogst voldaan was men over het geleverde werk. Door de „Vereeniging tot 5-jaarlijk- scho herdenking van do troonsbestijging van H. M. do Koningin," alhier, is op de gehouden ledenvergadering het volgende voor loop ige programma vastgesteld voor de feestelijke herdenking in den nazomer van 1908: bedeeling aan arme ingezetenen, gekostumeerde historische optocht, oplaten van een luchtballen, volksspelen en het ge ven van enkele tableaux- Als feestterrein is door den heer W- van der Giesen bereidwil lig het stuk land afgestaan nabij het dorp, dat zoo uitnemend voor dit dool gc&chikt is. HAZERSWOUDE. De ooievaar is weer neergestreken op het nest bij den landbou wer W. B. Bontje. In de algcmeeno vergadering der ver eeniging voor Christelijke belangen in de Ned.-Herv. kerk werd door den voorzitter dank betuigd aan de Clir. Meisjesvereeniging ,Lydia" voor de opbrengst der verloting, ten voordeele dier vereeniging gehouden. Het jaarfeest der Chr. Knapenvereeni- ging „Het Mosterdzaadje" werd geleid door den heer S. Huisman. Ds. J. J. van Ingen opende met gebed en toespraak. Gezang, voor drachten, samenspraken en verslagen wissel den elkander af. Alle aanwezigen werden van tijd tot tijd onthaald op chocolade, koek en krentenbrood. Ook namens de Chr. Jongel. Vereeniging „Eere zij God" werd een ge- lukwensch uitgesproken, waarna de oud-lei der N. van den Bosch, nog een hartelijk woord sprak en het samenzijn sloot met dank zegging. De collecte bracht op f 5.85. KOUDEKERK. Aan de Wod. R. G. Oppe- laar alhier, Is een vergoeding van 80 cent toegekend, voor lederen dag dat haar zoon als milicien onder do wapenen is. De vastgestelde kiezerslijst dezer ge meente bevat de namen van 218 kiezers voor de Tweede Kamer, 217 voor de Pror. Staten en 186 voor den Gemeenteraad. De verlofgangers der landweer, de lich tingen 1903, 1904, 1906, en 1907 dozer gemeente moeten den 27 April a. 8. voor 6 dagen onder de wapenen komen. Z{j be lmoren zich alsdan des voorm. 9 uur aan te melden te Leiden in de Morschpoort- kazerne. Door de kiesvsreoniglng Nederland en Oranjealhier Is, voor dë a s. verkie zing van een lid van den Gemeenteraad, candidaat gesteld, de heer B. de Jong, en door de kiesveroeniging Eendracht maakt machtde heer J. Oppelaar. Dank z() de ijverige naspeuringen van do R()k8- en Gemeentepolitie alhier is het gelukt de hand te leggen op een persoon, genaamd L. V., die sinds goruimen Lyd Koudekerk en omstreken door het stelen van •kippen en konijnen onveilig maakte. TER-AAR. De in deze gemeente vastgc- 8tcldo kiezerslijst voor den dionst 1908/1909 bevat de namen van 477 kiesgerechtigden te genover 465 in het vorige jaar. Door den boutschieter L. van Eijk al hier is in den Noord-Eindschen polder een ot ter geschoten wegende ongeveer 20 pond, welke hij heeft verkocht voor een bedrag van f 9. De alhier bestaande vereeniging „Onder ling Hulpbetoon" heeft een bestuur gekozen, dat onderling zijn werkzaamheden heeft ver deeld, n.l. H. J. M. Lindner, voorzitter; P. W. Kroft, vico-voorzittorJ. Hogenboom, secretaris; J. Visser, penningmeester; ter wijl als depothouders zijn aangewezen voor Langeraar J. Vork, voor Korteraar H. J. Schreuder, voor 't Papenveer J. de Lange, en voor do Kerkbuurt 't Gemeentehuis, het welk tevens als hoofdmagazijn zal worden gebezigd. Tot boden zijn benoemd J. Snij ders en J. Vork. Vereeniging lol Sev. der Boowlusst Ie Leiden. Zéven-en-negentigste vergadering, gehouden in het iïulsgebouic. Aan deze vergadering g-ing vooraf een kunstbeschouwing van plaatwerken welwil lend afgestaan door do hoeren J. van Dam en A. T. Kraan. De voorzitter do heer L. v. d. Laan opende do vergadering. De notulen werden goedge keurd. Voor de eerste maal gedurende het bijna 12Va-jarig bestaan der verocniging, trad er een spreker op, die ons nu eens voerde op een terrein voor velen nog onbekend, met het eigenaardig onderwerp: „Sprokke lingen op waterbouwkundig gebied". Deze spreker nu, de heer J. N. de Witte, opzich ter bij de Gemeente-Werken van Leiden, be gon met in 't kort een geographische be schrijving te geven van ons land, speciaal wat betreft de verdediging der kusten, zoo als ze daar zijn in natura en kunstmatig aan gelegd langs Noord- on Zuiderzee-stranden. Zoo oppervlakkig bezien zijn deze werken betrekkelijk eenvoudig, doch dat zc dit heusch niet zijn zette spreker in een reeks van technische beschouwingen duidelijk uiteen. Wij vernamen dan wat er alzoo langs onzen duinrand en onze zeedijken voor verwoestin gen kunnen worden aangericht door verschil lende oorzaken als stormvloeden bij Noordea- en N.Oostenwindenhoog- en laagtij gepaard met diverse zee-9troomingen en wat dies meer zij, en hoe onze waterbouwkundige ingenieurs door tal van vernuftig uitgedachte onder- en bovenzeesche kunstwerken, ons dierbaar Va derland trachten te beschermen tegen de on deugende golfjes die het bespoelen, afknab belen en trachten mede te sleepen. Aan de hand van een groote serie teeke ningen alle op waterbouwkundig gebied, en van een collectie aanwezig materiaal voor oeververdediging, gaf spreker na beëindiging zijner lezing nog een halfuurtje aanschouwe lijk onderricht. Al was het voor velen een nu niet zoo gemakkelijk te verteren kost, de heer De Witte is op zijn gebied zóó thuis, dat hij zijn mededeelingen in alles voor ieder duide lijk kon maken, eu deze als zoodanig niets te wenscben overlieten. Nadat spreker eenige vragen welwillend had beantwoord, was een woord van dank van den Voorzitter zeer op zijn plaats. Als leden werden toegelaten de hceren gebrs. Kenbeek cn B. Teepe. Op voorstel van den heer J. A. Verhoog werd besloten een voldoend aantal heeron tê trachten te bewegen, alsnog dezen zomer een bezoek te brengen aan de havenwerken van IJmuidcn en verder via het Noordzeekanaal aan Amsterdam. Na enkele besprekingen van bijzonderen aard sloot de heer v. d. Laan met een tot weerziens deze laatste vergade ring van het seizoen. F. A. W. 82) Nu richtte zij zich op uit haar neergebo gen houding. „Daarvoor is het te laat," zei zo zacht en toonloos. „Rcna!" Hot was een gil, waaruit angst en smart klonken. „Ja," herhaalde ze zekerder en nadruk kelijker; „het is te laatl Ik zou nimmer weer vertrouwen in je kunnen stollen. Wat je beweegt zoo tot mij te spreken weet ik niet. Is het een gril of is het werkelijk oen dieper gevoel? Misschien weet je het zelf niet goed. Dat, wat in mij is gestorven, kan niet weer wakker worden geroepen. Ik zal jou nimmer meer kunnen toebehooren. Je speelt waarschijnlijk ook maar met de ze mogelijkheid, zooals jo met je geheele leven hebt gespeelt. Je zoudt mij slechts opnieuw uit de mij dierbaar geworden om geving wegrukken, om mij dan weer koel bloedig te verlaten." „Neen, Renate; je miskent mij nu en ver geet, dat ik jo werkelijk liefheb. Laat mij toch niet tevergeefs smceken, je zult een beter mensoh van me maken. Ik gevoel het. Stoot men n--». terug in mijn mislukt leven; -jij, de reine, sterke, zal mij steun en kracht geven 1" Renate glimlachte bitter. ,.Ik heb zelf juist steun noodig. Wat zou ik voor jou kunnen zijn? Jij sterkt jo handen altijd slechts verlangend uit naar dat, wat je niet kunt krijgen. Evenwel, als jo het krijgt, dan is het reeds waatdeloos voor je gewor den. Doch, laten we niet verdér spreken, een samengaan tussohen ons is onmogelijk. Laten we in vrede van elkaar gaan." Trachwitz greep haar handen vast. Zijn oogen keken diep re de hare. „Meen je, dat ik niet weet, wat je nog standvastig doet zijn.?" riep hij hef tig uit. „Je houdt van Tornau. Heet het eens liegen aJs je kuntl" Zij kromp ineen on ze sloot een oogenblik haar oogen. Geen van beiden had bemerkt, dat Rolf von Tornau achter hen uit het bosch was gekomen. Hij hoorde zijn naam noemen en zag nu met de bitterste verwondering naar deze twee menschon. Renate sloeg haar oogen weer op en keek trotsoh, met een beslisten blik haar man aan. Toen zei ze zeker en kalm, met bijzon der welluidende stem: „Ik heet het niet liegen. Jij moet het weten, omdat je er wel eonig recht op hebt. Ja, ik bob Rolf Tornau lief, zooals een vrouw zulk een sterk, edel karakter maar lief zou kunnen hebben. Mijn hart behoort hem zoolang ik leef. Je hebt gelijk als je beweert, dat deze liefd© mede do reden is, da> ik jou nooit meer kan toebehooren, want als ik hem niet liefhad, zou ik waar schijnlijk uit medelijden wel .weer hij jou terugkomen. Maar liever zou ik willen sterven dan aan mijzelf en aan mijn hart ontrouw te worden. Al kan ik hem ook nimmer toebehooren, dan toch zal ook nim mer een ander weer eenig recht op mij hebben. Of je mij vrij laat of niet, ik weet niet of je volgens recht en wet mij nog ge bonden kunt houden, dat is me precies go- lijk, er kan toch nimmer meer een verhou ding van man en vrouw tusschen ons be staan. Innig blij ben ik, dat je mij mijn woord hebt teruggegeven, zoodat ik nog vandaag alles kan zeggen wat mij eenigen tijd zoo gedrukt en gekweld heeft." Trachwitz stampte woedend op don grond. Krampachtig balde hij zijn vuisten en hij beefde over zijn geheele lichaam van inge houden woede. Plotseling vloog hij op haar tee cn nam haar in zijn armen. „Meen jo nu werkelijk, dat ik me maar zoo kalm op zij laat schuiven 1 Nog behoor ,o mij Zij gaf een luiden gil en trachtte te ver geefs uit zijn omarming los te komen. Plotseling werd Trachwitz stevig bij zijn kraag gegrepen; hij viel neer cn keek ver schrikt om, ten einde te zien, wie daar zoo plotseling was verschenen. „O, bent u het, mijnheer von Tornau 1" stamelde hij. „Wat doet u bier?" llolf stond dreigend voor hem. „Dat zou ik u beter (kunnen vragen. Ik sta op mijn eigen bezitting." Renate was naar Rolf gevlucht; hij leg de zijn arm stevig om haar trillend lichaampje. Eén blik van geluk trof haar en plotseling herleefde zij weer. „Laat die dame los," gilde Trachwitz, „u hebt geen recht op haar." „Ik heb het recht haar to beschermen, wanneer zij onbeschaamd wordt lastig ge vallen." Trachwitz lachte spottend. „Dat zullen we nog eens ziern" Hij kwam dichter bij hen staan. „Renate, kom bij mij Zij klemde zich vol angst aan Tornau's arm. vast. Trachwitz knarste van woede op de tan den. „Wil je niet? Mijnheer von Tornau, laat die dame los; zij is mijn vrouw. Niemand behalve ik heeft eenig recht op haar." Rolf keek verschrikt in 1 enate's bleek ge zichtje, dat ze smeekend naar hem had op geheven. „Is dat waar?" Zij boog haar hoofd. „Ja, maar hij heeft geen recht meer op mijbij heeft mij schandelijk verlaten. O toe, bescherm mij tegen hem; later zal ik alles wel ophel deren," zei ze zacht. Toen bood hij haar kalm eon arm aan. „Ga mee, ik zal u wel thuis brengen. Mijnheer von Trachwitz, ik ben tot uw dienst, zoodra ik deze dame in veiligheid heb gebracht." Trachwitz keek hem met verwrongen ge laatstrekken aan. „Renate, je wil toch zoo niet van mij weggaan?" riep hij met een door smart verstikte stem haar achterna. Zij keek niet naar hem om. Hij zonk af gemat in elkaar en veegde zioh het zweot van het voorhoofd. Een roostelooze wan hoop overviel hem; met starren blik keek hij do twee menschen na, die dicht naast elkaar door het bijna ontbladerde bosch liepen, alsof ze bij elkaar behoorden. Toen balde hij zijn vuisten in hartstoch telijke woede en tusschen zijn tanden mom pelde hij: „Daar zal hij voor boeten." Plotseling werd er een hand op zijn schouder gelegd. Hij keek om en zag in Melanies bleek gelaat. Hij verwonderde zich er nauwelijks over, dat zij zoo plot seling voor hem stond. „U bent een dwaas, Trachwitz," snerp te ze hem toe. „Laat u werkcliik kalot toe» dat hij uw plichtvergeten vrouw wegvoert, alsof zij hem toobchoorde V' Hij keek haar strak aan. Toen kwam hij tot de ontdekking, dat zij wel getuige van de voorafgegane scène moest zijn geweest, en dat de afloop haar wenschen en verlan gens evenmin had bevredigd als zij de zij ne hadden. Hij lachte scherp cn bitter. „Dio is al evenzeer voor u verloren als mijn vrouw voor mij. Wij passen op het oogenblik uitstekend L i elkaar, mevrouw de barones." Zij schuddo hem toornig den arm. „Be denk toch wat u zegt 1 U bent dwaas en blind; hij mag u haar niet ontnemen, het recht is aan uw kantl" Weer lachte hij spottend. „Dat Jijikb maar zoo. Ik heb geen recht meer op haar, omdat ik haar heb verlaten en haar in ellende heb achtergelaten. Zij zal lieven sterven dan dat zc bij mij terugkomt; zoo veel heb ik wel begrepen. Staat u me toe, dat ik nu naar huis terugrijd. Ik voel mo niet erg wel." Hij maakte een buiging en in minder dan geen tijd had hij zioh op zijn paard geslingerd, alsof dc grond hem onder do voeten brandde. In vliegende vaart holdo hij weg, tusschen velden door, over allerlei hindernissen heen, maar nog steeds ging hot hem niet snel genoeg om die doodelij- ko wanhoop uit zijn hart te verdrijven. Zonder medelijden liet hij telkms cn tel kens de zweep onzacht op het paard neer komen. Voor een sloot aarzelde het paard even, waagde toen echter toch den sprong, maar kwam aan don andoren kant to val len en begroef zijn berijder onder zioh. ^Wordfc vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1