No. 1^49 LEÏDSCH DAGBLAD, Zaterdag: 21 Maart. Anno 1903. Een nieuwe gemeentelijke Leidsche zweminrichting FEUILLETON. Haar pEscht getrouw. Gemengd Nieuws. Zooals men weet, is indertijd bij den go- Dieenteraad door den heer J. F. la Rivióro en 48 andoro ingezetenen dezer gemeente ingodiend een verzoek om tot de opriohting van een tweede gemeentelijks swvomplaats aon de bovenzijde der gemeente over to goau, welk adres werd ondersteund door de „Vor- eeniging voor Vrcemdclingenv. rkeer" al hier, den „Alg. N.-W. Bond", de „Toeris tenbond van Nederland", de Loidiche Athlethick-vcreeniging „Do Sportman", do Toeristen-vcrceniging „Bondsbelang in Zuid-Holland" en do L. W.-Y. ,,A11 Right". Dab verzoek gaf B. on Ws. aanleiding den Directeur-Scheikundige van de gemeente op te dragon een onderzoek in. te stellen naar do hoedanigheid van het water in den omtrok van Leiden. Immers, aangeno men al dat de Raad termen mocht vindon op het verzoek van adressanten in to gaan, dan zou daarvan toch alleen sprake kun nen zijn, wanneer in de naaste omgeving van de stad geschikt water vüüi' een zwem inrichting word aangetroffen. B. on Ws. verzochten daarom den Direc teur-Scheikundige een onderzoek in te stel len naar de hoedanigheid van het water op de volgende plaatsen; de Zijl, benoorden de Spanjaardsbrug; de Vliet, bij _de Lammcrbrug; het Oegstgeestorkanaal bij het Warmon- derhek cu om voorts ook het water van do be staande zweminrichtingen aan het Galge water en den Heercnsingel in het ondrrzook to betrekken, ten einde een b-oordeeling van de verkregen resultaten gemakkelijker te maken. En wat bleek nu? Na een algp.meene in leiding, waarin gezegd wordt, da-t zuiver water uit den aard der zaak eerst op eeni- gen afstand van de stad kan worden gevon den, waar het niet meer door het stadsvuil kan worden verontreinigd, en dat, in ver band met de loozing van het boezemwater te Katwijk, het water ten westen van de stad bezwaarlijk voor een zweminrioht ng kan in aanmerking komen, geeft de Dirro- teur-Scheikundigc in zijn rapport zijn be vindingen als volgt weer: Hot water bij de zweminrichting „Rhyn- eicht" bleek steeds sterk vervuild Van bruikbaar badwater kan hier geen sprake zijn. Het water van de zwemplaats aan den Heeronsingel was wel minder sterk veront reinigd, maar toch ook in dio mate, dat het al evenmin als goed badwater k?n wordon aangemerkt. Bovendien is deze zweminrich ting door de nabijheid van de Oude Heer n- gracht en de Langegracht met hun vele daarop uitmondende riolen al zeer on gunstig gelegen. Ook het water in den Vliet bezuiden Wou- terenbrug bleek vaak verontreinigd. Van zuiver wator kan ook hier geen sprake zijn. Bepaald gunstig was daarentegen de uit slag van het onderzoek van het water in don Rijn, boven Leiden, bij het zoogenaamde scheiden van den Rijn, welke pLaats door den Directeur-Scheikundige mede in zijn onderzoek werd opgenomen. Voor een open water kon men hier van verontrei niging nauwelijks spreken. Iets minder gunstig was do boestand van het water in de Zijl benoorden de Spanjaardsbrug. Toch kan ook daar het water vrij zuiver heeten. Voldoende zuiver eindelijk bleek heb water in het Oegstgeesterkanaal bij het Warmonderhek. Dc Directeur-Scheikundige concludeert dan ook dat voor het oprichten van een nieuwe zweminrichting niet kunnen in aanmerking komeu: de Rijn, bsweeten Lei den, de Vliet bij Wouterenbrug en de Hee rensingel; dat het water bij het Warmon derhek vermoedelijk bij voortgezet onder zoek wel zal blijken aan de gestelde eischen te voldoen, maar dat deze plaats naar zijn meening wel wat ver van Leiden ver wijderd is, om er een zweminrichting te stichten, waarvan een eenigszins druk ge bruik loan worden verwacht; dat hot war 24) Eindelijk vertrok Melanie. Zij liet op den terugweg haar paard vlak naast dat vaü den stalmeester gaan en nu en dan keek ze hcra van ter zijde aan. Hij bemerkte het niet, zijn gedachten waren bij Renate, dio door haar geheele wezen, door de kalmte, waarmee ze haar lot droeg en den strijd in het. leven opnam, een diepen indruk bij hem had achtergelaten. Een dol verlangen om naar haar terug te keeren greep hem aan. Een spottend lachje deed hem uit zijn gepeins opschrikken en door dit lachje verdween zijn verlangen. ,,U bent buiten gewoon amusant vandaag, mijnheer von Trachwitz. Uw spraakzaamheid is bijzon der groot Hij richtte zich in zijn zadel op en etreek met de smalle, aristocratische hand over zijn baard. ,,Necm me niet kwalijk, mevrouw de barones, ik was in gedachten verzonken." „Naar ik hoop waren het aangename gedachten V' „Zeer aangenaam, daar ze u betroffen." „Werkelijk? U maakt me niouwsgicrig." Hij keek haar diep in de oogen. „Het is voor zulk een mooie en voorna- toe dame niet de moeite waard te weten, wat een arme drommel over haar denkt." Zij keek hem koket aan. „Wie weet. Als die arme duivel tegelijkertijd een zoo'n in teressant iemand als mya gtalmflppfvpr. ter bü het scheiden van don Rijn than*» wel zeer geschikt ia, maar wegens do nabij - hoid van Leiderdorp en do toenemende bo- houwing aan de beide oevers van den Rijn, leans hooft al spoedig aan verontreiniging van die zijde te zullen blootstaan; en dat eindelijk hot water van dc Zijl op een plaats, die ver genoeg en toch weer niet te ver van Leiden verwijderd is, al deze nadeelen mist en dus, het klinkt eigenaar dig, ongeveer ter hoogte van do Stink- sloot, voor de oprichting van een zwem inrichting het meest geaohikt kan worden geacht De Directeur van Gemeentewerken, in wiens handen het rapport van den Direc teur-Scheikundige werd gesteld, kan zich cohter met deze oonclusio van den Direo teur-Scheikundige niet vereenigen. Hij gaat in zijn aan B. en Ws. uitgebracht rapport het voor en tegen der verschillende plaatsen nog eens nauwkeurig na en be aamt ten volle de door dr. Van Eek tegen een zweminrichting nabij het Warmonder- hok of bij het scheiden van den Rijn aan gevoerde bedenkingen. Maar ook met een zweminrichting in dc Zijl kan de Direc teur van Gemeentewerken geen vrede heb ben. Ook daar toch, zegt hij, zou zij te ver van Leiden verwijderd moeten zijn, zeker een 20 minuten gaans van de Zijlpoort, omdat zij niet ten zuiden van dc Stink sloot zou mogen komen, waar men de uit- loozing van do Ringsloot in de Stadspol- der te dicht zou naderen. Bovendien zou aanleg van een zwemschool daar wegens de hooge kosten van terroinaankoop en omleg ging van den polderdijk zeer groote uitga ven vercischen. De Directeur van Gemeentewerken heeft daarom nog naar andore plaatsen omgezien. Zoo had men zijn aandaoht gevestigd op het water van het nieuwe kanaal langs den Rijn- en Schiekade, achter het voormalige „Groenhoven", maar nog afgescheiden van andere bezwaren mocht veilig worden aau- genomen, dat ook daar do hoedanigheid van het water, en inzonderheid bij Westen en Noordenwind, wanneer het water uit het Galgcwater derwaarts wordt opgestuwd, zeer veel te wenschen zou overlaten. En vroeger was reeds door de „Leidsche Zwemclub", bij een den löden September 1908 aan B. en Ws. gericht schrijven, gewe zen op do gelegenheid die zich zou voor doen om van de omlegging van de Provin ciale Vaart van de Lammebrug, langs Roomburgerwebering cn door de Waard naar de Zijl, partij te trekken om met wel nig kosten in d*n Roodenburgerpolder, on geveer ter hoogte van de Roomburg rloan, op een afstand van nog geen tien minuten van de stad, een nieuwe zwemplaats te stichten. Waar eohter het onderzoek van dr. van Eek leerde, dat het water van den Vliet bezuiden de Wouterenbrug niet voor badwater geschikt kan worden geacht, meent de Directeur van Gemeentewerken, dat dit met het water van het omgelegde ka naal vermoedelijk wel eveneens het geval zal zijn. Zijfi conclusie is dan ook deze, „dat er in den naasten omtrek van Leiden geen b u i t e nwater is aan to wijzen, hetwelk geschikt kan hecten voor de stichting van een behoorlijke zwemplaats". Tot dit negatieve resultaat heeft ecÏÏtor de Directeur van Gemeentewerken zijn on derzoek niet beperkt. Gedachtig aan vroe ger bij den eigenaar van het „Posthof" be staan hebbende plannen om op het terrein van het „Posthof" een zweminrichting van opgepompt grondwater tot stand te bren gen, heeft hij ook in die richting een on derzoek ingesteld. En daarbij bleek hem, dat in Haarlem reeds twee dergelijke in richtingen bestaan, die algemeen 6rr den smaak vallen. Ook voor Leiden zal daar om in die wijze van waberverschaffing do oplossing moeten worden gezoclit. En waar een voortgezet onderzoek leerde, dat hot grondwater aan do oostzijde der stad veel beter is dan dat aan 3e west- of noordzijde, acht hij een gedeelte van het aan de ge meente toebehoorende Raamland voor do oprichting van een nieuwe zweminrichting de aangewezen plaats. Daarvoor zou een terrein ter oppervlakte van 20C0 a 2400 dan is het misschien toch wel de moeite waard." Hij boog glimlachend. Melanie moest toegeven, dat hij verreweg do knapste man was, dien zij ooit had ontmoet, en zoo'n beetje flirten hielp haar op een welkome manier over de verveling van het landleven heen. Zij beantwoordde zijn blikken met schit terende oogen. „Nu, mag ik nu eindelijk eens weten, wat u daar straks hebt gedacht?" Hij speelde met de rijzweep en keek haar verrukt aan. Toen sprak hij langzaam, elk woord goed latende uitkomen: „Ik dacht er over na, hoe vreeselijk uw man het. heeft moeten vinden om te sterven.'' „Dus hebt u aan hem en niet aan mij gedacht „Ik dacht er over, dat iemand, die zoo'n knappe vrouw heeft, met onnoemelij ke kracht aan het leven moet zijn gehecht.'' Ze trok haar schouders op. „Zulk een banale vleierij had ik niet van u verwacht. U kon toch wel wat geestiger zijn, mijn heer F' „Mijn lieve hemel, hoe zou ik over dit onderwerp nu geestig kunnen zijn Zij moest hartelijk lachen om liet gekke gezicht-, dat hij trok. „Ja zeker, lacht u me nu ook nog maar uitl Op mijn woord van eer, mevrouw, ik had anders tot u willen spreken, als Zij maakte een afwerende beweging met de hand. Zo wilde hem niet te ver laten gaan. „Laten wij van dit onderwerp af stappen en over iets interessanters gaan praten." „Voor mij is er geen interessanter on derwerp dao een mooie vrouw." vierk. M. 'noodig zijn, terwijl de oprich tingskosten, zonder do waarde van het ter rein in rekening te brengen, in overeen stemming met do deotijds voor de zwemin richting bij het „Posthof" gemaakte be grooting, globaal zouden kunnen worden geraamd op 23,000 gulden. De commissie vau fabricage acht de door den Directeur van Gemeentewerken aanbe volen oplossing een zeer gelukkige. Zij is he>t geheel eens, diat alleen met een Norton- water voorziening een goede zweminrichting is te stiohtcir on ook het denkbeeld van den Directeur om de zwemplaats op het Raam land te maken heeft haar sympathie. Blijkt dus uit het bovenstaande, dat ten behoeve van een nieuwe zweminrichting zou kunnen worden gei.ruik gemaakt, óf van het buitenwater, ergens in do Zijl, niet te ver van de gemeente, óf van een grond- watervoorziening ergens anders in de ge meente, waar het onderzoek van dit water voldoende resultaten zou opleveren, zoodat dus de stichting niet eventueel op techni sche of hygiënische bezwaren zou behoeven af te stuiten, dan rijst nu do vraag of er termen bestaan om van gemeenteweg© tot de oprichting van een tweede zwemplaats over te gaan. En dan meenen B. en Ws. met do commissie van fabricago, dat het antwoord op deze vraag niet anders dan ontkennend kan zijn. Want al willen zij allerminst het nutfige cn gezonde van de zwemsport in twijfel trekken, al geven zij gaarne toe, dat het wenschelijk zou zijn, dat ook vrouwen en meisjes zich irr net zwemmen kunnen blijven oefenen en al wil len zij zeker niet ontkennen, dat het bezit van een aa-n alle moderne eischen beant woordend© zweminrichting voor de gemeen te V27T belang zou zijn, zooals ook uit d© verschillende, hierboven genoemde odhae- siebctuigingen aan het adres van den heer la Rivióre o.s. gereedeliik mag worden af geleid, dit alles kan toch, Inzonderheid on der de gedrukte finaircieelo omstandighe den, waarin de gemeente verkeert, nog geen reden zijn om naast do bestaande gemeen telijke zweminrichting nog een tweede spe ciaal voor betalende bezoekers op te rich ten. Blijkt, B. en Ws. herhalen wat zij in Januari 1907 aan het Bestuur der „Leid sche Zwemclub" eenreven, de bestaande zwemschool niet aan de behoefte te vol doen, dan kan er reden zijn om haar te vergrooten of zoo noodig te verplaatsen, maar zekor niet om van gemeente wege een tweede daarnaast to stichten. Ook de Directeur van Gemeentewerken meent, zij het dan op geheel andore gron den, de opriohting en exploitatie van een nieuwe gemeentelijke zweminrichting te nio-Lm ontraden. Hij wijst er op, dat par ticulieren goedkooixir kunnen bouwen en exploiteeren dan de gemeente en dat hot 's zomers in dienst nemen van verschillen de personen, waarvoor men 's winters geen emplooi heeft, voor <lo gomeent, zijn eigen aardige bezwaren meebrongt. Van den anderen kant echter is hij zoo zeer van de behoefte aan een tweede zwem inrichting voor betalende bezoekers en voor vrouwen en meisjes doordrongen, dat hij aan een zich eventueel vormende particu liere vereeniging niet alleen kosteloos hot benoocligde terrein op het Raamland wil afstaan, maar haar bovendien door het ver strekken van een renteloos voorschot, ten bedrage van de helft van do aanlegkos- ten, met verplichting tot geregelde jaar lijksche aflossingen, financieel zou willed steunen. Zoo ver wil intusscHen de commissie van fabricage, die zich overigens, gelijk wij bo ven zagen, met- de technische oplossing van den Directeur volkomen vereenigt, niet gaan. Want al is zij thans ook van het vroeger door haar ingenomen standpunt te ruggekomen, toen zij niet alleen niet een tweede gemeentelijke zweminrichting wilde oprichten, maar ook, althans in haar meer derheid, voor dat doel geen steun aan par ticulieren wilde verleenen, zoo wil zij thans wel steun verleenen, maar dezen beperken tot beschikbaarstelling van het benoodigd terrein op het Raamland, waarvan de waar- do tegen 0 gld. per vierk. meter door haar „Dus zullen wij bij dit onderwerp blij ven. Wat zegt u wel van de knappe gezel schapsjuffrouw van mevrouw von Tornau?" Hij liet niet door de minste beweging bemerken, wat bij deze vraag in hem om ging. „Daarover kan ik nog niet oordee- len, zoo nauwkeurig heb ik haar nog niet opgenomen. Zij leek me nogal vervelend." „Ze had vandaag niet haar „beau jour." Gewoonlijk ziet ze er beter uit. Ik geloof, dat mijnheer von Tornau haar zeer knap vindt." Nu vroeg hij tooh haastig belangstellend: „Hoe meent u dat zoo?" Zij sloeg glimlachend met do rijzweep naar een vlieg. „Hoe zou ik dab meenen 1 Jui zooals ik het zeg. Vrouwen met ma donna-kopjes vallen juist in don smaak van Tornau. Hij gelooft aan de engelachtige eigenschappen van mevrouw Werkentin. Ik denk er anders over. Ik vind zulke vrou wen óf vervelend óf verdacht. Of zij hebben absoluut geen temperament óf zi behooren tot die menscL^n, van wie men kan zeg gen: „Stille waters hebben diepe gron den!" En die zijn lang niet ongevaarlijk. Ik geloof, dat mevrouw Werkentin tot de categorie der stille waters behoort. Pas maar op, dat u er niet in verdwijnt. Het zou jammer van u zijn." Hij beet zenuwachtig op zijn lippen. „Ik zal die mevrouw Werkentin stellig eens wat nauwkeuriger opnemen," zei hij onver schillig. „Nu, het zal u, die zoo'n voortreffelijk vrouwenkenner bent, zeker niet moeilijk vallen, uit te vinden, wat voor iemand zij is. U komt mij toch do resultaten van uw onderzoek modedeelen V' eZelker. Als de dame eens wist, hoe u wordt geTaamd op 12,000 gld. a f4,000 gld., welk bedrag dan echter nog zal worden verhoogd mot do kosten van den te leggen toegangsweg, tor breedte van meter, zijn- do do helft van de daar ontworpen straat van 15 meter. B. en Ws, kunnen echter ook met dit voorstel geen vrede hebben. En dit om twee erlei reden. In de eerste plaats achten zij, in tegenstelling met de commissie van fa bricage, het Raamland voor de oprichting van een zwemschool al zeer ongeschikt en wel omdat zij zouden meenen dat daardoor de waarde van het omliggende terrein alö bouwterrein ten zeerste zou worden gedrukt Immers het is een bekend feit, dab wonin gen, uit wier vensters men het gezicht heeft op een zweminrichting, door tal van huur ders worden geschuwd. Maar bovendien hebben zij tegen do voorgestelde wijze van steun-verleenen prinoipieel bezwaar. Naar hun meening behoort het stichten van eou tweede zweminrichting geheel aan het par ticulier initiatief te worden overgelaten. De gemeente behoort zich met die stich ting in geen enkel opzicht in te laten. Hoog stens zou zij, ten einde dc oprichting van een dergelijko inrichting, waarvan, gelijk B. en Ws. zeiden, ook hot nut door hon niet wordt ontkend, in do hand te werken, een jaarlijksche bijdrage in de exploitatie kosten in uitzicht kunnen stellen. Maar noch met do plaats waar, noch met de wij zo waarop de inrichting tot 6tand zou komen, behoort de gemeente zich in te laten. Al leen, dat spreekt vanzelf, indien de gemeen te zich in beginsel bereid mocht vorklaren om een eventueel op te richten vereeniging, die als rechtspersoon zou zijn erkend, een jaarlijksche geldelijke bijdrage te verleenen, zou die subsidie afhankelijk moeten wor den gesteld van do goedkeuring der plannen door het college van B. en Y/s. Alleen zoo toch zou de gemeente do zekerheid erlan gen, dat wanneer zij zich voor dc totstand koming van een tweede zweminrichting een geldelijk offer getroost, die inrichting ook aan billijke eischen zal beantwoorden en op behoorlijke wijze zal worden geëxploiteerd Mocht nu deze oplossing ook door den gemeenteraad onder do gogeven omstandig heden als de meest doeltreffende kunnen worden aanvaard, dan zou, naar B. en Ws. meenen, do jaarlijksche subsidie van de ge meente kunnen worden beA aald op een be drag van 800 gld., ongeveer gelijkstaande met het bedrag van rente en aflossing, be rekend tegen 6 pCt., van een kapitaal van 14,000 gld., waarop de waarde van het be- noodigde stuk van het Raamland door do commissie van fabricage werd geschat. Alles te zamen genomen geven zij den Raad dus in overweging: lo. afwijzend te beschikken op het verzoek van den heer J. F. la Rivière c. s. om van gemeentewege tot do oprichting van een tweede gemeentelijko zweminrichting over te gaan; 2j. in beginsel te besluiten, dat aan een eventueel op te richten vereeniging, aan welke rechtspersoonlijkheid zal zijn ver leend, in de kosten van exploitatie van een door haar op te richten zweminrichting een jaarlijksche subsidie van gemeentewege van 800 gld. wordt in uitzicht gesteld, wanneer plannen dier inrichting vooraf door B. en "Ws. zullen zijn goedgekeurd en onder de nader door den gemeenteraad aan de even tueel te verleenen subsidie te verbinden voorwaarden. Het duel tusscheii do Russi- sche generaals Fock en Smirnof heeft iu de manege van do garde plaats gehad. Volgens de laatsto berichten moet gene raal Smirnof ernstig gewond zijn, doch is zijn toestand bevredigend. Over dit duel worden nog dc volgende bijzonderheden gemeld: Verscheidene garde-officieren en zelfs dames woonden het bij. Het had plaats op twintig pas afstands. De voorwaarden waren, dat het gevecht zou worden voort gezet tot er bloed zou stroomen. De tegen- zicb voor haar interesseert, dan zou ze dit rtellig zeer vleiend vinden." „Onder ons gezegd: ik kan haar niet uitstaan." Hij lachte. „Dat was duidelijk gezegd en zonder omwegen," zei hij, terwijl hij dacht: „wat zou ze de barones tooh gedaan heb ben?" Er kwam een gevoel in hem op om zijn vrouw voor deze lastertongen te moe ten beschermen. Voor do eerste maal voel- do hij zich één met Renate. Een heimelijks onrust, een gevoel van jaloerschheid werd in hem wakker, toen hij er aan dacht, wat Melanie over Tornau en Renate hacl ge zegd. Was het hem niet zelf reeds opgeval len, hoe vriendschappelijk die beiden met elkaar omgingen 1 Had hij ze niet reeds zoo vertrouwelijk met elkaar gezien? Een bloedgolf steeg hem naar zijn hoofd. Hij Was blij, toen bij in Berkow van zijn paard kon afstappen. Er waren acht dagen al weer voorbijge gaan sedert Renate met Hans von Trach witz het eerst© onderhoud had gehad, dat haar vele onrustige uurtjes had bezorgd. Zij had er ernstig over nagedacht hoe ze het best vermijden kon zich steeds meer »n de verlegenheid te wikkelen, waarin ze ten gevolge van haar eerste, noodzakelijke leugen, telkens weer raakte. Eindelijk had ze dan een besluit genomen en dit besluit wilde ze nu gaan uitvoeren. Zij wist, dat Rolf na tafel iets in het bósoh had te doen en door het park bij den vijver moest voorbij rijden. Zij besloot hem daar op te wachten en hem om een onderhoud te verzoeken. Langzaam wandeldo Mé den met kiezel stan deus stelden zich in positie zonder elkander te groeten. Een kogel van Smir nof doorboorde de uniform van Fock. Fock's derde kogd trof Smirnof in den onderbuik. Het gevecht word daarop on middellijk gestaakt en de gewonde werd naar het hospitaal van de Garde vervoerd. De kogel was diep in het lijf gedrongen. Na een onderzoek van de wond met een Rönbgen-apparaat werd tot verwijdering van den kogel besloten. Men zal zich herinneren, dat Smirnof tijdens do behandeling van het Port-Ar- thur-proces Fock ec-n lafaard genoemd had. Onmiddellijk na afloop van dit tweege vecht heeft goneraal Goerbatchofski, een vriend van Smirnof, die ook het beleg meemaakte, een uitdaging aan Fock gezon den. Deze heeft de uitdaging aange-nomen Hot duel tussohen Fock cn Goorbatchof-kx zou plaats hebben, zoodra de minister van oorlog er machtiging too gaf. Door de vestingstraf, die aan Stóssel op gelegd is, verliest hij alle orden. Hij mag alleen do oorlogsmcdaille houden. Er gaan geruchten, dat de mini er van oorlog zijn toestemming zou hebben vorlcond tot een duel tusschen Stössel en Ncbogatof. Het tweegevecht zou plaats hebben in do Peter on Paulus-vesting. In do Franscho Kamer is oen wetsontwerp ingediend tot hervorming van den telephoondienst, waarmede gepaard gaat een kredietaanvrage van 42 millioen. Het abonnement in Parijs bedraagt thans 400 franken; deze som schrikt velen, die sl-.'ts een matig gebruik van den tcle- phoon maken, af. Toch neemt het aantal abonné's zoodanig toe, dat men over moet gaan tot het oprichten van een tweede oen- traalbureel. Om nu ineens aan beide eischen te gemoet te komen, wil de regeering breken met het abonnementcnstelsel en dat van de z.g. ge taxeerde gesprekken invoeren, zooals dat reeds lang bestaat in Londen, Nicuw-York cn Berlijn. Hierdoor echter schat men de toename van het getal aangeslotenen op een 50,000, waarvoor 5 centraalbureelen noodig zullen zijn. Waarschijnlijk Lal in 1910, wanneer de Kamer en Senaat niet al te lang wachten met hun goedkeuring aan het ontwerp vo hechten, deze nieuw© telephoondienst in wer king kunnen trederr. De „I ra pa rei al" maakt eeS brief openbaar uit Villa Nucva, in do Spaanscho provincie Badajoz, waarin ver teld wordt, dat den I2den Maart een hon derdtal vrouwen en kinderen zeer kalm voor het stadhuis protest kwamen aanteo- kenen tegen het ontwerp tot wederinvoering der accijnzen. Nadat eens tot uiteengaan gesommeerd was en do menigte zich niet verspreidde, gaf de gendarmerie tot driemaal toe vuur. Toen vluchtten do manifesbeerenden lials over kop. Een vrouw werd doodgeschoten; 28 personen werden gewond, waarran or later nog eerr stierf. Deze week werd bij hot Frari- sche ministerie telegraphisch bericht, dat op do Marokkaanscho kust hot Franscho visschersvaartuig „Baleino", uit Bordeaux gestrand was en de bemanning door de inJ I boorlingen gevangen was genomen. Naiero berichten melden, dat men vreest, do 20 man equipage niet van den dood to kunnen redden, daar de Mooren met allo geweld hun terdoodbrenging eischen, niettegen staande een losgeld is geboden. Admiraal Philibert heeft daar op den kruiser „Cascara" naar Kaap Juby gezon den, waar de stranding heeft plaats gehuil', om door machtsvertoon do inboorling^ i tot rede te brengen. Do recdcrij van het schip heeft evenwel vernomen, dat de manschappen het nog wèï maken. De Parijsche gomoenfcoraad heeft gisteren van den Prefect van de Sei ne een memorie ontvangen aangaande wer ken voor gemeente-gebouwen, wandelwegen, straten-onderhoud en hygiënische maatrege len, waarvoor 485 millioeiT franken noodig worden geacht 1 steenen bedekten parkweg op cn neer en: dacht nog eens ernstig over alles na. Het was alleen tegenover Tornau cn zijn moeder, dat ze een valschc positie innam. Haar zwijgen veroorzaakte anders nie mand nadeel; het droeg er hoogstens toe bij om de barones cn Hans von Trachwitz samen te brengen. Maar was de barones niet oud en verstandig gonoeg, om in te zien, dat een avonturier zonder cenig ver mogen niet de rechte man voor haar was? En als zij werkelijk van hem hield, wat zij niet geloofde, daar do jonge weduwe aan Toinau de voorkeur scheen te geven als heb niettegenstaande dat toch eens mogelijk was, zou ze dan ten slotte tooh niet geluk kig met hem kunnen worden? Misschien verstond zij beter do kunst zijn hart te boeien, misschien gelukte het haar een bruikbaar mensch van hem te maken. En toen overlegde zo nogmaals bij zich- zelve, wat ze aan Tornau zou zeggen. Het zou niet gemakkelijk zijn, als hij haar on- dortusschen met zijn heldere oogen aankeek, zoo vreemd dringend en vragend als hij1 het in den laatsten tijd zoo dikwijls deed. Toen zij zich juist weer omkeerde, zag zo hem aankomen Hij reed door het park di rect op haar toe en begroette haar met vroolijk schitterende oogen, toen hij haar zag staan. „Ik daeht, dab u al lang bij den vijver zou zijn." „Neen, mijnheer von Tornau, ik heb hier op u gewacht." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 5