No. 1^49
LEÏDSCH DAGBLAD, Zaterdag:
21 Maart.
Anno 1903.
Een nieuwe gemeentelijke Leidsche
zweminrichting
FEUILLETON.
Haar pEscht getrouw.
Gemengd Nieuws.
Zooals men weet, is indertijd bij den go-
Dieenteraad door den heer J. F. la Rivióro
en 48 andoro ingezetenen dezer gemeente
ingodiend een verzoek om tot de opriohting
van een tweede gemeentelijks swvomplaats
aon de bovenzijde der gemeente over to goau,
welk adres werd ondersteund door de „Vor-
eeniging voor Vrcemdclingenv. rkeer" al
hier, den „Alg. N.-W. Bond", de „Toeris
tenbond van Nederland", de Loidiche
Athlethick-vcreeniging „Do Sportman", do
Toeristen-vcrceniging „Bondsbelang in
Zuid-Holland" en do L. W.-Y. ,,A11 Right".
Dab verzoek gaf B. on Ws. aanleiding den
Directeur-Scheikundige van de gemeente
op te dragon een onderzoek in. te stellen
naar do hoedanigheid van het water in
den omtrok van Leiden. Immers, aangeno
men al dat de Raad termen mocht vindon
op het verzoek van adressanten in to gaan,
dan zou daarvan toch alleen sprake kun
nen zijn, wanneer in de naaste omgeving
van de stad geschikt water vüüi' een zwem
inrichting word aangetroffen.
B. on Ws. verzochten daarom den Direc
teur-Scheikundige een onderzoek in te stel
len naar de hoedanigheid van het water op
de volgende plaatsen;
de Zijl, benoorden de Spanjaardsbrug;
de Vliet, bij _de Lammcrbrug;
het Oegstgeestorkanaal bij het Warmon-
derhek
cu om voorts ook het water van do be
staande zweminrichtingen aan het Galge
water en den Heercnsingel in het ondrrzook
to betrekken, ten einde een b-oordeeling
van de verkregen resultaten gemakkelijker
te maken.
En wat bleek nu? Na een algp.meene in
leiding, waarin gezegd wordt, da-t zuiver
water uit den aard der zaak eerst op eeni-
gen afstand van de stad kan worden gevon
den, waar het niet meer door het stadsvuil
kan worden verontreinigd, en dat, in ver
band met de loozing van het boezemwater
te Katwijk, het water ten westen van de
stad bezwaarlijk voor een zweminrioht ng
kan in aanmerking komen, geeft de Dirro-
teur-Scheikundigc in zijn rapport zijn be
vindingen als volgt weer:
Hot water bij de zweminrichting „Rhyn-
eicht" bleek steeds sterk vervuild Van
bruikbaar badwater kan hier geen sprake
zijn.
Het water van de zwemplaats aan den
Heeronsingel was wel minder sterk veront
reinigd, maar toch ook in dio mate, dat het
al evenmin als goed badwater k?n wordon
aangemerkt. Bovendien is deze zweminrich
ting door de nabijheid van de Oude Heer n-
gracht en de Langegracht met hun vele
daarop uitmondende riolen al zeer on
gunstig gelegen.
Ook het water in den Vliet bezuiden Wou-
terenbrug bleek vaak verontreinigd. Van
zuiver wator kan ook hier geen sprake zijn.
Bepaald gunstig was daarentegen de uit
slag van het onderzoek van het water in don
Rijn, boven Leiden, bij het zoogenaamde
scheiden van den Rijn, welke pLaats
door den Directeur-Scheikundige mede in
zijn onderzoek werd opgenomen. Voor een
open water kon men hier van verontrei
niging nauwelijks spreken.
Iets minder gunstig was do boestand
van het water in de Zijl benoorden de
Spanjaardsbrug. Toch kan ook daar het
water vrij zuiver heeten.
Voldoende zuiver eindelijk bleek heb
water in het Oegstgeesterkanaal bij het
Warmonderhek.
Dc Directeur-Scheikundige concludeert
dan ook dat voor het oprichten van een
nieuwe zweminrichting niet kunnen in
aanmerking komeu: de Rijn, bsweeten Lei
den, de Vliet bij Wouterenbrug en de Hee
rensingel; dat het water bij het Warmon
derhek vermoedelijk bij voortgezet onder
zoek wel zal blijken aan de gestelde eischen
te voldoen, maar dat deze plaats naar zijn
meening wel wat ver van Leiden ver
wijderd is, om er een zweminrichting te
stichten, waarvan een eenigszins druk ge
bruik loan worden verwacht; dat hot war
24)
Eindelijk vertrok Melanie. Zij liet op den
terugweg haar paard vlak naast dat vaü
den stalmeester gaan en nu en dan keek
ze hcra van ter zijde aan. Hij bemerkte het
niet, zijn gedachten waren bij Renate, dio
door haar geheele wezen, door de kalmte,
waarmee ze haar lot droeg en den strijd
in het. leven opnam, een diepen indruk bij
hem had achtergelaten. Een dol verlangen
om naar haar terug te keeren greep hem
aan.
Een spottend lachje deed hem uit zijn
gepeins opschrikken en door dit lachje
verdween zijn verlangen. ,,U bent buiten
gewoon amusant vandaag, mijnheer von
Trachwitz. Uw spraakzaamheid is bijzon
der groot
Hij richtte zich in zijn zadel op en
etreek met de smalle, aristocratische hand
over zijn baard.
,,Necm me niet kwalijk, mevrouw de
barones, ik was in gedachten verzonken."
„Naar ik hoop waren het aangename
gedachten V'
„Zeer aangenaam, daar ze u betroffen."
„Werkelijk? U maakt me niouwsgicrig."
Hij keek haar diep in de oogen.
„Het is voor zulk een mooie en voorna-
toe dame niet de moeite waard te weten,
wat een arme drommel over haar denkt."
Zij keek hem koket aan. „Wie weet. Als
die arme duivel tegelijkertijd een zoo'n in
teressant iemand als mya gtalmflppfvpr.
ter bü het scheiden van don Rijn than*»
wel zeer geschikt ia, maar wegens do nabij -
hoid van Leiderdorp en do toenemende bo-
houwing aan de beide oevers van den Rijn,
leans hooft al spoedig aan verontreiniging
van die zijde te zullen blootstaan; en dat
eindelijk hot water van dc Zijl op een
plaats, die ver genoeg en toch weer niet
te ver van Leiden verwijderd is, al deze
nadeelen mist en dus, het klinkt eigenaar
dig, ongeveer ter hoogte van do Stink-
sloot, voor de oprichting van een zwem
inrichting het meest geaohikt kan worden
geacht
De Directeur van Gemeentewerken, in
wiens handen het rapport van den Direc
teur-Scheikundige werd gesteld, kan zich
cohter met deze oonclusio van den Direo
teur-Scheikundige niet vereenigen. Hij
gaat in zijn aan B. en Ws. uitgebracht
rapport het voor en tegen der verschillende
plaatsen nog eens nauwkeurig na en be
aamt ten volle de door dr. Van Eek tegen
een zweminrichting nabij het Warmonder-
hok of bij het scheiden van den Rijn aan
gevoerde bedenkingen. Maar ook met een
zweminrichting in dc Zijl kan de Direc
teur van Gemeentewerken geen vrede heb
ben. Ook daar toch, zegt hij, zou zij te ver
van Leiden verwijderd moeten zijn, zeker
een 20 minuten gaans van de Zijlpoort,
omdat zij niet ten zuiden van dc Stink
sloot zou mogen komen, waar men de uit-
loozing van do Ringsloot in de Stadspol-
der te dicht zou naderen. Bovendien zou
aanleg van een zwemschool daar wegens de
hooge kosten van terroinaankoop en omleg
ging van den polderdijk zeer groote uitga
ven vercischen.
De Directeur van Gemeentewerken heeft
daarom nog naar andore plaatsen omgezien.
Zoo had men zijn aandaoht gevestigd op
het water van het nieuwe kanaal langs den
Rijn- en Schiekade, achter het voormalige
„Groenhoven", maar nog afgescheiden van
andere bezwaren mocht veilig worden aau-
genomen, dat ook daar do hoedanigheid
van het water, en inzonderheid bij Westen
en Noordenwind, wanneer het water uit het
Galgcwater derwaarts wordt opgestuwd,
zeer veel te wenschen zou overlaten.
En vroeger was reeds door de „Leidsche
Zwemclub", bij een den löden September
1908 aan B. en Ws. gericht schrijven, gewe
zen op do gelegenheid die zich zou voor
doen om van de omlegging van de Provin
ciale Vaart van de Lammebrug, langs
Roomburgerwebering cn door de Waard
naar de Zijl, partij te trekken om met wel
nig kosten in d*n Roodenburgerpolder, on
geveer ter hoogte van de Roomburg rloan,
op een afstand van nog geen tien minuten
van de stad, een nieuwe zwemplaats te
stichten. Waar eohter het onderzoek van
dr. van Eek leerde, dat het water van den
Vliet bezuiden de Wouterenbrug niet voor
badwater geschikt kan worden geacht,
meent de Directeur van Gemeentewerken,
dat dit met het water van het omgelegde ka
naal vermoedelijk wel eveneens het geval
zal zijn.
Zijfi conclusie is dan ook deze, „dat er
in den naasten omtrek van Leiden geen
b u i t e nwater is aan to wijzen, hetwelk
geschikt kan hecten voor de stichting van
een behoorlijke zwemplaats".
Tot dit negatieve resultaat heeft ecÏÏtor
de Directeur van Gemeentewerken zijn on
derzoek niet beperkt. Gedachtig aan vroe
ger bij den eigenaar van het „Posthof" be
staan hebbende plannen om op het terrein
van het „Posthof" een zweminrichting van
opgepompt grondwater tot stand te bren
gen, heeft hij ook in die richting een on
derzoek ingesteld. En daarbij bleek hem,
dat in Haarlem reeds twee dergelijke in
richtingen bestaan, die algemeen 6rr den
smaak vallen. Ook voor Leiden zal daar
om in die wijze van waberverschaffing do
oplossing moeten worden gezoclit. En waar
een voortgezet onderzoek leerde, dat hot
grondwater aan do oostzijde der stad veel
beter is dan dat aan 3e west- of noordzijde,
acht hij een gedeelte van het aan de ge
meente toebehoorende Raamland voor do
oprichting van een nieuwe zweminrichting
de aangewezen plaats. Daarvoor zou een
terrein ter oppervlakte van 20C0 a 2400
dan is het misschien toch wel de moeite
waard."
Hij boog glimlachend. Melanie moest
toegeven, dat hij verreweg do knapste
man was, dien zij ooit had ontmoet,
en zoo'n beetje flirten hielp haar op een
welkome manier over de verveling van
het landleven heen.
Zij beantwoordde zijn blikken met schit
terende oogen.
„Nu, mag ik nu eindelijk eens weten,
wat u daar straks hebt gedacht?"
Hij speelde met de rijzweep en keek
haar verrukt aan. Toen sprak hij langzaam,
elk woord goed latende uitkomen: „Ik
dacht er over na, hoe vreeselijk uw man
het. heeft moeten vinden om te sterven.''
„Dus hebt u aan hem en niet aan mij
gedacht
„Ik dacht er over, dat iemand, die
zoo'n knappe vrouw heeft, met onnoemelij
ke kracht aan het leven moet zijn gehecht.''
Ze trok haar schouders op. „Zulk een
banale vleierij had ik niet van u verwacht.
U kon toch wel wat geestiger zijn, mijn
heer F'
„Mijn lieve hemel, hoe zou ik over dit
onderwerp nu geestig kunnen zijn
Zij moest hartelijk lachen om liet gekke
gezicht-, dat hij trok.
„Ja zeker, lacht u me nu ook nog maar
uitl Op mijn woord van eer, mevrouw, ik
had anders tot u willen spreken, als
Zij maakte een afwerende beweging met
de hand. Zo wilde hem niet te ver laten
gaan. „Laten wij van dit onderwerp af
stappen en over iets interessanters gaan
praten."
„Voor mij is er geen interessanter on
derwerp dao een mooie vrouw."
vierk. M. 'noodig zijn, terwijl de oprich
tingskosten, zonder do waarde van het ter
rein in rekening te brengen, in overeen
stemming met do deotijds voor de zwemin
richting bij het „Posthof" gemaakte be
grooting, globaal zouden kunnen worden
geraamd op 23,000 gulden.
De commissie vau fabricage acht de door
den Directeur van Gemeentewerken aanbe
volen oplossing een zeer gelukkige. Zij is
he>t geheel eens, diat alleen met een Norton-
water voorziening een goede zweminrichting
is te stiohtcir on ook het denkbeeld van den
Directeur om de zwemplaats op het Raam
land te maken heeft haar sympathie.
Blijkt dus uit het bovenstaande, dat ten
behoeve van een nieuwe zweminrichting zou
kunnen worden gei.ruik gemaakt, óf van
het buitenwater, ergens in do Zijl, niet te
ver van de gemeente, óf van een grond-
watervoorziening ergens anders in de ge
meente, waar het onderzoek van dit water
voldoende resultaten zou opleveren, zoodat
dus de stichting niet eventueel op techni
sche of hygiënische bezwaren zou behoeven
af te stuiten, dan rijst nu do vraag of er
termen bestaan om van gemeenteweg© tot
de oprichting van een tweede zwemplaats
over te gaan. En dan meenen B. en Ws.
met do commissie van fabricago, dat het
antwoord op deze vraag niet anders dan
ontkennend kan zijn. Want al willen zij
allerminst het nutfige cn gezonde van de
zwemsport in twijfel trekken, al geven zij
gaarne toe, dat het wenschelijk zou zijn,
dat ook vrouwen en meisjes zich irr net
zwemmen kunnen blijven oefenen en al wil
len zij zeker niet ontkennen, dat het bezit
van een aa-n alle moderne eischen beant
woordend© zweminrichting voor de gemeen
te V27T belang zou zijn, zooals ook uit d©
verschillende, hierboven genoemde odhae-
siebctuigingen aan het adres van den heer
la Rivióre o.s. gereedeliik mag worden af
geleid, dit alles kan toch, Inzonderheid on
der de gedrukte finaircieelo omstandighe
den, waarin de gemeente verkeert, nog geen
reden zijn om naast do bestaande gemeen
telijke zweminrichting nog een tweede spe
ciaal voor betalende bezoekers op te rich
ten.
Blijkt, B. en Ws. herhalen wat zij in
Januari 1907 aan het Bestuur der „Leid
sche Zwemclub" eenreven, de bestaande
zwemschool niet aan de behoefte te vol
doen, dan kan er reden zijn om haar te
vergrooten of zoo noodig te verplaatsen,
maar zekor niet om van gemeente
wege een tweede daarnaast to stichten.
Ook de Directeur van Gemeentewerken
meent, zij het dan op geheel andore gron
den, de opriohting en exploitatie van een
nieuwe gemeentelijke zweminrichting te
nio-Lm ontraden. Hij wijst er op, dat par
ticulieren goedkooixir kunnen bouwen en
exploiteeren dan de gemeente en dat hot
's zomers in dienst nemen van verschillen
de personen, waarvoor men 's winters geen
emplooi heeft, voor <lo gomeent, zijn eigen
aardige bezwaren meebrongt.
Van den anderen kant echter is hij zoo
zeer van de behoefte aan een tweede zwem
inrichting voor betalende bezoekers en voor
vrouwen en meisjes doordrongen, dat hij
aan een zich eventueel vormende particu
liere vereeniging niet alleen kosteloos hot
benoocligde terrein op het Raamland wil
afstaan, maar haar bovendien door het ver
strekken van een renteloos voorschot,
ten bedrage van de helft van do aanlegkos-
ten, met verplichting tot geregelde jaar
lijksche aflossingen, financieel zou willed
steunen.
Zoo ver wil intusscHen de commissie van
fabricage, die zich overigens, gelijk wij bo
ven zagen, met- de technische oplossing van
den Directeur volkomen vereenigt, niet
gaan. Want al is zij thans ook van het
vroeger door haar ingenomen standpunt te
ruggekomen, toen zij niet alleen niet een
tweede gemeentelijke zweminrichting wilde
oprichten, maar ook, althans in haar meer
derheid, voor dat doel geen steun aan par
ticulieren wilde verleenen, zoo wil zij thans
wel steun verleenen, maar dezen beperken
tot beschikbaarstelling van het benoodigd
terrein op het Raamland, waarvan de waar-
do tegen 0 gld. per vierk. meter door haar
„Dus zullen wij bij dit onderwerp blij
ven. Wat zegt u wel van de knappe gezel
schapsjuffrouw van mevrouw von Tornau?"
Hij liet niet door de minste beweging
bemerken, wat bij deze vraag in hem om
ging. „Daarover kan ik nog niet oordee-
len, zoo nauwkeurig heb ik haar nog niet
opgenomen. Zij leek me nogal vervelend."
„Ze had vandaag niet haar „beau jour."
Gewoonlijk ziet ze er beter uit. Ik geloof,
dat mijnheer von Tornau haar zeer knap
vindt."
Nu vroeg hij tooh haastig belangstellend:
„Hoe meent u dat zoo?"
Zij sloeg glimlachend met do rijzweep
naar een vlieg. „Hoe zou ik dab meenen 1
Jui zooals ik het zeg. Vrouwen met ma
donna-kopjes vallen juist in don smaak van
Tornau. Hij gelooft aan de engelachtige
eigenschappen van mevrouw Werkentin. Ik
denk er anders over. Ik vind zulke vrou
wen óf vervelend óf verdacht. Of zij hebben
absoluut geen temperament óf zi behooren
tot die menscL^n, van wie men kan zeg
gen: „Stille waters hebben diepe gron
den!" En die zijn lang niet ongevaarlijk.
Ik geloof, dat mevrouw Werkentin tot de
categorie der stille waters behoort. Pas
maar op, dat u er niet in verdwijnt. Het
zou jammer van u zijn."
Hij beet zenuwachtig op zijn lippen. „Ik
zal die mevrouw Werkentin stellig eens wat
nauwkeuriger opnemen," zei hij onver
schillig.
„Nu, het zal u, die zoo'n voortreffelijk
vrouwenkenner bent, zeker niet moeilijk
vallen, uit te vinden, wat voor iemand zij
is. U komt mij toch do resultaten van uw
onderzoek modedeelen V'
eZelker. Als de dame eens wist, hoe u
wordt geTaamd op 12,000 gld. a f4,000 gld.,
welk bedrag dan echter nog zal worden
verhoogd mot do kosten van den te leggen
toegangsweg, tor breedte van meter, zijn-
do do helft van de daar ontworpen straat
van 15 meter.
B. en Ws, kunnen echter ook met dit
voorstel geen vrede hebben. En dit om twee
erlei reden. In de eerste plaats achten zij,
in tegenstelling met de commissie van fa
bricage, het Raamland voor de oprichting
van een zwemschool al zeer ongeschikt en
wel omdat zij zouden meenen dat daardoor
de waarde van het omliggende terrein alö
bouwterrein ten zeerste zou worden gedrukt
Immers het is een bekend feit, dab wonin
gen, uit wier vensters men het gezicht heeft
op een zweminrichting, door tal van huur
ders worden geschuwd. Maar bovendien
hebben zij tegen do voorgestelde wijze van
steun-verleenen prinoipieel bezwaar. Naar
hun meening behoort het stichten van eou
tweede zweminrichting geheel aan het par
ticulier initiatief te worden overgelaten.
De gemeente behoort zich met die stich
ting in geen enkel opzicht in te laten. Hoog
stens zou zij, ten einde dc oprichting van
een dergelijko inrichting, waarvan, gelijk
B. en Ws. zeiden, ook hot nut door hon
niet wordt ontkend, in do hand te werken,
een jaarlijksche bijdrage in de exploitatie
kosten in uitzicht kunnen stellen. Maar
noch met do plaats waar, noch met de wij zo
waarop de inrichting tot 6tand zou komen,
behoort de gemeente zich in te laten. Al
leen, dat spreekt vanzelf, indien de gemeen
te zich in beginsel bereid mocht vorklaren
om een eventueel op te richten vereeniging,
die als rechtspersoon zou zijn erkend, een
jaarlijksche geldelijke bijdrage te verleenen,
zou die subsidie afhankelijk moeten wor
den gesteld van do goedkeuring der plannen
door het college van B. en Y/s. Alleen zoo
toch zou de gemeente do zekerheid erlan
gen, dat wanneer zij zich voor dc totstand
koming van een tweede zweminrichting een
geldelijk offer getroost, die inrichting ook
aan billijke eischen zal beantwoorden en op
behoorlijke wijze zal worden geëxploiteerd
Mocht nu deze oplossing ook door den
gemeenteraad onder do gogeven omstandig
heden als de meest doeltreffende kunnen
worden aanvaard, dan zou, naar B. en Ws.
meenen, do jaarlijksche subsidie van de ge
meente kunnen worden beA aald op een be
drag van 800 gld., ongeveer gelijkstaande
met het bedrag van rente en aflossing, be
rekend tegen 6 pCt., van een kapitaal van
14,000 gld., waarop de waarde van het be-
noodigde stuk van het Raamland door do
commissie van fabricage werd geschat.
Alles te zamen genomen geven zij den
Raad dus in overweging:
lo. afwijzend te beschikken op het verzoek
van den heer J. F. la Rivière c. s. om van
gemeentewege tot do oprichting van een
tweede gemeentelijko zweminrichting over te
gaan;
2j. in beginsel te besluiten, dat aan een
eventueel op te richten vereeniging, aan
welke rechtspersoonlijkheid zal zijn ver
leend, in de kosten van exploitatie van een
door haar op te richten zweminrichting een
jaarlijksche subsidie van gemeentewege van
800 gld. wordt in uitzicht gesteld, wanneer
plannen dier inrichting vooraf door B.
en "Ws. zullen zijn goedgekeurd en onder de
nader door den gemeenteraad aan de even
tueel te verleenen subsidie te verbinden
voorwaarden.
Het duel tusscheii do Russi-
sche generaals Fock en Smirnof heeft iu
de manege van do garde plaats gehad.
Volgens de laatsto berichten moet gene
raal Smirnof ernstig gewond zijn, doch is
zijn toestand bevredigend.
Over dit duel worden nog dc volgende
bijzonderheden gemeld:
Verscheidene garde-officieren en zelfs
dames woonden het bij. Het had plaats
op twintig pas afstands. De voorwaarden
waren, dat het gevecht zou worden voort
gezet tot er bloed zou stroomen. De tegen-
zicb voor haar interesseert, dan zou ze dit
rtellig zeer vleiend vinden."
„Onder ons gezegd: ik kan haar niet
uitstaan."
Hij lachte. „Dat was duidelijk gezegd en
zonder omwegen," zei hij, terwijl hij dacht:
„wat zou ze de barones tooh gedaan heb
ben?" Er kwam een gevoel in hem op om
zijn vrouw voor deze lastertongen te moe
ten beschermen. Voor do eerste maal voel-
do hij zich één met Renate. Een heimelijks
onrust, een gevoel van jaloerschheid werd
in hem wakker, toen hij er aan dacht, wat
Melanie over Tornau en Renate hacl ge
zegd. Was het hem niet zelf reeds opgeval
len, hoe vriendschappelijk die beiden met
elkaar omgingen 1 Had hij ze niet reeds zoo
vertrouwelijk met elkaar gezien? Een
bloedgolf steeg hem naar zijn hoofd. Hij
Was blij, toen bij in Berkow van zijn paard
kon afstappen.
Er waren acht dagen al weer voorbijge
gaan sedert Renate met Hans von Trach
witz het eerst© onderhoud had gehad, dat
haar vele onrustige uurtjes had bezorgd.
Zij had er ernstig over nagedacht hoe ze
het best vermijden kon zich steeds meer »n
de verlegenheid te wikkelen, waarin ze
ten gevolge van haar eerste, noodzakelijke
leugen, telkens weer raakte.
Eindelijk had ze dan een besluit genomen
en dit besluit wilde ze nu gaan uitvoeren.
Zij wist, dat Rolf na tafel iets in het bósoh
had te doen en door het park bij den vijver
moest voorbij rijden.
Zij besloot hem daar op te wachten en
hem om een onderhoud te verzoeken.
Langzaam wandeldo Mé den met kiezel
stan deus stelden zich in positie zonder
elkander te groeten. Een kogel van Smir
nof doorboorde de uniform van Fock.
Fock's derde kogd trof Smirnof in den
onderbuik. Het gevecht word daarop on
middellijk gestaakt en de gewonde werd
naar het hospitaal van de Garde vervoerd.
De kogel was diep in het lijf gedrongen.
Na een onderzoek van de wond met een
Rönbgen-apparaat werd tot verwijdering
van den kogel besloten.
Men zal zich herinneren, dat Smirnof
tijdens do behandeling van het Port-Ar-
thur-proces Fock ec-n lafaard genoemd
had.
Onmiddellijk na afloop van dit tweege
vecht heeft goneraal Goerbatchofski, een
vriend van Smirnof, die ook het beleg
meemaakte, een uitdaging aan Fock gezon
den. Deze heeft de uitdaging aange-nomen
Hot duel tussohen Fock cn Goorbatchof-kx
zou plaats hebben, zoodra de minister van
oorlog er machtiging too gaf.
Door de vestingstraf, die aan Stóssel op
gelegd is, verliest hij alle orden. Hij mag
alleen do oorlogsmcdaille houden.
Er gaan geruchten, dat de mini er van
oorlog zijn toestemming zou hebben vorlcond
tot een duel tusschen Stössel en Ncbogatof.
Het tweegevecht zou plaats hebben in do
Peter on Paulus-vesting.
In do Franscho Kamer is oen
wetsontwerp ingediend tot hervorming van
den telephoondienst, waarmede gepaard
gaat een kredietaanvrage van 42 millioen.
Het abonnement in Parijs bedraagt thans
400 franken; deze som schrikt velen, die
sl-.'ts een matig gebruik van den tcle-
phoon maken, af. Toch neemt het aantal
abonné's zoodanig toe, dat men over moet
gaan tot het oprichten van een tweede oen-
traalbureel.
Om nu ineens aan beide eischen te gemoet
te komen, wil de regeering breken met het
abonnementcnstelsel en dat van de z.g. ge
taxeerde gesprekken invoeren, zooals dat
reeds lang bestaat in Londen, Nicuw-York
cn Berlijn.
Hierdoor echter schat men de toename
van het getal aangeslotenen op een 50,000,
waarvoor 5 centraalbureelen noodig zullen
zijn.
Waarschijnlijk Lal in 1910, wanneer de
Kamer en Senaat niet al te lang wachten
met hun goedkeuring aan het ontwerp vo
hechten, deze nieuw© telephoondienst in wer
king kunnen trederr.
De „I ra pa rei al" maakt eeS
brief openbaar uit Villa Nucva, in do
Spaanscho provincie Badajoz, waarin ver
teld wordt, dat den I2den Maart een hon
derdtal vrouwen en kinderen zeer kalm
voor het stadhuis protest kwamen aanteo-
kenen tegen het ontwerp tot wederinvoering
der accijnzen.
Nadat eens tot uiteengaan gesommeerd
was en do menigte zich niet verspreidde,
gaf de gendarmerie tot driemaal toe vuur.
Toen vluchtten do manifesbeerenden lials
over kop. Een vrouw werd doodgeschoten;
28 personen werden gewond, waarran or
later nog eerr stierf.
Deze week werd bij hot Frari-
sche ministerie telegraphisch bericht, dat
op do Marokkaanscho kust hot Franscho
visschersvaartuig „Baleino", uit Bordeaux
gestrand was en de bemanning door de inJ
I boorlingen gevangen was genomen. Naiero
berichten melden, dat men vreest, do 20
man equipage niet van den dood to kunnen
redden, daar de Mooren met allo geweld
hun terdoodbrenging eischen, niettegen
staande een losgeld is geboden.
Admiraal Philibert heeft daar op den
kruiser „Cascara" naar Kaap Juby gezon
den, waar de stranding heeft plaats gehuil',
om door machtsvertoon do inboorling^ i
tot rede te brengen.
Do recdcrij van het schip heeft evenwel
vernomen, dat de manschappen het nog wèï
maken.
De Parijsche gomoenfcoraad
heeft gisteren van den Prefect van de Sei
ne een memorie ontvangen aangaande wer
ken voor gemeente-gebouwen, wandelwegen,
straten-onderhoud en hygiënische maatrege
len, waarvoor 485 millioeiT franken noodig
worden geacht 1
steenen bedekten parkweg op cn neer en:
dacht nog eens ernstig over alles na.
Het was alleen tegenover Tornau cn zijn
moeder, dat ze een valschc positie innam.
Haar zwijgen veroorzaakte anders nie
mand nadeel; het droeg er hoogstens toe
bij om de barones cn Hans von Trachwitz
samen te brengen. Maar was de barones
niet oud en verstandig gonoeg, om in te
zien, dat een avonturier zonder cenig ver
mogen niet de rechte man voor haar was?
En als zij werkelijk van hem hield, wat
zij niet geloofde, daar do jonge weduwe aan
Toinau de voorkeur scheen te geven als
heb niettegenstaande dat toch eens mogelijk
was, zou ze dan ten slotte tooh niet geluk
kig met hem kunnen worden? Misschien
verstond zij beter do kunst zijn hart te
boeien, misschien gelukte het haar een
bruikbaar mensch van hem te maken.
En toen overlegde zo nogmaals bij zich-
zelve, wat ze aan Tornau zou zeggen. Het
zou niet gemakkelijk zijn, als hij haar on-
dortusschen met zijn heldere oogen aankeek,
zoo vreemd dringend en vragend als hij1
het in den laatsten tijd zoo dikwijls deed.
Toen zij zich juist weer omkeerde, zag zo
hem aankomen Hij reed door het park di
rect op haar toe en begroette haar met
vroolijk schitterende oogen, toen hij haar
zag staan.
„Ik daeht, dab u al lang bij den vijver
zou zijn."
„Neen, mijnheer von Tornau, ik heb hier
op u gewacht."
(Wordt vervolgd.)