Be „cylinder." Onder de hoofdbedekkingen, -welke de heeren der schepping volgens de wetten der mode moeten dragen, neemt de cylin- derhoed ongetwijfeld den eersten en „hoog- eten" ramg m. Hij gaat door voor den „koning der hoeden'' en is ook de hoed der koningen, wanneer dezen bij feestelijke ge legenheden niet in uniform verschijnen. Geen wonder dus, dat, zooals Stanley verhaalt, tot het toilet van den koning van Dahomey ook een reusachtige hooge hoed behoorde en dat de Sultan der bloeddor stige Oerombo's bij de ontvangst van Euro- ipeanen trwlee qp ellkaar gestoken hoogje hoeden op zajn eerhiedwaardigen neger- schedel droeg. Lieden, die zich gaarne verbeelden, iets in de melk te brokkelen te hebben, dragen bij voorkeur een hoogen hoed. Het ia alsof de „kachelpijp" alles vertegenwoor digt, wat in de wereld groot, voornaam, gezaghebbend, boven het gewone uit, is. In de City van Londen is de cylinder onmisbaar en velen beschouwen hem als het symbool van Engelsche respectabiliteit. Toch heeft de cylinder juist in Engeland zijn onverzoenlijkste vijanden. Reeds se dert vele jaren bedreigen dezen bij iedere gelegenheid zijn bestaan en niet lang ge leden gaf lord Ronald Gower zelfs een Werkje in het licht tegen dit „onding on - der de hoeden", waarin hij verklaarde, dot het in Europa een voorrecht van den gewonen mensoh was geworden, met den cylinder op het hoofd als voorname lui te figureeren en hun manieren na te apen. Daarom noodigde de Lord den Prins van Wales (den tegenwoordigen koning Eduard VII) uit, om het misbruik van het dragen eener zoo ouderwetse he en las tige hoofdbedekking door zijn voorbeeld in aristocratische kringen af te schaffen. Desondanks heeft echter de „koning der boeden" nog steeds zijn opperheerschappij behouden. Overigens is in den laatsten tijd ook in [Frankrijk een beweging merkbaar tegen de „tuyau de poêle", oftewel „kachelpijp". Evenalis lord Gower hebben verscheidene aanzienlijfee personen hem als „ignoble" gebrandmerkt, terwijl anderen hem onprac- tisch, onaangenaam, hinderlijk, te lang, te opzienbarend, te glimmend, te schoor- steenaohtig, te pilaarvormig, te Eiffelto- renachtig, enz. enz., vonden. Toch is te Parijs de cylinder nog steeds Si la mode, en bij gelegenheden, hetzij van vroolijken, hetzij van droevigen aard, on misbaar. Bij de Derby-wedrennen eischt de „hoogste chic", dat men met een cylin der getooid is, en eerst wanneer de prijs door een der renners behaald ia, mag de stijve „tuyau" plaats maken voor den slappen vilten deukhoed. Dit ter verkla ring voor de oningewijden, die zich verba zen, dat de elegante wereld zich steeds ge wapend met twee hoeden naar die wed rennen begeeft. Parijs heeft langen tijd doorgegaan' voor de geboorteplaats van den cylinder. Men beweerde, dat hij daar vervaardigd werd volgens het model, dat Benjamin Franklin droeg, toen hij in 1778 als gezant van •Noord-Amerika te Parijs verbleef. Onver moeide onderzoekers hebben echter aan het licht gebracht, dat cylindervormige hoeden het eerst te Londen gedragen wer den. Zoo vindt men reeds op prenten uit de 15de eeuw een cylinderhoed, die zeer veel op den tegenwoordigen gelijkt. In Nederland werden hooge hoeden voor al tijdens do binnenlandsche onlusten der 16de eeuw gedragen. Evenzoo in Spanje en Frankrijk, en tijdens den 30-jarigen oorlog in Duitschland. Anderzijds vonden reizigers in Nieuw- ZeeLand inboorlingen, die nooit met Eurd- peanen in aanraking waren geweest en toch hooge hoeden droegen, die door hen zelf vervaardigd werden en een zeer groo- te overeenkomst met de onzen vertoonden. Eerst in 1796 bereikte de „koning der hoeden" zijn toppunt van roem, toen hij met den bijnaam van 'bus", den naam van een hoedenmaker, betiteld werd. Do „merveilleux" van Parijs vonden hem won dervol en weldra was hij de hoed k la mode. Het was zijn eerste groote overwinning, die ten gevolge had, dot de algemeen in zwang zijnde „driepunt" of „drieeteek" volkomen in onbruik geraakte. Eerst wel is waar alleen in Frankrijk, maar allengs ook in Duitschland, waar Goethe hem reeds in 1785 gedragen moet hebben, en waar hij, als komende uit het land der Jacobijnen, nog langen tijd beschouwd werd ala een teeken van revolutionnaire ge zindheid. Ongeveer dertig jaren later, tijdens do Juni-revolutie, brak in Frankrijk een cy- linder-vervolging uit. De vroegere hoed der republikeinen was namelijk ongemerkt het uitwendig herkenningsteeken der aanhan gers van het koningschap geworden en fwerd ala „hoed dor reactionnadren" on barmhartig uitgedreven. Het zou niet doenlijk zijn de jaarlijksche veranderingen te beschrijven, die de cylin der geregeld onderging. Genoeg zij te ver melden, dat hij in 1837 en 1838 reeds een beduidende hoogte bereikt had en met ges pen en linten versierd werd. In 1840 werd hij nog hooger en in 1850 bereikte hij als „Weener-aansprekershoed" zijn hoogste hoogte. Het was iets phenome na als, een ware kachelbuis met een rand je van nauwelijks één vinger breedte! De Oostenrijbsche metropool heeft dan' 'ook ten allen tijde bijzonder ijverig mede gewerkt aan de ontwikkeling en den bloei van den hoogen hoed, en zelfs de Parij- scke modellen verre overvleugeld. In Berlijn werd de „hooge zijden" reeds vroegtijdig het mikpunt van spotternijen. Men noemde hem „Bibi," „Bibifax," „Kie- pe," en ook wel „Flaps," „Civilhelm," o£ „Wiohstopfe." Maar in weerwil dat daar zelfs een „Anti-Cylinder-Vereeniging" werd opgericht, bleef de hooge hoed steeds de voornaamste en meest gewilde hoofdbe dekking. Eén landje is er, waar den „koning der hoeden" geen kwaad kan overkomen. Het is het kleine, tusscben Aken en Yerviers gelegen, en noch aan Duitschland, noch aan Frankrijk, noch aan België behooren- de gebied van Moresnet. Daar is namelijk de cylinder oudsher tot nationale hoofd bedekking verheven en heeft hij zich in de ze waardigheid steeds weten te handhaven. STOPGOUD. Wanneer men heet volleerd, is de eerste les begonnen. Vondel. De weekheid storte tranenbeken. Mistrouw dien rasch verdampten vloed. Wat eed'le harten weenen doet Zal in één enklen droppel spreken; Eén droppel mei de ziel geschreid Geldt heel een stroom van zinlijkheid. N. Beets. BUSEROSMTTEW. Gebruik nimmer levensmiddelen uit bus sen, welke bol staan (zg. gebombeerd zijn) en evenmin die, waarbij de fabrikant zich schaamt zijn naam of fabrieksmerk op de etiketten te plaatsen. Weiger zuro groenten en alle vruchten, die niet in behoorlijk verniste bussen zijn geconserveerd, on gebruik geen enkel ge conserveerd artikel, dat een abnormale kleur, reuk of smaak bezit. De degelijke fabrikanten in ons land, die geen onderzoek schromen, zullen gron dige op- en aanmerkingen betreffende hun fabrikaat in dank aanvaarden, en steeds trachten, met behulp der wetenschap, hun waren zooveel mogelijk aan de eischen der hygiëne te Laten voldoen. Het ontraden van het gebruik van in bussen geconserveerde levensmiddelen in het algemeen, op grond van enkele geval len, die aan onzin delijkhsid of onzaakkun dige behandeling te wijten zijn, beduidt een groote schrede achterwaarts en is niet ge rechtvaardigd. De melk te Londen. Het moet ieder bij een bezoek aan Lon den opvallen, dat men er in de „tea rooms" even royaal met de melk als met de suiker is. Bestelt men bijvoorbeeld hij Lyons, wiens tea-roome van buiten aan de witte verf zijn te herkennen, een potje thee voor één persoon, men krijgt er voor de threepence een heel kannetje melk boj. Maar vraag er niet naar, hoe gTOot het vetge halte daarvan is, en geef u evenmin moei te, om er met een theelepeltje den room af te scheppen. Ge zoudt tot St.-J uttemia kunnen wachten, om Londensche melk te -laten roomen. En kook ze eens, dan moogt ge van geluk spreken, als er een vlies j e op komt. Toch betaal je vier lieve stuivers voor den liter, of two pence a pint. Daar konden ze ten minste goede, on afgeroom de melk voor leveren. Zoo denkt een Hol lander allicht. Enfin, met dunne melk zou je nog genoe gen kunnen nemen, omdat jo weet, dat er nu eenmaal niets aan te doen is, dat Keesje met zijn emmer naar de pomp gaat. Maal ais de melk dan bovendien nog onzuiver is, danwel, de lezer begrijpt den ge moedstoestand, waarin jo dan onwillekeu rig komt. En het helpt bitter weinig, of de gemeentelijke melkinspecteurs gedurig- op straat en in melkhuizen proeven van de vecrkochte melk nemen, ze laten onderzoe ken cn de knoeiers vervolgen. Van de 12,626 proeven, die in 1906 te Londen onderzocht werden, bleken niet minder dan 1675 vor- walscht of omuiveir te zijn. Dit cijfer is erg genoeg. Maar de onzuiverheid dei- melk is veel grooter dan daarmede vo: dt aangeduid. Bijvoorbeeld, hier is de. verkla ring van den medisohen gezondheids-in specteur van Islington, de grootste der 39 gemeenten van Londen in het noordon. Gezegde inspecteur, dr. Harris, voert se dert eenige jaren een verwoeden strijd te gen de veronzuivering en vervalscbing var. melk. Hdj onderzocht pas honderd proeven, en daarvan bevatten niet minder dan 99 koedong. „Londen wordt dagelijks voorzien vaja een ontzaglijke massa onzuivere melk, die niet verkocht diende te worden," is zijn oordeel. Het is wel waar, dat wat niet weet, niet deert. Maar als je weer eens zoo'n deskundige verklaring leest, dan duurt hot eenigen tijd, alvorens dé thee met rechten smaak gedronken en de pud ding dito gegeten wordt. De Engelsche melkboeren zouden raar opkijken, wanneer de Londenaars eens, uit wrevel, de zoogenaamde versohe melk gin gen afschaffen, en zich met gecondenseerde vergenoegden. Daarvan worden te Londen jaarlijks millioenon busjes verbruikt. "En het verbruik neemt steeds toe. Zelfs op het platteland, waar men toch goede melk moest kunnen krijgen. Maar de behande ling daarvan laat veel te weDschen over. Het vakblad van don „Board of Agricul ture" mag nu en dan goede wenken geven aangaande de reiniging dor stallen, het borstelen van koeien eiken dag, het reini gen der uiers cn zoo al meer, de landbou wers storen zich blijkbaar weinig daaraan, den goeden niet te na gesproken. Londen gebruikt lederen dag gemiddeld 630,000 liter melk. Gewis geen kleinigheid je. Uit talrijke provincies wordt zij iederen dag aangevoerd. Men heeft berekend, dat er jaarlijks ongeveer 6,400,000 kannen van uit het noorden en het westen van Enge land per trein aangevoerd worden. Het is een eigenaardig gezicht, 's ochtends een melktrein in Paddington-station te zien ontladen. Daar alleen arriveeren ieder jaar gemiddeld 1,200,000 kannen. Men krijgt daardoor ook een indruk, hoe be langrijk een goede wettelijke contróle op de behandeling van melk is. John Burns zal binnenkort een wet tot verscherping van dat toezicht indienen. Het is voor Londen te hopen, dat dat zal helpen... om het niet alleen zuivere, maar ook betere melk, melk met room, te be zorgen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 17