Sirct-fifloriiüz.
moskee binnen, die met vrouwen, kinde
ren en grijsaards g:vuld was, en had daar
spoedig een veilig hoekje gevonden.
Drie volle uren duurde het verschrikke
lijk bombardement.
Het avondrood en geweldige branden
hulden bovendien nog de huizen in een
rossen gloed.
Tscherkessische ruiters galoppeerden de
straten door en schuw geworden paarden
renden in wilde vaart rechts en links.
Er heerschte een verschrikkelijke ver
warring.
Van lieverlede echter begon het vuren
af-te nemen, totdat het eindelijk geheel
ophield.
Het eerste bombardement was afgeloo-
pen.
Uit Servië teruggekeerde Baschi-Bazouks-
benden drongen overal binnen en slopen
rooflustig de huizen in.
Dat was dan het begin van den wreeden
oorlog en al zijn verschrikkingen.
Een onovirzienbare volksmenigte stond
den volgenden morgen voor het station te
Roetschoek.
De uittocht nam een aanvang.
Geheels gezinnen, slechts van het nood-
wendigste voorzien, bestormden bet station
en verbeidden met ongeduld het oogenblik
om in te stappen.
Bulgaren, Spaansche Joden, Rumensri,
Turken, geheele harems, kinderen van alle
nationaliteit en godsdienstige gezindte,
waren hier saamgestroomd.
Een klein meisje droeg een lammetje met
gouden horens zeer behoedzaam in haar
armen; kinderen, die op de bloote voeten
liepen, grijsaards met langen witten baard,
een schilderachtige, maar verschikkelijk
ontstelde menigte was hier verzameld.
Doch de Turken hadden er verstand van
om zich den toestand ten nutte te maken.
Openbare oproepers maakten bekend, dat
zij, die de vlucht namen, van een bijzondere
kaart moesten voorzien zijn, welke tegen
betaling van vijf piasters to verkrijgen waa.
Een prachtige uitvinding
Een belasting op den angst!
Ja, do Turken waren wel op de hoogte.
Eon onderofficier de* Zapi's met twee
manschappen bewaakten den uitgang en.
lieten niemand do groote bal binnen, die
niet een gestempelde kaart vertoonen kon.
Wat een gejammer cn geweeklaag van
zoovele ongelukkigen, die geen kaart, maar
wel eindeloozc vrees hadden.
Ik stond met den chef te praten, een ge
moedelijk Franschman, dio dolgraag iedor-
een zooveel mogelijk hielp, voor het sta-
Hon, toen ik mij plotseling bij mijn naam
hoorde roepen.
Te midden der menigte ontwaarde ik de
schoone Militza, vol angst, met geheel ver
wilderde oogen en loshangende haren.
Met een g.baar vol vertwijfeling trachtte
zij mij te doen begrijpen, dat zij geen kaart
had.
En zij was niet de cenige. Dat bewezen
wel het gejammer en geklaag, de vcrwen-
schi'-r-fn, die overal gehoord werden. s
Do jonge vrouw wilde naar Varna ver
trekken en haar man zou spoedig volgen.
De crl armhartige wachters lieten haar
echter niet door. In andere tijden zou wel
licht een klein drinkgeld gebaat hebben,
hcd:n echter was men maar al fn zeer met
talrijke bespiedende oogen omgeven.
Ik verzocht den chef de schoonc Militza
door zijn bureau te laten gaan. Een tee-
ken, een beweging, zij had alles begrepen.
Spoedig was de vrouw door de menigte
heen gedrongen, hapl den sleutel omge
draaid, het kantoor van den chef betreden
en zoo dcu trein bereikt-
Een kwartier later rolde een buitenge
woon lange trein uit het station van Roet-
schoek. Wel vijftig wagens, allo opgepropt
met vluchtelingen, die maar al te zeer
vreesden nog vóór hun vertrek, evenals
daags te voren, met een granaatregen ge
bombardeerd te worden.
Doch de Russen toonden zich groot
moedig.
Van de oevers van den Donau zagen zij
den trein naar het Westen stoomsn zonder
een kanonschot te lossen.
Uit het raampje wuifde een jonge vrouw
met haar zakdoek.
,,Een eigenaardige huwelijksreis!" mom
pelde dc chef.
Vroeger winterverblijf plaats alleon van
Engelschen, zijn er de laatste jaren vreem
delingen van alle nationaliteiten gekomen,
die aan de Albion-zonen den cerepalm in
wedstrijden betwisten.
De nauwe straten van dit bergnest zijn
thans 's morgens gevuld met op de koude
aangekleede vreemdelingen, die 's middags
in een ,,conditorie" of in de vestibule der
groote hotels komen theedrinken en er,
wat de dames betreft, vooral aan de af
metingen der hoeden de nieuwste modes
laten kijken, schreef de correspcadent van
de „N. R. Ct." Een wonderlijk toegeta
kelde menigte, niet alleen 's middags. Za
gen we niet onlangs op een heerlijk kouden
ochtend een nog geenszins hoogbejaard
heertje, met waarschijnlijk voor lage tem
peraturen gevoelige ooren, die deze beide
liohaamsdeelcn voorzichtig in grijssatijnen
foudraaltjes geplaatst had, met een smalle
stalen knip om het achterhoofd vastge
houden 1
De jeugd vooral, maar geenszins alleen
de jeugd, geeft zich hier in de prikkelende
door-gezonde lucht naar hartelust aan de
sport oversledevaren op allerlei wijze,
schaatsenrijden en ski-loopen; curling en
bandy, op do ijsbanen gespeeld. Schaatsen
rijden, tot een kunst van wonderlijke be
drevenheid opgevoerd, door w op de
hooge hoepel-ronde Amcrikaansche schaat
sen op do zeer kleine ijsbanen der groote
hotels weten te draaien en te krullen en
te zwieren, soms in paren te walsen in al
lerbekoorlijkste elegantie. Maar ga niet
naar St.-Moritz met niets dan een paar
trouwe Hollandsch© doorloopers in uw
koffer. Gij zult er hier weinig aan hebben
en ge voelt u op de ijsbaantjes als iemand,
die in e^n kleine, al te volle kamer voort
durend vreest meubeltjes of bibckotjes om
ver te gooien.
Bij het sledevaren is de groote 'belang
stelling voor de bobsloighs, de lange ijzeren
gevaarten met vijf zitplaatsen, rustend op
een beweegbaar onderstel, die met meer
dan sneltreinvaart do lange, met nauwkeu
righeid aangelegde en zorgvuldig onder
houden baan boven van St.-Moritz af
naar Celerina omlaag suizen, niet een
baan van sneeuw, maar bijna geheel van
ijs. Als men voor de eer?te maal een
,,bob", meestal door vier mannelijke per
sonen en één dame bezet, naar beneden
ziet schieten en met brutaal-woeste vaart
do bochten ziet nemen, v_ar'oij de machine
hoog tegen den iiswand der baan op
vliegt, de inzittenden, behalve de stuur
man, als ballast, achterover gedrukt lig
gen, denkt men aan krankzinnige roeke
loosheid. Toch gebeuren er bij deze sport
weinig ernstig© ongelukken. Een bob, dio
omvalt, een der manschap, die een arm
breekt het. komt niet vaak voor en
het wordt ook niet als ernstig geteld. De
gewaarwording bij het omlaag v'iegen is
niet zeer aangenaam. Gij ligt gestrekt ach
terover en komt alleen op het commando
van den stuurman, die in prachtig bedwang
van zenuwen de teugels houdt, bij ,,one,
two, bob" met een ruik overeind, om u
dadelijk daarop weer op buik en maag van
dengeen, die achter u zit, neer tc leggen.
Slanke Engelschen cn meer pootig uit
ziende Duitschers vereenigen zioh dagelijEs
in een joviale entente cordiale aan den af
rit der skdebaan, waar bijna eiken dag
wedstrijden gehouden worden met een
ernst, die lichtelijk belachelijk aandoet.
Allerliefste Engclsche sport-meisjes of ook
Duitsche in witte trui en witten rok zijn
gaarne meegenomen passagiers op de ra
zende vaart.
Gevaar likker dan net sleden met den bob
is de slcdesport met de toboggan, zooals
die hier op de Cresta-baan beoefend wordt
en w aar verleden jaar onze landgenoot Van
By landt verongelukt is. Men legt zich op
den buik, het hoofd naar voren, op een
kleine slede, waarvan het bovenvlak, waar
op men ligt, heen en weer kan glijden op
het onderstel. De beenen steken ver over
de slede uit en aan de punten der laarzen/
draagt men ijzeren stekels, om te kunnen
remmen. En voort vliegt het de diepte in
langs de bochtige cn steile ijsbaan. Ook aan
deze sport nemen dames deel, hoewel wei
nigen. Allerliefste sportmeisjes, zei de ik zoo
even. Hoe moet ik deze vrouwen noemen,
die met saamgesnoerde rokken, in aller-
onbevalligste pos© op de toboggan gaan
liggen ©n in wonderlijk wippende beweging
omlaag snorren.
Prettiger dan deze soort sledesport is het
eenvoudige rodeln, waaraan geen gevaar
verbonden is en wat ieder kan doen; waar
bij niet gewed wordt en niet krampachtig
tijd opgenomen. Een zonnige witte helling,
een baan van sneeuw; ge gaat fideel op
uw sleetje zitten en ge glijdt, op uw wijze
ook snel, het dal in. De zalige frisscbe
lucht blaast u in het gezicht en als gij
niet oppast, tuimelt go in de mulle
sneeuw.
„Dwaze jeugd," lachte een vriendelijke
oude Fransche dame, toen ze een heel
troepje jongelui in do sneeuw zag buitelen.
Laat ik u nu nog even over bet ski-loo
pen vertellende mooiste van alle spor
ten, die men hier heeft. Technisch kan ik
er niet veel van zeggeij, want ik leer het
ski-loopen nog te kort en het is moeilijk.
Men voelt zich op de meer dan manslange,
van voren opgebogen en onder den voet
gewelfde houten latten niet gauw thuis.
Maar de ski-sport brengt u buiten, uit
het gewoel in de stilte van het woud, waar
de majesteit van het bergland spreekt. In
het woud, waar do dennen gebogen staan
onder hun sneeuwvracht, waar de dorre
lariksen als oud-goud in de zon glanzen.
Wat is het hier goed Geen enkel geluid
eindelijk ploft een plok sneei v van een
tak; m het dal geeft een klok één slag,
een gouden klank in 'het goud van het
zonlicht. Dan weer de stilte. Tot in de
verte sledebellen rinkelen.
iapansohe tandartsen.
Bij zenuwachtige en kleinzeerige men-
schen veroorzaakt reeds het woord „tan -
dentrekken" een pijnlijk gevoel of al
thans een onaangename gewaarwording.
In dit opzicht zijn in Japan de tandartsen,
evenals de lijders aan tand- en kiespijn, er
beter aan toe.
De Japanscho tandmeester trekt de tan
den zonder eenig instrument, uitsluitend
met dc vingers.
De lezrr zal aan de mogelijkheid hier
van gclooven, wanneer hij verneemt, op
welke wijze de Jaoarische artsen voor dat.
vak worden opgeleid.
In een plank van zacht grenenhout wor
den gaten geboord en daarin losse pennen
geplaatst. Deze plank wordt op den grond
gelegd en de leerling moet nu de eene pen
na de andere tusschen den duim en deu
wijsvinger der rechterhand vatten en recht
standig uit de opening trekken, zonder te
wringen en de plank te bewegen.
Is hij hierin voldoende bedreven, dan
worden de pennen vaster in de openingen,
gedreven, en begint de oefening opnieuw,
waarbij natuurlijk ook de duim en de wijs
vinger van den aanstaanden tandarts aar-
kracht en bshendigheid winnen.
Heeft de leerling den cursus met de gre
nen plank doorloopen, dan gaat liij over
tot een eiken plank, waarbij eiken pennen
vast ingeslagen zijn, en oefent zich daarop
Wfekcn en maanden lang.
In den derden cursus leert hij op een
ahornen plank, waarin pennen van het
zelfde hout vast ingedreven zijn, en heeft
hij ook in het uittrekken daarvan genoeg
zame bedrevenheid vonkreg n, zoo is hij
geschikt voor zijn vak en trekt in minder
dan een minuut vijf, zes, zeven tanden uit
den mond van den patiënt, zonder dat
deze den mond ook maar een enkele maal
I kan sluiten.'