3So. 13^25.
jmXDSGB DACfISX«AU, Zaterdag* 22 Februari. Vierde Blad.
Anno 19ÓS.
Bestrijding van den Woeker.
Niet lang geleden ia door het Kamerlid
'dr. Bob, een dor oprichters van do Natio
nale Vereeniging tot Bestrijding van den
Woeker, in een der organen van de dag
bladpers een uitnemende uiteenzetting ge
geven van het streven dier Vereeniging
en de nadruk gelegd op den omvang en den
ernst van het kwaad, tot welks bestrijding
'deze Vereeniging.zich heeft aang gord.
Het is ons voornemen niet, in die be
schouwingen terug te treden. Maar wij heb
ben er aanleiding in gevonden om, afge
scheiden van dit betoog, eenige opmerkin
gen in het midden te brengen, ten einde
de overtuiging te vorsterkon dat het inder
daad mogelijk is, met hoop op gunstigon
uitslag dit euvel te bekampen.
Het b zwaar, dat men steeds hoort oppe-
^n door degenen die van het vraagstuk
geen of sleehts oppervlakkige studie heb
ben gemaakt, richt zich hoofdzakelijk tegen
het denkbeeld van een wettel ij ke be
strijding van den woeker en komt hierop
neder, dat het onmogelijk is, aan te geven,
wat onder dit begrip valt te verstaan. Men
Hvijst dan gemeenlijk op het fiasco, door do
oude woekerwetgeving gemaakt, waarin
bepaald werd, welke rente als maximum
mag worden gevorderd bij het ter leen
verstrekken van gelden.
In de eerste plaats zij nu opgemerkt, dat
fer behalve wettelijke maatregden teg n den
woeker, nog andere middel n ter bestrij
ding zijn, waarvan de doeltreffendheid
ieder in het oog moc-t springen.
Wanneer degenen, die thans doordat de.
bestaande crcdietinstellingen in hun be
hoeften niet voorzien, genoodzaakt zijn hun
toevlucht tot wo keraars te nemen, in do
gelegenheid worden gesteld zich te wonden
tot instellingen, uitsluitend opgericht in
hun belang, spreekt het vanzelf dat de
woekeraars minder te do:n zullen krijg n
oprichting van zoodanige 'nstellingen is
dus in de eerste plaat9 gewenscht.
Mnar tevens is hot een feit, dat velen
hetzij uit onbekendheid met het beriaan
van zoodanige instellingen want hier en
<Dnr, zij hot nog op te weinig plaatsen, znn
gii. -er reeds hetzij uit onb kendheid
met de grooto gevaren die hen bedreigen
indien zij de voorkeur geven a^n inrichtin
gen, die misbruik maken var den geld
nood, waarin zij verkeer^n, to:h in de han
den van woekeraars zullen hlijven vaUen
wanneer niet zorg wordt gedragen voor
doeltrefendc voovlichting van h?t puM'ek.
En zoo blijkt dus een 1w de afdoend
middel ter bestrijding van deze maatschap
pelijke kwaal gelegen in het verbreid n van
kennis omtrent den waren aard di w pand
jeshuizen, voorschotbanken, enz., di-» vooral
in de groote centra van bevolking zoo
talrijk ziin Het publiek moet leeren, voor
zichtig te zijn en zich niet te laten roiri i-
den door die schoonschijnende advertentiën
waarin geld op gemakkelijke voorwaarden
met of zonder borgen, wordt aangeboden.
De arbeiders en kleine luiden moeten
doordrongen worden van de schromelijke
gevolgen welke het gebruikmaken van
particuliere pandjeshuizen maar al te vaak
tnet zich mede sleept; het moet een schande
worden zich naar zulk een inrichting te
Vfjp^ven liever dan gebruik te maken van
de- diensten der gemeentebank van leening
wanneer men in nood verkeert.
De volksovertuiging moet zich kanten
logen hei ongehinderd, ongeregeld voort
bestaan van die woeker huizen, die mis
drijf in de hand werken, het kind opvoe
den tot een leven van leugen en bedrog
en de beste sappen zuigen uit het merg
der natie.
Gaat men nu na, wat op dit gebied tot
nu toe in Nederland is verricht, dan moet
bet antwoord zeer onbevredigend luiden.
Hier ligt een groot terrein braak, ecu
terrein, waarvan zelfs do omvang, on
danks enkele prijzenswaardige onderzoe
kingen als van de bekende „Nut8"-commis-
jBie, nog in geenen deele volledig bekend
is.
De Nationale Vereeniging tot Bestrij
ding van den Woeker is bezig, dat terrein
te verkennen. Zij koestert de hoop, eer
lang den stoot te kunnen geven tot do
oprichting van waarlijk goedo crediet-
instellingen- een Commissie houdt y.ich
met do voorbereiding daarvan sinds en
kele maanden bezig; zij tracht te komen
tot da vaststelling van een „zwarte" en
een „witte lijst" der bestaande cxedietin-
6tellingeu. Maar reeds thans bleek deze
taak zóó omvangrijk, dat do Commissie,
welke dit werk ter hand zou nemen, beslo
ten heeft, zich voorloopig alleen tot Den
Haag te bepalen Tot Den Haag alleen!
En dat, terwijl toch in Amsterdam en
Botterdam, om slechts deze plaatsen te
noemen, zeker niet minder credietgcleg?n-
heden zullen zijn die, met een zwarte
kool dienen geteekend te worden. Maar wil
men komen tot een alle g2meenten van
ons land omvattend onderzoek, dan zal
het vóór alles noodig zijn dat het aantal
leden der Nationale VereenigiDg tot Be
strijding van den Woeker vertienvoudigd
zij, opdat in alle streken van ons land
do kraéhten aanwezig mogen zijn, die zich
'met dit waarlijk niet gemakkelijk werk
willen belasten.
AVat overigens het wekken der volks
overtuiging betreft, in dit opzicht valt
reeds cenigen vooruitgang te constatee-
ren sinds den korten tijd dat hier te lande
de georganiseerde woekerbestrijding ge
voerd wordt. De pers, dat machtige wa
pen der publieke opinie, zwoeg tot voor
weinig jaren over dit euvel. Thans be
vatten onze bladen herhaal(lelijk h riehtm,
artikel on over het vraagstuk, dank zij
vooral de rustelooze activiteit, door de
reeds herhaaldelijk genoemde Vereeniging
ontwikkeld, die zelf door het uitgeven van
een propagandablad, voortdurend do aan
dacht voor de zaak levendig houdt.
En dat ook in Regceringskringcn haar
streven met sympathie gevolgd wordt, be
wijst wel het feit dat gelijk dezer dagen
werd gemeld de Vereeniging v .n het
Departement van Binnenlandsche Zaken
een op haar verzoek door tusschenkomst
van het Departem nt van Buitenlandsche
Zaken bijeengebrachte omvangrijke verza
meling van de woekerwetgeving der ver
schillende landen mocht ontvangen.
En zoo zijn wij dan -thans ongemerkt
weder gekomen tot het vraagstuk van de
wetgeving tegen den woeker. Dat deze
gewenscht is, ook voor ons land, zal
wel door weinigen worden ontkend. Zoo
lang immers niet ieder doordrongen is van
de noodzakelijkheid zich indien hij geld
noodig heeft alleen te wenden tot betrouw
bare crcdietinitcllingenzoolang niet ieder
in staat is, het kaf van het koren te schei
den; zoolang niet ieder terecht kan bij eeD
goede credietgclcgenheid; zoolang dei halve
woekeraars nog in de gelegenheid zijn,
slachtoffers te maken, is t een plicht
van den wetgever in het belang van onc>
volk or voor te waken dat er zoo weinig
mogelijk slachtoffers vallen en dat de woc-
ker-praktijken binnen zekere grenz n terug
gedrongen worden opdat de ellende, door
den woeker veroorzaakt, thans iets gerin
ger zij.
Het is dus alleen de vraag en dit
wordt door de tegenstanders van woeker
wetgeving in twijfel getrokken of zulk
een wetgeving mogelijk is.
Welnu, daarop wordt het meest welspre
kend antwoord gegeven door de zeldzaam
volledige en uitvoerige verzameling van
buitenlandsche wetgeving, welke thans bij
de Nationale Vereeniging tot Best ijdiug
van den Woeker in studie is. En wanneer
men daarbij let op den zeer recentcn datum
van verscheidene dier wette-, dan vaft
daaruit reeds af te leiden dat de bewering,
als zou de woekerwetgeving ietg zijn dat
tot de oude doos behoort en volledig fiasco
hooft gemaakt, eenvoudig uit do lucht ge
grepen is.
Wij hopen later op dit belangrijke onder
werp terug te komen en willen thans
slechts degenen die b weren dat het begrip
„woeker" niet valt te omschrijv i, ant
woorden dat het in tal van buitenlandsche
wetgevingen met groote juistheid omschre
ven is ongeveer in dezen geest, dat als zoo
danig valt aan te merken het misbruik
maken van den nood, de onwetendheid of
liohtzinnigheid van een ander om van hem
een voordeel te bedingen dat in verband
met do in normaio gevallen bij dergelijke
overeenkomsten g ldendc gewoonten on
evenredig hoog is tegenover hetgeen hij van
zijn schuldeischer ontvangt.
Bij een dergelijke omschrijving heeft men
niets meer te maken met het stellen van
een voor alle tijden en g;vallen geldenden
maximum-rentevoet, gel ijle ia de vrocgre
woekerwetgeving geschiedde.
En dat liet bedrijf dor pandjeehuishou-
ders en houders van voorschotg legenheid
in het algemeen niet aan reglementeering
zou zijn te onderwerpen, wio zal heb willen
beweren
Doch laat ons niet vooruitloopt op de
resultaten van do studie, door do Nationale
Vereeniging tot Bestrijding vao don Woe
ker ondernomen en ons bepalen tot het uit
spreken van do hoop, dat zeer velen zich
gedrongen zullen gevoelen, zich bij dia
Vereeniging aan te sluitea (iele Secreta
ris ia do heer J. M. Maury, Groctherto-
ginnelaan 121, Den Haag) en het streven
der A'ereeniging moge bekroond worclcD
met don uitslag dat het bedrijf dor woeke
raars een g^voeligen knauw krijgt en door
een krachtige woek rwetg-ving aan erger
lijke misbruiken paal en perk worde gestold.
Brieven uit Katwijk.
xv.
Er is heel wat geschied, voor en al eer
deze brief mijn pen ontvloot, talloos vele
malen ging mijn papier van de BclirijfLafol
in de lade, ik kon maar niet tot een besluit
komen. Zal ik of zal ik niet! Ziedaar twee
vragen, die een paar weken mijn brein
hebben veruiceid en ton slotte kwam het
'ot een: ik zal 1 Wat ik dan nu zal Ik
zal schrijven ovd* de procedure-Scüuite
maker voor de Arrondissements-lieciitbank
to 's-Gravonhage op 3 Februari j.l. behan
deld, of li-ver niet over do strafzaak zeivo.
maar over hetgeen door den ro^hfcsgcieerde,
die daar dc belangen van zijn cliënt voor
stond, is gezegd. Volgens het verslag dier
zitting in het „Leidsch D„gblad". zeide
do advocaat, dat do ingezetenen door den
Burgemeester willekeurg worden behan
deld, dat te Katwijk groote cn algemeene
ontevredenheid hecrocht, dat alles een ge
volg is van het dwingen van den Burge-
jmcester, die door alle Raadsleden op éón
na wordt gevolgd- Nu is het van algemeen?
bekendheid, dat een advocaat alleö in het
werk stelt om zijn cliënt vrij te pleit n, ot
is dit beslist onmogelijk, dan toch alles
bijbrengt om zoo weinig mogelijk straf te
zien uitgesproken, er moet dus niet r.l te
veel waarde worden gehecht aan hetgeen
in een pleidooi wordt te b rde gebracht,
maar wat op 3 dezer voor de Eangscho
Rechtbank ten deze werd verkondijd, is in
die mate beleedigend cn voor den Burge
meester èn voor den Raad, dat velen, zeer
velen zich daaraan hebben g ërgerd 1 tk
weet wel, dat onzo Burgervader niet gaarne
ziet dat voor hem do loftrompet wordt
geschald en hij liever in stilte zijn arbeid
tot heil der gemeente volbrengt, doch
Z.E.A. houde mij ten goede, dat ik thans
mij meer laat leiden door do menigte der
ingezetenen, dan door wat hij thans wel
licht gaarne zou zien.
Ik kora nogal eens mot do gemeentenaren
in aanraking en kan dian ook met alle
gerustheid mededeclen, dat het grootste ge
deelte der bevolking wkt met zijn bestuur
ingenomen is. Het verschil tusechen Kat
wijk van voor ong:vecr 35 jaren en thans,
is daar. om aan ingezetenen en vreemdelin
gen te doen zien, wat voor de gemeente
ondor zijn bestuur is gedaan Meer zeg ik
hiervan niet, het nageslacht zal do vruch
ten plukken, nog meer dan de tegenwoor
dige bevolking, hoewel reeds nu verschil
lende bedrijven bloeien, dank zij den voor
uitgang der plaats, door zijn initiatief
voorgestaan. Dat zulks alles tot stand
kwam met veel moeite en niet zonder op
offering en strijd, spreekt vanzelf, dat de
Gemeenteraad niet altijd gewillig volgde
cn zeer dikwijls een andere mecning was
toegedaan, is eveneens logisch. De versla
gen van onze vroedschap in dit blad zijn
daar als zoovele getuigen ten doze, om aan
te toonen, dat onze Raadsleden geen ja
broers zijn, dat do discussies in onze Raads
vergadering zeer uitvoerig mog n worden
genoemd. Ik begrijp me dan ook niet, hos
voor de Rechtbank kon worden verklaarct,
dat alle Raadsleden op één na gedwee vol
gen, nog minder wie het meerb doelde lid
kan zijn. Onder de „lichting 1907" kon hij
natuurlijk niet gevonden worden, want
dezo hebben feitelijk slechts twee vergade
ringen tot heden medegemaakt cn hun slem
bij verschillende besluiten zoowel voor als
tegen gegeven. Hij moet dus onder de oude
ren schuilen, maar wie is het dan toch.
ziedaar een raadsel waarvan ik de op
lossing maar niet kon vinden. AVoondo
mr. Backer te Katwijk, hij kon er op
rekenen een bezoek van mij te krijgen en
dringend zou ik hem uitnoodigen mij en
velen met mij toch in tc lichten.
Nog meer fraais werd voor die rechtbank
uitgekraamd; de verdediger heeft ook ge
zegd, dat de. gemeenteraad een paar wonin
gen onbewoonbaar had verklaard en dat Ge
deputeerde Staten dit besluit niet hadd:n
goedgekeurd. Nu volg ik getrouw de ge
meen leraads verslagen er was mij van liet
geval wel iets bekend, maar toch niet all s,
en daarom ging ik op onderzoek uitEn
wat is me nu gebleken! Ongeveer twee ja
ren geleden heeft dc gemeenteraad op ad
vies der Gczondheids-Commisiic een paar
woningen aan do Liersteeg onbewoonbaar
verklaard, welk besluit is goedgekeurd,
doch door B. en AVs. tot heden nog niet
ten uitvoer gebracht, omdat bij den wo
ningnood te Katwijk aan Zee dc bewo. ers
op straat zouden moeten gezet. Nu wil ik
deze handeling van het Dag. Bestuur geens
zins goedkeuren, me dunkt zo hadden do
menschen maar or 'k den blookn hemel
moeten zetten, cn is dit te ontaard, te on-
mensch lie vend, dan had de Raad ook niet
tot onbswoonbaarvcrklaring moeten beslui
ten, want het was tooi. reeds bekend, dat
de menschen moeilijk onder dak zouden
kunnen gebracht worden. Ik z^g dit maar
om te doen zien, dat als B. ^n AVs. in deze
verkeerd hebben gehandeld, het is geschied
juist in tegenovergestelde richting als de
verdediger weergaf. Hun medelijden en
niet hun of liever des Burgemeesters bai
biarschheid zou dus moeten worden gelaakt.
Alles samennemende, geloof ik wel te mo
gen constateeren, dot er in het rechtsge
leerde betoog niet alleen weinig, of beter in
het geheel geen waarheid school cn herhaal
nog oens, dat velen, zeer velen zich aan
die taal hebben geërgerd. Onze Burgemees
ter mag gerust zijn: het aantal zijner vrien
den is groot, zeer groot, en overigens moet
Z.E.A. maaiT donken: Wee u, indien alle
menschen wel van u sproken I
Nu ik het over deze procedure heb, is
een zijsprong naar do politie ni t 7XK» heel
groot on moen ik nog enkele regels aan haar
adres te mogen zenden. Ik kan nu niet
zeggen, dat zij niet altijd op haar post is,
dat hsjrhaar nu on dan niet aan ijver man
gelt. Het spreekwoord: Wio aan den weg
timmert heeft veel bekijks, is natuurlijk r>p
haar van toepassing, dat neer •- echter nog
niet weg, dat mij een opmerking van het
hart moet. Hot is toch van algemeens be
kendheid dat oen paar winkcliers-verlof-
houders zich schuldig malton aan clandes-
tinon verkoop van sterken drank, iedereen
weet dit, iedereen heeft er den mond van
vol en onze politic schijnt dit niet te we
ten, althans m©n verneemt niet, dat zij ten
deze maatregelen noemt. En juist de nieuwe
drankwet, hoe men x>k overigens te ha
ren opzichte moge denken, geeft dor politie
in de-zo een maoht, waardoor liet haar o
zoo gemakkelijk is overtredingen, als door
mij bedoeld, on algemeen bekend, te fnuiken.
Een der bepalingen, vergis ik me niet al
te zeer, artikel 54, geeft haar het recht,
zelfs de woning te doorzoeken en wanneer
men nu weet dat een verlof hou der geen
aangebroken flessch-en sterken drank in
zijn localiteit mag aanwezig hcbb2n, ligt
het toch voor do hand, dat niets gemakke
lijker is, om in dergelijke gevallen, waar
man cn paard door iedereen worden ge
noemd, den overtreder to snappen.
In de hoofdstad des lands doet men wel
invallen in de zoogenaamde speelholen, zou
i het dan niet mogelijk zijn, dat bij die
winkeliers eens een onderzoek in loco word
ingesteld]
De overtreding der wet cischt dit niet
alleen, doch ook de billijkheid tegenover
do overigo vergunninghouders, die jaar
lijks heel wat aan vei gunningsrecht hebben
op te brengen, en wien door den clandes
tine verkoop een zeer oneerlijke concur
rentie wordt aangedaan. Doch niet allien
een inval in die winkels zou resultaat heb
ben, men kon zich, volgens mijn meen mg,
ook wel bepalen door voor den ingang ecu
vasten politiepost te plaatsen; ik geloof,
dat dit den bezoekers spoedig zou vervelen,
zij zouden dan natuurlijk ook in den kijker
loopen. Het boste midicl echter geeft do
Drankwet zelf, an de woningen on
dor zoeken. Wordt overtreding gecon.-
stateerd cn mocht vcroordceling volgen,
dan kan vergis ik me wederom niet
de Raad nog verder straffen, door het ver
lof in to trekken, wat voor dergelijke za
ken ongetwijfeld een goedo maatregel zou
zijn. Die win/kelior-verlofhouders toch
de goeden niet te na gesproken zijn een
waro ramp voor ieder dorp, dus ook voor
het onze. Do jeugd ko.r daar reeds vroeg
om haar „biertje" to drinktn; het Joupt
niet in den kijker; men gaat den winkel
binnen en kan er dus evoDgocd voor een
of andere boodschap moeten zijn. Maar de
ondervinding leert, dat juist daar door
nog betrekkelijk kinderen veel, zeer veol
bier wordt gedronken. Konden door een
actief optreden der politio dus dergelijke
inrichtingen verminderen, zij zou bijgevolg
een dubbel goede daad verrichten. Om.r-r
het plaatselijk nieuws zag ik dezer dagen
dat tegen een melkverko-per proces-ver
baal is opgemaakt, wegens vervoer van
melk in niet gesloten emmers. I et daghet
a-lzoo in het Oosten, en ik heb moed, dat
aan den ©landestinen verkoop van sterken
drank ook weldra een eii.de zal zijn ge
maakt. Mocht dit g schicden, ik hoop als
dan niet nalatig te blijven ook daarvan en
dan met dankbaarheid melding te maken.
Zal zulks spoedig kunnen geschieden!
HILLEGOM. Door do tooneelvereeniging
„L'Amité" zal op Donderdag 27 Fcbr.
a.s. een uitvoering worden gegeven, in de
zaal van den heer Sistermans, alhier.
Alsdan zal worden opgevoerd: „Nco, of
dc Martelaars dor Catacomben", suctes-
drama in drie bedrijven nir.t zang n kin
derkoor, gevolgd door: „Vorwenschto eero-
baantjes", kluchtspel in één bedrijf. Afgo-
wisseld door vocidrachteD, duetten en ko-
mischen rondgang,
KOUDEKERK. Gistermorgen is alhiov
in den ouderdom va:i 69 jaren overleden de
heer 0. M. Oppelaar, sedert vele jaren lid
van den Raad, waarvan cok eenige als
wethouder dezer gemeerde.
Bij besluit van Burg. en AArcths. dd.
20 d.zer zijn de brandmeesters H. Beer, R.
Dorrcpaal en J. van Ommering, weg ns
dienstweigering, als zoodanig ontslagen.
De lotcling der lichting 1907 R. AV.
Reyneveld en die der lichting 1908 M. Op
pelaar, G. Busse, S. van don Ent cn P.
Uithol zijn opgeroepen om zich Maandag 2
Maart te Leiden aan t melden, om bij do
militie te worden ingedeeld.
Van het perceel van den heer D. Dor-
repaal, nabij de Koudekcrksche brug, waar
van een gedeelte is bewoond door den heer
J. J. Hoogebocm is een partij lood van om
streeks 40 K.G. ontvreemd. Daders onbe
kend.
Voor de betrekking van vader en moe
der in het AVees- en Armhuis alhier, hebben
zioh tot heden 14 sollicitanten aangemeld.
KOORDWIJKERHOUT. Tegen 2 Maart
zijn voor den militiedienst opgeroepen: P.
AVarmerdam, Q. AVaimc ihovcn, P. van
Bcrkel, J. WeyerB, A. van der Niet en P. P.
van Donzen.
De kiezerslijsten voor do Kamer van
Arbeid bevatten dc namsu van 8 patroons
en 26 werklieden.
A. s. Dinsdag 25 Februari, houdt do
R.-K. kiesvereeniging „Recht cn Orde" al
hier, een vergadering in de zaal van J.
Brama.
FEUILLETON.
3Mij is <le wraak.
ei
„Zou hij daar nu voor moeten boeten!"
„Noen," klonk het in zijn binnenste.
„Mij is de wraak" zegt de Heer.
Zijn geheele leven trok als een schilderij
Voor zijn geest; hij was allI een vlijtige,
godsdienstige kerel geweest, hij had geen
groote rekening te vereffenen, als hij nu
voor zijn Rechter moest verschijnen, en hij
beval zijn ziel aan den barmhartigen God
«an, waarna oen weldadige kalmte zich
over zijn ziel verspreidde. Moedig, zonder
©cn beweging met het gelaat te maken,
beek hjj zijn moordenaars in de oogen.
Met een vreesclijke langzaamheid laadden
iflezon hun buksen, gingen op verschillende
afstanden staan, en bespraken luide de
Vijze, waarop zij hem het beste konden doo-
den. „Hij moet onze kogels leeren kennen,
bij moet eens leeren hoe een stroopcr op
.vijftig pas afstands treft," riep de roode.
.„En als op de vogels zullen wij op hem
Bchioten. Eerst zijn beenen. Ik zal met liet
rechter beginnen cn gij met het linker,
Muller 1"
Kalm trok hij af en schoot AVaszman in
bet dijbeen.
Op dit oogenblik echter klonk uit de
Verte een tweede schot en Muller, doodelijk
in de borst getroffen, zonk ter aarde, waar
oen breedc bloedstroom den grond rood
kleurde.
Met. ©cn vrecselijken vloek stortte zich
«e rood© op Paul.
„Onze kameraden zal ik toch wreken, al
zou het ook mijn eigen bloed kosten."
In minder dan geen tijd sneed hij do
koorden, waarmee de houtvester vastge
bonden was, door, nam den wecrlooze op
den rug en vluchtte met de snelheid van
een ree tusschen de struiken in.
Juist toen verschenen op de plaats twfce
grensjagers, dio dc schoten gehoord hadden
en toegesneld waren en zoo van verre getui
gen waren van het vreesclijke schouwspel,
dat zich op de weide had afgespeeld.
Zij bleven verstomd staan, toen zij zagen
hoe de ander, die niet getroffen was, met
zijn slachtoffer vluchtte. Zij snelden onmid
dellijk eveneens de struiken in.
Het feest in G. was in vollen gang. Het
mooiste weer verhoogde de feeststemming
en een groote menschenmassa verdrong
zich langs de wegen. Dc mijnwerkera speel
den een eind verder hun vroolijke deuntjes.
Het waren vroolijke gezellen. Hoe vrij cn
frisch weerklonk hun stem in den warmen
lichten zonneschijn, dien zij soms dagen,
ja weken lang moesten ontberen. AVaarhe:'n
men het oog wendde, men zag overal vroo
lijke gezichten.
Eén hart slechts nam niet aan do alge
meen© vreugde deel; slechts één paar oogen
zag niets van al dat gewemel van menschen.
Van Martha. Met ongeduld verwachtte zij
haar man, cn het was haar te moede alsof
haar een groot ongeluk boven het hoofd
hing, al wist zij niet waarom. Zij trachtte
haar gedrukte stemming te overwinnen,
doch het kon haar niet gelukken. Zij voride
zich drongen haar vader haar vrees mede
te deelen, doch zij hield haar woorden te
rug, daar zij do vreugde van den ouden
man niet door haar bange voorgevoelens
wilde verstoren.
Meer en meer neeg do zon ter kimme, en
nog was Paul niet verschenen. Martha haa
zich stil van haar vriendinnen verwijderd
on was den weg opgegaan, waarlangs haat
man moest koincn. Haar blik trachtte do
vallende schemering te doorboren, haar liait
klopte steeds sneller door het verlangen en
haar opwinding, doch tevergeefs. Tr urig
keerde zij weder naar dc menigte terug,
doch uur op uur verliep en nog altijd was
Paal ni©t aangekomen. Eindelijk kon zij
hot niet langer uithouden cn deelde haar
vader haar angst mede. Do oude houtvcs
ter trachtte deze treurige gedachten uit
haar hoofd te praten, maar do tranen in
de oogen van zijn dochter ziende, stemde
hij er in te naar huis tj gaan, te meer,
daar hij zelf ook ongerust begon to wor
den over het wegblijven van zijn schoon
zoon.
Zoo snel mogelijk liepen zij tiaar huis.
Doch degene, dien zij zochten, vonden zij
niet. Toen Martha op haar kamer kwam
cn de toebereidselen z^ag, die Paul voor
den volgenden dag had gemaakt, en vau
de dienstbode hoorde, dat haar man reeds
in het begin van den middag het .woud was
ingegaan, en nog niet was teruggekeerd,
barstte zij in luid geween uifc.
De oude houtvester ging nu zelf het
woud in om den vermiste t© zoöken. Al
verder en verder drong hij het bosch in,
doch tevergeefs riep hij den naam van zijn
zoon; tevergeefs schoot hij meermalen zijn
buks af. Hij vernam geen antwoord. Geen
teckcn van dengene, dien hij zocht, werd
hij gewaar. Steeds dioper en dieper drong
hij door, terwijl het reeds geheel en al
donker was geworden.
Alles in het rond waa stil, waar slechts
het ritselen van den Dachtwind door de
dennentakken eenig geluid maakte. Het
hart van den ouden, in het woud vergrijs
den jager klopte luid. Bevreesd riep hij
nog eens den naam zijns zuons, doch
slechts de echo antwoordde hem.
Zonder eenig oponthoud doorzocht de
grijsaard het woud cn reeds begon dc
morgen aan te breken, toen hij naar huis
terugkeerde met do hoop in het hart, dat
hij AVaszman thuis zou inden; doch toen
hij do vragende blikken van eijn kina
bemerkte, b?greep hij, dat hem een ongeluk
moest overkomen zijn.
Hij beval zijn dochter in de handen der
dienstbod© aan cn begaf zich weder naar
buiten.
Geen geluid ontging zijn oor en aan zijn
rondspeurend oog bleef niets verborgen,
maar hoe hij zocht, hij kon geen spoor van
den vermiste vinden.
Als men de treurige omstandigheden,
waarin de oude houtvester verkeerde, niet
kendeals men niet naar dc zorgvolle uit
drukking op zijD gelaat keek, zou het een
genot zijn, den flinken grijsaard zoo, op
het geringst© lettend, tusschen de denne-
boomen to zien doorstappen, evenals een
jongeling, zoo elastisch was zijn gang,
nooit langzamer, niet eenmaal naar rust
zoekende.
Het was een rustigo, frissche morgen,
geen wolkje was aan den hemel te zien.
Door do ontwakende natuur scheen ook
het hart van den houtvester eenigszins
kalmer te wordenscheen het, alsof to
midden van het sokoouo der schepping
zijn droefheid vermindi rde.
Reeds zeer ver wa« de oude houtvester
het bosch ing.gaan, en steeds nog drong
hij verder door.
Het werd middag en hoewel dc angst
voor het lot van zijn schoonzoon hem steeds
voortdreef, gevoelde hij toch, dat hij *cr-
mocid werd. Sedert den vorigen avond
doorkruiste hij het woud, cn had gedurende
dien tijd geen eten of drinken genuttigd,
de afgematheid werd hoe langer hoe groo-
ter, totdat hij eindelijk genoodzaakt was
zich bij een boom neer te zotten.
De grijsaard had te veel van zijn krach
ten gevergd, do opwinding had hem nog
staande g houden, doch nu hij eenmaal zat,
was het hem onmogelijk zich weder op to
richten.
Do vogelen zongen boven zijn hoofd hun
lied, en Reimer had hen wel willen vragen
naar den zoo met smart gezochte.
Een slaperig gevoel maakte zich van hem
meester cn hoe hij er ook tegen streed,
eindelijk kreeg de Blaap de overhand cn
zijn hoofd zonk op de borst. Het was reeds
donker, toen hij ontwaakte cn rich de vree
sclijke gcburtcnissen herinnerde, die de
oorzaak waren, dnt hij zioh dear op dio
plek bevond, en hij kon niet nalaten zichzelf
over zijn zv, heid, zooals hij het noemde,
verwijten te irakcri.
(Blot volgt A