3So. 13^25. jmXDSGB DACfISX«AU, Zaterdag* 22 Februari. Vierde Blad. Anno 19ÓS. Bestrijding van den Woeker. Niet lang geleden ia door het Kamerlid 'dr. Bob, een dor oprichters van do Natio nale Vereeniging tot Bestrijding van den Woeker, in een der organen van de dag bladpers een uitnemende uiteenzetting ge geven van het streven dier Vereeniging en de nadruk gelegd op den omvang en den ernst van het kwaad, tot welks bestrijding 'deze Vereeniging.zich heeft aang gord. Het is ons voornemen niet, in die be schouwingen terug te treden. Maar wij heb ben er aanleiding in gevonden om, afge scheiden van dit betoog, eenige opmerkin gen in het midden te brengen, ten einde de overtuiging te vorsterkon dat het inder daad mogelijk is, met hoop op gunstigon uitslag dit euvel te bekampen. Het b zwaar, dat men steeds hoort oppe- ^n door degenen die van het vraagstuk geen of sleehts oppervlakkige studie heb ben gemaakt, richt zich hoofdzakelijk tegen het denkbeeld van een wettel ij ke be strijding van den woeker en komt hierop neder, dat het onmogelijk is, aan te geven, wat onder dit begrip valt te verstaan. Men Hvijst dan gemeenlijk op het fiasco, door do oude woekerwetgeving gemaakt, waarin bepaald werd, welke rente als maximum mag worden gevorderd bij het ter leen verstrekken van gelden. In de eerste plaats zij nu opgemerkt, dat fer behalve wettelijke maatregden teg n den woeker, nog andere middel n ter bestrij ding zijn, waarvan de doeltreffendheid ieder in het oog moc-t springen. Wanneer degenen, die thans doordat de. bestaande crcdietinstellingen in hun be hoeften niet voorzien, genoodzaakt zijn hun toevlucht tot wo keraars te nemen, in do gelegenheid worden gesteld zich te wonden tot instellingen, uitsluitend opgericht in hun belang, spreekt het vanzelf dat de woekeraars minder te do:n zullen krijg n oprichting van zoodanige 'nstellingen is dus in de eerste plaat9 gewenscht. Mnar tevens is hot een feit, dat velen hetzij uit onbekendheid met het beriaan van zoodanige instellingen want hier en <Dnr, zij hot nog op te weinig plaatsen, znn gii. -er reeds hetzij uit onb kendheid met de grooto gevaren die hen bedreigen indien zij de voorkeur geven a^n inrichtin gen, die misbruik maken var den geld nood, waarin zij verkeer^n, to:h in de han den van woekeraars zullen hlijven vaUen wanneer niet zorg wordt gedragen voor doeltrefendc voovlichting van h?t puM'ek. En zoo blijkt dus een 1w de afdoend middel ter bestrijding van deze maatschap pelijke kwaal gelegen in het verbreid n van kennis omtrent den waren aard di w pand jeshuizen, voorschotbanken, enz., di-» vooral in de groote centra van bevolking zoo talrijk ziin Het publiek moet leeren, voor zichtig te zijn en zich niet te laten roiri i- den door die schoonschijnende advertentiën waarin geld op gemakkelijke voorwaarden met of zonder borgen, wordt aangeboden. De arbeiders en kleine luiden moeten doordrongen worden van de schromelijke gevolgen welke het gebruikmaken van particuliere pandjeshuizen maar al te vaak tnet zich mede sleept; het moet een schande worden zich naar zulk een inrichting te Vfjp^ven liever dan gebruik te maken van de- diensten der gemeentebank van leening wanneer men in nood verkeert. De volksovertuiging moet zich kanten logen hei ongehinderd, ongeregeld voort bestaan van die woeker huizen, die mis drijf in de hand werken, het kind opvoe den tot een leven van leugen en bedrog en de beste sappen zuigen uit het merg der natie. Gaat men nu na, wat op dit gebied tot nu toe in Nederland is verricht, dan moet bet antwoord zeer onbevredigend luiden. Hier ligt een groot terrein braak, ecu terrein, waarvan zelfs do omvang, on danks enkele prijzenswaardige onderzoe kingen als van de bekende „Nut8"-commis- jBie, nog in geenen deele volledig bekend is. De Nationale Vereeniging tot Bestrij ding van den Woeker is bezig, dat terrein te verkennen. Zij koestert de hoop, eer lang den stoot te kunnen geven tot do oprichting van waarlijk goedo crediet- instellingen- een Commissie houdt y.ich met do voorbereiding daarvan sinds en kele maanden bezig; zij tracht te komen tot da vaststelling van een „zwarte" en een „witte lijst" der bestaande cxedietin- 6tellingeu. Maar reeds thans bleek deze taak zóó omvangrijk, dat do Commissie, welke dit werk ter hand zou nemen, beslo ten heeft, zich voorloopig alleen tot Den Haag te bepalen Tot Den Haag alleen! En dat, terwijl toch in Amsterdam en Botterdam, om slechts deze plaatsen te noemen, zeker niet minder credietgcleg?n- heden zullen zijn die, met een zwarte kool dienen geteekend te worden. Maar wil men komen tot een alle g2meenten van ons land omvattend onderzoek, dan zal het vóór alles noodig zijn dat het aantal leden der Nationale VereenigiDg tot Be strijding van den Woeker vertienvoudigd zij, opdat in alle streken van ons land do kraéhten aanwezig mogen zijn, die zich 'met dit waarlijk niet gemakkelijk werk willen belasten. AVat overigens het wekken der volks overtuiging betreft, in dit opzicht valt reeds cenigen vooruitgang te constatee- ren sinds den korten tijd dat hier te lande de georganiseerde woekerbestrijding ge voerd wordt. De pers, dat machtige wa pen der publieke opinie, zwoeg tot voor weinig jaren over dit euvel. Thans be vatten onze bladen herhaal(lelijk h riehtm, artikel on over het vraagstuk, dank zij vooral de rustelooze activiteit, door de reeds herhaaldelijk genoemde Vereeniging ontwikkeld, die zelf door het uitgeven van een propagandablad, voortdurend do aan dacht voor de zaak levendig houdt. En dat ook in Regceringskringcn haar streven met sympathie gevolgd wordt, be wijst wel het feit dat gelijk dezer dagen werd gemeld de Vereeniging v .n het Departement van Binnenlandsche Zaken een op haar verzoek door tusschenkomst van het Departem nt van Buitenlandsche Zaken bijeengebrachte omvangrijke verza meling van de woekerwetgeving der ver schillende landen mocht ontvangen. En zoo zijn wij dan -thans ongemerkt weder gekomen tot het vraagstuk van de wetgeving tegen den woeker. Dat deze gewenscht is, ook voor ons land, zal wel door weinigen worden ontkend. Zoo lang immers niet ieder doordrongen is van de noodzakelijkheid zich indien hij geld noodig heeft alleen te wenden tot betrouw bare crcdietinitcllingenzoolang niet ieder in staat is, het kaf van het koren te schei den; zoolang niet ieder terecht kan bij eeD goede credietgclcgenheid; zoolang dei halve woekeraars nog in de gelegenheid zijn, slachtoffers te maken, is t een plicht van den wetgever in het belang van onc> volk or voor te waken dat er zoo weinig mogelijk slachtoffers vallen en dat de woc- ker-praktijken binnen zekere grenz n terug gedrongen worden opdat de ellende, door den woeker veroorzaakt, thans iets gerin ger zij. Het is dus alleen de vraag en dit wordt door de tegenstanders van woeker wetgeving in twijfel getrokken of zulk een wetgeving mogelijk is. Welnu, daarop wordt het meest welspre kend antwoord gegeven door de zeldzaam volledige en uitvoerige verzameling van buitenlandsche wetgeving, welke thans bij de Nationale Vereeniging tot Best ijdiug van den Woeker in studie is. En wanneer men daarbij let op den zeer recentcn datum van verscheidene dier wette-, dan vaft daaruit reeds af te leiden dat de bewering, als zou de woekerwetgeving ietg zijn dat tot de oude doos behoort en volledig fiasco hooft gemaakt, eenvoudig uit do lucht ge grepen is. Wij hopen later op dit belangrijke onder werp terug te komen en willen thans slechts degenen die b weren dat het begrip „woeker" niet valt te omschrijv i, ant woorden dat het in tal van buitenlandsche wetgevingen met groote juistheid omschre ven is ongeveer in dezen geest, dat als zoo danig valt aan te merken het misbruik maken van den nood, de onwetendheid of liohtzinnigheid van een ander om van hem een voordeel te bedingen dat in verband met do in normaio gevallen bij dergelijke overeenkomsten g ldendc gewoonten on evenredig hoog is tegenover hetgeen hij van zijn schuldeischer ontvangt. Bij een dergelijke omschrijving heeft men niets meer te maken met het stellen van een voor alle tijden en g;vallen geldenden maximum-rentevoet, gel ijle ia de vrocgre woekerwetgeving geschiedde. En dat liet bedrijf dor pandjeehuishou- ders en houders van voorschotg legenheid in het algemeen niet aan reglementeering zou zijn te onderwerpen, wio zal heb willen beweren Doch laat ons niet vooruitloopt op de resultaten van do studie, door do Nationale Vereeniging tot Bestrijding vao don Woe ker ondernomen en ons bepalen tot het uit spreken van do hoop, dat zeer velen zich gedrongen zullen gevoelen, zich bij dia Vereeniging aan te sluitea (iele Secreta ris ia do heer J. M. Maury, Groctherto- ginnelaan 121, Den Haag) en het streven der A'ereeniging moge bekroond worclcD met don uitslag dat het bedrijf dor woeke raars een g^voeligen knauw krijgt en door een krachtige woek rwetg-ving aan erger lijke misbruiken paal en perk worde gestold. Brieven uit Katwijk. xv. Er is heel wat geschied, voor en al eer deze brief mijn pen ontvloot, talloos vele malen ging mijn papier van de BclirijfLafol in de lade, ik kon maar niet tot een besluit komen. Zal ik of zal ik niet! Ziedaar twee vragen, die een paar weken mijn brein hebben veruiceid en ton slotte kwam het 'ot een: ik zal 1 Wat ik dan nu zal Ik zal schrijven ovd* de procedure-Scüuite maker voor de Arrondissements-lieciitbank to 's-Gravonhage op 3 Februari j.l. behan deld, of li-ver niet over do strafzaak zeivo. maar over hetgeen door den ro^hfcsgcieerde, die daar dc belangen van zijn cliënt voor stond, is gezegd. Volgens het verslag dier zitting in het „Leidsch D„gblad". zeide do advocaat, dat do ingezetenen door den Burgemeester willekeurg worden behan deld, dat te Katwijk groote cn algemeene ontevredenheid hecrocht, dat alles een ge volg is van het dwingen van den Burge- jmcester, die door alle Raadsleden op éón na wordt gevolgd- Nu is het van algemeen? bekendheid, dat een advocaat alleö in het werk stelt om zijn cliënt vrij te pleit n, ot is dit beslist onmogelijk, dan toch alles bijbrengt om zoo weinig mogelijk straf te zien uitgesproken, er moet dus niet r.l te veel waarde worden gehecht aan hetgeen in een pleidooi wordt te b rde gebracht, maar wat op 3 dezer voor de Eangscho Rechtbank ten deze werd verkondijd, is in die mate beleedigend cn voor den Burge meester èn voor den Raad, dat velen, zeer velen zich daaraan hebben g ërgerd 1 tk weet wel, dat onzo Burgervader niet gaarne ziet dat voor hem do loftrompet wordt geschald en hij liever in stilte zijn arbeid tot heil der gemeente volbrengt, doch Z.E.A. houde mij ten goede, dat ik thans mij meer laat leiden door do menigte der ingezetenen, dan door wat hij thans wel licht gaarne zou zien. Ik kora nogal eens mot do gemeentenaren in aanraking en kan dian ook met alle gerustheid mededeclen, dat het grootste ge deelte der bevolking wkt met zijn bestuur ingenomen is. Het verschil tusechen Kat wijk van voor ong:vecr 35 jaren en thans, is daar. om aan ingezetenen en vreemdelin gen te doen zien, wat voor de gemeente ondor zijn bestuur is gedaan Meer zeg ik hiervan niet, het nageslacht zal do vruch ten plukken, nog meer dan de tegenwoor dige bevolking, hoewel reeds nu verschil lende bedrijven bloeien, dank zij den voor uitgang der plaats, door zijn initiatief voorgestaan. Dat zulks alles tot stand kwam met veel moeite en niet zonder op offering en strijd, spreekt vanzelf, dat de Gemeenteraad niet altijd gewillig volgde cn zeer dikwijls een andere mecning was toegedaan, is eveneens logisch. De versla gen van onze vroedschap in dit blad zijn daar als zoovele getuigen ten doze, om aan te toonen, dat onze Raadsleden geen ja broers zijn, dat do discussies in onze Raads vergadering zeer uitvoerig mog n worden genoemd. Ik begrijp me dan ook niet, hos voor de Rechtbank kon worden verklaarct, dat alle Raadsleden op één na gedwee vol gen, nog minder wie het meerb doelde lid kan zijn. Onder de „lichting 1907" kon hij natuurlijk niet gevonden worden, want dezo hebben feitelijk slechts twee vergade ringen tot heden medegemaakt cn hun slem bij verschillende besluiten zoowel voor als tegen gegeven. Hij moet dus onder de oude ren schuilen, maar wie is het dan toch. ziedaar een raadsel waarvan ik de op lossing maar niet kon vinden. AVoondo mr. Backer te Katwijk, hij kon er op rekenen een bezoek van mij te krijgen en dringend zou ik hem uitnoodigen mij en velen met mij toch in tc lichten. Nog meer fraais werd voor die rechtbank uitgekraamd; de verdediger heeft ook ge zegd, dat de. gemeenteraad een paar wonin gen onbewoonbaar had verklaard en dat Ge deputeerde Staten dit besluit niet hadd:n goedgekeurd. Nu volg ik getrouw de ge meen leraads verslagen er was mij van liet geval wel iets bekend, maar toch niet all s, en daarom ging ik op onderzoek uitEn wat is me nu gebleken! Ongeveer twee ja ren geleden heeft dc gemeenteraad op ad vies der Gczondheids-Commisiic een paar woningen aan do Liersteeg onbewoonbaar verklaard, welk besluit is goedgekeurd, doch door B. en AVs. tot heden nog niet ten uitvoer gebracht, omdat bij den wo ningnood te Katwijk aan Zee dc bewo. ers op straat zouden moeten gezet. Nu wil ik deze handeling van het Dag. Bestuur geens zins goedkeuren, me dunkt zo hadden do menschen maar or 'k den blookn hemel moeten zetten, cn is dit te ontaard, te on- mensch lie vend, dan had de Raad ook niet tot onbswoonbaarvcrklaring moeten beslui ten, want het was tooi. reeds bekend, dat de menschen moeilijk onder dak zouden kunnen gebracht worden. Ik z^g dit maar om te doen zien, dat als B. ^n AVs. in deze verkeerd hebben gehandeld, het is geschied juist in tegenovergestelde richting als de verdediger weergaf. Hun medelijden en niet hun of liever des Burgemeesters bai biarschheid zou dus moeten worden gelaakt. Alles samennemende, geloof ik wel te mo gen constateeren, dot er in het rechtsge leerde betoog niet alleen weinig, of beter in het geheel geen waarheid school cn herhaal nog oens, dat velen, zeer velen zich aan die taal hebben geërgerd. Onze Burgemees ter mag gerust zijn: het aantal zijner vrien den is groot, zeer groot, en overigens moet Z.E.A. maaiT donken: Wee u, indien alle menschen wel van u sproken I Nu ik het over deze procedure heb, is een zijsprong naar do politie ni t 7XK» heel groot on moen ik nog enkele regels aan haar adres te mogen zenden. Ik kan nu niet zeggen, dat zij niet altijd op haar post is, dat hsjrhaar nu on dan niet aan ijver man gelt. Het spreekwoord: Wio aan den weg timmert heeft veel bekijks, is natuurlijk r>p haar van toepassing, dat neer •- echter nog niet weg, dat mij een opmerking van het hart moet. Hot is toch van algemeens be kendheid dat oen paar winkcliers-verlof- houders zich schuldig malton aan clandes- tinon verkoop van sterken drank, iedereen weet dit, iedereen heeft er den mond van vol en onze politic schijnt dit niet te we ten, althans m©n verneemt niet, dat zij ten deze maatregelen noemt. En juist de nieuwe drankwet, hoe men x>k overigens te ha ren opzichte moge denken, geeft dor politie in de-zo een maoht, waardoor liet haar o zoo gemakkelijk is overtredingen, als door mij bedoeld, on algemeen bekend, te fnuiken. Een der bepalingen, vergis ik me niet al te zeer, artikel 54, geeft haar het recht, zelfs de woning te doorzoeken en wanneer men nu weet dat een verlof hou der geen aangebroken flessch-en sterken drank in zijn localiteit mag aanwezig hcbb2n, ligt het toch voor do hand, dat niets gemakke lijker is, om in dergelijke gevallen, waar man cn paard door iedereen worden ge noemd, den overtreder to snappen. In de hoofdstad des lands doet men wel invallen in de zoogenaamde speelholen, zou i het dan niet mogelijk zijn, dat bij die winkeliers eens een onderzoek in loco word ingesteld] De overtreding der wet cischt dit niet alleen, doch ook de billijkheid tegenover do overigo vergunninghouders, die jaar lijks heel wat aan vei gunningsrecht hebben op te brengen, en wien door den clandes tine verkoop een zeer oneerlijke concur rentie wordt aangedaan. Doch niet allien een inval in die winkels zou resultaat heb ben, men kon zich, volgens mijn meen mg, ook wel bepalen door voor den ingang ecu vasten politiepost te plaatsen; ik geloof, dat dit den bezoekers spoedig zou vervelen, zij zouden dan natuurlijk ook in den kijker loopen. Het boste midicl echter geeft do Drankwet zelf, an de woningen on dor zoeken. Wordt overtreding gecon.- stateerd cn mocht vcroordceling volgen, dan kan vergis ik me wederom niet de Raad nog verder straffen, door het ver lof in to trekken, wat voor dergelijke za ken ongetwijfeld een goedo maatregel zou zijn. Die win/kelior-verlofhouders toch de goeden niet te na gesproken zijn een waro ramp voor ieder dorp, dus ook voor het onze. Do jeugd ko.r daar reeds vroeg om haar „biertje" to drinktn; het Joupt niet in den kijker; men gaat den winkel binnen en kan er dus evoDgocd voor een of andere boodschap moeten zijn. Maar de ondervinding leert, dat juist daar door nog betrekkelijk kinderen veel, zeer veol bier wordt gedronken. Konden door een actief optreden der politio dus dergelijke inrichtingen verminderen, zij zou bijgevolg een dubbel goede daad verrichten. Om.r-r het plaatselijk nieuws zag ik dezer dagen dat tegen een melkverko-per proces-ver baal is opgemaakt, wegens vervoer van melk in niet gesloten emmers. I et daghet a-lzoo in het Oosten, en ik heb moed, dat aan den ©landestinen verkoop van sterken drank ook weldra een eii.de zal zijn ge maakt. Mocht dit g schicden, ik hoop als dan niet nalatig te blijven ook daarvan en dan met dankbaarheid melding te maken. Zal zulks spoedig kunnen geschieden! HILLEGOM. Door do tooneelvereeniging „L'Amité" zal op Donderdag 27 Fcbr. a.s. een uitvoering worden gegeven, in de zaal van den heer Sistermans, alhier. Alsdan zal worden opgevoerd: „Nco, of dc Martelaars dor Catacomben", suctes- drama in drie bedrijven nir.t zang n kin derkoor, gevolgd door: „Vorwenschto eero- baantjes", kluchtspel in één bedrijf. Afgo- wisseld door vocidrachteD, duetten en ko- mischen rondgang, KOUDEKERK. Gistermorgen is alhiov in den ouderdom va:i 69 jaren overleden de heer 0. M. Oppelaar, sedert vele jaren lid van den Raad, waarvan cok eenige als wethouder dezer gemeerde. Bij besluit van Burg. en AArcths. dd. 20 d.zer zijn de brandmeesters H. Beer, R. Dorrcpaal en J. van Ommering, weg ns dienstweigering, als zoodanig ontslagen. De lotcling der lichting 1907 R. AV. Reyneveld en die der lichting 1908 M. Op pelaar, G. Busse, S. van don Ent cn P. Uithol zijn opgeroepen om zich Maandag 2 Maart te Leiden aan t melden, om bij do militie te worden ingedeeld. Van het perceel van den heer D. Dor- repaal, nabij de Koudekcrksche brug, waar van een gedeelte is bewoond door den heer J. J. Hoogebocm is een partij lood van om streeks 40 K.G. ontvreemd. Daders onbe kend. Voor de betrekking van vader en moe der in het AVees- en Armhuis alhier, hebben zioh tot heden 14 sollicitanten aangemeld. KOORDWIJKERHOUT. Tegen 2 Maart zijn voor den militiedienst opgeroepen: P. AVarmerdam, Q. AVaimc ihovcn, P. van Bcrkel, J. WeyerB, A. van der Niet en P. P. van Donzen. De kiezerslijsten voor do Kamer van Arbeid bevatten dc namsu van 8 patroons en 26 werklieden. A. s. Dinsdag 25 Februari, houdt do R.-K. kiesvereeniging „Recht cn Orde" al hier, een vergadering in de zaal van J. Brama. FEUILLETON. 3Mij is <le wraak. ei „Zou hij daar nu voor moeten boeten!" „Noen," klonk het in zijn binnenste. „Mij is de wraak" zegt de Heer. Zijn geheele leven trok als een schilderij Voor zijn geest; hij was allI een vlijtige, godsdienstige kerel geweest, hij had geen groote rekening te vereffenen, als hij nu voor zijn Rechter moest verschijnen, en hij beval zijn ziel aan den barmhartigen God «an, waarna oen weldadige kalmte zich over zijn ziel verspreidde. Moedig, zonder ©cn beweging met het gelaat te maken, beek hjj zijn moordenaars in de oogen. Met een vreesclijke langzaamheid laadden iflezon hun buksen, gingen op verschillende afstanden staan, en bespraken luide de Vijze, waarop zij hem het beste konden doo- den. „Hij moet onze kogels leeren kennen, bij moet eens leeren hoe een stroopcr op .vijftig pas afstands treft," riep de roode. .„En als op de vogels zullen wij op hem Bchioten. Eerst zijn beenen. Ik zal met liet rechter beginnen cn gij met het linker, Muller 1" Kalm trok hij af en schoot AVaszman in bet dijbeen. Op dit oogenblik echter klonk uit de Verte een tweede schot en Muller, doodelijk in de borst getroffen, zonk ter aarde, waar oen breedc bloedstroom den grond rood kleurde. Met. ©cn vrecselijken vloek stortte zich «e rood© op Paul. „Onze kameraden zal ik toch wreken, al zou het ook mijn eigen bloed kosten." In minder dan geen tijd sneed hij do koorden, waarmee de houtvester vastge bonden was, door, nam den wecrlooze op den rug en vluchtte met de snelheid van een ree tusschen de struiken in. Juist toen verschenen op de plaats twfce grensjagers, dio dc schoten gehoord hadden en toegesneld waren en zoo van verre getui gen waren van het vreesclijke schouwspel, dat zich op de weide had afgespeeld. Zij bleven verstomd staan, toen zij zagen hoe de ander, die niet getroffen was, met zijn slachtoffer vluchtte. Zij snelden onmid dellijk eveneens de struiken in. Het feest in G. was in vollen gang. Het mooiste weer verhoogde de feeststemming en een groote menschenmassa verdrong zich langs de wegen. Dc mijnwerkera speel den een eind verder hun vroolijke deuntjes. Het waren vroolijke gezellen. Hoe vrij cn frisch weerklonk hun stem in den warmen lichten zonneschijn, dien zij soms dagen, ja weken lang moesten ontberen. AVaarhe:'n men het oog wendde, men zag overal vroo lijke gezichten. Eén hart slechts nam niet aan do alge meen© vreugde deel; slechts één paar oogen zag niets van al dat gewemel van menschen. Van Martha. Met ongeduld verwachtte zij haar man, cn het was haar te moede alsof haar een groot ongeluk boven het hoofd hing, al wist zij niet waarom. Zij trachtte haar gedrukte stemming te overwinnen, doch het kon haar niet gelukken. Zij voride zich drongen haar vader haar vrees mede te deelen, doch zij hield haar woorden te rug, daar zij do vreugde van den ouden man niet door haar bange voorgevoelens wilde verstoren. Meer en meer neeg do zon ter kimme, en nog was Paul niet verschenen. Martha haa zich stil van haar vriendinnen verwijderd on was den weg opgegaan, waarlangs haat man moest koincn. Haar blik trachtte do vallende schemering te doorboren, haar liait klopte steeds sneller door het verlangen en haar opwinding, doch tevergeefs. Tr urig keerde zij weder naar dc menigte terug, doch uur op uur verliep en nog altijd was Paal ni©t aangekomen. Eindelijk kon zij hot niet langer uithouden cn deelde haar vader haar angst mede. Do oude houtvcs ter trachtte deze treurige gedachten uit haar hoofd te praten, maar do tranen in de oogen van zijn dochter ziende, stemde hij er in te naar huis tj gaan, te meer, daar hij zelf ook ongerust begon to wor den over het wegblijven van zijn schoon zoon. Zoo snel mogelijk liepen zij tiaar huis. Doch degene, dien zij zochten, vonden zij niet. Toen Martha op haar kamer kwam cn de toebereidselen z^ag, die Paul voor den volgenden dag had gemaakt, en vau de dienstbode hoorde, dat haar man reeds in het begin van den middag het .woud was ingegaan, en nog niet was teruggekeerd, barstte zij in luid geween uifc. De oude houtvester ging nu zelf het woud in om den vermiste t© zoöken. Al verder en verder drong hij het bosch in, doch tevergeefs riep hij den naam van zijn zoon; tevergeefs schoot hij meermalen zijn buks af. Hij vernam geen antwoord. Geen teckcn van dengene, dien hij zocht, werd hij gewaar. Steeds dioper en dieper drong hij door, terwijl het reeds geheel en al donker was geworden. Alles in het rond waa stil, waar slechts het ritselen van den Dachtwind door de dennentakken eenig geluid maakte. Het hart van den ouden, in het woud vergrijs den jager klopte luid. Bevreesd riep hij nog eens den naam zijns zuons, doch slechts de echo antwoordde hem. Zonder eenig oponthoud doorzocht de grijsaard het woud cn reeds begon dc morgen aan te breken, toen hij naar huis terugkeerde met do hoop in het hart, dat hij AVaszman thuis zou inden; doch toen hij do vragende blikken van eijn kina bemerkte, b?greep hij, dat hem een ongeluk moest overkomen zijn. Hij beval zijn dochter in de handen der dienstbod© aan cn begaf zich weder naar buiten. Geen geluid ontging zijn oor en aan zijn rondspeurend oog bleef niets verborgen, maar hoe hij zocht, hij kon geen spoor van den vermiste vinden. Als men de treurige omstandigheden, waarin de oude houtvester verkeerde, niet kendeals men niet naar dc zorgvolle uit drukking op zijD gelaat keek, zou het een genot zijn, den flinken grijsaard zoo, op het geringst© lettend, tusschen de denne- boomen to zien doorstappen, evenals een jongeling, zoo elastisch was zijn gang, nooit langzamer, niet eenmaal naar rust zoekende. Het was een rustigo, frissche morgen, geen wolkje was aan den hemel te zien. Door do ontwakende natuur scheen ook het hart van den houtvester eenigszins kalmer te wordenscheen het, alsof to midden van het sokoouo der schepping zijn droefheid vermindi rde. Reeds zeer ver wa« de oude houtvester het bosch ing.gaan, en steeds nog drong hij verder door. Het werd middag en hoewel dc angst voor het lot van zijn schoonzoon hem steeds voortdreef, gevoelde hij toch, dat hij *cr- mocid werd. Sedert den vorigen avond doorkruiste hij het woud, cn had gedurende dien tijd geen eten of drinken genuttigd, de afgematheid werd hoe langer hoe groo- ter, totdat hij eindelijk genoodzaakt was zich bij een boom neer te zotten. De grijsaard had te veel van zijn krach ten gevergd, do opwinding had hem nog staande g houden, doch nu hij eenmaal zat, was het hem onmogelijk zich weder op to richten. Do vogelen zongen boven zijn hoofd hun lied, en Reimer had hen wel willen vragen naar den zoo met smart gezochte. Een slaperig gevoel maakte zich van hem meester cn hoe hij er ook tegen streed, eindelijk kreeg de Blaap de overhand cn zijn hoofd zonk op de borst. Het was reeds donker, toen hij ontwaakte cn rich de vree sclijke gcburtcnissen herinnerde, die de oorzaak waren, dnt hij zioh dear op dio plek bevond, en hij kon niet nalaten zichzelf over zijn zv, heid, zooals hij het noemde, verwijten te irakcri. (Blot volgt A

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 19