Beleefdheid onder hnisgenooteo. Kocrdamerikaansche kanalen. Reizesi m Itusland. dan geeft hij je een rammeling, dat je er van kükhalstl" Als vastgenageld, met opengesperde oogen, staarde Anton het van toorn brie- sendo schepsel aan. „Erna!" klonk het uit den wagen. „Kom tier en gauw een beetje I Verklets je tijd biet met de jongens 1" Weg was ze, zijn prinses! Anton staarde leerwezen naar den wagen. De buiteling in bet rauwo leven kwam te snel. Het gejuich der menigte om een clown bracht hera tot zichzelf. Hij wendde zich af, sloop naar huis; tranen druppelden uit kijn oogen. f Dat waren Antons eerste tranen om zijn eerste liefde. Een groote Fransche schrijfster heeft eens gezegd: „Doe altijd zóó, alsof do ge heel© wereld u gadeslaat." Er ligt veel waars in dit gezegde, dat dikwijls in het huiselijk verkeer vergeten wordt. Beleefdheid en voorkomendheid zijn ook *n den huiselijken kring de boofdspillen, door welker volkomen ronding de raderen van het gezellig verkeer zonder schokken of bot sen kunnen blijven loopen. De beleefdheid is het kleingeld van goe de hoedanigheden. Evenals in de wereld het kleingeld in het dagelijkscb verkeer een groote behoefte is, zoo is ook dat klein geld in het gezellig verkeer onmisbaar. De beleefdheid moet uit de gevoelens van een goed hart voortvloeien en dit brengt er ons vanzelf toe eerbied voor onze meerderen to gevoelen, welwillend te zijn jegens onze ge lijken en toegevend omtrent onze minderen te wezen. Verplaatsen wij ons in gedachten in den Auiselijken kring. De klok heeft reeds twee uren geslagen en nog ligt daar een schoon meisje ,,en négligé" op de canapé, verdiept in een boek, t?rwijl haar moeder, die de koffietafel reeds aan kant heeit gemaakt, in een middagtoilet zit te haken. Moeder roept d® joüge dame haar met een kleinig heid te helpen en thans kijkt zij, met een onwillige uitdrukking op het gelaat, van haar boek op, loopt akelig langzaam heen, om haar moeder te gehoorzamen. Laat diezelfde jonge dame eens te logee- ren zijn: zij is de beleefdheid en voorko mendheid zelve jegens haar gastvrouw. Waarom zooveel vriendelijker dan onder de .huisgenooten? Waarom zit men thuie met de ellebogen onder he't hoofd een boek te lezen en bij anderen niet? Waarom worden thuis de dienstboden afgesnauwd en die bij anderen met voorkomendheid behandeld? Waarom vliegt men bij vreemden heen om iets te halen? Waarom wordt er thuis ge kibbeld met broers en zusters en met de dochters en mèt do zoons van uw gastheer 'niot? Omdat degenen, die dit doen, hun wereld niet kennen en geen begrip hebben van be leefdheid. Een beschaafde vrouw is altijd de-zelfde; zij is lief. beschaafd en aangenaam in haar manieren en in de e e r 8 t e plaats voor hen, die zij het meest moet liefhebben, haar huisgenooten. Een beschaafd mcnsch is hij, die uit hot leven en de school der wereld nuttige les- <sen en ervaring heeft opgedaan, om de uiterlijke vormen in allo voorkomende ge vallen en ten aanzien van alle personen in het gezellig verkeer naar den eisch to re gelen. Vele jongelui zeggen: Ik wil mijn vrouw zien en leeren kennen in het huiselijk le ven. En daarin hebben zij groot gelijk. Op een of andere partij laat men zich van de mooiste zijde kennen; men kan door dat toilet niet in de binnenkamer van het hart lezen. Doch thuis aan den huiselijken ha-rd zie>t men soms de keerzijde van de medaille. Dan bemerkt men wellicht, dat alles, wat men op partijen zag, slechts klatergoud was. Men heeft wel eens gezegd, dat kinderen van eenzelfde huis elkaar opvoeden. Een oudere zuster moet aan een jongere wel eens i een dienst bewijzen; waar de ouderen in het goede voorgaan, zal dit een weldadigea invloed op de jongeren oefenen. Dienstvaardigheid is een der gewichtigste maatschappelijke deugden. Dienstvaardig heid is een sprekend kenmerk van welwil lendheid en een goede inborst. Wanneer men nu al geen waarde hecht aan de diens welke men anderen be wijst, of dit althans niet laat bemerken (en een we 'telijk beschaafd mensch laat het niet bemerkenzoo verzuimo men nooit de dienstbewijzen van anderen jegens ons op prijs te stellen en zicb daardoor aan hen verplicht to gevoelen. De dienstvaardigheid jegens onze huisge nooten moet met vriendelijkheden en vrij willigheid geschieden, zonder dat men daar- meo nut of voordeel beoogt Ons tehuis is de beste oefenschool, onze huisgenooten zijn de beste en zachtste beoordeelaars. Wal thuis als gewoonten aangenomen wordt, valt ook bij anderen licht te volbrengen. Wil men den n_ o dragen van wèlopge- voed persoon, dan moet men zorgvuldig el ke gelegenheid aangrijp© om anderen van dienst te zijn, ja, daartoe gereed te zijn. wanneer men er geen verplichting toe zou mcenen te hebben. Er zijn in de samenleving zoo tal van kleinigheden, die iemar:l kunnen stempe len tot werkelijk beschaafd mensch. Om dat te beoordeelen moet men zijn in den huiselijken kring, zolder vreemden om zich heen. Op dat oogenblik is het niet moge lijk een masker te dragen ©n is men ver plicht zich in zijn ware gedaante te ver toonen. De huiselijke verordeningen moeten door alle samenwonenden in acht worden geno men. Twist, oneenigheden, achterklap onder huisgenooten mogen bij verstandige, be schaafde lieden niet gevonden worden. Behalve met do reusachtige onderne ming van hot Pan a malkan aal, waarvan de beteekenis bijna niet overschat kan wor den, houden de Amerikanen zich tegen woordig nog bezag met een ander reus achtig kanaal-probleemdo verbinding van de groote moren met de Golf van Mexico door den Misaissipi. In het door prof. Hmneberg uitgege ven internationale weekblad voor weten schap, kunst en techniek worden over de ze plannen interessant© bijzonderheden meegedeeld, waaraan het volgende is ont leend: Het Amerikaansche parlement be handelt tegenwoordig een wetsontwerp, dat vijfhonderd millioon dollars vraagt voor de uitbreiding der waterwegen, en dat voor een groot deel betrekking heeft op bet plan een waterweg aan te leggen van het uiterste Noorden naar het uiterst*? Zuiden der Yereenigdc Staten. Men wil do Mississipi-staten, waarvan de jaarlijk- sche productie een waard© van tien mil lioon dollars bedraagt, te: vijl veertig procent van decze Lapden hun voortbreng selen niot voldoende aan de markt kunnen brengen en nog niet overal met de exploi tatie van den bodem begonneD is, voor het verkeer openstellen. Voor het tot-stand- brengen van een directe waterverbinding tusschen Chicago en New-Orleans moeten vijf kanalen aangelegd worden, waarvan er één, van Chicago naar Joliet, reeds voor 55 millioen dollars is aangelegd door de stad Chicago. De gezamenlijke kosten van de overige kanal"- zullen omtrent 125 mil lioen dollars bedragen. Ongetwijfeld zullen die kanalen gebouwd worden en hun invloed op i c-ustrie en landbouw is nauwelijks te beschrijven. Men zal de kolen uit Pennsjlvanië goedkoop dui zenden mijlen ver over den Ohio en Missi- Riüi kunnen vervoeren. De havens aan de Golf van Mexico worden in rechtstreekscho verbinding gebracht met Memphys, St.- Louis, Chicago, Duluty, Detroit, Cleve land, Buffalo. Het voordeeligst zal deze combinatie van kanalen zijn voor onzen handel met Zuid-Amc- i en het verre Oos ten. Staal uit Pittsburg, koren uit Javaj en machines uit Chicago zullen naar elk, land der wereld even goedkoop vervoerd' kunnen worden, als wanneer deze 6teden en Staten aan den Oceaan lagen. Rome is niet in ééD dag gebouwd. Een, geweldig rijk als het Russenland is, kan niet vandaag of morgen in een voorbeeldi- gen Staat veranderd worden. In de twee( jaren, dat ik er niet geweest een, is er wel' veel veranderd, maar er is nog wel een en ander, dat de ergernis van een vreemdeling wekt. Toen ik bij KaÜ6ch de grens overstak, liet ik aan een grensbeambte de boeken, zien, welke ik meenemen wilde. Hij ant woordde met de weinig beleefde woorden* dat het niet aanging om een heelo biblio-! theek mee naar Rusland te nemen; de boe ken moesten alle op mijn kosten met de posti naar St.-Petersburg worden gezonden met' het oog op de censuur; hij had geen tijd zc hier alle door to zien. Daarop ver klaarde ik, dat ik met pleizier zou wach ten tot do drukt© wat geluwd was, en ver zocht hem mij naar zijn chef te brengen, opdat ik mij over hem kon beklagen. De man wierp een onderzoekenden blik naar mij en zei, nu zeor voorkomend, dat: het doorzien d©r boeken eigenlijk zijn werk niet was. maar dat een ander daarmee be last was. Hierna verwijderde hij zioh. Daarop verscheen de eigenlijke censuur- beambte, die, zonder naar mijn boeken om te zien, verklaarde, dat ze naar St.-Peters burg moesten worden gezonden. Ik had een deel van de Russische lexi con en eenige Russische wetbockjes bij mij. Ik vestigde zijn aandacht op deze werken en vroeg hem of hij deze boeken ook eerst naar St.-Petersburg wilde zenden, en weer voegde ik er hij, dat ik in dit ge val mijn klacht zou indienen Eerst hier door kreeg ik gedaan dat de beambte do. boeken inkeek en mij alle werken in de Russische taal en ook eenige vreemde ter hand stelde. Slechts enk le werden mij af genomen om naar St.-Petersburg te wor den gezonden. Er werd nu een bedrag vatf ongeveer zes gulden geëisebt. Ik protes teerde tegen zulk een hoog bedrag, maar verklaarde mij ten slotte bereid he<- geld te betalen tegen een duidelijke kwi tantie. Toen werd het bedrag dadelijk tot het vijfde gedeelte er van verlaagd en ik kreeg een kwitantie. Als merkwaardigheid zij vermeld, dat het alge-meen bekende meesterwerk van den Engelschcn schrijver Wallace over Rusland altijd nog tot de verboden boe ken behoort. Twee regels van het twee deelen dikke werk moeteD worden ge schrapt, voordat het boek toegelaten wordt- Toen sir Wallace te St.-Petersburg was, werd hij door den Tsaar en de mi^ nisters met alle eer ontvangen. Hij heeft zich zeer vermaakt over het lot van zijn boek en over de angstvalligheid van de I censuur. To St.-Petersburg aangekomen, liet ik eerst een tijd verstrijken vóór ik bij do autoriteiten van do oensuur verscheen. Daar verklaarde mij de dienstdoende be ambte, dat er geen boeken waren aangeko men. Toen ik hem daarop de kwitantie voorlegde, meende hij, dat er een dergelijke douane niet bestond. Dat was zeer merk waardig en ik wist niet waarover ik mij het meest moest verbazen: over de on wetendheid van den beambte of over de dwaze handelwijze van de douane, die de boeken aan een verkeerd adres had ver zonden. Eerst nadat ik mij tot den chef an de bnilenlandsche oensuur had gericht werden mij ten slotte al n jn boeken, ook de verbodeue, weer ter hand gesteld. De hooge beambten waren daarbij zeer voor komend. Zoo was ik dus met mijn boeken goed en wel in Rusland aangekomen. Ik heb du het reusachtige Rijk in all© deelen door kruist en heb ongeveer 15,000 kilometer afgelegd. Wat ik daarbij ip de spoorwe gen heb bekj*d, is geen kloinïgheid.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 12