Het spel in de oostelijke landen. Nu eens mot vlugge stappen zich voort spoed nd, alsof de gedachten, die woelen door haar hoofd, haar geen rust gunnen, dan weer met loome, moede schreden voortgaande, als een, die huivert voor de angstgodachten, welke oprijen voor hei oog. Ja, hot was een zware gangl Zoo straks had zij het besluit genomen, plotseling, bet kon niat anders Zij moest, zij zag geen anderen uitweg. Zij had haar nood willen uitklagen, haar smart willen uitschreeuwen; maar wie zou baar roepen hooren 1 Toen zij daar zat in haar koud, kil ver-- trekje, waar de armoede aan alle kanten haar te gen grijnsde, toen had zij in stilte geklaagd, geweend. Do armoede sloop rond door de stille straten, wel schuw turend naar de groote, verlichte huizen, rnaar dan vlug zich voort spoedend, wel wetend dat zulke vestingen van rijkdom niet door haar handen inge nomen konden worden. En gevolgd door haar vriend, den honger, met zwart- omVolkt gelaat, trad zij dan weer terug naar de ellendige stegen en straten, sloop zij dan naar de dakkamertjes en een zame vsrtrekj-s Met angst en schrik zag men deze twee binnenkomen en o, zoo moeilijk kon men ze weer de deur, bet huis uitdrijven, als ze eenmaal zich neefg^zet hadden aan den kouden, gedoofden haard. Ook in dit stille kamertje waren ze bin nengekomen en niemand daar buiten had het bemerkt. De eenzame vrouw had gestreden, maar haar wapenen waren stuk gebroken. Ge heel overmand van smart, was haar den ken langzaam weggezonken in nevel van ellende en ais op zachte kindervoetjes wa ren binnengeslopen dc herinneringen van vroeger. Rondom haar werd het licht, hclstralend lichtDaar zweefden de rijen licht-g kleede dames mot zwartgerokte heeren, het leven omstrengeld door den dood, de zaal door. Zij voelde weer, hoe zij ook meegesleept werd door d® bekoring van het oogenblik, hoo haar joDg bloed warmer stroomde door de aderen, hoe bij eiken polsslag nieuwer leven binnenstroomde. Zacht stroe iend vloeide de muziek door de zaal, gol vend, meevoerend al haar g dachten, tot dat zij als in wolken van verrukking op- vaarts gedragen werd, ver, ver-weg. En ©venals de muziek waa ook hij tot haar gekomen, met zachtstreelende, lak kende stem. Hij had haar bekoord, had haar gevangen in zijn vlei-woorden. Men had haar gewaarschuwd; s.n leven wa9 niet enkel een leven van lioht, maar don ,kere, zwarte plekken vertoonden zich van etap tot stap, maar zij had se niet kunnen, niet willen gelooven, die onware beschul digingen ver-wog had hij ee geworpen. Hij kon niot liegen, hij kon zóó haar niet bedriegen. Maar eindelijk was het g koraoa, als .een donkere wolk, die langzaam zich voor do «on schuift. Zij had vergeten, was dadelijk tevreden geweest met sijn verontschuldi gingen van vrienden ,en sociëteit, maar de wolk was donkerder, zwarter geworden, onderschepte al het. licht van haar jonge leven cn deed een nacht van ellende en duisternis ovar haar neerdalen Stepds dieper was zij gevallen, steeds ellendiger werd haar lot. Verlaten door haar tnan, verslooten door haar familie, uitgeworpen als oon b smette Daar gaat zij door do flauw-verlichte straten; het dierbaarste, wat zij nog had, het laatste geschenk baars vaders in haar zak om brood te koooen Zij was geen onbe kende id het kleine lokaaltje, waar zij schuchter binnentreedt Met eenige wel willendheid wordt zij geholpen, eenige zilverstukje glijden in haar bevende hand. Dan gaat zij terug. Had zij dan dit laatste niet kunnen be houden 1 Zou dan niet ëón haar hebben willen helpen Zij had- het beproefd, eenmaal. Maar nog schrijnde de smart, nog trilde zij van pijn, als zij zich daar weer zag staan bij baar rijken bloedverwant. Hoe hij haar verweten had haar liefde tot haar man, toch, trots al zjjn gebreken, trots al de ellende, waar in hij haar had doen v. rzinken, t<xih haar man, toch haar eer8te, eenige liefde. Scherper vlijmde de smart, als zij hem daar weer voor zich zag, striemende haar met zijn hoonwoorden, haar wegstootende, al het goede, wat nog in haar was, uitruk kende, zooals een snerpende Oostenwind de nog overgebleven blaadjes afrukt en neer werpt. Neen, nimmer, nimmer weer zou zij daar hulp en medelijden zoeken, waar zij die het eerst had moeten vinden I Terug gaat zij naar haar eenzaam ver trekje, tevreden met wat zij nu heeft, ver drijvende de spookgestalten, die voor haar oprijzen, als ook dit weg zal zijn. Nu, bij het zacht knappend vuurtje, dat een weldadige warmte verspreidt, door het kleine kamertje, komon haar gemoedsbe wegingen wat tot rust. Het is alsof de warmt© doordringt ook in haar hart en doet smelten de harde gedachten, die zich er in verdrongen. En met kleine schokjes komen ze nader, dc zachte vrede-stemmenze laten zich niet terugdringen, ze komen binnen, ver vullen de kamer, vervullen haar hart. Een glimlach verheldert het vroeg-oude-g"laat. Eerst heel uit de verte, maar steeds nade rend hoort zij zachts geluiden, lieflijke melodieën. Woorden, die diep verborgen lagen in een eenzaam hoekjft van haar hart, zacht-sluimerend, maar nu opwakend en met vriendelijke glimlachjes haar aan starend. Zachte woorden, door haar moeder ge fluisterd, maar overgroeid door de vele har de gedachten en scherpe indrukken, in den loop der jaren ontvangen. Nu komen ze nader, eerst zich nog ver schuilend, maar dan vrij uittredend uit d^n donkeren nacht, die haar ziel omgeeft, als kleurige vlinders, uit hun jhuilhoek, plot seling in helder zonlicbt zich badend. Het zijn woorden van troost, van hulp, van redding. Het zijn oude bekenden, die voor haar staan en haar wenken: ,,Naar boven, naar boven". Vrede daalt neer in haar beangstigde ziel, een vrede-engel breidt zacht&ens de zil verlichte vleugels over haar uit en zacht- g-efluisterde woorden brengen haar den Vrede, dien de menschen naar niet geven konden, maar dien God zelf in haar hart doet nederdalen. En dan, bemoe_igd door do stille stem, die tot ;xr heeft gesprok n; gesterkt door de fluisterwoorden, die als malsche regen- drunpels in haar ziel waren neergezonken, durft ze wede* aan den moeilijken, zwaren strijd om het bestaan. Dezelfde bezwaren *al zij weer ontmoeten, maar ze z a 1 ze weg ruimen Dezelfde koele, koude blikken zal zij ontmoeten, maar zij zal ze trachten te ver neb ten door lietde. Zij zal strijden, streven, voortgaan, maar nu niet meer in eigen kracht, doch staande in de kracht van Hem, d.e tot haar had gesproken en haar had teruggegeven de kracht om to loven. In geen land ter wereld regeert dc speel duivel zoo als in het Oosten. Zijn slacht offers zijn talloos en zijn aanhangers be staan uit millioenen, zonder onderscheid van rangen, stand, van nationaliteit of heteekenis. Aan de speeltafel vindt men de leden van de voornaamste high life met leegloopers te zamen, die, zonder politie, alleen van diefstal en spel leven; :-.ij rei ken elkaar de hand, dat is zeggen, als ze met goud en bankbiljetten gevuld zijn. Het hazardspel overbrugt hier alio rang en standverschillen, wisebt do conversatie- grenzen uit, en door de hartstochtelijke hebzucht, die het hazardspel veroorzaakt, gaan do spelers te licht van de „feinen Tricks" over tot ,,corrigcr la fortune." Evenals te Monte-Carlo, Spa en in ande re publieke speelholen, waar ieder jaar millioenen omgezet worden, brengt de spoelduivel in Kpnstantinopel alleen min stens even groote sommen in verschillen de openbare jeux aan hot rollen, ofschoon elk hazardspel verboden is. De Levantiër, groot en klein, excellentie of pakjesdra ger, kent geen andere tijdverspilling, waarbij men zich werkelijk anmseen-n kan, als dat spel, en hot edele vrouwengeslacht overtreft bijna in deze zirikte het sterke go- slacht. Maar' ook een menigte der hier le vende Europeanen zijn door de Levantiers verstokte spelers geworden. Men speelt in alle clubs, men speelt in bijna alle huizen, in bijna alle families, men speelt in de koffie- en bierhuizen, men speelt op de loeaal-stoombooten, kort om: overal wordt gespeeld en uitsluitend om geld. De conversatie is daarbij bijzaak, Een spel, waarbij geen geld t© winren is, is flauw eD vervelend voor den Levantiër. Op straat, in stations, in tuinen en op andere publieke plaatsen loop-en minder waardige individuen rond met kleine zak jes, waarin zij kaartjes, beschreven mot cijfers van 1200, diagen, waaruit de spe lers zoo- en zooveel nummers kunnen trek ken voor een piaster, ongeveer 10 ets., het nummer, om een kreeft, een paar gescho ten vogels, een haas of dergelijke te win nen. Twintig nummers, die j speler te voren neemt, gelden voor hem, 180 num mers voor den bankhouder." De kreeften, vogels en hazen zijn slechts voor den schijn voor deze onschuldige loterij"in de werkelijkhc gaat het om baar geld Staat eeo trein van den locaal-spoorweg op een klein tusschenstation stil, zoo draaft de „loterij-man" met zijn geldtasch en zijn loten alle waggons langs en elke minuut van het treinoponthoud wordt door hem Duttig besteed met het verkoo- pen van loten. Des zomers, wanneer de menschen urt Pera, Galata c Stamboel per schip naar den Boven-Bosporus en vooral naar de Prinsen-eilanden, in de zee van Marmora gelegen, terugkeeren, worden in de hutten „poker", baccaraat" en soortgelijke spelen gespeeld en wel zoo grof, dat op elk dier reizen gemiddeld enkele duizenden guldens worden verdobbeld. Het ook ten onzent bekende tric-trac wordt door de Turken veelvuldig gespeeld. In elk Turksch koffiehuis bevindu zien dan ook zuIk een spel. Millioenen en mil lioenen worden door de Turken verdobbeld. Een bekend advocaat te Pera voerde aldaar voor de vreemdelingen-rechtbank een prooes, dat ongeveer twee en een half jaar duurde. Het honorarium, dat hem, indien hij het proces won, zou worden uitbetaald, be droeg enkele duizenden guldens. Toen de bewuste advocaat het proces inderdaad ge wonnen had, kwam een zijner vrienden hem fluks bezoeken, ten einoe hem geluk te wenschen. „Kerel, jij boft toch maar, zoo op een dag krijg je maar in eens dertig duizend gulden als honorarium uitbetaald." „Ja, 't is wel aardig", antwoordde daarop de advocaat, „dcch veel genoegen zal ik van dat geld wel niet beleven, want juist gisteren heb ik met dobbelen een ge lijkwaardig bedrag verloren". En zulke ge vallen van verkwistend dobbelen zijn daar in de Levant te kust en te keur. Naast de vele dobbelsociëteiten vindt men daar een onnoemlijk aantal ellendige speelholen, waar de bezoekers allerjom- merlijkst worden uitgebuit. Vooral te Pera en Galata zijn honderden van die verderfe lijke instellingen. In de meeste dier speelholen worden avond aan avond ongeveer een twaalftal schijnspelers gehuurd, die door hun roeke loos wagen de bezoekers meer en meer op winden en eveneens tot grof spelen bren gen, vooral als dc menschen zien, dat die waaghalzen vaak groote sommen „winnen". Maar ook o-ider vrienden en kennissen oefent het hazardspel zijn nadeeligen in vloed uit. 's Morgens begint het reeds, dan komen de moeders, vaak zelfs met haar kinderen, bij een van haar kennissen te zamen. De roulette wordt voor den dag gehaald en het dobbelen neemt een aanvang. Met win- gierige blikken volgen de speelsters de snello draaiingen der roulette-schijf, zetten

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 12