eze iCouicr.t wordt dagelijks, met uitzondering van 'Zon- en f eestdagen, uitgegeven. .ïamiari. Dit nommer bestaat uit TWEE Bladen. Eerste Blad, Offieieete Kennisgeving. FEUILLETON. <3nscJl3.iJLJL€lig'B PRIJS DEZER COL'RAMT "Voor Lejden per week 9 Oeote; per 3 maanden i f i.10. Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn r 1.30. Franco per post i 65. PRI.'S DER ADVERTENTIES: Van 16 rogels /I 05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera lettors naar plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contantelk tiental woorden meer 10 Gents.Voor het incasseeren wordt/-0.05 berekend. A°. 1908. Het XXXsle Nsderlandsck Taai en LeuerKiinaig Congres. I. Het ontstaan der Nederland se he Taal cu Letterkundige Coagressen. Door het negenentwintigste Taal- cn Letterkundig Congres, in Augustus 1903 le Brussel gehouden, werd aan het bestuur .van groep Neaeiland van het Algemeen Nederlanclsch Verbond opgedragen, do plaats voor de volgende tweejaarlijkschc bijeenkomst te bepalen. Drie stoden: Haar lem, Leiden en Maastiicht (de Congressen worden beurtelings in Belgie cn Nederland gehouden) hadden voor zich de eer opge- cisclit, dc Congressisten in 1908 to mogeu ontvangen, en herbergen. Bovengenoemd Groepsbestuur koos zooals het zich uit drukte „do oude academiestad"; en in de allerlaatste week van Augustus van dit jaar zal do Slcutelvestc eenjgo honderden NcderlaL-dsch-spro leende leden van den Nederlandschcn r.tam, uit Neder land, Belgie, Zuid-Afrilca on andere oor den der wereld, waar Ncdcrlandsch gedacht cn gevoeld wordt, ontvangen. .lleeds hebben eenigc Leidcnaren, die, in overleg met het Hoofdbestuur van het. Algemeen Nederiandsch Verbond, ah Hoofd bestuur 'er te vormen Rcgclir gscommissie zijn opgetreden voorloopige werkzaam- hcd-.ii verricht. En waar nu binnenkort de medewerking van vele andere ingezetenen onzer stad naast die van belau0sicllcnden van elders door deze Commissie zal worden ingeroepen, achten wij het onzen plicht, met enkele woorden en in grootc lij non doel en geschiedenis der bovenbe doelde Ncdcrlandschc Congressen in cenige artikelen aan te gcvc.j., om zóó hen en an dere stadgenooten een:go«fitte op dc hoog te to brengen van wat een dergelijk Con gres eigenlijk wil zijn. Bijna zestig jaren geleden in 1849 werd het ecirst© Ncdcrlandsch Taal- en Letterkundig Congres gehouden. En wei in Belgie, te Gent. Dcu 23sfccn Augustus van dat jaar werd liet geopend. Het waren eenigo bekende Vlaamscho Belgen, welke het denkbeeld om dergelijke bijeenkomsten van Noord- cn Zuid-Nccicr- laóders iü te richten, zooal niet het eerst geuit, dan toch het eerst in practijk ge bracht hebben. Aan het hoofd stond F A. Snellaert, een e'er mannen, welke do liefde dor Vlamingen voor eigen alionalc literatuur trachtten op te wokken, de stich ter (1836) van het Genootschap ,,Dc tacl is ganseh het volk", en niet Jan Frans W i 1 I c ra r den hoofdman een der leiders van de zoogenaamde Vlaamscho be weging. Dan Ph. Bloramaert, die, hierin sch.uder aan schouder stond met W i 1 1 0 ra s en S n e 1 1 a c rt en die een geestelijke éénheid der lei-cn van den Ne- derlaudschcn stam verkondigde, ook waar niet meer uit t© wisschcn politieke gren zen Nederlander: m Belgen verdeelden. Verder Pr udens van D u y s c, een der dichters voor de Ylaamsche beweging, en C. P. Serr ure, cl: bekende Vlaamscho ge. 'iiiedschrijvcr. Onder de Noord-Nederlanders, welke aan hun roepstem gehoor hadden gegeven, treft men aan den hofprediker prof. des A m o r i o van der Hoeven, Jo z o f Alberdingk T li ij ra, den katholieken auteur aan i ingang van zijn werkend leven, Martinus N ij h o f fden krani- g:n uitgever, die zijn firma binnenkort een wereldbekenden naam zou verschaffen. Het Congres slaagde in zóó voldccndo mate, dat besloten word tot voortzetting dezer Nederlandsclie bijeenkomsten. In 1850 vond het tweede Congres plaats te Amsterdam; Noord-Nederland was toen aan het woord, natuurlijk ook wat aantal van leden be treft. Een 300-tal lieten zich als zoodanig inschrijven, cu naast Belgen, als Snel laert, P. van D u y s e, de jonge Hcrc- rnans, die op jeugdigen leeftijd reeds met Snellaert had déelgcnom n (1346) aan de oprichting van het ,,Vlaamsch Ge nootschap" te Gent, naast deze en andere Belgen varen onder hen vele van de be kendste Nederlanders: Tollens, Da Costa, Ho ij o, J acobvan Lcn nep, J*, do B o c h Kcmpcr, J. Al bc r- dingk Tkijm, Des A mor ie van dor "Hoeven, Nicolaas Beets, De Geneste t, Groen van Prin- stercr, II o f d ij k, Jonckbloet, Kneppèlhoutj prof. Moll, Pot gieter, dr. B e y n c n, C. P. Tiele, V e t li, Vissering, Van Vloten, cn zoovele anderen. In 1S31 volgde Brussel, in 1854 Utrecht, enz. Het kan natuurlijk ni t in de bedoeling dezer artikelen liggen, de geschiedenis der verschillende Congressen verder op tc ha len. Slechts enkele opmerkingen van algc- mecnen aard mogen vooraf gaan, vóór ge wezen wordt op sommige hunner belang rijkste rechtstreeksche cn meer indirecte gevolgen. Over het g heel werden vooral in de eerste jaren de Congressen, welke in Nederland werden gehouden, veel druk ker bezocht dan die welke gastvrijheid vonden m Belgie. Een van de drukst be zochte is dat te Rotterdam geweest in 1865, toen meer dan 1200 leden waren ingeschre ven, een cijfer, in 1904 het dichtst gena derd door Deventer, toen bijna 1000 namen voonk .vamen op dc lijst der tocgcfcredmen. En dat ook de Beige in steeds talrijker ge tale meedoen, enkele cijfers wijzen het uit. Het Brusselsche Congres van 1851 kon het niet verder brc-ngcn dan een kleine 100, het Congres to Brussel van 1906 telde een lijst van bijna S00, het Kortrijkschc Con gres van 1802 kon bogen op circa 900. En onder hen welke namen Wij laten dc levenden rusten, noemen slechts enkele der afgestorvenen in bonte volgorde: Letterkundige i als Van I-enne p, Bogacrs, Ton K a to, Al berdingk T h ij m Sr., Conscience, Van Beers, Beets, a Costa, H o f d ij k, Van Duyse, Vosmacr, Do Geyter, Guido Gezclle, Hiel, Haso- broek, Havcrschmidi, Buskcn Huct, Ising, Allard Pier son, Potgieter, Scipgens, TenBrink, Do Veer, Zimmerman, Schaap man, Keller, Ver Hue 11, No let do Brauffere, Mevrouw Van Wcstrheon c, Julius V u y 1 s t c- lc e; de tooneelspelcr W i 11 c m v a n Z'uy- ien; dc musicus Nicola geleerden als M a t fc h ij s d e V r i c s, P. J. V e t h, Sorrurc, i> ri 11, O p o o m e r, Van Vloten, David, Do Potter, prof. F r u i n, Campbell, Do Roever, Frcdcrich, prof. A c q u o y, prof. Docdos, prof. Bellaar S p v u y t, U n g c r, Tal; staatslieden en hooggcplaatsto ambtenaren a's A. V r o 1 i k, Jan van R ij s w ij c k, B e c 1 a e r t s, van Blokland, Dc Macr c-L i m- n ander, O. W, Star Human. Niet al le d.zo zijn den Congressen getrouw geble ven, maar dc grootc meerderheid dezer na men komt tamelijk reg lmatig op do leden lijst terug, tot dc dood hunne dragers on der ons wegneemt. II. Dc Vlaamscho Beweging. Vooral in dc eerste jaren dan de-den de Vlamingen in minder grooten getale nrrde dan do Noord-Nederlanders Waarschijnlijk ten gevolge van een omstandigheid, welke, oppervlakkig bekeken, juist oorzaak van talrijker bezoek van lumnc zijde had moe ten zijn, maar dio toch bij nader inzijn de verklaring van het tegenovergestelde in zich bevat. Wij bedoelen do Vlaamscho Beweging. „De Vlaamscho Beweging" zoo drukt een bekende Vlaming van deze dagen zich ongeveer uit ,,is de poging om het verval der Vlamingen sedert de 17de e.i 18de eeuw n te stuiten en om hen terug te bren gen in den stroom dor moderne beschaving door middel van het eenig natuurlijk voer tuig der gedachten: de moedertaal. Dc Vlaamschc Beweging ontstond na 1830 als eene terugwerking tegen de zegevierende verfransching uitgaande van do Belgische Omwenteling; maar zij wejrd in stilte en langzaam voorbereid sedert het einde der 18de eeuw." Het tegenwoordige België is, zooals over bekend is, een in hoofdzaak twc^alig land. Van de, ruim 6 milliocn zielen tellende, bevoüking wordt gerekend, dat ruim 45 pCt. alleen Vlaamsch spreekt, bijna 41 p(Jt. alleen Fransch, ruim 11 pCt. Vlaamsch en Fransch, terwijl het Duitsch, enz. daar naast een klein percentage inneemt. Oost en Wcst-\ laan deren, Antwerpen. Limburg, Brabant zijn voor het grootste deel of al thans in meerderheid Vlaamsch sprekende gewesten van België. Toch is do moeder taal cr in het gedrang gekomen, dreigde zij onder den druk te geraken van het Fransch, dat als wereldtaal op zichzelf reeds een grooten voorsprong had en door allerlei andere omstandigheden in den loop" der eeuwen ,in nog gunstiger stelling kwam. Als zoodanig kan dan zeer beslist van een verval der Vlamingen worden ge sproken. ,,Do taal is ganseh het volle": waar de taal onder lag, was ook het volk als volk, als Vlaamsch volk, ten on der geraakt. Waartegen stelling werd genomen reeds op het eind der 18de eeuw. Ongolukk;g ech ter in een daarvoor ongunstigen tijd. Nog luttele jaren en dc Fransche overheersehing over Zuid-Nederland, binnenkort ook over ons Vaderland, zette krachtiger dan ooit te voren het verfranschingsproces voort, dat tevens een ontvlaan.-chingsproccs was. Alles wat aan den bovenkant der samenle ving was gelegeD, onderging zeer beslist daarvan den invloed. Maar tot bet volk in zijn lager© kringen was hij minder door gedrongen of dit deel van het volk was daarvoor minder toegankelijk Het Vlaamsch bleef zijn taal en het wei nige wat het volk las, was in hoofdzaak geschreven in zijn Moedertaal. Het was luttel, maar het was. En Jan Frans W i 1 1 o m s was reeds opgetreden. Hij liet zich duidelijk hooren in do na den val van Napoleon voor Belgie volgen de Hollandsche periode, toen Noord en Zuid onder Willem I waren vcr-ecnigd. In 1818 zong hij zijn gedicht ,,Aan do Belgen": ,,0 Belgen 1 uw geluk is a:n (uw) tael verbonden. En bij werd oen der strijders on voor dc opleving van het Nederlandsch cn de opbeuring van de Ncdcrlandsch-sprekcndü bevolking der Zuidolijke provinciën en voor een toenadering tusschen Noord on Zuid. Deze pogingen ondervonden een zóó geduchten tegenslag door de Belgische om wenteling van 1830, dat gevreesd mocht worden, dat met dc scheiding in politickcn zin tusschen Nederland cn België, het Ne derlandsch (Vlaam.ch) in laatstgenoemd land volkomen het kind der rekening zou de worden. Dat een dergelijke vrees niet ongegrond was, bleek spoedig. Het Fransch werd weder voor geheel België (dus ook voor de overweg nd Vlaamsch sprekende provinciën) de officieel© taal, gebruikt door de bestuursorganen, do rechterlijke colleges, bij hot onderwijs, in liet leger, door de pers. In de allereerste plaats dus weer bij dc hoogcre standen. Een Vlaam- scke drukpers bestond ternauwernood. Vijftien stichtelijke Roomsch-Katholicke boekjes was alles wat tusschen dc jiren 1830 cn 1837 in het Vlaamsch het licht zag, naast enkele kleine weekbladen Toch stak ook hierin weer hot lichtpuntde kleine luicen hielden zich natuurlijkerwijs aan hunne Moedertaal. Inmiddels was dc strijd bcgojjnen. In 1832 schreef Jhr. Ph. Blora maert zijne „Acnmerkingen over de ver- waerloozing der Ncderduitsche Tacl" on al spoedig bleek bet, dat zijn optreden steun vond. Zóó in de vver.ld der geleerden bij den Oud-Raadsheer van het Hoog Gerechts hof te Brussel J. B. C a n n a e r t, dio. in 1835 zijne Bijdragen tot do kennis van het oude Strafrecht in Vlaanderen" het licht deed zien. Vooral was het Jan Frans Willem s, die in h?t voorbe richt van zijn „Reiniert de Vos" (183-4;, optrad voor de rechten van het „Nedcr- duit&ch": voor „do verworpene Moeder taal". Wel was bij de Belgische Grondwet van 1831 ,,hct gebruik der in Be'g ge sproken talen vrij" verklaard, maar dit waa theorio gebleven. Dc gebeurtenissen volgden elkaar nu snel op. In 1836 werl te Gent gesticht do ver- eeniging „De tael is ganseh het volk", in hetzelfde jaar dc „Maetschappij ter bevor dering der Ncdcrduytsci j laci cri* letter kunde" tc Leuven, met vertakkingen in andere Vlaamscho steden. Tijdschriften in de Moedertaal verschenen, re JerijkcrsKa- mors herleefden. Nog ccn jaar en in 1837 traden te Antwerpen T h e o d o o r van R ij s w ij c k op met zij do v erzen „Eigen- aerdigc Verhalen" cn Hendrik Con science met zijn roman ,,In 't Wonder- jaer 1566". W i 1 1 c ras cn Conscie fl ee: de twee tegenvoeters in de politiek van 1830 de eerstgenoemde do Nederl.indsch- gezinde Belg; do andore, in 1830 aan da zijde van den opstand strijdende. Tweehonderdcencnvccrtig Vlam'ngen had den ingetcckcnd op „In 't Wonderjaer 1566"; juist het dubbele deed dit op Con science's nieuwe roman, „De Leeuw van Hoenderen", de verheerlijking van den Sporenslag van 1302. Hij kwam uit een paar jaren later, toen ook te Gent de dich ters Prudens van Duysceu Lede- ganck voor dc eerste maal hunne dicht bundels in België liet licht hadden doen zien. In 1845 ontstond wat men heeft genoemd den „strijdzang" der Ylaamsche Beweging, het vurig Jied van Van Peenc, „De Viaem- sch© Leeuw", met zijn wegslepende melodie van Miry, onder den invloed waarvan men ook thans nog komt onweerstaanbaar, wordt bet aangeheven door do fiissch* stemmen der jonge Vlamingen. (Wordt vervolgd). kiQXüudifiig v:m rekeningen. Burgemeester cn Weihouders van Leiden roepen bij deze op alle leveranciers, welk- bazen, enz., welke over het al'geloopen jaar 1907 ten laste der gemeente eenigo vordering hobbcD, die uiterlijk vóór ulLmu Januari e.k. ter Gemeente-Secretarie (Af- deeling Financiën) in to luvcien. Burgemeester eu Wethoudcrc v«»ornocmde DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 10 Januari 1908. DRANKWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gelet op do artt. 12 en 37 der Drankwet; Brengen ter ulgcmeenc kennis, dat door CORNELIA TUKKER, echtgenoot© van. Cornelia Kleer, wonende to Leid-n, een. verzoekschrift is ingediend om vériof voor don verkoop van aloonolhoudcndcn, ande ren dan sterken drank, voor gebruik ter plaats© van verkoop, in het voor lokaal van het perceel Bcscnuitstecg No. 9. Burgemeester en Wethouders voornoemd DE Hl 1)1)11 IL; Burg. meester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 10 Januari 1908. 111 N 11 K R W E T. Burgemeester en Wethouders van Leiden, Gezien art. 8, 1-to alinea, dv Hinder wet; Brengen bij dezo ter alg mccnc kennis, dat door hen vergunning ia verleend aan JAC. OVERDUIN, alhier, en rechtverkrij genden tot heb uitbreiden van zijn manu facturen ververij, gevestigd in perceel Lan- gestraat No. kad. bekend in Sectio O, No. 1187, door bet plaat: rn en in werp king stellen van ccn stoomketel van 3 ii 4 afmosphcren druk. En geschiedt biervan openbaro kennis* geviug door plaatsing in het „Lcidscb Dagblad". Burgemeester en Wethouders voornoerad| DE RIDDER, Burgemeester. VAN HEYST, Secretaris. Leiden, 10 Januari 1908. 31) „Wat, deelde hij met een bundel slagen uit?" merkt© llachcl op. I „Nu ja, het leek tea minste zoo", ant woordde Langholm. „Toen ik echter nog eens nauwkeuriger toekeek, scheen het mij octrder c'Ln vorm van een kussen l© heb ben, en o. nu weet ik ook opeens wac het was. Het zag er uit als eon in ccn wollen deken gehuld© peluw, maar i i werkelijk heid was het een zak, zooals dc goudgravers dien in Australië gebruiken, waarin zich al bun aardiVh© bezittingen bevinden en die hun benevens een wollen deken ook tot bed dient. De kerel zelf was niets anders dan een Australische goudgraver. Ja, ja, nu ben ik er niet meer over in twijfel." ,.Zpo is het!" Het Rachel zich ontvallen en haastig voegde zij cr bij: .Welke kleur had die deken V' „Vei scheten blauw." Weer knikte Rachel zonder zich daarvan bewust te zijn. „Is u mogelijk in Australië geweest, rae- yrow Steel r' vroeg Langholm als ter loops. „Ikzelf ben er nooit geweest, maar mea kent deze dingen immers voldoende uit boeken, en het verwondert mij dat ik niet eer op dit idee Jcwam. Maar' ik was eerder op alles voorbereid dan op het aan treffen vau zulk een vagebond op klaar lichten dag op ecu Engclschen straatweg." Of Langholm zich wel bewust was dat hjj een vraag had gedaan, welke hjj eigen lijk niet had moeten cLaJI? Had hij werke- een poging willen aanwenden om het ge heimzinnig verleden van de vrouw des hui zes t© doorgronden cn molten zijn voigcude opmerkingcD slechts dienen om die vraag weer te uiet te doonl Als dit werkelijk het geval was, dan kon d- oudste juffrouw Venaoies zich niet op zooveel kiesch gevoel beroemen, wai.t zij werd bij de verandering, welke zij bij Langholms vraag in Rachels gezicht had opgemerkt, plotseling één cn al leven. „ïs u reeds in Australië geweest, mevrouw Steel?" herhaalde zij, Rachel recht in net gelaat ziende, terwijl zij er sluw bijvoegde „Ik meende dat namelijk." Lr ontstond een pauze van eenige secon den, welke door een vluggen stap onderbro ken werd. D© heer Steel stond op den drempel van zijn studeervertrek, „Aus'.ralië, mijn lieve juffrouw Vena- bles", zcide hij, „is het eenige land, het welk evenmin mijn vrouw als ik ooit van ons leven hebben bezocht en dat wij ook niet in het minst nieuwsgierig zijn t© lee- ren kennen." Met die woorden nam hij glimlachend tusschen zijn gasten plaats. XIII. Het was een van die onbehaaglijke, nat- tig-Koudc zomerdagen, waaronder menschen cn dieren evenzeer lijdcn# De wind blies uit het oosten en zware, zwarte wolken joegeD langs het firmament, gedeeltelijk zonder zich te ontlasten, gedeeltelijk in korte, kille regenbuien losbrekend, terwijl dc zon zich telkens slechts even vertoonde. Met zulk een weersgesteldheid bestond er nauwelijks een onaangenamer verblijfplaats dan Nor- man thorpehous© met zijn marmeren vlos- ren, hooge vertrekken cn onbehaaglijke Kil heid. Het was op een Donderdag; een dag, dien de heer Steel gewoon Was gedeeltelijk in Northborough aan dc Beurs, gedeeltelijk in do club te Del verton door te brengen- Itachet had dus niet alleen met ccn huive rig gevoel en een daarmee verbonden neer slachtigheid te kampen, maar zij was ook geheel op haar eigen gezelschap aangewe zen cn miste haar echtgenoot meer dan zij zichzclvo was bewust. In vroegere tijden had zij tot do opge wekte, energieke menschen behoord, die in zichzelven steeds genoeg bronnen vinden, om zich bezig te houden en te amuseeren, doch daarmee was het nu aoo goed als voorbij. Zij was verstrooid en oDtstemd, kon zich nooit lang bij een bezigheid be palen en meer en meer maakte zich zoowel een lichamelijke als geestelijke rusteloos heid van haar meester. Anderen bemerk ten daar echter niets van, want zij wist zich te beheerschenmaar onderdrukking is geen genezing. En aan redenen om haar gevoelens te onderdrukken ontbrak het niet, al was ook haar vrees, dat haar bu ren haar identiteit met de beruchte me vrouw Minehin zouden kunnen ontdekken, bij haar op den achtergrond gedrongen. Neen, haar leven was van de wortels tot den top tot een soort upasboom op- gegrooid, welke haar bestaan vergiftigde. Zij werd voor haar tweede huwelijk even zeer gestraft als voor haar eerste, echter nog met meer rechten op nog arglistigei wijze. Eiken dag hinderde haar da onna tuurlijke positie, waartoe zij zich in een uur van wanhoop bad laten overhalen. Zij was evenmin meesteres in haar eigen huis als dat zij ook maar een oog nblik het gevoel had, dat het haar toebehoorde. Alles gebeurde voor baar zonder dat zij - ook maar een vinger behoefde uit tc siteken. Een ervaren huishoudster zorgde voor do kleinste kleinigheden cn dat deze huishoud ster een vrouw van b jzondor veel tact en schitterende bekwaamheden was en Richel zelf nooit ook maar do minste reden ha/d tot een rechtmatige klacht, waa ccn bron van ^voortdurend verdriet voor haar. In het eerst had zij dit alles niet zoo gevoeld, maar tijdens deze zomermaandon had er een verandering met haar plaats gegrepen. Zij verlangde naar de bezigheden van an dere vrouwen. Ho© nuttig werd bijvoor beeld elk uur van Morna Wodgate3 g iuk- kig leven besteed! Morna had echter ook geen buitengewoon huwelijk gcaloton, zij waa uit liefde getrouwd. Morna kon heden zelfs niet bij haar ko- mon cn ook zij kon niet naar haar toegaan, want de Donderdagnamiddag behoorde niet tot do weinige dagen in de week, waar op dc dominees vrouw door geen bepaalden plioht of bezigheid aan do gimoento ge bonden was, Rachel benijdde haar om de wijze, waarop zij haar echtgenoot bij zijn werk hielp. Ook zij had geprobeerd t© hel pen, goed te doen, maar op een ongnregcl- de, weinig afdoend: wijze. Zij b.merkto echter spoedig, dat het een groot onder scheid is, of men iets doet, omdat de plicht bet verlangt, of slechts om iets to doen to hebben. En bovendien was Hugh Woodgate niet haar echtgenoot. Rachel had die half gedwongen poging n om zich, in den vorm van goede werken, persoonlek een weldaad to verschaffen, weer opgegeven. Di.u na* middag had zij daarvan bijna berouw. Wel voor dc twintigste maal had zij dat zonderlinge schatkamertje, de zoogenaam de Chin.eschc kamer, doorsnuffc d, een staatsicvertrek, dat met do kostbaarste za ken waa gevuld, welke oen zeevaarder <-n erfgenaam van Normanthorpe eens uit het land der bloemen had meegebracht en dat zonder piëteit mede in den koop was bedon gen. Dien dag kwam het Rachel evenwel voor, alsof dc oude afgodsbeeld n haar hoonend aangrijnsden. Eo haar wanhoop begaf zij zich eindelijk naar dc kamer van haar man. Het was de eerste keer, dat zij den drempel daarvan in zijn afwezigh id overschreed, maar cr bevond zich daarin ccn verzameling boeken en zij moest tot ei ken prijs oen bock hebben. Ook dezje bibliotheek was met het huis ovtrgegaan en bestond dus grootend" Is uit oudo werken, welke Steef met de benaming „oude prullen" had gebrandmerkt, toen Rachel hem eens had gevraagd, of zij een bock mocht meencmjrn. Die vraag was niet meer herhaaldook had Rachel slechts hoogst zelden dit ruimo vertrek betredcnr waarvan do muren met oudo boeken waren bedekt en waarin do heer des huizes zicb niet gaarne liet storen. Hetgeen Rachel echter op de stoffige boekenplanken ont* dekte, was allesbchalvo ,,oudo prullen"e (Wordt vervolgd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 1