eze iCouicr.t wordt dagelijks, met uitzondering
van 'Zon- en f eestdagen, uitgegeven.
.ïamiari.
Dit nommer bestaat uit
TWEE Bladen.
Eerste Blad,
Offieieete Kennisgeving.
FEUILLETON.
<3nscJl3.iJLJL€lig'B
PRIJS DEZER COL'RAMT
"Voor Lejden per week 9 Oeote; per 3 maanden i f i.10.
Buiten Leiden, per looper en waar agenten gevestigd zijn r 1.30.
Franco per post i 65.
PRI.'S DER ADVERTENTIES:
Van 16 rogels /I 05. Iedere regel meer f 0.17}. Grootera lettors naar
plaatsruimte. Kleine advertentiën van 30 woorden 40 Gents contantelk
tiental woorden meer 10 Gents.Voor het incasseeren wordt/-0.05 berekend.
A°. 1908.
Het XXXsle Nsderlandsck Taai
en LeuerKiinaig Congres.
I.
Het ontstaan der Nederland
se he Taal cu Letterkundige
Coagressen.
Door het negenentwintigste Taal- cn
Letterkundig Congres, in Augustus 1903 le
Brussel gehouden, werd aan het bestuur
.van groep Neaeiland van het Algemeen
Nederlanclsch Verbond opgedragen, do
plaats voor de volgende tweejaarlijkschc
bijeenkomst te bepalen. Drie stoden: Haar
lem, Leiden en Maastiicht (de Congressen
worden beurtelings in Belgie cn Nederland
gehouden) hadden voor zich de eer opge-
cisclit, dc Congressisten in 1908 to mogeu
ontvangen, en herbergen. Bovengenoemd
Groepsbestuur koos zooals het zich uit
drukte „do oude academiestad"; en in
de allerlaatste week van Augustus van
dit jaar zal do Slcutelvestc eenjgo
honderden NcderlaL-dsch-spro leende leden
van den Nederlandschcn r.tam, uit Neder
land, Belgie, Zuid-Afrilca on andere oor
den der wereld, waar Ncdcrlandsch gedacht
cn gevoeld wordt, ontvangen.
.lleeds hebben eenigc Leidcnaren, die,
in overleg met het Hoofdbestuur van het.
Algemeen Nederiandsch Verbond, ah Hoofd
bestuur 'er te vormen Rcgclir gscommissie
zijn opgetreden voorloopige werkzaam-
hcd-.ii verricht. En waar nu binnenkort de
medewerking van vele andere ingezetenen
onzer stad naast die van belau0sicllcnden
van elders door deze Commissie zal
worden ingeroepen, achten wij het onzen
plicht, met enkele woorden en in grootc
lij non doel en geschiedenis der bovenbe
doelde Ncdcrlandschc Congressen in cenige
artikelen aan te gcvc.j., om zóó hen en an
dere stadgenooten een:go«fitte op dc hoog
te to brengen van wat een dergelijk Con
gres eigenlijk wil zijn.
Bijna zestig jaren geleden in 1849
werd het ecirst© Ncdcrlandsch Taal- en
Letterkundig Congres gehouden. En wei
in Belgie, te Gent. Dcu 23sfccn Augustus
van dat jaar werd liet geopend.
Het waren eenigo bekende Vlaamscho
Belgen, welke het denkbeeld om dergelijke
bijeenkomsten van Noord- cn Zuid-Nccicr-
laóders iü te richten, zooal niet het eerst
geuit, dan toch het eerst in practijk ge
bracht hebben. Aan het hoofd stond F A.
Snellaert, een e'er mannen, welke do
liefde dor Vlamingen voor eigen alionalc
literatuur trachtten op te wokken, de stich
ter (1836) van het Genootschap ,,Dc tacl
is ganseh het volk", en niet Jan Frans
W i 1 I c ra r den hoofdman een der
leiders van de zoogenaamde Vlaamscho be
weging. Dan Ph. Bloramaert, die,
hierin sch.uder aan schouder stond met
W i 1 1 0 ra s en S n e 1 1 a c rt en die een
geestelijke éénheid der lei-cn van den Ne-
derlaudschcn stam verkondigde, ook waar
niet meer uit t© wisschcn politieke gren
zen Nederlander: m Belgen verdeelden.
Verder Pr udens van D u y s c, een der
dichters voor de Ylaamsche beweging, en
C. P. Serr ure, cl: bekende Vlaamscho
ge. 'iiiedschrijvcr.
Onder de Noord-Nederlanders, welke
aan hun roepstem gehoor hadden gegeven,
treft men aan den hofprediker prof. des
A m o r i o van der Hoeven, Jo z o f
Alberdingk T li ij ra, den katholieken
auteur aan i ingang van zijn werkend
leven, Martinus N ij h o f fden krani-
g:n uitgever, die zijn firma binnenkort een
wereldbekenden naam zou verschaffen. Het
Congres slaagde in zóó voldccndo mate,
dat besloten word tot voortzetting dezer
Nederlandsclie bijeenkomsten. In 1850 vond
het tweede Congres plaats te Amsterdam;
Noord-Nederland was toen aan het woord,
natuurlijk ook wat aantal van leden be
treft. Een 300-tal lieten zich als zoodanig
inschrijven, cu naast Belgen, als Snel
laert, P. van D u y s e, de jonge Hcrc-
rnans, die op jeugdigen leeftijd reeds
met Snellaert had déelgcnom n (1346)
aan de oprichting van het ,,Vlaamsch Ge
nootschap" te Gent, naast deze en andere
Belgen varen onder hen vele van de be
kendste Nederlanders: Tollens, Da
Costa, Ho ij o, J acobvan Lcn nep,
J*, do B o c h Kcmpcr, J. Al bc r-
dingk Tkijm, Des A mor ie van
dor "Hoeven, Nicolaas Beets,
De Geneste t, Groen van Prin-
stercr, II o f d ij k, Jonckbloet,
Kneppèlhoutj prof. Moll, Pot
gieter, dr. B e y n c n, C. P. Tiele,
V e t li, Vissering, Van Vloten,
cn zoovele anderen.
In 1S31 volgde Brussel, in 1854 Utrecht,
enz.
Het kan natuurlijk ni t in de bedoeling
dezer artikelen liggen, de geschiedenis der
verschillende Congressen verder op tc ha
len. Slechts enkele opmerkingen van algc-
mecnen aard mogen vooraf gaan, vóór ge
wezen wordt op sommige hunner belang
rijkste rechtstreeksche cn meer indirecte
gevolgen. Over het g heel werden vooral
in de eerste jaren de Congressen, welke
in Nederland werden gehouden, veel druk
ker bezocht dan die welke gastvrijheid
vonden m Belgie. Een van de drukst be
zochte is dat te Rotterdam geweest in 1865,
toen meer dan 1200 leden waren ingeschre
ven, een cijfer, in 1904 het dichtst gena
derd door Deventer, toen bijna 1000 namen
voonk .vamen op dc lijst der tocgcfcredmen.
En dat ook de Beige in steeds talrijker ge
tale meedoen, enkele cijfers wijzen het uit.
Het Brusselsche Congres van 1851 kon het
niet verder brc-ngcn dan een kleine 100,
het Congres to Brussel van 1906 telde een
lijst van bijna S00, het Kortrijkschc Con
gres van 1802 kon bogen op circa 900.
En onder hen welke namen Wij laten
dc levenden rusten, noemen slechts enkele
der afgestorvenen in bonte volgorde:
Letterkundige i als Van I-enne p,
Bogacrs, Ton K a to, Al berdingk
T h ij m Sr., Conscience, Van
Beers, Beets, a Costa, H o f d ij k,
Van Duyse, Vosmacr, Do Geyter,
Guido Gezclle, Hiel, Haso-
broek, Havcrschmidi, Buskcn
Huct, Ising, Allard Pier son,
Potgieter, Scipgens, TenBrink,
Do Veer, Zimmerman, Schaap
man, Keller, Ver Hue 11, No let
do Brauffere, Mevrouw Van
Wcstrheon c, Julius V u y 1 s t c-
lc e; de tooneelspelcr W i 11 c m v a n Z'uy-
ien; dc musicus Nicola geleerden
als M a t fc h ij s d e V r i c s, P. J. V e t h,
Sorrurc, i> ri 11, O p o o m e r, Van
Vloten, David, Do Potter, prof.
F r u i n, Campbell, Do Roever,
Frcdcrich, prof. A c q u o y,
prof. Docdos, prof. Bellaar
S p v u y t, U n g c r, Tal; staatslieden en
hooggcplaatsto ambtenaren a's A. V r o 1 i k,
Jan van R ij s w ij c k, B e c 1 a e r t s,
van Blokland, Dc Macr c-L i m-
n ander, O. W, Star Human. Niet al
le d.zo zijn den Congressen getrouw geble
ven, maar dc grootc meerderheid dezer na
men komt tamelijk reg lmatig op do leden
lijst terug, tot dc dood hunne dragers on
der ons wegneemt.
II.
Dc Vlaamscho Beweging.
Vooral in dc eerste jaren dan de-den de
Vlamingen in minder grooten getale nrrde
dan do Noord-Nederlanders Waarschijnlijk
ten gevolge van een omstandigheid, welke,
oppervlakkig bekeken, juist oorzaak van
talrijker bezoek van lumnc zijde had moe
ten zijn, maar dio toch bij nader inzijn de
verklaring van het tegenovergestelde in
zich bevat. Wij bedoelen do Vlaamscho
Beweging.
„De Vlaamscho Beweging" zoo drukt
een bekende Vlaming van deze dagen zich
ongeveer uit ,,is de poging om het verval
der Vlamingen sedert de 17de e.i 18de
eeuw n te stuiten en om hen terug te bren
gen in den stroom dor moderne beschaving
door middel van het eenig natuurlijk voer
tuig der gedachten: de moedertaal. Dc
Vlaamschc Beweging ontstond na 1830 als
eene terugwerking tegen de zegevierende
verfransching uitgaande van do Belgische
Omwenteling; maar zij wejrd in stilte en
langzaam voorbereid sedert het einde der
18de eeuw."
Het tegenwoordige België is, zooals over
bekend is, een in hoofdzaak twc^alig land.
Van de, ruim 6 milliocn zielen tellende,
bevoüking wordt gerekend, dat ruim 45
pCt. alleen Vlaamsch spreekt, bijna 41 p(Jt.
alleen Fransch, ruim 11 pCt. Vlaamsch en
Fransch, terwijl het Duitsch, enz. daar
naast een klein percentage inneemt. Oost
en Wcst-\ laan deren, Antwerpen. Limburg,
Brabant zijn voor het grootste deel of al
thans in meerderheid Vlaamsch sprekende
gewesten van België. Toch is do moeder
taal cr in het gedrang gekomen, dreigde
zij onder den druk te geraken van het
Fransch, dat als wereldtaal op zichzelf
reeds een grooten voorsprong had en door
allerlei andere omstandigheden in den loop"
der eeuwen ,in nog gunstiger stelling
kwam. Als zoodanig kan dan zeer beslist
van een verval der Vlamingen worden ge
sproken. ,,Do taal is ganseh het volle":
waar de taal onder lag, was ook het volk
als volk, als Vlaamsch volk, ten on
der geraakt.
Waartegen stelling werd genomen reeds
op het eind der 18de eeuw. Ongolukk;g ech
ter in een daarvoor ongunstigen tijd. Nog
luttele jaren en dc Fransche overheersehing
over Zuid-Nederland, binnenkort ook over
ons Vaderland, zette krachtiger dan ooit
te voren het verfranschingsproces voort,
dat tevens een ontvlaan.-chingsproccs was.
Alles wat aan den bovenkant der samenle
ving was gelegeD, onderging zeer beslist
daarvan den invloed. Maar tot bet volk in
zijn lager© kringen was hij minder door
gedrongen of dit deel van het volk was
daarvoor minder toegankelijk
Het Vlaamsch bleef zijn taal en het wei
nige wat het volk las, was in hoofdzaak
geschreven in zijn Moedertaal. Het was
luttel, maar het was. En Jan Frans
W i 1 1 o m s was reeds opgetreden.
Hij liet zich duidelijk hooren in do na
den val van Napoleon voor Belgie volgen
de Hollandsche periode, toen Noord en
Zuid onder Willem I waren vcr-ecnigd. In
1818 zong hij zijn gedicht ,,Aan do
Belgen":
,,0 Belgen 1 uw geluk is a:n (uw) tael
verbonden.
En bij werd oen der strijders on voor dc
opleving van het Nederlandsch cn de
opbeuring van de Ncdcrlandsch-sprekcndü
bevolking der Zuidolijke provinciën en
voor een toenadering tusschen Noord on
Zuid. Deze pogingen ondervonden een zóó
geduchten tegenslag door de Belgische om
wenteling van 1830, dat gevreesd mocht
worden, dat met dc scheiding in politickcn
zin tusschen Nederland cn België, het Ne
derlandsch (Vlaam.ch) in laatstgenoemd
land volkomen het kind der rekening zou
de worden. Dat een dergelijke vrees niet
ongegrond was, bleek spoedig. Het Fransch
werd weder voor geheel België (dus ook
voor de overweg nd Vlaamsch sprekende
provinciën) de officieel© taal, gebruikt
door de bestuursorganen, do rechterlijke
colleges, bij hot onderwijs, in liet leger,
door de pers. In de allereerste plaats dus
weer bij dc hoogcre standen. Een Vlaam-
scke drukpers bestond ternauwernood.
Vijftien stichtelijke Roomsch-Katholicke
boekjes was alles wat tusschen dc jiren
1830 cn 1837 in het Vlaamsch het licht zag,
naast enkele kleine weekbladen Toch stak
ook hierin weer hot lichtpuntde kleine
luicen hielden zich natuurlijkerwijs
aan hunne Moedertaal.
Inmiddels was dc strijd bcgojjnen.
In 1832 schreef Jhr. Ph. Blora
maert zijne „Acnmerkingen over de ver-
waerloozing der Ncderduitsche Tacl" on al
spoedig bleek bet, dat zijn optreden steun
vond. Zóó in de vver.ld der geleerden bij
den Oud-Raadsheer van het Hoog Gerechts
hof te Brussel J. B. C a n n a e r t, dio. in
1835 zijne Bijdragen tot do kennis van
het oude Strafrecht in Vlaanderen" het
licht deed zien. Vooral was het Jan
Frans Willem s, die in h?t voorbe
richt van zijn „Reiniert de Vos" (183-4;,
optrad voor de rechten van het „Nedcr-
duit&ch": voor „do verworpene Moeder
taal". Wel was bij de Belgische Grondwet
van 1831 ,,hct gebruik der in Be'g ge
sproken talen vrij" verklaard, maar dit waa
theorio gebleven.
Dc gebeurtenissen volgden elkaar nu snel
op. In 1836 werl te Gent gesticht do ver-
eeniging „De tael is ganseh het volk", in
hetzelfde jaar dc „Maetschappij ter bevor
dering der Ncdcrduytsci j laci cri* letter
kunde" tc Leuven, met vertakkingen in
andere Vlaamscho steden. Tijdschriften in
de Moedertaal verschenen, re JerijkcrsKa-
mors herleefden. Nog ccn jaar en in 1837
traden te Antwerpen T h e o d o o r van
R ij s w ij c k op met zij do v erzen „Eigen-
aerdigc Verhalen" cn Hendrik Con
science met zijn roman ,,In 't Wonder-
jaer 1566". W i 1 1 c ras cn Conscie fl
ee: de twee tegenvoeters in de politiek van
1830 de eerstgenoemde do Nederl.indsch-
gezinde Belg; do andore, in 1830 aan da
zijde van den opstand strijdende.
Tweehonderdcencnvccrtig Vlam'ngen had
den ingetcckcnd op „In 't Wonderjaer
1566"; juist het dubbele deed dit op Con
science's nieuwe roman, „De Leeuw van
Hoenderen", de verheerlijking van den
Sporenslag van 1302. Hij kwam uit een
paar jaren later, toen ook te Gent de dich
ters Prudens van Duysceu Lede-
ganck voor dc eerste maal hunne dicht
bundels in België liet licht hadden doen
zien. In 1845 ontstond wat men heeft genoemd
den „strijdzang" der Ylaamsche Beweging,
het vurig Jied van Van Peenc, „De Viaem-
sch© Leeuw", met zijn wegslepende melodie
van Miry, onder den invloed waarvan men
ook thans nog komt onweerstaanbaar,
wordt bet aangeheven door do fiissch*
stemmen der jonge Vlamingen.
(Wordt vervolgd).
kiQXüudifiig v:m rekeningen.
Burgemeester cn Weihouders van Leiden
roepen bij deze op alle leveranciers, welk-
bazen, enz., welke over het al'geloopen
jaar 1907 ten laste der gemeente eenigo
vordering hobbcD, die uiterlijk vóór ulLmu
Januari e.k. ter Gemeente-Secretarie (Af-
deeling Financiën) in to luvcien.
Burgemeester eu Wethoudcrc v«»ornocmde
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 Januari 1908.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gelet op do artt. 12 en 37 der Drankwet;
Brengen ter ulgcmeenc kennis, dat door
CORNELIA TUKKER, echtgenoot© van.
Cornelia Kleer, wonende to Leid-n, een.
verzoekschrift is ingediend om vériof voor
don verkoop van aloonolhoudcndcn, ande
ren dan sterken drank, voor gebruik ter
plaats© van verkoop, in het voor lokaal
van het perceel Bcscnuitstecg No. 9.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
DE Hl 1)1)11 IL; Burg. meester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 Januari 1908.
111 N 11 K R W E T.
Burgemeester en Wethouders van Leiden,
Gezien art. 8, 1-to alinea, dv Hinder
wet;
Brengen bij dezo ter alg mccnc kennis,
dat door hen vergunning ia verleend aan
JAC. OVERDUIN, alhier, en rechtverkrij
genden tot heb uitbreiden van zijn manu
facturen ververij, gevestigd in perceel Lan-
gestraat No. kad. bekend in Sectio O,
No. 1187, door bet plaat: rn en in werp
king stellen van ccn stoomketel van 3 ii 4
afmosphcren druk.
En geschiedt biervan openbaro kennis*
geviug door plaatsing in het „Lcidscb
Dagblad".
Burgemeester en Wethouders voornoerad|
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HEYST, Secretaris.
Leiden, 10 Januari 1908.
31)
„Wat, deelde hij met een bundel slagen
uit?" merkt© llachcl op.
I „Nu ja, het leek tea minste zoo", ant
woordde Langholm. „Toen ik echter nog
eens nauwkeuriger toekeek, scheen het mij
octrder c'Ln vorm van een kussen l© heb
ben, en o. nu weet ik ook opeens wac het
was. Het zag er uit als eon in ccn wollen
deken gehuld© peluw, maar i i werkelijk
heid was het een zak, zooals dc goudgravers
dien in Australië gebruiken, waarin zich
al bun aardiVh© bezittingen bevinden en
die hun benevens een wollen deken ook tot
bed dient. De kerel zelf was niets anders
dan een Australische goudgraver. Ja, ja,
nu ben ik er niet meer over in twijfel."
,.Zpo is het!" Het Rachel zich ontvallen
en haastig voegde zij cr bij: .Welke kleur
had die deken V'
„Vei scheten blauw."
Weer knikte Rachel zonder zich daarvan
bewust te zijn.
„Is u mogelijk in Australië geweest, rae-
yrow Steel r' vroeg Langholm als ter
loops. „Ikzelf ben er nooit geweest, maar
mea kent deze dingen immers voldoende
uit boeken, en het verwondert mij dat ik
niet eer op dit idee Jcwam. Maar' ik was
eerder op alles voorbereid dan op het aan
treffen vau zulk een vagebond op klaar
lichten dag op ecu Engclschen straatweg."
Of Langholm zich wel bewust was dat
hjj een vraag had gedaan, welke hjj eigen
lijk niet had moeten cLaJI? Had hij werke-
een poging willen aanwenden om het ge
heimzinnig verleden van de vrouw des hui
zes t© doorgronden cn molten zijn voigcude
opmerkingcD slechts dienen om die vraag
weer te uiet te doonl Als dit werkelijk het
geval was, dan kon d- oudste juffrouw
Venaoies zich niet op zooveel kiesch gevoel
beroemen, wai.t zij werd bij de verandering,
welke zij bij Langholms vraag in Rachels
gezicht had opgemerkt, plotseling één cn
al leven.
„ïs u reeds in Australië geweest, mevrouw
Steel?" herhaalde zij, Rachel recht in net
gelaat ziende, terwijl zij er sluw bijvoegde
„Ik meende dat namelijk."
Lr ontstond een pauze van eenige secon
den, welke door een vluggen stap onderbro
ken werd. D© heer Steel stond op den
drempel van zijn studeervertrek,
„Aus'.ralië, mijn lieve juffrouw Vena-
bles", zcide hij, „is het eenige land, het
welk evenmin mijn vrouw als ik ooit van
ons leven hebben bezocht en dat wij ook
niet in het minst nieuwsgierig zijn t© lee-
ren kennen."
Met die woorden nam hij glimlachend
tusschen zijn gasten plaats.
XIII.
Het was een van die onbehaaglijke, nat-
tig-Koudc zomerdagen, waaronder menschen
cn dieren evenzeer lijdcn# De wind blies uit
het oosten en zware, zwarte wolken joegeD
langs het firmament, gedeeltelijk zonder
zich te ontlasten, gedeeltelijk in korte, kille
regenbuien losbrekend, terwijl dc zon zich
telkens slechts even vertoonde. Met zulk
een weersgesteldheid bestond er nauwelijks
een onaangenamer verblijfplaats dan Nor-
man thorpehous© met zijn marmeren vlos-
ren, hooge vertrekken cn onbehaaglijke Kil
heid.
Het was op een Donderdag; een dag,
dien de heer Steel gewoon Was gedeeltelijk
in Northborough aan dc Beurs, gedeeltelijk
in do club te Del verton door te brengen-
Itachet had dus niet alleen met ccn huive
rig gevoel en een daarmee verbonden neer
slachtigheid te kampen, maar zij was ook
geheel op haar eigen gezelschap aangewe
zen cn miste haar echtgenoot meer dan
zij zichzclvo was bewust.
In vroegere tijden had zij tot do opge
wekte, energieke menschen behoord, die in
zichzelven steeds genoeg bronnen vinden,
om zich bezig te houden en te amuseeren,
doch daarmee was het nu aoo goed als
voorbij. Zij was verstrooid en oDtstemd,
kon zich nooit lang bij een bezigheid be
palen en meer en meer maakte zich zoowel
een lichamelijke als geestelijke rusteloos
heid van haar meester. Anderen bemerk
ten daar echter niets van, want zij wist
zich te beheerschenmaar onderdrukking
is geen genezing. En aan redenen om haar
gevoelens te onderdrukken ontbrak het
niet, al was ook haar vrees, dat haar bu
ren haar identiteit met de beruchte me
vrouw Minehin zouden kunnen ontdekken,
bij haar op den achtergrond gedrongen.
Neen, haar leven was van de wortels
tot den top tot een soort upasboom op-
gegrooid, welke haar bestaan vergiftigde.
Zij werd voor haar tweede huwelijk even
zeer gestraft als voor haar eerste, echter
nog met meer rechten op nog arglistigei
wijze. Eiken dag hinderde haar da onna
tuurlijke positie, waartoe zij zich in een
uur van wanhoop bad laten overhalen. Zij
was evenmin meesteres in haar eigen huis
als dat zij ook maar een oog nblik het
gevoel had, dat het haar toebehoorde.
Alles gebeurde voor baar zonder dat zij -
ook maar een vinger behoefde uit tc siteken.
Een ervaren huishoudster zorgde voor do
kleinste kleinigheden cn dat deze huishoud
ster een vrouw van b jzondor veel tact en
schitterende bekwaamheden was en Richel
zelf nooit ook maar do minste reden ha/d
tot een rechtmatige klacht, waa ccn bron
van ^voortdurend verdriet voor haar. In
het eerst had zij dit alles niet zoo gevoeld,
maar tijdens deze zomermaandon had er
een verandering met haar plaats gegrepen.
Zij verlangde naar de bezigheden van an
dere vrouwen. Ho© nuttig werd bijvoor
beeld elk uur van Morna Wodgate3 g iuk-
kig leven besteed! Morna had echter ook
geen buitengewoon huwelijk gcaloton, zij
waa uit liefde getrouwd.
Morna kon heden zelfs niet bij haar ko-
mon cn ook zij kon niet naar haar toegaan,
want de Donderdagnamiddag behoorde
niet tot do weinige dagen in de week, waar
op dc dominees vrouw door geen bepaalden
plioht of bezigheid aan do gimoento ge
bonden was, Rachel benijdde haar om de
wijze, waarop zij haar echtgenoot bij zijn
werk hielp. Ook zij had geprobeerd t© hel
pen, goed te doen, maar op een ongnregcl-
de, weinig afdoend: wijze. Zij b.merkto
echter spoedig, dat het een groot onder
scheid is, of men iets doet, omdat de plicht
bet verlangt, of slechts om iets to doen to
hebben. En bovendien was Hugh Woodgate
niet haar echtgenoot. Rachel had die half
gedwongen poging n om zich, in den vorm
van goede werken, persoonlek een weldaad
to verschaffen, weer opgegeven. Di.u na*
middag had zij daarvan bijna berouw.
Wel voor dc twintigste maal had zij dat
zonderlinge schatkamertje, de zoogenaam
de Chin.eschc kamer, doorsnuffc d, een
staatsicvertrek, dat met do kostbaarste za
ken waa gevuld, welke oen zeevaarder <-n
erfgenaam van Normanthorpe eens uit het
land der bloemen had meegebracht en dat
zonder piëteit mede in den koop was bedon
gen. Dien dag kwam het Rachel evenwel
voor, alsof dc oude afgodsbeeld n haar
hoonend aangrijnsden. Eo haar wanhoop
begaf zij zich eindelijk naar dc kamer van
haar man. Het was de eerste keer, dat zij
den drempel daarvan in zijn afwezigh id
overschreed, maar cr bevond zich daarin
ccn verzameling boeken en zij moest tot ei
ken prijs oen bock hebben.
Ook dezje bibliotheek was met het huis
ovtrgegaan en bestond dus grootend" Is uit
oudo werken, welke Steef met de benaming
„oude prullen" had gebrandmerkt, toen
Rachel hem eens had gevraagd, of zij een
bock mocht meencmjrn. Die vraag was niet
meer herhaaldook had Rachel slechts
hoogst zelden dit ruimo vertrek betredcnr
waarvan do muren met oudo boeken waren
bedekt en waarin do heer des huizes zicb
niet gaarne liet storen. Hetgeen Rachel
echter op de stoffige boekenplanken ont*
dekte, was allesbchalvo ,,oudo prullen"e
(Wordt vervolgd.