\hq goed middagmaal toebereiden, en heb e pleizier in de edele kookkunst? Je bijdragen heb ik in dank ontvangen, je zult echter nog wat geduld moeten heb- oen met de plaatsing. „Wilde R o 2 e". Ja, kindlief, ik 3e nk er evenals jij over; met die bittero coude is het voor de arme menschen dub bel harder wordt dezen winter verbazend véél geleden, ik heb innig medelijden mei, die gezinnen, waarover je schrijft, en ik hoop van harte, dat met do vorst ook de werkloosheid spoedig tot het verloden zal behooren. Cor R ij' s tc n b i I. Ik moot zeggen, dat je pa er raad op weet om jullie alle maal van het ijs te laten profiteeren; hoe beviel het je broertje in d:> slede op het ijs, had hij het niet te koud? Prettig voor je, dat je moe ook schaatsen rijdt. Hebben jullie het op reis naar Zealand niet vreeselijk koud gehad? „Sneeuwwitje". 't Is me bijna niet mogelijk jo omtrent je ingezonden bijdra gen inlichtingen to verschaffendat zal je moeten afwachten, beste kind. Je moogt echter' steeds nieuwe, anekdoten, enz. in zenden en behoeft niet te wachten tot de vorige geplaatst zijn. „W o u d 1 c 1 i e". Je bemerking is on juist, want Bergen is een dorp in Noord- Holland en gelegen ten noorden van Alk maar. Misschien bezit je wel een goede atlas van Nederland, waarop jo het be doelde plaatsje stellig kunt vinden. P redd r ilk a de Jager. Ik zal het heel prettig vinden jou en j© zusje in hot vervolg onder mijn raadselvriendinnetjes t© mogen rekenen. Ik herinner mij je naam niet van de Haagsche Kinderrubriek. Is het lang geleden, dat je daaraan mede werkte t „Willem Teil" Zoo vriendje, ben je misschien een ervaren boogschutter, dat j© den schuilnaam van „Willem Teil" koos? J© medewerking zal mij zeer aan genaam zijn. „Bonaparte". Neen* •vjriendje, ïk houd niet meer van schaatsenrijden sedert ik daarbij een tiental jaren geleden het ongeluk had mijn enkel te brekenWel is mijn voet gehe-1 en al genezen, doch den schrik heb ik behouden en w«ng me sedert dien tijd niet meer o. glad ijs. „C rysanthemu. m". Ik heb te gen j© schuilnaam geen bezwaar, mits j© •hem goed spelt. Ik veronderstel, dkt je de Japansche bloem bedoelt, bij 'verkorting luidt die „Chrysanth". Marie Bellof. Hartelijk dank voor je lieve attentie; ik zal het „bloemen- prieel" als een lief souvenir aan mijn raadselvriendinnetj© bewaren. Gerard van O y e n. Ik heb heusch niet geweten, dat je ziek waart en in het ziekenhuis verpleegd werdt. Wat scheelde ©r eigenlijk aan? Je zult wel blij zijn nu weer thuis t© wezen en ilk wensoh je dan ook van harte geluk met je herstel. Piet Ober. Aangenaam kennis t© ma ken, nieuw raadsel vriend je; ik heet je van hart© welkom in onzen kring 1 „T/e eu we b eik' j ev. Als je .borduur werk binnen enke-le dagen af moet zijn, kan ik m© wel voorstellen, dat het al jo beschikbaren tijd in beslag neemt en je geen gelegenheid hadt aan onzen teekon- wedstrijd deel t© nemen. Handwerken val len in den regel niet mee. Hartelijke groeten. „Gebroeders". Op mijn beurt bied ik je mijn hartelijke gelukwenschen op je verjaardag aan; ik kom wel een dagje te vroeg, maar dat kun nu niet anders. Hoe oud is mijn vriendje nu geworden? Ma-rietje Boers, te s-Graven- h a g e. Ja, kindje, ik kan het mij heel goed begrijpen, dat je moe's verjaardag een halve feestdag is, zoo lang je pa's on gesteldheid blijft vocriduren; ik heb innig medelijden met haar en ook met jullie. Hoe maakt je i-i het tegenwoordig, is er geen verandering in zijn toestand? Allen raadselvriendjes en vriendinnetjes, die mij zoowel bij gelegenheid van het nieuwe jaar, als naar aanleiding van mijn verjaoidag, op den 7den Januari, hun geukwensohen deden toekomen, in den vorm van felicitatie- kaarten, de een al fraaier en sierlijker dan d© andere, breng ik mijn hartelijken dans voor de lieve attentie, mij op die beid© feestdagen bewezen. Gaarne zou ik elk afzonderlijk een Lettertje onder „correspondentie" hebben geschreven, maar d© raadselkinderen, die mij van hun belangstelling blijk gaven, zijn mij allen even lief en daarom wilde ik ook in mijn danlkbetuigingen geen onderscheid maken. MARIE YAN AMSTEL. Onderlinge Correspondentie. Aan mijn mederaadselkinderen Wie kan mij helpen aan H. O-Beestjes? Voor elk H. O.-Beestje ontvangt men 10 Lenteplaatjes naar verkiezing. Adres: J. Schreuder Zijlsingel 31, Lei den. kon geborgen worden en dadelijk daarop begon hij zijn rondwandeling. Wij zullen onzen vriend niet verder vol gen op zijn dagelijksche tochten door de straten van Parijs. Het is voldoende te ver melden. dat van dien dag af hem het geluk voortdurend gunstig bleef: Niet alleen, dat zijn aardig, vroolijk uiterlijk veie voorbijgangers bewoog om papier van hem te koopen, maar het gelukte hem zelfs in sommige wijken klanten t© krijgen, die al leen maar papier wilden koopen bjj den kleinen koopman". Even vlijtig als ver nuftig liet hij geen enkele gelegenheid voorbijgaan om de personeD, aan wie hi.i leverde, tevreden te stellen, hetzij door af en toe voor hen boodschappen te do?n in dc stad, hetzij om hun verlangens, voor zoover die zijn negotie betroffen, in t© wil ligen, waardoor hij dan ook enveloppen giüg verkoopen en zelfs potlooden, die hij in- het groot kocht in een fabriek, waarvan de heer Duflot hem het adres gaf. Drie maanden waren verloopen nadar. Jacques het vijffrankstuk had gevonden cn reeds had hij. na aftrek van zijn huur, zes tig franken kunnen besparen. Hij gunde zichzelf nu ook af en toe een stukj© kaas of worst bij rijn brood; en toen op ze- k-ren dag vrouw Gervais hem een voorstel deed, kon hij de verzoeking niet weerstaan om het aan to nemen. Sedert de goede waschvrouw namelijk gezien had, dat ee jongen zijn best deed om op een eerlijke iranier zijn brood te verdienen, was zij ho& langer hoe meer van hem gaan houden en zag zij met hartzeer, dat hij zich zoo moe maakte, zonder voldoend voedsel te nemen en daarom stelde zij hem voor om bij haar in den kost te komen voor drie franken in de week. Dit aanbod was in 2ija oogen zóó aantrekkelijk, dat hij, na even nagedacht to hebben, het met twee handen aannam, overtuigd, dat zijn verdiensten hoe langer hoe meer zouden toenemen. Het was een gelukkig oogenblik voor Jacques, toen hij voor het eerst sedert hij te Parijs was, plaats mocht nemeu aan een tafel, waarop een heerlijke soep en een stuk rundvleesch gereed stonden, want vrouw Gervais had haar kostganger met een lek ker maal willen welkom heeten. De andere zes dagen van de week moest hij zich te vreden stellen met een stukje spek met boo- nen of snijboonen met aardappelen, maar voor hem, die maanden achtereen geleefd had van brood, was dit tMh nog een lekker maal. Het ging nu zoo goed niét zijn negotie, dat hij er niet aan dacht om zijn baantje van schoorsteenveger weer op te. nemen toen October in het land kwam; een voor gevoel fluisterde hem in ,dat hij op weg was om fortuin te maken. Hij zag met groots blijdschap, hoeveêl belang de heer Duflot. in hem stelde daar deze heer, tel kens wanneer hij weder kwam inkoop-en, een praatje met hem maakte en Jacques antwoordde hem dan met zooveel openhar tigheid, dat de heer Duflot hem welwil lende woorden toevoegde, die het hart van den armen jongen met dankbaarheid ver vulden. Het was dien winter verbazend koud, maar Jacques bleef niettemin de stad gere geld doorkruisen, zonder zich ooit door koude, sneeuw of regen te laten terughou den. Daar hij begreep, dat hij nu niet op de voorbijgangers mocht rekenen, aange zien met znk een koude iemand op straat bleef stilstaan, ging hij nu zijn klanten aan huis bezoeken en daar de een hem weder L-ij den and aanbeval, raoc t hij spoedig aan bijna alle studenten v-n d© wijk Sor- bonne papier Brengen. En als hij dan 'a avonds doodmoe thuis kwam, vond hij het heerlijk bij de w .m: kachel te zitten, ris vrouw Jervais altijd moest laten bran den voor het drogen van haar waschgced. ,,Hoe kan men zeggen, dat er geen geluk meer op de wereld be- vat," riep hij eens uit, terwijl hij zijn handen en voeten zat te warmen, „Zich te warmen als. men het koud heeft cn te et-en. als men hongerig is, dat zijn twee dingen, die men zich door werken (kan verschaffen en daarmede kao men zich best tevreden stellen." ,,Ik moest heel wat andere genoegens kunnen hebben, na twintig jaar lang van den morgen tot den avond gewerkt t© heb ben," antwoordde vrouw Gervais, die niet erg in u.aar numeur was, omdat haar neef in de loting was gevallen en zijn kamertje nu leeg stond. „Geduld maar vrouw Gervais," hernam Jacques, ,,ik heb vandaag weer drie nieuwe klanten gekregen,waoht maar, zoodra 2k een stalletje kan huren, zal ik wel zooveei verdienen, dat ik u ook eens kaD bijsprin gen." „Een stalletje hurenNu rijd je weer op je stokpaardje en als je het eens zoo ver kon brengen, wat zou dat dan geven? Denk je, dat je dan meer geld zou verdienen?" „Ja zeker", antwoordde Jacques lachend ,,en ik zou den geheelen dag op mijn gemak kunnen zitten en vervolgens..." „Yervolgens," viel vrouw Gervais hem in de rede,' „zou dat stalletje wel eens ver weg kunnen staan en jij ergens anders moe ten gaan wonen." ,,0 neen, zeker niet," zeide Jacques, „u zult zien, dat komt alles terecht en bo vendien zijn wij zoover nog niet. Waar nu het meeste haast bij is, dat is bij bet soep eten, nietwaar Gertrude?" Gertrude, die altijd schik in Jacques had, omdat hij de eenige in huis wao. die lach te, stond dadelijk op en terwijl hij haar hielp dc borden en de tinnen lepels op de tafels te leggen, fluisterde zij hem zacht-1 jes in het oor: „Zie j© hier in deze buurt te vestigen, dat zou veel beter zijn." Jacques knikte haar bevestigend toe, maar in werkelijkheid dacht hij nooit zon der droefheid aan zijn toekomstplannen, omdat hij inzag, dat hij onmogelijk in dit deel der stad zijn handel kon uitbreiden, maar daar hij wist, dat dit nog niet het eerste jaar zou gebeuren, besloot hij zich hiermede niet te kwellen en alles inoar aan den tijd over te lateD. (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1908 | | pagina 14