Rijmpjes over het weer.
of hij toen stotterde, toen liij de veronder
stelling van straks herhaalde:
,,0, dat moet van Van den Hurk wezen 1"
Het was een dik pak met boeken.
„Er ligt ecu kaartje bij," zei Betsy, die
aan' het'ontpak^.n was gewecs't. „Nu, dat
heb je goed geraden I T. v. d. Hurk. Dat
vind ik nu eens erg lief van hem," tot haar
man, die niets' in zijn schik blijkt, „jij niet?
„Neen, dat hadjiij nu niet moeten doen.
En dan een kaartje er bij. Wie doet dat
nu V'
Zij keek vreemd. Hij had het toch immers
verwacht, en was liet niet heel begrijpelijk
dat die jongen wel weten wou van wien
dit dure boek, een studiowerk, kwam?
Tante vroeg of hij dat heele dikke werk
nu door moest lezen. Eu Betsy begreep
niet waarom hij niet meer in zijn schik
was met dit boek, waarvan zij wist, dat hij
het al lang verlangd had.
Was hij misschien kribbig uit ontevre
denheid met haar cadeau; een aschbakje
van modern aardewerk? Het was toch van
het echte merk geweest 1 Zo vroeg het hem
nog even fluisterend. Neen, hëeFemaal
niet. Wat er dan was...?
Er werd buiten hard gescheld. Gunst,
nog een cadeau? Tante had een goederen
wagen gehoord. Wat dat zou kunne.D zijn?
De meid kwam boven met oen vlalk, groot
pak. „Voor mijnheer."
,,Nu, ze bedenken je van avond, jon
gen gilde tante. .,Hct ziet er gewichtig
uit, hoorl Van wie kan dat zijn? Nóg van
een anderen leerling?"
De beide vrouwen hadden zich op hot
paik geworpen, om het te ontdoen. „Er
staat voorzichtig op," zei tante.
Betsy las den naam van een Amsterdam-
Echen kunstkooper. „Zeker een plaat?"
opperde zij. „Gunst ja I" viep tante. „Wat
is dat. voor een rare prent: Een huis, een
man, en een monster 1"
„Het Ï3 een ets van Witscn, van Lon
don."
Het was er uit bij hem eer hij betwist.
„Hó, wat zie jij dat gauw," verbaasde
Betsy zich.
Ik keu ze Immers," zei hij, kribbig-
ongeduldig. b f
„Wat een rare lijst, wit eikenhout I
riep tante uit. En toen in één adem:
„Van wie zou je dat hebben?" Het ziet er
echt kostbaar uitl"
Maar hij antwoorddo niet, schoot opeens
toe, als bang, dat ze den kostbaren schat
zouden laten vallen, en had juist tijd
.met een gesmoorde verwensching een en
veloppe te grijpen en weg to gappen, dio
hij opeens bij den rug van do plaat, tus-
schcn het pakpapier, ontdekt had.
„Van wie dat wezen zou 1" herhaalde
tante haar vraag. En Betsy: „Hoe grap
pig, dat ze wisten, dat .wij onzen Sint-Ni-
colaas bij tante vieren. Heb jo heusch.
geen idee, van wie het zijn kan, man?'
En tante weer: „Het moet iemand zijn,
die het royaal kan doenEn die veel ver
plichting aan je heeft, Anton 1 Geen ca
deau om zoo maar eens te geven, hó?"
Het werd oen benauwd oogcnjblik. Dat
die Van den Hurk hem nu toch wezenlijk
dat boek gestuurd had met zijn kaartje
er bij 1 Geen van zijn andere leerlingen
kon in aanmerking komen. Dat wist
Bete te goed. Hij begon Witsen en zijn ets
en de liecle santenkraam in stilte te ver-
wenschen. Maar er moest doorgezet wor
den. Een tientje voor een inval.
„Weet ik het? Weet ik het?" mopperde
hb. „Een attentie van iemand, die onbe
kend wenscht te blijven. Of misschien,
laat eens kijken en opeens begint hij op
te fleuren van de suggestie ik ben in
September hier zes jaar aan de school
dat is dus net zes en een kwart jaar, de
heLft van een koperen bruidstijd, _hè, zij
zijn zoo jubelziek tegenwoordig, misschien
heeft do hoogste klas, je kunt het zoo
gek niet bedenken en in elk geval, wat
kan het mij sohelcn, hé 1 De gever is ano
niem, Iaat hij het blijvenik ben blij mipt
de mooie ets!
Er werd geklopt. Do moid.
„Do mkn van Van Gend en Loos staat
nog altijd te wachten, mijnheer. Hot is
onder rembours, zegt hij, en hij moet 35
gulden ontvangen, zegt hij 1"
„Is hij gek?"
Het kwam op verschillende toonaarden
uit de respectieve monden.
Anton vloog het bloed in het gezicht
„Is hij gek?" herhaalde hij nog eens heel
fel.
„Dat moet een viorgissing wezon I" ver
klaard© Betsy.
„Neen," verzette de meid zich, mu partij
trekkend voor den man, dien ze vertegen
woordigde, „de rekening moet er bij lig
gen, zegt hij I"
„We hebben niets gevonden, nietwaar,
tante?"
„Neen, maar dan moest hij - het maar
weer meenemen", opperde deze. „Je kunt
toch geeD f 35 betalen gaan".
En Betsy, nijdig nu om bet heele geval,
begon de lijst en het papier al samen te
pakken, om het de meid weer mee terug te
geven.
■Het begon voor Anton te spannen. Dat
kostelijk bezit weer teruggeven, nooit I En
opeens, zich vermannend, zeide hij:
„Neen, dat gaat niet! Wacht, geef roaur
een papiertje. Dan zal ik er op zetteD,
dat ik ets en lijst in ontvangst genomen
heb en morgen te Amsterdam zal komen
spreken 1"
Do bediende in den kunsthandel, die be
dacht had orö het stuk onder rembours
met. bijgevoegde rekoning te zenden, be
leefde een moeilijk kwartier, toen de 1 eer
aar den volgenden dag zijn verontwaardi
ging kwam luchten over de begane verre
gaande ezels-stommiteit.
Maar toen hij weg was, bromde hij:
„Wat had die vent ook zichzelf een sur
prise te sturen 1"
Hij was niet getrouwd, die winkelbe
diende, en dat strekt tot verontschuldiging
voor zijn uitval.
De leeraar, thuis gekomen, vertelde van
het geweldig standje, dat de bediende had
gehad om zijn domheid,
„Maar van wien heb je die ets nu eigen
lijk?"
„Sint-Nicolaasgeheim, lieve kindl"
Het wa^ de laatste leugen om het geval.
Als hij die ets in zijn kamer ziet hangen,
doet hij het nooit zonder wroeging, om de
rol, die hij bij het verkrijgen heeft moeten
spelen.
Maar heel in stilte moet hij zichzelf be
kennen, dat juist daardoor bet bezit voor
hem niet het minst pikant geworden is,
en zijn Witsens ets van Londen heeft het
minst van zijn kleinen kunstschat aan
prikkel voor hem verloren.
In het „Album der Natuur" wijdde dr.
H. Epkama een opstel aan d^ „Neder-
landsclio Meteorologische rijmpjes". Aan
de belangwekkende medeueelingen en oe-
sckouwingen van den schrijver is het vol
gende ontleend:
In het jaar komen tal van kritieko da
gen voor, waarvan het weder voor een
meer of minder daarvan verwijderd tijd
stip ©n voor korteren of langeren tijd zal
afhangen. Herhaaldelijik treedt hiérbij een
tijdsbestek van.40 dagen op, waarschijnlijk
wel omdat het getal 40 zoo veelvuldig in
den Bijbel voorkomt; 40 dagen duurde
toch do regentijd van den Zondvloed, 40
jaren het verblijf van de Israëlieten in de
woestijn, enz.
Het voorbeeld, dat hier to lande hef. best
bekend is, is do bewering, dat, wanneer
het op Sint-Margaretha, 20 Juli, regent,
het 40 dagen, 0 weken, lang regenen zal.
Hetzelfde wordt van Sint-Jansdag beweerd.
Veelvuldig wordt de eerste dag van een
tijdsbestek als beslissend voor het weder ge
durende dien tijd aangezienzoo zou het
weder op 1 Januari beslissend zijn voor dat
van het jaar; ik vond slecnts het rijmpje:
Schijnt de zon op Nieuwpjaar
Geeft het een goed appeljaar;
zoodat dus in Nederland Nieuwjaarsdag
niet als zeer belangrijk voor het weder
schijnt te worden beschouwd.
Bij de Germanen begon het jaar op 25
December cn. voor dien dag heet het:
Is op Kerstmis de hemel klaar,
Verwacht dan vrij een vruchtbaar jaar.
Verder is algemeen bdkend de uitdruk
king: v
Een groene Kerstmis geeft een witte
Pascben,
of hetzelfde op rijm weergegeven:
Zit op Kerstmis de kraai nog in 't
klavergroen,
Op Paschen zal hij 't in het sneeuwveld
doen.
Van do Germanen is ook het middel af
komstig om uit het weder van de eerste
12 dagen van het jaar, dus de dagen tus-
Bchen Kerstmis cn Driekoningen, het we
der voor alle volgende maanden af te lei
den. In Lombardijo gebruikt men voor dit
zelfde doel de eerste 24 dagen van Januari.
Is het wéder op 25 Januari, Sint-Pauïus,
gedeeltelijk heldor, gedeeltelijk bewolïkt,
dan wordt de geheele verwachting als on
zeker beschouwd. Trouwens, ook hier te
lande, moet aan het weder op 25 Januari
teD behoeve van de weervoorspelling waar-
do gehecht worden, maar een regel daar
voor heb ik niet kunnen opsporen, wel het
rijmpje:
Vincentius (22 Januari) met zonneschijn,
Geeft veel koren en veel ~wijn,
hetwelk echter waarschijnlijk van Duit-
schon oorsprong is.
Weer een maand later valt op 24 Febr.
Sint-Matthias (in een schrifkkeljaar op 2a
Februari), waarvan gezegd wordt:
Sint-Matthys
Gooit een gloeienden steen door het ijs;
of meer uitgebreid:
Sint-Matthys
Breekt het ijs,
Vindt hij op 't water geen brug,
Dan heeft hij die brug op zijn rug.
Weixe beide aangeven, dat op dien da
tum, als het vriest, de vorst zal eindigen
en het laatste bovendien, dat in het tegen
gestelde geval het nog zal beginn%a te
vriezen.
Op 24 Juni is het do dag van Sint-fan,
wiens invloed door vele menschen, vooral
al8 zij hun werkzaamheden buitenshuis ver
richten, van groot belang gerekend wordt.
Sint-Jan valt kort na den langsten, even
als Kerstmis kort na den kortsten dag van
het jaar, welke dagen door een ommekeer
van het weder gevolgd zullen worden.
Maar ook andero data dan die omstreeks
den 24stcn der maand worden genoemd en
wel in de eerste plaats: 2 Februari (Licht
mis). Omtrent de verwachting van sneeuw
heet het dan:
Lichtmis hel en klaar,
Dan komt cr voel sneeuw voorwaar,
of racer nauwkeurig wat betreft do hoeveel
heid:
Als Lichtmis de zont schijnt op den toren,
Krijgt men nog zooveel sneeuw daarna
als te voren,
terwijl ten opzichte van de bijenteelt ge
zegd wordt:
Lichtmis hel en klaar
Geeft een goed bijenjaar.
Lichtmis nat en donker,
Maakt van den boer een jonker;
maar do beteekenis van den laatsten regel
van dit rijmpje is verre van duidelijk.
Ten riotto nog een, waaraan ook in vele
streken geloofd wordt, namelijk voor 1
September, Sint-E-gidius:
Is 't 1 September heerlijk weer,
De herfst zal mooi zijn evenzeer.
Zeker een zeer gewaagde voorspelling,
maar dio overtroffen wordt door:
Is 't weer op Hemelvaart uitgelezen,
Zoo zal 't den heelen herfst voortreffe
lijk wezen.
Voor den tijd Hemelvaart wordt in
vele streken alweer beweerd, dat, als het
dien dag regent, hot in 40 dagen niet zal
ophouden.
Niet de minste grond is aan te wijzen,
waarop al deze voorspellingen zouden kun
nen berusten, maar toch blijven ze in den
vomsmond voortbestaan.