\1
ZONDAG5BLAD*
IEID5CM DAGBIAD
V
3k
I 1 i I M
r VAN HET
Een St.-Nicolaas-geheim.
m. 14655.
Serde Btact
80 November 1907.
iv. ir* ffr vft *?Tt tt i
I /VVWWUViS^%*>«VSV
't Was een tegenvaller geweesE
Hij had, te Amsterdam, een ets gezien
,van Witsen, een van die lorsche impres
sies van Londen, waarin het machtige as
pect van de reuzenstad was vastgelegd in
als symboliek oprijzende gebouwenvlakten.
En sinds dien had hij er van gedroomd
die in zijn kamer te zien hangen, in een
hoekje, dat hij er voor had uitgekozen.
Uitkiezen van het plekje, waar dit toe
komstig bezit zou hangen, was eenvoudig
genoeg. De moeilijkheid was die ets te be
machtigen.
Hij voelde, dat hier veel huiselijke diplo
matie voor noodig was. Als hij er over
zou gaan spreken, 35 gulden te besteden
aan den aankoop van zoo'n „luxe"-voox-
werp, zou zijn vrouw zeker beginnen mefc
hem allerlei dingen op te noemen, die
veel noodiger waren. En... niet het minst,
het plekje was niet leeg: er hing nu een
spiegel. En ook verder was er geen bepaal
de leegte, die aangevuld zou moeten wor
den.
Het begin van do tactiek moest dus we
zen, de behoefte to scheppen.
Er kwam een oogenblik, dat buitenge
woon gunstig leek. Het dienstmeisje had
het ongeluk, een spiegel in do logeerkamer
te breken, juist toen schoonmama te lo-
geeren verwacht werd. Het huiselijk leed
werd hem, toen hij 's middags thuis kwam
van de les, in geuren en kleuren en onder
6nikken verteld. Hij, als leeraar gewoon
zich te beheorschen, bedacht zich dadelijk,
dat hier het oogenblik gekomen was om
zijn eersten zet uit te spelen.
„Weet je wat1?" bood hij aan, „laten we
zoolang den spiegel van mijn (kamer bo
ven hangen."
En, om niet al te huichelachtig-opoffe-
rend te lijken, liet hij er dadelijk op volgen:
„Eigenlijk heb ik dien toch niot noodig V'
„Zooals jij toch op alles raad weet'
zcide zij, verlicht. Zij had al berekend,
zoo'n nieuwe spiegel, die wat fatsoenlijk
was, zou er in hangen.
Het complimentje deed hem baast blozen
om de huichelachtigheid, die hij er door
voelde. Maar hij mocht niet te scrupuleus
zijn. En hij beijverde zich dadelijk te hel
pen met de spiegel verhuizing. In elk ge
val moest van dit oogenblik geprofiteerd
worden. Toen hij beneden kwam, merkte
zij op: „Weet je wat naar is? Ik heb ge
zien, dat er een heele moet op het behang
sel zit. Dat zal zóó niet kunnen blijven."
„We zullen eens kijken", liet hij rusfig-
diplomatisch hooren. „Misschien bij de
een of andere gelegermeid..."
„Neen, dan zouden wo voor boven net
zoo goed een goedkoopen Dieuwen spiegel
kunnen aanschaffen", weerde zij bij voor
baat zijn eersten aanval af. En hij begreep,
dat met die leegte nog maar weinig gedaan
was. t
Toen kwam ©cb^ypmajna. En hooreodo
.van het ongeval, zei ze, gul-meewarig
„Wat 'n zonde! Weet je wè.t, Bets? Dan
stuur ik je, zoodra ik weer th. is ben, die
groote plaat, waar jij als kind zoo op ge
steld was; je woet wel, die Engelse he, met
die spelende kinderen, in die zwarte lijst.
't Zal voor Anton heel aardig zijn, zoo'n
herinnering aan j uw jeugd. Wij hadden
hem die al lang eens toegedacht."
„Hoe lief, mama!" En zij, tot hem, die
achter zijn krant bezig was zich van den
akeligen schok''te herstellen en hot vreese-
lijk geval te realisecren: „Hoor je het, man
lief, hoe aardig van mama, ze stuurt je die
mooie geëncadreerde plaat, waar ik als
kind zoo op was: „Childern a-t play"; die
dikke (kinderen, met servetten om, die in
een spoelkom hun handjes wasschen. Her
inner je je niet?!"
Hij herinnerde zich het ding maar è,l te
wel. Dat zijn vrouw dat ding als kind mooi
gevonden had, was tot daaraan toe. Maar
dat ze het nu nog in haar woning dulden
wou... En het hem opdringen in zijn kar
mer 11..."
Er rees een heftig protest in zijn anders
kalme borst.
„Maar, Bets, je kunt nu toch dat
ding..." Zij kwam haastig naar hom toe,
om hem te stuiten. Een vriendelijkheid van
haar moeder, en hij wou daarvan spreken
op dien toon...
En later, buiten moeders bijzijn, kreeg
hij het nog eens te hooren. Nu ja, zij zelf,
dat begreep hij immers wel, vond het nu
óók niet meer zooals vroeger. Maar als
moeder, zoo gehecht aan wat ze had, zoo
vriendelijk was om hun dat aan te bieden,
als een herinnering aan haar jeugd. Voel
de hij daar dan niets meer voor?
En op de plaatj van den naar boven
verhuisden spiegel z;.g hrj dagelijks, als
straf 'vootr rijn, mislukte diplomatie, dat
monstrum van valsche Engelsche zoetelijk-
hcid voor zijn oogen prijken. Of hij er al
niet naar wou kijken, hij1 moest. Mooie
dingen, daar je al lang op gevlast had om
die te hebben, ga je heel gauw voorbij
zien. Ze verliezen hun effect in de spoedi
ge gewoonte. x Maar dé leelijke, ze blijven
jo hinderen, ze dringen zich op, feller, ve
nijniger, hoonender; ze prikkelen zelfs jo
humeur totdat je ze heel niet meer
zien kunt, ,zonder den stillen drang om ze
te lijf te gaan, ze te vermorzelen.
„Als we den spiegel maar weer eens hier
hingen", had hij eens voorzichtig geop
perd, onderwijl al voelend hoe zwak die
suggestie was. En hij had het dan ook da
delijk verloren, toen zij hem vroeg: „En bo
ven dan? Daar zouden we dan toch een
andereu spiegel moeten hebben?"
En: „Och de kinoeron hebben nu op hun
beurt ook weer schik in do plaat. Ze is
zelfs de favoriet van Mies je geworden 1"
Het ding hing er. En het zou er blijven.
En dc ets-kansen leken lager dan ooit.
Sint-Nicolaas vierden zij, sinds zij hier
woonden, bij pen oude tante, een weduwe,
wier huis leeg geloopen was door trouwen
jca jertrekken van haar kinderen en die
er nu erg zwak op had, dat neef en nicht*
en de kinderen, nu zc grooter werden, na»
tuur lijk er bij, dezen avond bij haar doop»
brachten. Het was een avondje, waarvaq
ieder bij voorbaat de verrassingen al keni
de, ten minste wat de waarde der te wis^
selen geschenken betrof, die wel nooit bcw
ven den rijksdaalder ging. Een bedrag, in^
tusschen, waarvoor toch ook wel een aar»
digheid van wat meer waarde te krijgen!
was, als men wist hoe het aan te leggen
Zooals hij, die te Amsterdam altijd neus-,
de in oude en moderne artistieke winkels
en voor zijn vrouw dingen in het huis
houden kocht, waarvan hij zelf wel het
meeste pleizieT had. Zij, die minder zeker
was van zijn smaak, was zoo wijs haar keufl}
to laten bepalen door een van die vrienden
te Amsterdam, en dat gaf dus ook nog'
een welkome aanwinst van prettig bezit.1
Als die goede tante maar niet volhardde,
in het aanbieden van dingen, die je, om'
haar niet te kwetsen, wel een zichtbare,
plaats in huis moest geven, maar die weeTj
alles bedierven, wat hij trachtte goed te
krijgen. Hij had1 al geprobeerd haar er
toe to brengen huh liever een boek to ge
ven. Dat viel zoo niet in het oog en je kon;
het met fatsoen in een kast leggen. Tot]
zij eens hem met een allerafsohuwelijksteni
Duitschen band vereerd had, en haar een
knus standaardje i.it den twee-guldens-
bazar om het bock op te pronk to zetten!-
Hij had de (kat( er bij moeten roepen om'
Eet pruteding in stukken te laten vallen.
Het waren dus altijd ietwat gemengde ge
voelens, waarmee hij zulke avonden naar
tante toog. Want hij hield van haar om,
haar echte hartelijkheid, en het hinderde!
hem als hij niet zoo verrast kon zijn mot;
haar gaven, als haar welgemeendheid hefci
verwachtte. Maar zijn vrouw had schik ©n,
de kinderen leefden in opgewonden ver
wachting.
Dezen avond intueschen leek het of hij
anders was dan gewoonlijk. Onrustiger en;
opgewondener. Onder het gaan naar tante
merkte zij het en zij vroeg „wat er was?"
Het antwoord bleef even uit.
„Wel, ik hoop, dat die jonge Van den
Hurk vanavond geen dwaasheid zal uii>-;
halen." Het klonk iets onvast. Maar dat onfc»
ging haar.
„Hoe bedoel je? Is dat die leerling van
je, die pas examen gedaan heeft?"
„Ja, ik heb eenig vermoeden, dat hij...
Hij scheen laatst te visschen, toen hij bij
mij was, naar wat ik wel zou willen heb
ben. Als hij maar Diet boven zijn macht
gaat. Hij kan bet best zelf gebruiken."
De kinderen waren te opgewonden om
een geregeld discours van hun oude lui te
dulden. En het bleef hierbij.
Maar stralks, toen de kinderen volge
stopt waren en door de meid weggehaald en
het uur voor de groote menschen aange
broken was, kwam tante, dio naar de keu
ken was gewoost, met de boodsonap: „Een
groot pak voor je, Antonvan wie kan dat
zijn
Hij kreeg zoowaar oen kleur. Sn bet was