JTo. rïfföl. LEIDSCH DAGBLAD. ZATERDAG 28 SEPTEMBER. - VJJFBE BL/fc>. Anno 1907. Buitenlandseh Overzicht. Brieven van een Leidenaar, FEUILLETON. Irma en Walter. lijk handwerksman behoeft er nu nog in een krot te wonen? Maar' heb is revolutie bouw, hoor ik zeggen. Nu ja, wij hebben naar aanleiding van den laatstee branoi te Amsterdam hoorfcn go wagen Tan spanen doozen, van mot het oog op brandgevaar alléivradoclmatigste woningen. Maar dat geldt niet voor Leiden. De nieuw© woningen van thans raogbn niet gemaakt zijn ora de eeuwen tc verduren, zooals die van een honaerd of meer jaren geleden, do bouwpolitio heeft cr wel voor gewaakt, dat zij do eerste 25 a 50 jaar niet zullen ineenstorten. Zij heeft er tevens voor gezorgd, dat en maatregelen tegen voohtigtheid zijn genomen; dat er toevoer van lioht en lucht genoeg is, on de afvoer van faeoalien, menage/water en wat er al meer de gezondheid zou kunnen schaden, ij geregeld. Zoo kunnen wij in Leiden althans, nu ieder Daan zijn zin' netjes, de gelijk engoedkoop wonen, zóó, dat ik zoifs monschen, dio gold hebben, cn dus een eigen huis konden bouwen of koopen, heb hooren zeggen, dat een gehuurde wo ning hun voordéeliger uitkwam. Dat hebben wij aan de bouwcis to dan ken en waar er in onze dagen vooral van die menschen nogal kwaad wordt gespro ken, acht ik het mij een plicht, het goe de, dat zij voor de gemeente on haar be woners hebben gedaan, 'ook eens in het licht te stellen. Eón van dto di'ngwn, waardoor een goJ meerite mensohen van buiten pleegt to trekken, is een ruime, gerief] ijko cn goed koop© woning. En dat Leiden dit do bui tenwereld niet als een verleidelijk lokaas, maai: als iets werkelijks aanbieden kan, is der bouwondernemers werk. Dat is toch wel zooveel waard, dat wij voor de gebreken van yelen hunner een oogje tos mogen doen en de niet altijd no bele praktijken, die sommig.n toepasten wie niet sterk is, moet wel slim zijn met den mantel der vergevingsgezindheid dekken. Ik geloof dat w;ij op het oogenblik niet zooveel behoefte meer aan nieuwe wo ningen hebben, mocht deze zich straks weor openbaren, dan hoop ik dat er ook weer ondernemend© mannen opstaan, die het bouwen aandurven en met vermijding van d© gebroken, die het nu aankleeft, daardoor Leiden weer vooruitbrengen en zichzelf ook. Elunsi, Beiieren, enz. Als vergoeding voor den wegijlenden Izomer komen weer d© "winteiygenoegens aan, kunnen wij weer genieten van kunst, ons gebóden. De schouwburg begon het seizoen verleden wedk', de Kunstverceni- ging zette vanmiddag in. Het afgeloopen jaar is voor do Leidccho Kunstvereenigiijg een jaar van betrekke lijke welvaart geweest, het uittreksel van het jaarverslag elders in dit nummer wijst op'-fcon vrij gjroot bezoek. Jammer, dat niet meer burgers nog neiging gevoe len zich tot een lidmaatschap te verbin den^ waardoor op haar beurt het bestuur dor Vereeuiging het aantal harer ten toonstellingen zjou kunnen vermeerderen of uitbreiden. De eörste tentoonstelling, ons dit jaar geboden, omvat een prachtoollccfcic van gekleurde etsen. Uitstekende namen za- feen wij vluchtig*: Frits Thaulow, Robbte o. a. Meer uitvoerig hopenwij op al dit moois terug te komen. Ter aankondiging ontvingen wij van de uitgevers-maatschappij „Vivat" te Am sterdam, het in aflevering verschijnende boekwerk: „Het sexueëie Vraagstuk", een natuurwetenschappelijke, psychologische, hj'giënischc en sociologisch© studio voor ontwikkelden, door prof. dr. Aug. Torel. Dr. A. W. van Renterghom uit Amster dam schreef een inleidend woord. Een schrijven van mevr. W. Wijifacndts Francken Dyserinck aan do uitgevers ge richt, is voor in het boekwerfc' opgenomen „met grenzcnlooze verbazing", schrijft zij, „heb ik uw brief gelezen cn herlezen. U meent mijn naam noodig te hebben als vlag voor de reine bedoelingen van prof. Torel Heeft men dan zoo weinig men- Bchonkennis, zoo weinig fijn gevoel om zich daaromtrent te kunnen vergissen?" „Ik weet er slechts een uitdrukking voor: een meesterwerk", zegt do schrijf ster verder. „Ik acht mezelf gelukkig voor, een man als Torel een oogenblik als schildknaap t© mogen dienst doen." Een bundel attesten van ambtenaren, schoolhoofden, enz., werd ons gezonden ter bevestigng van de groot© bruikbaar heid van de vloeistof Seral, een prepa raat om het opstuiven van stof bij hot ve gen tegen te gaan. Fabrikant is do firma Van Leeuwen in Do Haas ie Amsterdam. Het mooi© geïllustreerd© weekblad „Buiten" gaat steeds met „Middachten" door. Veruer geeft het de gebruikelijke rubrieken: bloem en plant en dier bespre king. Dan. de Lange roemt in het „N. v. d. D." d© Salomé-uitvoering zeer. „Eenzaam", het nieuwe Indische drama van Fabricius, is voor het ingetreden seizoen door twee schouwburgen ter op voering aangonomen, nl. door „Hot Rot- terdamsch Tooneelgezelschap van den Grooten Schouwburg'' tc Rotterdam, dir. P. D. van Eysden, en door het Grand Thé&tre te Amsterdam, dir. Gebra. Van Lier. „[Mot den Handschoen getrouwd',, van denzelfden auteur, is eveneens door beid© Schouwburgen voor dit seizoen op ^et ro per toir© genomen. „Les Bouffons", waarin Sarah Bern hardt een travesti-rol vervult, is een co- medi© in vier bedrijven van Miquel Zama- eois. Het is een stuk, dat te Parijs bij do ©erst© voorstellingen geen groot succes heeft gehad, maar waarin het publiek la ter het genre van Rostand herkend heeft. Tot het eind van het seizoen ia „Les Bouffons" vooral voor Sarah Bernhardt zelve als de nar Jacass© een triomf go- weust. Voor do Vrijdag-concerten door Mengel berg t© Frankfort te leiden, zijn als novi teiten aangekondigd werken van Charpen tier, Debussy, Cósar Franck, Rachmaninof en Max Roger. Carl Flesch zal den loden October in do* Berlijnseh© Beethovenzaal mot het Phil- hanmonisch Orkest voor het eerst een viool concert van Emanuel Moor ten gehoor© brengen. Voor het eerst sedert een dag of tien kwamen er van het eiland Main au, in hot meer van Constans, waar de groot hertog van Baden in zijn paleis ziek ligt-, gunstige berichten. Het sctheen, dat het krachtige gestel van den 81-jarigon patiënt d© ziekte tc boven zou komen, want er was een wending ten goede geko men. Men beschouwde d© rédding van den Groothertog haast als een wonder, want verscheiden© dagen achtereen had hij niets gebruikt, veel gedommeld, soms buiten kennis gelegen cn aanvallen van hevige benauwdheden gehad. Een teekon, dat men in hofkringen het gevaar als geweken beschouwde, wa3 dat baron von Seutter, do adjudant van den Groothertog, met baronesse von Adclshoim, een hofdamo van do Groothertogin, is ge trouwd. Evenwel, de laatste berichten maken melding van een ernstigen keer in den toestand van den Groothertog. Volgens de „Daily Mail" zal het gehei me huwelijk van gravin Montigno- b o veel moeilijkheden ten gevolge hebben. Een zaakgelastigde van het Saksische hof is naar Londen gekomen, ora nauwkeurige inlichtingen in te winnen. De Koning moet zeer misnoegd zijn en tracht te weten te korrien waar de kleine Monica zit. Behalve aan do jonggehuwden is dit alleen bekend aan den romanschrijver W. lc Qucux en CXOVIIL Het gaat onaeri bouwondernemers niet naar den vleeze. Er zijn er onder, die den strijd om 't bestaan niet meer hebben kunnen volhouden, zij g'ngen failliet; hun bezit tingen, meestal schijnbezittingen, omdat zo voor 't meerendeel zwaar verhypothekeerd waren, een papieren, soms wel oen dubbei papieren dak droegen, zooals de volksmond het karakteriseert, gingen in andere han den óver. Dikwijls wel in handen van den hypotheekhouder, die maar liever het pand zelf nam, dan er bij den verkoop reeds schade op te lijden cn onmiddellijk goed geld naar kwaad geld te werpen. Do bouwer zelf, die in den regel alleen met wat crediet begon, verspeelt er zijn patroonschap mee, althans voor een tijd en had hij een spaar- of erfduitje vóór hij begon, dan is dit er meteen ook bij inge- kruimeld. Hij heeft daarvoor dan ook een beetje, soms wel veel royaler geleefd, dan het hem gepermitteerd zou zijn geweest, als hij dc oude knecht was gebleven. Anderen hebben zich nog staande weten te houden; mogelijk zijn dit de meest Boli den, die wat meer hebben gerekend dan j (hun collega's, die wellicht in het geheel riet hebben boekgehouden. Weer een paar anderen en waar ik over de Leidsch© bouwondernemers spreek, wel de grootste hebben weten te bewerken, dat van de door hen gebouwde en b lieerde panden een vennootschap is gemaakt, waarvan zij do loontrekkende uitvoerders of wil men di recteuren geworden zijn. Daar wordt van die bouwers heel wat kwaad gesproken, zooals meestal, wanneer iemand in den put geraakt is en ik wil do- I ze mannen ook niet in allen deelc in bc- I icherming nemen. Er zullen er onder zijn, die hun vak niet I goed verstaan, en dus niet geschikt ble- I ken om als hoofd van ingewikkelde bouw- I zaken op te treden. Velen d© goeden niet I to na gesproken hebben verzuimd er I een behoorlijke boekhouding op na te hou- I den. De wekelijksche, maandelijksche, dric- I maandelijksche en jaarlijkscha huurpen- I ningeu gleden tussehen de vingers door. I Zij hebben er mooi weer van gespeeld en I zijn in gebreke gebleven rente cn aflossing I op tijd te betalen en dat alles is sterk af I te keuren. Maar een deel van de schuld daarvan I komt ook neer op de hoofden der hypo- I theckbanken en haar vertegenwoordigers, I die maar al to roekeloos hypotheeken af- I sloten en zich tc veel lieten voorlichten I door weinig consciëntieuze taxateurs, die I het te verhypothekeeren pand vaak te I hoog schatten, waardoor de hypotheek veel I te zwaar werd, wat op <Len duur falikant I moest uitloopen. Een oppassend winkelier of energiek in- I dustrieei zonder kapitaal kon niet zoo gc- I makkelijk duizend gulden leenen als de I eerste de beste bouwondernemer een halve I ten. Men moest bouwer zijn om aan geld I te komen. Di© banken bedongen een hooge renfx?^ en I provisie, tusschenpersoncn kwamen er I Boms bij te pas, die levensverzekeringen af- I sloten tegen vrij hooge premie en do bou- I wer was tot al die transacties bereid, als I hij maar geld kreeg om te bouwen. Ook nog andere middelen kwamen er bij I te pas Eigenaars of speculanten in bouw- I grond verkochten dezen voor een veel I hoogoren prijs aan do bouwondernemers I dan zij inderdaad ontvingen om zoo den I hypofchèekgever een rad voor de oogen te I draaien en den bouwer in de gelegenheid I to stellen het eerstbenoodigdo bouwmatc- I riaal te kunnen koopen. I Ja., wilde ik al de trucs, die er in de I bouwwereld zijn en worden toegepast, zoo ze mij ter oore kwamen, oververtellen, lik zou nog lang niet gedaan hebben. I De hooge geldmarkt in het laatste andor- Ihalve jaar hebben de crisissen in de bouw- I vakken verhaast, ongetwijfeld, doch zeker waren zo ook zonder deze gekomen, omdat do bouwondernemingen berusten op een I uict vertrouwbaren grondslag. I 'In normale omstandigheden zou, wan- ui Deze kon toen niet nalaten dc plichten lor hoffelijkheid te volgen en de uitnoo- liging to bekrachtigen, ofschoon het niet zonder inwendig tegenstreven geschiedde. Toen Landeros bij de mededeeling van dit plan aan zijn moeder verwondering be speurde, riep hij lachend: „Gij weet, ik volg gaarne mijn invallen en stel mij veel pleizier van de zaak voor. Bic lui bevallen mij, zij zijn onbezorgd cn Bpeculeeren nergens op." In de hofkringen der Residentie veroor zaakte het verdwijnen van den leeuw der J&lons geen gering opzien. De gravin zeide, toen zij er van hoorde, met gemaakte onverschilligheid: „Hij is een Alcibiades en haakt er naar opaien to verwekken. Het kan mij échter Spijten voor dat arme landkind." Fraülein von Kanten dreigde Irma weer net den vinger en zeid© haar: „Ook dat log." De moeder van den prins echter ant woordde, toon barones Geirrern haar chertsend over haar toekomstige schooa- lochter sprak: „Niets zou mij aangenamer zijn, maar 'aaraan denkt mijn jongen, helaas niet.' VI. In het lieflijke dal verhieven zich de mu- Jpn van het slot Güldenpforten. Van rija lieer er geldschaarschte heerschte, de bouw ondernemer hebben kunnen zeggen: Wel, ik leg het bijltje er nu bij neer, verkuun en onderhoud mijn huizen, leef van de in komsten, zoo ver dat gaat en tracht als aannemer, particulier patroon of als ge zel cn .wat bij te verdienen en dan kom ik er wel. Maar floct al den rompslomp van hypotheek en weer eens hypotheek ging dat voor de meestcn niet; om te blijven le ven op denzelfden voet moest de bouwer blijven bouwen. De oude schuld moet met do nieuwe worden gedekt, en toen, dank zij de geldschaarschte, er geen nieuw© schuld kon opgenomen, moest d© verdere bouw stop gezet worden. En niet alleen do bouwer zelf werd er door getroffen, ook do timmerv en metse laarsgezel ondervonden het aan den lijve; ©r ontstond grooto werkeloosheid in dc bouwvakken, en dit sloeg in do maat schappij hangt immers alles samen? weer terug op nering en bedrijf. Ik zei daar straks, dat de bouwer, om te blijven leven, moest blijven bouwen, en dat had tot gevolg, dat de huizenmarkt overvoerd werd, er kwamen veel panden leeg te staan, d© huurprijzen kregen nei ging tot dalen en ook dit merkten $le bouwerdiuiseigenaara in hun kasboek, of, waar dit mogelijk ontbrak, in hun beurs. Tweo redenen voor óén, dat do hoog op geschroefde bouwlustwoedo schreef ik haast eindelijk met één slag was getem perd. En nu zijn de rnenschen en de zelfde menschen, dié .vóór eenige jaren mis schien het meest hebben geroemd op de energie en den durf van di© ferme kerels, die, zonder zelf een sou te bezitten, do huizen als uit den grond deden rijzen het eerst er bij, om op dio bouwers te schimpen en met do overgebleven stoeien op stop gezette bouwwerken den goede a naam der ondernemers te treffen. Daartegen moet ik opkomen. En omdat, ik dagelijks merk, dat ook in onze ge meente de bouwers het, nogal eens zwaar moeten ontgelden, wilde ik zonder., zooals men boven heeft kunnen merken, de keer- zijde der medaille verborgen te houden, ook eens op de mooie zijde wijzen. En die bouwondernemingen hebben ook wel degelijk baar goeden kant. Het woningvraagstuk is mede door haar nader tot dc oplossing gebracht. Vóór tien a twintig jaar haperde er in stad en land heel wat aan de woningtoestanden. Do woningwet is er bij te pas gekomen. Zij heeft aan bouwen en verbouwen eischen gesteld, die den bewoners zéker ten goede zijn gekomen. Maar door haar medewer king zijn nog slechts weinig nieuwe en be tere woningen gebouwd. Wij weten in Leiden wel wat een moeite bet kost langs den weg, door de wet aan- gegeven, oude woningen te doen oprui men en er nieuwe voor in de plaats te stellen. Het plan van de VereenigiDg tot Bevor dering van dim Bouw van Werkmanswo ningen blijft nog maar altijd in do pen. En het zal de gemeente en het Rijk straks heel wat geld kosten. Do honderden huizen van werkmanswo ningen af tot deftige hoerenhuizen toe. dio er door bouwondernemers, in de laatste tien of twintig jaren dok in onze gemeen te verrezen zijn een paar bouwers bouw den er alleen voor ruim een millioen kosten de gemeente niets. Wel heeft de ge meente en terecht haar eischen ge steld, zoodat het aan lucht en licht niet mangelt, de straten breed zijn en goed ge vloerd en ge-rioleerd. Danvk zij den zooveel gesmaden bouw ondernemers kunnen de Leidsche burgers te kust en te keur. gaan bij het zooken naar een woning in do buitenwijken. Wio cr aardig wat kunnen betalen, ze gaan naar den Rijnsburger weg of achter den Zocler- woudschcn Singel in do Was-, De Kantor- of Thorbeckestraat; kleine burgers kun nen o.a. terecht in dc straten achter den Mare- en Heerensingel. Werklieden mogen gerust opzoeken de Magdalena Moons-, Leuvenstraat cn hoo ze er al meer buiten do voorm. Koepoort mogen heeten. Fris- sche, ruime woningen met allerlei gerief lijkheden cn een grooten lap tuin er bij voor ccn stijven rijksdaalder! Wat fatsoen platt© daken schouwde men over groene dalen, die afwisselden mot in den zomer tijd van gouden pracht schittcrendo koren velden, en doorsneden werden door een zilveren kronkelstroom. Rechts van het statige gebouw lag in de verte het kleine dorpje, van waar do weg naar het slol 'voerde, deels over ee>n landpad, deels door een klein bosch, dat zich aan het op den achtergrond oprijzend© woud aansloot. Links wérd de gezichtseinder bepaald door de „Rijnbergen," zooals de volksmond het woud noemde, dat aan de omwonen den het benoodigde naai.'iout leverde. Van den hoog6ten top dezer bergen zag eon eeuwenoude burcht in het land neder en in de bloeiende tuinen cn springende fonteinen van heit slot. Eens waren do wijde ruimten van het slot het toon eel van een gelukkig familie leven, tot voor zeven jaar de onverbiddelij ke dood do lieve slotvrouw van de zijde van haar gemaal en van haar kindereu heen riep. De oudst© dochter was toen maals acht jaar, terwijl de erfgenaam der bezitting eerst sedert eenige dagen het eer ste levenslicht aanschouwd had. Do baron betreurde ten diepste het verlies zijner dierbare levensgezellin, cn rok het kleine meisje zou dat verlies zeer gevoeld hebben, als niet een met het Huis bevriende burchtvrouw zich tot taak had gesteld de geliefde moeder naar klachten te vervan gen. In den loop der dagen trad nu een verandering in het Vreedjzamo leven van den slotbcwoner in. De zuster van den baron, gravin Meerstein, verloor haar gado door den dood, en daar haar echt kinderloos gebleven was, eloeg ook zij haa" woonbent© op Güldenpforten op. Zoo groot de aanhankelijkheid geweest was, welke men voor do zachte, gestorven slot vrouw had betoond, zoo gering was de ge negenheid, welke mc-i voor „de zwarte gravin" koesterde. Zij was eenige jaren ouder dan haar broeder en behcerschte niet alleen dozen, maar ook haar geheel© omgeving, \elen echter smachtten onder haar besturing naar vrijheid en dachten verlangend aan vroegere tijden. Twee dagen waren na het in den winkel van den bakker gehouden gesprek vcrloo- pen, d© zon neigdo ten ondergang, toen een feestlijke stoet zich naar het slot bewoog. Het was dc dorpsjeugd in haar Zondagsche gewaad, met den onderwijzer met een groo- tc papier rol aan het hoofd. Do kleine meis jes waren aardig om to zien met haar groene kransen op de kopjes cn haar vroo-" lijke gezichtjes; ook de oogen der jongens glansden, terwijl zij d'e bonte vaantjes in de handen zwaaiden. Zij werden gevolgd door eenige ambachtslui van het dorp, die pekfakels droegen, welke, zoodra men bij het slot zou zijn, in brand zouden worden gestoken. Do lucht was koel cn frisch, en toch droogde dc wakkere dorpspoëeet zich de zweetdroppels van het voorhoofd en bevond bij zich in de gnootste opgewon denheid. Dc stcct wilde juist het groenend bosch ingaan, toen een ruiter in vollen draf van de tegenovergestelde zijde kwam aangesneld. Het was een jonge man, die het midden van de twintig jaren nog niet bereikt kon hebben; maar toch, het gezicht met de sprekende trekken der donkc.e wenkbrauwen en diepliggende grijze oogen gaf een buitengewoon ernstigen indruk. Toen hy den stoet in het gezicht kreeg, hield hij zijn paard wat in, cn terwijl hij op.den aanvoeder aanreed, vroeg hij dezen niet zonder verwondering: Wlat beduidt dit alles, meestee?" De aangesprokene nam eerbiedig cLen hoed af, streek met do hand door het haar cn zeide: „Is het mogelijk, dat do gena dige heer van den Zwaluwenberg nog niets daarvan weet?" „Neen, neen, wat moet ik dan weten?" „De genadige heer van den Zwaluwenberg •weet al zoo niet, dat de genadige heer von Oü 1 denpfibilten heden op liet slot terug gekeerd is? Het bericht, ik wil zeggen, deze vreugdeboodschap, i3 ons eergisteren geworden. Het was zeer bezwaarlijk in zoo korten tijd een waardige ontvangst voor tc bereiden, het was..." „Wie van de bewoners keert terug; weet gij dat?" viel do man hem heftig in de rede. „De genadige heer, dc gravin, de jongt? heer cn, o vreugd©, eindelijk ook weer de genadig© Fraulein." Een purperkleur overtoog het gezicht van den ruiter, welke kort daarop weer voor een grauwe bleekte plaats maakte Hij boog zich over den hals van het paard, hield zich, om zijn ontroering tc verber gen, een oogenblik met-het tuig van zijn rijdier bezig, en zeid© toen met terugge kregen zjolfbeheersching: „Dus da.t geeft groot© feestelijkheden Ik wil u een voon- sprong laten, beste mensehen, en zal later wol volgen." „Een kranig heer, onze hee-r van den Zwaluwenberg", zeid© de dorpsschocnn>v kér, toen de feeststoet verder was. „Ja, alleen wat te ernstig voor. zijn leef tijd", meende de dikko bakker^ die ook tot deze, die een der getuigen was bij hot Hu welijk, Y^igort iets te verraden. RrinssöB hs©ft van haar kant uit een Fransche stad aan den heer Le Queux in een cijfertelegram doen weten, dnt zij en haar man vast besloten zijn hun lieve Mo nica niet aan den Koning af te staan. De „Daily Mail" beweert, dat de nieuwe mevrouw Toselli heden, Zaterdag, met haar dochtertje té Florence komt. In Duitsche kringen te Londen moet men zeer verbaasd zijn over dit huwe lijk, dat een verzoening met den koning van Saksen voorgood onmogelijk maakt. De gravin en h~ar man zouden voorne mens zijn met Monica naar Amerika te vertrekken. Do Russische bladen spreken zeer gunstig over de overeenkomst met Engeland,' welke, zeggen zij, voorgoed het wantrouwen tussehen do beide mogend heden in Middcn-Aziö zal doen verdwijnen. Zij vinden, dat Rusland moer voordeden verkregen heeft dan het verwachtte, het geen allicht mogelijk is. Ook wordt hulde gebracht aan Grey alsmede aan Nicolson, Hartlinge en Ta- wolski, wiens belangrijke verdiensten in zake het akkoord met Japan cn de verbe tering der betrekkingen met Duitedjland tevens iu herinnering worden gebracht. En zelfs heeft men zegt de correspondent van do „Herald" to St.-Petersburg be wonderende woorden over voor koning Eduard, door wiens persoonlijke tusschen- korast de vrede versterkt is bi "het belang van Echeele mensehheid. Do koning van Servië beeft niet toe gestemd in een verdaging van de bijeen- ro: ping der Skoepsztina. Den Hden November wordt de zitting goopend. Vóór dien tijd zal het ministe rie niet aftreden. Te Konstantinopel, of eigeulijk gezegd in geheel Turk ij c maar do berich ten uit de provincie zijn schaarscher heerscht op het oogenblik buitengewone duurte van allerlei artikelen. De prijs van het brood, liet voornaamst© voedingsmiddel van den Turk, is gestegen van 40 para, 10a cents, por oka 1250 gram op 55. Toen het brood duurder be gon te worden, vreesde mien, dat het volk in opstand zou komen, en daarom werd bepaald, dat uit do kas van den "Sultan voor ieder verkocht brood 5 para aan den bakker zou worden betaald. Dit ging één dag lang goed, want op den tweedon kwam men reeds tot de ontdek king, dat die bijslag betaald werd met het geld, dat reeds afgekeurd was, en den der den dag werd cr zelfs geen afgekeurd geld meer betaald. En thans kost het brood dus 55 para per oka, maar het gewicht van de oka is langzamerhand gedaald van 1250 op 1000 gram. Petroleum, in Turkije zeer veel gebruikt, daar gasfabrieken slechts sporadisch voor komen, is ook al in prijs gestegen, even als houtskool, dc voornaamste brandstof der Turken. Het vlecsch is zóó duur, dat het voor den niet-bcmiddeldo haast niet bereikbaar is. En dit levert voor do gezindheid van hét volk een groot gevaar op, daar thans aller lei minderwaardig vlecsch door gewcten- loozo handelaars aan den man wordt ge bracht, wat natuurlijk op den gezondheids toestand van do verbruikers een noodlot- tigen invloed moet hebben, vooral, daar er op het oogenblik hevigo veeziekten hecr- schcn. Dc Regeering heeft reeds herhaaldelijk be loofd maatregelen te nemen tot verbete ring van den toestand, maar het blijft steeds bij het oude. Do Duifcsche Kabelmaatschappij seint uit Shanghai Bij een soort Boksersopstand, te gen do Christenen gericht, in den kreits Kantsjoeki, in het district Kiockiang, van d© provincie Kiangsi, is do Italiaan sol-. Lazaristen pater Carsduglia vermoord. Een Fransche Lazarist, die daar werkt, is ge vlucht. Het seminarie en de kerk zijn ver brand. Do zending klaagt over gebrek aan deu feeststoet behoorde; „hem had de mon nikskap beter gepast dan den mooien, vroohjken jonker Alois, zijn cudsien broe- der" JDat denk je maar", incugcLc zich nu de waard uit „De Beker'' iu hot gesprek, „bij do ordebroeders kunnen zij ook geen lui gebruiken, dio den kop laten hangen; dat zijn meest vroolijke menschen, De op geruimde christenen zijn de beste men schen, mij althans de liefst©. Dat bet ove rigens deu jongen baron Alois ernst is met zijn zaak, is duidelijk; ccn riddergoed verwisselt men toch zoo licht niet met de kloosterocl". „Zeker niet, maar onze heer Walter is toch ook geen suffer; als men zoo jong reeds zulke zware plichten op de schouders draagt, wordt men vroeg ernstig", wierp dc schoenmaker tegen. „Het moet den jongen heer geweldig zwaar gevallen zijn, d^n soldatenrok, die hem zoo prachtig stond, aan den kapstok t© nangen. Ik weet goed, hoe dat alles zich heeft toegedra gen. Het was toen een jaar vóór den dood van den ouden heer. Baron Alois studeer de op een landbouwschool; baron Walter op do krijgsschool. Dc b ido jonge hoeren kwamen in de Paascbvacantia op den burcht. Daar klonk bet plotseling: de knap po erfgenaam, dc mooie, vroolijke Alois wil iu de orde der Franciscanen tre den. Het was in den beginne voor niema .<1 te gcloovcn, maar het was toch zoo, en nu keerde de zaak! Jonker Alois ging heen cn zijn jongere broeder bezoekt nu het instituut, om do landbouwkunde te be- I studeeren. Het zal hem, zooals gezegd, I moeit© gekost hebben". (Wordt yervol^d.)^/

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 19