FEUILLETON.
Irma en Walter*.
Ingezonden.
Tweede Kamer.
Burgerl. Stand van Leiden.
Toestand van onze gemeente over 1906.
V.
Omtrent kerkelijke zaken deelt bot ver
slag o.ü. race, dat door do gemeente geen
uitgaven werden gedaan voer den openba
ren eeredienst, noch subsidien voor bouw
of herbouw van kerken of toelagen aan
godsdienstleeraars verleend.
Op do navolgende verzoeken om mach
tiging tot aanvaarding van legaten werd
gunstig geadviseerd:
R.-K. Parochiaal Armbestuur ccn legaat
groot ongeveer 700 gulden, besproken door
wijlen mej. E. Cleutera te Leiden en
Regenten vun. het Ucrf aal Israëlietisch
Kinder-, Wees- en Doorgangshuis 100 gul
den, besproken door .wijlen M. I. Beit, to
Amsterdam.
Aangaande vcrcenigingcn en inrichtin
gen, wier .werkkring van kerkdijken aard
is, in het verslag genoemd, zullen wij
slechts dan ecu en ander overnemen, wan
neer van deze vereenigingen vroeger al
reeds niet verslagen door ons zijn opge
nomen.
De afdeeling Leiden en Omstreken van
den Ncd. Prost.-Bond telde in het afge-
loopen jaar ongeveer 325 leden.
Door de vereeniging voor godsdienston
derwijs iu vrijzinnigen geest werd aan
omstreeks 190 leerlingen door ds. A. van
den Wissel, voorganger bij do Vereeniging
van Vr.ijzinnig-HervormdeD, les gegeven
en aan 78 .loor mej. Martha Vis, gods-
dienstonderwijzeres.
De toestand van do afdeeling Leiden
van het Ned. Zendelingsgenootschap on
derging weinig verandering. Zij telt thans
31 leden en 15 begunstigers.
Voorzitter der afd. -is prof. dr. P. D.
Cbanfcepie de la Saussaye, secretaris prof.
dr. F. Pijper en penningmeester prof. dr.
L. Knappert.
In de werkzaamheden van de Zendings-
Commissie der Gereformeerde Kerken
kwam geen verandering, evenmin als in de
samenstelling van het bestuur. Zij ar
beidde ook dit jaar onder toezicht van en
in overleg met de Kerkeraden der Gere-
formcerdo Kerk alhier.
Het bezoek aan het Militair Tehuis is
steeds stijgende; het ontving i:i 1906 ruim
11C00 bezoekers.
Vooral liet bezoek dor matrozen neemt
zeen toe, wat door den commandant der
Kweekschool voor Zeevaart van harte toe
gejuicht wordt.
Do Zondagsscholen ter ouderwijzing in
het lezen van den bijbel werden door 128
leerlingen bezocht.
Wegens een aan hot hoofd der school,
den he'er H. Bremer overkomen ongeluk,
werdon diens functiën waargenomen door
den heer O. B. Engeltjes, terwijl aan den
heer J. Noest, die meor dan 40 jaren aan
de schooi werkzaam was, wegen3 hoogen
leeftijd en voortdurende ongesteldheid
eervol ontslag uit deze betrekking werd
verleend. In zijn plaats werd benoemd do
heer S. Broekhuizen.
De Zondagsschool van den Ned. Prot.
Bond werd bezocht door 4-60 leerlingen cu
gegeven in de openbare scholen in do Bran-
dewijnsteeg, aan do Langebrug en de Van-
der-Werfstraat en in de Paul-Krugerstraac.
De bibliotheek voor oud-leerlingen verkeert
in blociendcn toestand; meer dan 100 boe
ken gaan wekelijks uit.
Naar do vacantiekolonie ,,Naar Bui
ten" van do soholcn van den Protestanten
bond te Lonneker werden in 1906 elf zwak
ke kindoren gezonden, die veel verbeterd
terugkwamen.
Do oommissie uit den kerkeraad der
Waalscho gemeente, die belast is met do
zorg voor het to dezer plaatse bestaaDdo
depot der „Socióté publiquo protestante
do Paris" verspreidt vertalingen in het
Fransch van den Bijbel. Het comité bestaat
uit do hoeren dr. A. G. Baas, J. Goedeljce
en H. C. van der Heide.
Do afdeeling Leidon van do Ncd. Gus-
taaf-Adolf-vereeniging teldo dit jaar 110
leden en het getal leden der Vrouwenver-
een iginff 134.
Het ledental der afdeeling Leiden van
de Evangelischo Maatschappij is langzaam
achteruitgaande. Ook dit jaar werd lectuur
verspreid voor meerdere kennis van hot
doel der vereeniging.
De afdeeling Leiden van het Nedcrlandsch
3)
O, wolk een tocht was dat door storm
en nacht, door struikgewas en langs slin
gerpaden, den besDeeuwdcu weg maar matig
door het matte schijnsel van do lantaarn
Verlicht J Een halfuur waren beiden daar
zoo hcengeijld, do hond steeds met den
neus op den grond, somwijlen angstig
heon en weer snuffelend, doordat hij heb
spoor verloren was.
Daar rukte de wind do wolkeD uit el
kander cn aan het nachtelijk firmament
verscheen het licht des hemels; do volle
maan belichtte de wijde sneeuwvlakte. De
vrouw vouwde onwillekeurig weder do han
den, een oogenblik bleef zij staan met haar
betraande oogen ten hemel gericht; zij wist,
dat haar van daar het licht werd gezonden
...en hoopte.
Nu woelde de hond den neus diep in de
sneeuw, sporen van purpero vlekken tec-
kendon zich daarop af, een kort gehuil
een zijsprong in het hout en do zoekenden
waren ter plaatse. Daar lag do gestalte
van een man op den bodem uitgestrekt. Uit
een die po arm wond was een donkere blocd-
golf gestroomd. De vrouw wierp zich over
hem. ,,Koenraad, Koenraad, leef je?"
Do jager herkende de stem van zijn
vrouw en noemde haar naammaar toen
verdween weer zijn bewustzijn.
Aunc-Marie had haar gewone rust ©n
bezonnenheid terug verkregen. 2üj sneed
mot heb jachtmes van haai: man behoed-
saam de mouw van lijn ja« opent or.def-
Bijbelgenootschap ging ook dit jaar voort
met het verspreiden van bijbels voor gerin
gen prijs. Door sterven en vertrek verloor
de afdeeling eenigc leden en begunstigers,
doch het geleden verlies werd ruimschoots
vergoed door de nieuw gewonnen contri
buanten.
Do afdeeling Leiden van het Genoot
schap tot bevordering van Gods Koninkrijk
op Aarde ging door overlijden en bedanken
van een aantal leden ook dit jaar weer
achteruit
De ChristeJijko' Jon gedochte rs vereeni
ging Spreuken 9 vers 10" herdacht haar
25-jarig bestaan en verkeert in goeden
staat evenals do Christelijke Jongelings-
vereeniging Prediker 12 vers la" wier le
dental 58 bedraagt. Aan do vereeniging ia
een bibliotheek verbonden bevattende 650
boeken. Van haar gaan tevens uit een knar
penvereeniging met 80 leden, een jonge-
liodenvereeniging met 34 leden, een man
nenkoor met 30 leden, en een Zondags
school met ongeveer 650 leerlingen.
De Christelijke Meisjesvereeniging onder
do zinspreuk „Psalm 124 vers 8a" telt on
geveer 30 leden en vierde haar 25-jarig be
staan. Aan de vereeniging is verbonden een
Jongedochtcrsvoreeniging ondor dezelfde
zinspreuk, die bijeenkomt voor het beoefe
nen van den zang en het verrichten van
naaiwerk tor voorziening in de behoeften
van weduwen en weezen in de gemeente.
Van de Christelijke Wijkvereeniging
„Pniël" gaan uit bijbellezingen ICinder-
kerk, Zondagsschool, naaikrans, enz. Al
le takken van dienst zijn bloeiende. Voor
zitter en secretaris zijn resp. dr. J. Hoo
gonraad en de heer J. B. Meynen.
De Gercf, Jongeling6vereeniging „Obad-
ja" stelt zich ten doel om jongelingen tot
nuttige leden to vormen voor Kerk, Staat
en Maatschappij, en tracht dit doel to be
reiken dojr het maken van opstellen over
verschillende onderwerpen en tevens door
heb bestudeeren an vaderlandsche gescnie-
clenis, politieke en maatschappelijke vraag
stukken. Het ledental aan het begin des
jaars tot 76 gestegen, daalde in den loop
van het jaar tot 62. De vergaderingen wer
den goed bezocht.
Onze Centrale.
Do kabels, waarlangs de voor het mce-
rendeel onzer zoo geheimzinnige kracht de
zer ec-uw zal stroomen, zijn gelegd. .Naar
men mij verzekerde, stroomt z© reeds, zij
het dan ook afgebroken, voor het beproeven
van enkelo, reeds gereed gekomen aanslui
tingen. Binnen korten tijd is Leiden „eico-
trisch 1"
Deze bedenkingen doen mij de pen op
vatten om eens heb een en ander op te wer
pen. Misschien is er reeds 't een of ander,
geheel of gedeeltelijk, in dien geest beslo
ten, en dan is mijn geschrijf natuurlijk
overbodig.
Eenigc jaren terugziende, donk ik aan de
opening van een andere stedclijko inrich
ting: het abattoir. Ik herinner me, hoo
to<m i-ct stadsbestuur de goedheid had, do-
ze inrichting, tegen een klein entréo, ge
heven ten bate van een of meer instellin
gen van liefdadigheid, ter bezichtiging te
stellen.
Zal dit ook ditmaal met onze nieuwe
centrale plaats hebbenMij dunkt, velen
zullen weder, evenals bij de oprichting
van het abattoir, van deze gelegenheid eea
dankbaar gebruik maken. Do electricitoit
hoeft nu eenmaal do sympathie van ons
twintigste-ecuwersZe doet veel; laat ze
nu ook tovens eens optreden als ,,spckster"
der kas van eenigc liefdadige insfcellingca
bier ter Btedc
Maar er is nog iets.
We krijgen te doen met 'n geheimzinnige,
voor veleD in aard cn wezen onbekende,
soms gevaarlijke kracht, en velen van ons
zullen er mede moeten omgaan. Denk nu
niet, lezer, dat ik van plan ben, de goö-
gemcento bang te maken of af te schrikken,
ik zou daarmeo het gemeentebestuur een
slechten dienst bewijzen, maar toch, we
staan zoo gansch odvoorbereid tegenover
'n kracht, die in staat is, ons op zulk een
ontzettende wijzo zijn kracht to toonen,
vooral, wanneer wij onoordeelkundig met
haar omgaanen wie leert ons telkens waar
zocht de wond, wieech ze met verkoelende
sneeuw uit en verbond zo zoo goed moge
lijk met den doek, welken zij om den hals
had geslagen. Daarop deed zij een poging
om den machtelooze op to heffen. Gaarne
bad zij, als eertijds de trouwe slotvrouw
van Wijnsberg, op haar schouders den teo-
deren last voortgedragenmaar de ge
wonde steun do luid bij do aanraking en
het ging dus niet.
Radeloos keek do ongelukkige om zich
heen. Het had opgehouden te sneeuwen
do storm was gaan liggen, nog slechts een
licht, windsuizen verbrak do plechtig©
stilte van den herfstnacht.
Anne-Marie knielde op den met sneeuw
bedekten bodem cn legdo voorzichtig het
hoofd van den verwonde in haar schoot.
De trouwe hond zette zich ter zijde van
haar neer en van tijd tot tijd vervulde zijn
klaaggeluid do lucht. Armo vrouw. Zij
was eenzaam, geheel en al eenzaam in
haar nood; want wie zou op dit uur zich
naar de ongeluksplaats begeven om hulp
to bicden 1
Maar hoewel zij ook conzaam was, verla
ten voelde zij zich niet. Nog bescheen het
licht des hemels daar cn schitterde de
glans van milliocncn sterren op do
vorsch gevallen sneeuw, welke als een
lijkkleed over do aardo was uitgestrekt.
Anne-Marie had van haar vroege kinds
heid af dikwijls en gaarne gebeden. De
vlucht der ziel naar boven was haar be
kend. Zij schouwde ten hemel en haar ge
bed drong opwaarts naar dc lichte hoog
te, niet als de smartkreet van eeu ver
twijfelde, neen, als dc innige bede van
oen kind, 'dat in zijn hoogen nood bij den
Vader oiu redding smeekt. En deze bleef
do grens is, waar het oordeelkundige
eindigt en het onoordeelkundige begint?
Snuffelende in een van de vele tijdschrif
ten, die me door de handen gaan, vond ik
eenigo weken geleden (in de Gas- en
Watcrfittor) een stukje over kort
sluiting, daarin een paar staaltjes omtrent
dat onoordeelkundig omgaan met clectri-
citeit. B.v.: Iemand bad met jCen mes a&n
de geleiddradcn gepeuterd. Resultaat: Ver
brande vingers. Een ander :had zelf ge
poogd een gesprongen gloeilamp door een
pioinv© te vervangen. Resultaat: Handen
verbrand, kleeren verbrand.
Zie, velen zullen niet "weten, wat ze, ia
tal van gevallen, doen of laten moeten en
daarvoor kan en moet gezorgd worden.
Zou het nu niet aan te bevelen zijn, het
door mij zooeven voorgesteld bezichtigen der
centrale tc oombineeren met een aldaar
te houden korte lezmg in populairen vorm,
door b.v. een der hoofdbeambten dier in
richting? Geen hoogere electrophysica,
maar een zakelijke en duidelijke, voor elk
een bevattelijke bespreking van die dingen,
waar de verbruiker mede te doen zal heb
ben of waar hij zich voor wachten moet?
Een gelegenheid, Waar in hot algemeen
vragen gedaan kunnen, en antwoorden go-
gevon worden, een en ander opgehelderd
.door proeven? Mij dunkt, zoo'n kleine cur
sus, toegankelijk voor elkeen, zal niet
alleen allen, die reeds aangesloten zijn,
ten gocdo komen, maar vele anderen, niet
aangeslotenen tot aansluiting animeeren.
Gaat men er toe over dan is het misschien
wenschelijk, dezelfde lezing eenige malen
te doen plaats hebben, b.v. 's morgens en
's middags. Wie dan 's morgens verhinderd
is, kan 's middags, en omgekoord.
Mooht het gemeentebestuur hiex*toe, om
redenen, niet kunnen overgaan, dan is mis
schien de vereeniging „Leiden s Be-
1 ang" er toe genegen; laat deze het eens
in overweging nemenNaar ik meen, deed
ze reeds zooiets dergelijks, een herhaling,
meer aangetast aan de inrichting alhier
is misschien niet kwaad, ook opscherping
van 't vroeger gehoorde kan zijn nut heb
ben.
Hopende, wellicht op deze wijze iets bij
te dragen tot het wèl eener nieuwe Lcid-
sohe inrichting en van hen, die eerlang tot
haar in betrekking komen te staan, noem
ik mij, M. d. R., U dankend voor de ver
leende plaatsruimte,
Achtend,
Uw dnsfcw.
CORNS. VAN DER VEN.
Leiden, 20 Sept. 1907.
Wijziging der Mo tor- en R ij -
w i e 1 w e t 1905.
Een drietal wijzigingen der Motor- cn
Rjjwielwet zijn aanhangig gemaakt:
lo. om in artikel 1 te lezen, dat verstaaa
wordt ondor wegen alle voor het openbaar
verkeer openstaand© rijwegen met de daar-
too bohoorendo voetpaden en bermen of
zijkanten. De bedoeling van dit voorstel
is om duidelijk tc doen uitkomen dat voor
het begrip „weg' een voetpad alleen, niet
voldoend© ia, maar dat daarvoor noodig is
oen rijweg met voetpad. Bijgevolg zal eerst
een voor het geheele wegcomplex gesteld
rijverbod kunnen ooleveren sluiting van
een weg in den zin der wet en zal bijzon
dere regeling van het verkeer over de
daarlangs liggendo voetpaden aan de lagere
besturen verzekerd zijn;
2o om in sommige grooto steden moge
lijk te maken dat rijwielen en motortwee-
wieiers worden verboden zonder tegelijker
tijd automobielen te weren, en voorts om
in sommige straten van kleinere bebouwde
kommen een afzonderlijke sluiting „voor
allo motorrijtuigen'' mogelijk te maken;
3o. om aan de gemeentebesturen toe te
staan bij plaatselijke verordening ten aan
zien van wegen binnen bebouwde kommen
der gemeenten een hetzij door motorrijtui
gen, hetzij door motorrijtuigen en rijwielen
in acht t© nemen maximum-snelheid, niet
beneden vijftien kilometer per uur, te be
palen, mits de verordening voorschriften
bevat ter verzekering, dat de in acht t©
nemen maximum-snelheid wordt aangeduid
door waarschuwingsborden van een door
den minister vast te stellen model.
De Minister verklaart echter zelf voor
do veiligheid niet veel heil te zien in een"
maximum-snelheid, doch meent, dat met
het oog op dc stofplaag bijv. een matige
gang in bebomvdo kommen aanbeveling
kan verdienen.
Wijziging der Ongevallenwet.
Bij dc behandeling van de interpellatie
van den heer Stork in do Eerste Kamer
Averd door den minister Yeeg:ns als een
der hoofdoorzaken van het tekort, waar-
medo dc balans der Rijksverzekeringsbank
sluit, aangegeven do te gunstige indccling
van het bedrijf van laden en loseen van
sobepon. Per maand werd hierdoor door de
Rijksverzekeringsbank ongeveer 50,000
verlies geleden. Later is hij Kon. besluit het
bedrijf van laden of lossen van schepen in
do hoogste gevarenklasse ingedeeld. Doch
ook daarna bedroog het maandelijksch ver
lies voor de Bank nog 30,000.
Daarom heeft de minister thans een voor
stel ingediend om voor dit bedrijf een zes
tal nieuwe ge varenklassen te vormen,
waartoe» een wijziging wordt voorgesteld
van art. 31 der Ongevallenwet.
Wijziging der Gemeentewet.
Blijkens het Voorloopig Verslag ver
klaarde men zich bij het Afdeel ingsondcr-
zock vrij algemeen ingenomen met de strek
king van het ontwerp.
Van meer dan eene zijde werd intusschen
de vnaag gesteld of het ontwerp ver genoeg
gaat en of het niet aanbeveling zou ver
dienen den gemeentebesturen nog eenigc
meerdere vrijheid te laten.
Men wenschte onder meer twee vorande-
ringen:
lo. werd in overweging gegeven de bepa
ling, dat een ambtenaar van den burgerlij
ken stand, die den secretaris of den ge
meente-ontvanger vervangt, van rechts
wege ophoudt die betrekking te bekleeden,
niet van toepassing te verklaren op een
persoon, die genoemde ambtenaren tijdelijk
vervangt; en
2o. de benoeming tot ambtenaar van den
burgerlijken stand mogelijk te maken van
onderwijzers. Dit werd wenschelijk geacht
vooral met het oog op het platteland.
worden bij de te dier zake aanhangige mo
tie van de heeren Duymaer van Twist en
Van do Veldo. Alleen acht de Min zich
verplicht op te komen tegen de in liet ver
slag voorkomende bewering, dat dc luite
nant. Ohristoffel op cenigazins bevreemden
de wijze zou zijn bevorderd. In dc Kamer
zitting van 21 November 1906 meent do
Minister te hebben aangetoond, dat die be
vordering alleszins gerechtvaardigd wa8 en
in het belang van den dienst moest geschie
den.
Dc herziening van de geldende regeling
van 1859 is nog in behandeling bij het De
partement van Koloniën. Eerst nadat do
behandeling van het concept geheel zal zijn
beëindigd, zal kunnen worden beslist of en
hoe het aan de Kamer ter kennisneming
zal worden overgelegd.
Door de thans voorgestelde regeling
wordt geenszins vooruitgeloopen op de
kwestie van fusie der Nederl. ©n Indische
officierskorpsen. Trouwens, deze zou c.q.
toch niet tot stand kunnen komen zonder
oen speciale wettelijke regeling.
De tekst van het nader gewijzigd art. 42
van het Regeeringsreglement wordt, bij de
gewijzigde redactie, thans als volgt aan de
Kamer voorgelegd.
„Do Gouverneur-Generaal is opperbevel
hebber van de in Nederlandsch-Indië aan
wezige landmacht.
„De bevelhebber der landmacht wordt1
door den Koning benoemd. Wanneer bij heb
openvallen van do plaats van den bevel-
hebber do benoeming van zijn opvolger niob
geschied of in Nod.-Indië niet bekend is,
of wanneer de benoemd© in de spoedige
aanvaarding zijner betrekking verhinderd
wordt, voorziet de Gouverneur-Generaal in
de tijdelijke waarneming.
„De officieren worden door den Koning
of door den Gouverneur-Generaal benoemd,
al naar gelang hij, die aldus benoemd
wordt, verblijf houdt buiten dan wel bin
nen Nederl.-Indië.
„Op den voet, Lij algemeene verordening
te bepalen, worden do rangen van opper-
officier verleend door den Koning en ge
schieden allo overige bevorderingen van de
officieren door den Gouverneur-Generaal.
„Do opperofficieren en allo buiten Ncd.-
Indië vertoevende officieren worden ont
slagen door den Koning, alle overige offi
cieren door den Gouverneur-Generaal, een
en ander op den voet bij algemeene veror
dening te bepalen.
De regelen omtrent het toekennen van
pensioenen en gagementen worden bij alge
meene verordening gesteld."
BEVALLEN: M. M. A. A. Coebergh g»b. Van
Craoeuburgh Z. J. van Kuger g«b. Van Boot
hoven D. S. AI. Marck geb. Koorde» Z. A.
birnous geb. Tetteroo D. L). C. v. d. Reek geb.
r. d. Brotk Z. I. van Vliet geb. De Jong Z.
tl. YV. AI. Koet geb. Verscbragen Z. H. Paal
vast geb. Zwart Z. Cb. YV. F. A. Philippo geb.
Dozy Z. A. van Duuren geb. Gorró D. Qr.
Ju geb. Nieuwenhugsen Z. 3. Beekman geb.
Klinkhamer Z. J. Jansen geb. Araoldua Z.
E. ldeek geb Vos Z. J. H. Brit geb. Boezaart
Z. Uh. AI. Kriek geb. Gijbeis Z. N. Sollie geb.
De Koode Z. A. C. de YVskker -geb. de Kok
D. Ai- J. Franse geb- Goddgu Z. A. Uarte-
velt geb. Van Oosten D. Jd. Jongachaap geb.
YYiegereina Z. S. C. Brugman geb. Bos D.
GKHUYVD: J. Fakkel jm. en J. Dee jd. J,
Tierolt jm. en Af. van der Linden id. H. Loebe*
jm. en J. Flippo jd. L, Ouwerkerk jm. #n E.
Eradus )d.
OVERLEDEN; B. J. Staphorst AL 63 j. H.
Akerboom Z. 45 j. N. M. Broekbaijzea YV. 78 j.
T. Zirkzee Al. 04 j. P. Jansen YV. 73 j. T,
Aluuoik AI. 48 j. A. AI. v. d. Kaag geb. Da
Graaf AV. 90 j. A. SckJagwein Z. 18 d. Af.
E. van der Leek D. 46 j. D. Hoekstra geb,
Veldman YV. 75 j. C. Desraet geb. Dahrs V. 35 j.
Be commandant van het veldleger.
Bcnioejming offioieren In-
disohleger.
De minister van koloniën heeft het af-
deelingsverslag beantwoord over het wets
ontwerp tot wijziging van art. 42 van het
Indisoh Regeer i-ngsreglcment.
De Minister erkent dc wenschelijkheid
om het artikel zóó te redigeeren, dat alle
mogelijke twijfel wordt voorkomen. Hij Ls
daarom bereid gevonden de redactie ter
vermijding va/n onduidelijkheid nog na
der aan te vullen. Ernstig heeft de Minis
ter overwogen, of van deze gelegenheid ge
bruik zou moeten worden gemaakt, om ten
aanzien van de benoeming, de bevordering
en het ontslag van de Indische officieren
van stelsel te veranderen. Maar hij heeft
daartoe geen vrijheid kunnen vinden. Bo-
lioud van het bestaande stelsel strijdt
geenszins met het bestaande streven om In
dië in de regeling van zuiver Indische aan
gelegenheden meer en meer zelfstandig tc
maken.
Welke zelfstandigheid men ook aan Indië
moge willen toekennen, dc bedoeling kan
toch nooit zijn om den band, die tusschen
het moederland en de kolonie bestaat, te
verbreken. Waarom zou dus niet, evenals
ten aanzien van de hoogste civiele betrek
kingen het geval is, ook niet dc benoeming
voor de hoogste militaire rang., i aan do
Regeering hier te lande blijven voorbehou
den? Dezelfde mate van onafhankelijkheid,
die dc Koninklijke benoeming aan do hoog
ste civiele ambtenaren waarborgt, moet
ook aan dc militairen van de hoogste ran
gen worden verzekerd.
Togen de benoeming en het ontslag door
den Koning van de officieren, die buiten
Nederl.-Indië vertoeven, kan voorts geen
bezwaar bestaanhet is zoowel in het be
lang van de betrokken personen, als van
do vereenvoudiging der administratie, dat
do benoeming en het ontslag van die offi
cieren niet bij den Gouverneur-Generaal
worden overgebracht.
De vraag of de regeling van de positie
der officieren bij de wet, dan wel bij Kon.
besluit behoort to worden vastgesteld is los
van dit wetsontwerp. Zij kan behandeld
gen het ook do strooraen. Do van het ijs
ontketende beek verbelt het aan do zon
nige gouwen, dc donkere bosschen; van
uit den top van den eik roept de koekoek
hot uit in het dal en dc zwaluwen schet
teren het van het dak. Het vergeot-m ij-
nietje doet de blauwe oogen open en dc
gouden primula ontwaakt uit den winter
slaap alles kijkt verwonderd in het rond,
hoe alles zoo schoon geworden is. De gan-
scho natuur viert vroolijlk het wonder barer
opstanding.
Door het hooge geboomte echter schrijdt
eon man, dio niets weet van de algemeene
vreugde. Het woud is zijn woning, hij kent
de eenzaamst© plekken en slingerendst©
paden. Daar ontkiemt geen grassoort,
welker naam hij niet kent, dc stemmen der
vogelen zijn hem bekend, als zijn eigen.
Vroeger had hij er zoo gaarne naar. ge
luisterd cn met die kweelers om het hardst
gezongen maar thans zijn zijn lippen stom.
Wat is er, dat hem drukt? De armoede niet,
want hij had het loven niet anders gokend
ook niet ziekte, dat zegt ons zijn geheele
krachtig© verschijning. Alaar het gewicht,
dat hij dragen moet, komt uit zijn hart »>n
dat hart is zwak en aan druk ongewoon.
Nu wendt zich zijn pad en hij staat voor
een hem zoo bekend tooneel. Omzoomd
door hooge beukenstammen, ligt daar een
malsch© groene weide, ©n daarop staat een
klein huis. Het is zijn huis, dat Kom van
het grootste geluk vertelt en van het diepste
leed. Zijn stap wordt talmend, zijn voor
hoofd meer ©n meer bewolkt; het is, als
vreest hij voor wat liij daar binnen ver
wacht. Nu is hij aan de huisdeur gekomen:
den arm op het kozijn van het klein© ven
ster geleund, kijkt hij zijn huis in. Zijn oog
Bij Kon. besluit van 16 dozer is, met in
gang van 1 Oct. benoemd tot comm&ndanC
van het veldleger, do adjudant in buiten-
gewonen dienst van H. M. d© Koningin^
de iuit.-goneraal A. Kool, chef van den
generalen staf, on zulks onder eervolle ont
heffing uit zijn tegenwoordige functie.
Kamerverkiezing Schiedam.
Door afgevaardigden der R-K., L.-H.
en A.-R. kiesvereenigingen in het dictricf)
Schiedam is gisteravond besloten hun kiesr
vereenigingen voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer do candidatuur ap.n t© be
velen van jhr. Do Geer.
ziet vaag een gestalte, welke daar iu des
ouden leunstoel van grootvader rust. Tegen
het kussen van donker leder leunt het hoofd
van een jonge vrouw met goudglanzend
haar. De prachtige vlechten welke eens als
een gouden kroon het hoofd sierden, vallen
nu aan weerszijden langs de schouders neer;
het moedo hoofd vermag dien last niet
meer te dragen. De gesloten oogleden met
de donkero wimpers rusten zwaar over ver
moeide blauwe oogen. Het stille, blceko
gelaat draagt zelfs in deze rust nog do uit
drukking van smart. De man staart op het
droevige beeld; een eigenaardig gevoel be
sluipt hem bij dezen aanblik. Waaraan
herinnerde het hem toch? Is die blecke
vrouw daar in den leunstoel dan werkelijk
zijn vrouw, zijn Anne-Marie? Ha, nu door
vaart hem plotseling een huivering; een
ijzige hand schijnt hem het hart te zamen
to persen. „Die steenen gravinkwam
over zijn lippen. Dio „steenen gravin" wa3
het schrikbeeld zijner jeugd geweest, dat nu
in manncnleeftijd nog niet het akelig
grauwe voor hem verloren had.
Hij was nog ccn zeer klein© jongen, toen
zijn moeder hem eens naar de nabijgelegen
slotkapel had medegenomen, .waar men
ieder jaar een rouwdienst hield voor de
ziel der ontslapen vrijvrouwe van Gülden-
aforten. Op het licht ontvankelijk gemoed
van het kind maakten dc lijkbaar met het
zwarte kleed, de brandend© waskaarsen cn
liet vrouwengezang een diepen indruk.
(Wordt vervolg I).
niet uit. Hoe lang haar gebed geduurd
had, eer deze kwam opdagen, kon zij la
ter niet heggen. Maar plotseling spitste
de trouwe wachter do ooren cn luid als
te voren klonk zijn gehuil door do stilte.
Anne-Marie geloofde in d© verte eenig
geluid t© hooren als van menechenstem-
men. Het kwam nader en nader. Door het
hout stoven tweo honden en bij het zien
van dez© zeldzame groep sloegen zij aan.
Des jagers vrouw deed een poging om
haar hulpgeroep to laten klinken, maar
geen geluid kwam over haar lippen. Maar
het was ook niet noodig, want het schijn
sel van lantaarns viel op den bodem en
na een wijle stond de houtvester, door
eenige mannen vergezeld, vóór haar.
Deze wakkere man werd niet spoedig
aangedaan, maar meer dan eens kon men
-hem later hooren zeggen: „Nog nooit
heb ik iets zóó roerends gezien. Mijn le
ven lang zal ik dat niet vergeten."
Anne-Mario, di© nog altijd niet bij
macht© was een woord uit to brengen,
toen haar redders vóór haar stonden, zag
hen met ontzettend smartelijke uitdruk
king aan en wees met stom gebaar op
haar gewonden man.
„Leecft hij nog?" was do eorsto vraag
van don houtvester.
Toen verkreeg cle vrouw d© spraak weer
cn riep onder stroomendo tranen„God
dank, hij leeft."
„Goddank, Goddank," klonk het ook
van de lippen der cmstaanden.
II.
Heb is lente. Op haar zacht© vleugelen
draagt d© lauwe lucht deze boodschap
door het wijde land: ruischend verkondi-