FEUILLETON. Irma en Walter*. Ingezonden. Tweede Kamer. Burgerl. Stand van Leiden. Toestand van onze gemeente over 1906. V. Omtrent kerkelijke zaken deelt bot ver slag o.ü. race, dat door do gemeente geen uitgaven werden gedaan voer den openba ren eeredienst, noch subsidien voor bouw of herbouw van kerken of toelagen aan godsdienstleeraars verleend. Op do navolgende verzoeken om mach tiging tot aanvaarding van legaten werd gunstig geadviseerd: R.-K. Parochiaal Armbestuur ccn legaat groot ongeveer 700 gulden, besproken door wijlen mej. E. Cleutera te Leiden en Regenten vun. het Ucrf aal Israëlietisch Kinder-, Wees- en Doorgangshuis 100 gul den, besproken door .wijlen M. I. Beit, to Amsterdam. Aangaande vcrcenigingcn en inrichtin gen, wier .werkkring van kerkdijken aard is, in het verslag genoemd, zullen wij slechts dan ecu en ander overnemen, wan neer van deze vereenigingen vroeger al reeds niet verslagen door ons zijn opge nomen. De afdeeling Leiden en Omstreken van den Ncd. Prost.-Bond telde in het afge- loopen jaar ongeveer 325 leden. Door de vereeniging voor godsdienston derwijs iu vrijzinnigen geest werd aan omstreeks 190 leerlingen door ds. A. van den Wissel, voorganger bij do Vereeniging van Vr.ijzinnig-HervormdeD, les gegeven en aan 78 .loor mej. Martha Vis, gods- dienstonderwijzeres. De toestand van do afdeeling Leiden van het Ned. Zendelingsgenootschap on derging weinig verandering. Zij telt thans 31 leden en 15 begunstigers. Voorzitter der afd. -is prof. dr. P. D. Cbanfcepie de la Saussaye, secretaris prof. dr. F. Pijper en penningmeester prof. dr. L. Knappert. In de werkzaamheden van de Zendings- Commissie der Gereformeerde Kerken kwam geen verandering, evenmin als in de samenstelling van het bestuur. Zij ar beidde ook dit jaar onder toezicht van en in overleg met de Kerkeraden der Gere- formcerdo Kerk alhier. Het bezoek aan het Militair Tehuis is steeds stijgende; het ontving i:i 1906 ruim 11C00 bezoekers. Vooral liet bezoek dor matrozen neemt zeen toe, wat door den commandant der Kweekschool voor Zeevaart van harte toe gejuicht wordt. Do Zondagsscholen ter ouderwijzing in het lezen van den bijbel werden door 128 leerlingen bezocht. Wegens een aan hot hoofd der school, den he'er H. Bremer overkomen ongeluk, werdon diens functiën waargenomen door den heer O. B. Engeltjes, terwijl aan den heer J. Noest, die meor dan 40 jaren aan de schooi werkzaam was, wegen3 hoogen leeftijd en voortdurende ongesteldheid eervol ontslag uit deze betrekking werd verleend. In zijn plaats werd benoemd do heer S. Broekhuizen. De Zondagsschool van den Ned. Prot. Bond werd bezocht door 4-60 leerlingen cu gegeven in de openbare scholen in do Bran- dewijnsteeg, aan do Langebrug en de Van- der-Werfstraat en in de Paul-Krugerstraac. De bibliotheek voor oud-leerlingen verkeert in blociendcn toestand; meer dan 100 boe ken gaan wekelijks uit. Naar do vacantiekolonie ,,Naar Bui ten" van do soholcn van den Protestanten bond te Lonneker werden in 1906 elf zwak ke kindoren gezonden, die veel verbeterd terugkwamen. Do oommissie uit den kerkeraad der Waalscho gemeente, die belast is met do zorg voor het to dezer plaatse bestaaDdo depot der „Socióté publiquo protestante do Paris" verspreidt vertalingen in het Fransch van den Bijbel. Het comité bestaat uit do hoeren dr. A. G. Baas, J. Goedeljce en H. C. van der Heide. Do afdeeling Leidon van do Ncd. Gus- taaf-Adolf-vereeniging teldo dit jaar 110 leden en het getal leden der Vrouwenver- een iginff 134. Het ledental der afdeeling Leiden van de Evangelischo Maatschappij is langzaam achteruitgaande. Ook dit jaar werd lectuur verspreid voor meerdere kennis van hot doel der vereeniging. De afdeeling Leiden van het Nedcrlandsch 3) O, wolk een tocht was dat door storm en nacht, door struikgewas en langs slin gerpaden, den besDeeuwdcu weg maar matig door het matte schijnsel van do lantaarn Verlicht J Een halfuur waren beiden daar zoo hcengeijld, do hond steeds met den neus op den grond, somwijlen angstig heon en weer snuffelend, doordat hij heb spoor verloren was. Daar rukte de wind do wolkeD uit el kander cn aan het nachtelijk firmament verscheen het licht des hemels; do volle maan belichtte de wijde sneeuwvlakte. De vrouw vouwde onwillekeurig weder do han den, een oogenblik bleef zij staan met haar betraande oogen ten hemel gericht; zij wist, dat haar van daar het licht werd gezonden ...en hoopte. Nu woelde de hond den neus diep in de sneeuw, sporen van purpero vlekken tec- kendon zich daarop af, een kort gehuil een zijsprong in het hout en do zoekenden waren ter plaatse. Daar lag do gestalte van een man op den bodem uitgestrekt. Uit een die po arm wond was een donkere blocd- golf gestroomd. De vrouw wierp zich over hem. ,,Koenraad, Koenraad, leef je?" Do jager herkende de stem van zijn vrouw en noemde haar naammaar toen verdween weer zijn bewustzijn. Aunc-Marie had haar gewone rust ©n bezonnenheid terug verkregen. 2üj sneed mot heb jachtmes van haai: man behoed- saam de mouw van lijn ja« opent or.def- Bijbelgenootschap ging ook dit jaar voort met het verspreiden van bijbels voor gerin gen prijs. Door sterven en vertrek verloor de afdeeling eenigc leden en begunstigers, doch het geleden verlies werd ruimschoots vergoed door de nieuw gewonnen contri buanten. Do afdeeling Leiden van het Genoot schap tot bevordering van Gods Koninkrijk op Aarde ging door overlijden en bedanken van een aantal leden ook dit jaar weer achteruit De ChristeJijko' Jon gedochte rs vereeni ging Spreuken 9 vers 10" herdacht haar 25-jarig bestaan en verkeert in goeden staat evenals do Christelijke Jongelings- vereeniging Prediker 12 vers la" wier le dental 58 bedraagt. Aan do vereeniging ia een bibliotheek verbonden bevattende 650 boeken. Van haar gaan tevens uit een knar penvereeniging met 80 leden, een jonge- liodenvereeniging met 34 leden, een man nenkoor met 30 leden, en een Zondags school met ongeveer 650 leerlingen. De Christelijke Meisjesvereeniging onder do zinspreuk „Psalm 124 vers 8a" telt on geveer 30 leden en vierde haar 25-jarig be staan. Aan de vereeniging is verbonden een Jongedochtcrsvoreeniging ondor dezelfde zinspreuk, die bijeenkomt voor het beoefe nen van den zang en het verrichten van naaiwerk tor voorziening in de behoeften van weduwen en weezen in de gemeente. Van de Christelijke Wijkvereeniging „Pniël" gaan uit bijbellezingen ICinder- kerk, Zondagsschool, naaikrans, enz. Al le takken van dienst zijn bloeiende. Voor zitter en secretaris zijn resp. dr. J. Hoo gonraad en de heer J. B. Meynen. De Gercf, Jongeling6vereeniging „Obad- ja" stelt zich ten doel om jongelingen tot nuttige leden to vormen voor Kerk, Staat en Maatschappij, en tracht dit doel to be reiken dojr het maken van opstellen over verschillende onderwerpen en tevens door heb bestudeeren an vaderlandsche gescnie- clenis, politieke en maatschappelijke vraag stukken. Het ledental aan het begin des jaars tot 76 gestegen, daalde in den loop van het jaar tot 62. De vergaderingen wer den goed bezocht. Onze Centrale. Do kabels, waarlangs de voor het mce- rendeel onzer zoo geheimzinnige kracht de zer ec-uw zal stroomen, zijn gelegd. .Naar men mij verzekerde, stroomt z© reeds, zij het dan ook afgebroken, voor het beproeven van enkelo, reeds gereed gekomen aanslui tingen. Binnen korten tijd is Leiden „eico- trisch 1" Deze bedenkingen doen mij de pen op vatten om eens heb een en ander op te wer pen. Misschien is er reeds 't een of ander, geheel of gedeeltelijk, in dien geest beslo ten, en dan is mijn geschrijf natuurlijk overbodig. Eenigc jaren terugziende, donk ik aan de opening van een andere stedclijko inrich ting: het abattoir. Ik herinner me, hoo to<m i-ct stadsbestuur de goedheid had, do- ze inrichting, tegen een klein entréo, ge heven ten bate van een of meer instellin gen van liefdadigheid, ter bezichtiging te stellen. Zal dit ook ditmaal met onze nieuwe centrale plaats hebbenMij dunkt, velen zullen weder, evenals bij de oprichting van het abattoir, van deze gelegenheid eea dankbaar gebruik maken. Do electricitoit hoeft nu eenmaal do sympathie van ons twintigste-ecuwersZe doet veel; laat ze nu ook tovens eens optreden als ,,spckster" der kas van eenigc liefdadige insfcellingca bier ter Btedc Maar er is nog iets. We krijgen te doen met 'n geheimzinnige, voor veleD in aard cn wezen onbekende, soms gevaarlijke kracht, en velen van ons zullen er mede moeten omgaan. Denk nu niet, lezer, dat ik van plan ben, de goö- gemcento bang te maken of af te schrikken, ik zou daarmeo het gemeentebestuur een slechten dienst bewijzen, maar toch, we staan zoo gansch odvoorbereid tegenover 'n kracht, die in staat is, ons op zulk een ontzettende wijzo zijn kracht to toonen, vooral, wanneer wij onoordeelkundig met haar omgaanen wie leert ons telkens waar zocht de wond, wieech ze met verkoelende sneeuw uit en verbond zo zoo goed moge lijk met den doek, welken zij om den hals had geslagen. Daarop deed zij een poging om den machtelooze op to heffen. Gaarne bad zij, als eertijds de trouwe slotvrouw van Wijnsberg, op haar schouders den teo- deren last voortgedragenmaar de ge wonde steun do luid bij do aanraking en het ging dus niet. Radeloos keek do ongelukkige om zich heen. Het had opgehouden te sneeuwen do storm was gaan liggen, nog slechts een licht, windsuizen verbrak do plechtig© stilte van den herfstnacht. Anne-Marie knielde op den met sneeuw bedekten bodem cn legdo voorzichtig het hoofd van den verwonde in haar schoot. De trouwe hond zette zich ter zijde van haar neer en van tijd tot tijd vervulde zijn klaaggeluid do lucht. Armo vrouw. Zij was eenzaam, geheel en al eenzaam in haar nood; want wie zou op dit uur zich naar de ongeluksplaats begeven om hulp to bicden 1 Maar hoewel zij ook conzaam was, verla ten voelde zij zich niet. Nog bescheen het licht des hemels daar cn schitterde de glans van milliocncn sterren op do vorsch gevallen sneeuw, welke als een lijkkleed over do aardo was uitgestrekt. Anne-Marie had van haar vroege kinds heid af dikwijls en gaarne gebeden. De vlucht der ziel naar boven was haar be kend. Zij schouwde ten hemel en haar ge bed drong opwaarts naar dc lichte hoog te, niet als de smartkreet van eeu ver twijfelde, neen, als dc innige bede van oen kind, 'dat in zijn hoogen nood bij den Vader oiu redding smeekt. En deze bleef do grens is, waar het oordeelkundige eindigt en het onoordeelkundige begint? Snuffelende in een van de vele tijdschrif ten, die me door de handen gaan, vond ik eenigo weken geleden (in de Gas- en Watcrfittor) een stukje over kort sluiting, daarin een paar staaltjes omtrent dat onoordeelkundig omgaan met clectri- citeit. B.v.: Iemand bad met jCen mes a&n de geleiddradcn gepeuterd. Resultaat: Ver brande vingers. Een ander :had zelf ge poogd een gesprongen gloeilamp door een pioinv© te vervangen. Resultaat: Handen verbrand, kleeren verbrand. Zie, velen zullen niet "weten, wat ze, ia tal van gevallen, doen of laten moeten en daarvoor kan en moet gezorgd worden. Zou het nu niet aan te bevelen zijn, het door mij zooeven voorgesteld bezichtigen der centrale tc oombineeren met een aldaar te houden korte lezmg in populairen vorm, door b.v. een der hoofdbeambten dier in richting? Geen hoogere electrophysica, maar een zakelijke en duidelijke, voor elk een bevattelijke bespreking van die dingen, waar de verbruiker mede te doen zal heb ben of waar hij zich voor wachten moet? Een gelegenheid, Waar in hot algemeen vragen gedaan kunnen, en antwoorden go- gevon worden, een en ander opgehelderd .door proeven? Mij dunkt, zoo'n kleine cur sus, toegankelijk voor elkeen, zal niet alleen allen, die reeds aangesloten zijn, ten gocdo komen, maar vele anderen, niet aangeslotenen tot aansluiting animeeren. Gaat men er toe over dan is het misschien wenschelijk, dezelfde lezing eenige malen te doen plaats hebben, b.v. 's morgens en 's middags. Wie dan 's morgens verhinderd is, kan 's middags, en omgekoord. Mooht het gemeentebestuur hiex*toe, om redenen, niet kunnen overgaan, dan is mis schien de vereeniging „Leiden s Be- 1 ang" er toe genegen; laat deze het eens in overweging nemenNaar ik meen, deed ze reeds zooiets dergelijks, een herhaling, meer aangetast aan de inrichting alhier is misschien niet kwaad, ook opscherping van 't vroeger gehoorde kan zijn nut heb ben. Hopende, wellicht op deze wijze iets bij te dragen tot het wèl eener nieuwe Lcid- sohe inrichting en van hen, die eerlang tot haar in betrekking komen te staan, noem ik mij, M. d. R., U dankend voor de ver leende plaatsruimte, Achtend, Uw dnsfcw. CORNS. VAN DER VEN. Leiden, 20 Sept. 1907. Wijziging der Mo tor- en R ij - w i e 1 w e t 1905. Een drietal wijzigingen der Motor- cn Rjjwielwet zijn aanhangig gemaakt: lo. om in artikel 1 te lezen, dat verstaaa wordt ondor wegen alle voor het openbaar verkeer openstaand© rijwegen met de daar- too bohoorendo voetpaden en bermen of zijkanten. De bedoeling van dit voorstel is om duidelijk tc doen uitkomen dat voor het begrip „weg' een voetpad alleen, niet voldoend© ia, maar dat daarvoor noodig is oen rijweg met voetpad. Bijgevolg zal eerst een voor het geheele wegcomplex gesteld rijverbod kunnen ooleveren sluiting van een weg in den zin der wet en zal bijzon dere regeling van het verkeer over de daarlangs liggendo voetpaden aan de lagere besturen verzekerd zijn; 2o om in sommige grooto steden moge lijk te maken dat rijwielen en motortwee- wieiers worden verboden zonder tegelijker tijd automobielen te weren, en voorts om in sommige straten van kleinere bebouwde kommen een afzonderlijke sluiting „voor allo motorrijtuigen'' mogelijk te maken; 3o. om aan de gemeentebesturen toe te staan bij plaatselijke verordening ten aan zien van wegen binnen bebouwde kommen der gemeenten een hetzij door motorrijtui gen, hetzij door motorrijtuigen en rijwielen in acht t© nemen maximum-snelheid, niet beneden vijftien kilometer per uur, te be palen, mits de verordening voorschriften bevat ter verzekering, dat de in acht t© nemen maximum-snelheid wordt aangeduid door waarschuwingsborden van een door den minister vast te stellen model. De Minister verklaart echter zelf voor do veiligheid niet veel heil te zien in een" maximum-snelheid, doch meent, dat met het oog op dc stofplaag bijv. een matige gang in bebomvdo kommen aanbeveling kan verdienen. Wijziging der Ongevallenwet. Bij dc behandeling van de interpellatie van den heer Stork in do Eerste Kamer Averd door den minister Yeeg:ns als een der hoofdoorzaken van het tekort, waar- medo dc balans der Rijksverzekeringsbank sluit, aangegeven do te gunstige indccling van het bedrijf van laden en loseen van sobepon. Per maand werd hierdoor door de Rijksverzekeringsbank ongeveer 50,000 verlies geleden. Later is hij Kon. besluit het bedrijf van laden of lossen van schepen in do hoogste gevarenklasse ingedeeld. Doch ook daarna bedroog het maandelijksch ver lies voor de Bank nog 30,000. Daarom heeft de minister thans een voor stel ingediend om voor dit bedrijf een zes tal nieuwe ge varenklassen te vormen, waartoe» een wijziging wordt voorgesteld van art. 31 der Ongevallenwet. Wijziging der Gemeentewet. Blijkens het Voorloopig Verslag ver klaarde men zich bij het Afdeel ingsondcr- zock vrij algemeen ingenomen met de strek king van het ontwerp. Van meer dan eene zijde werd intusschen de vnaag gesteld of het ontwerp ver genoeg gaat en of het niet aanbeveling zou ver dienen den gemeentebesturen nog eenigc meerdere vrijheid te laten. Men wenschte onder meer twee vorande- ringen: lo. werd in overweging gegeven de bepa ling, dat een ambtenaar van den burgerlij ken stand, die den secretaris of den ge meente-ontvanger vervangt, van rechts wege ophoudt die betrekking te bekleeden, niet van toepassing te verklaren op een persoon, die genoemde ambtenaren tijdelijk vervangt; en 2o. de benoeming tot ambtenaar van den burgerlijken stand mogelijk te maken van onderwijzers. Dit werd wenschelijk geacht vooral met het oog op het platteland. worden bij de te dier zake aanhangige mo tie van de heeren Duymaer van Twist en Van do Veldo. Alleen acht de Min zich verplicht op te komen tegen de in liet ver slag voorkomende bewering, dat dc luite nant. Ohristoffel op cenigazins bevreemden de wijze zou zijn bevorderd. In dc Kamer zitting van 21 November 1906 meent do Minister te hebben aangetoond, dat die be vordering alleszins gerechtvaardigd wa8 en in het belang van den dienst moest geschie den. Dc herziening van de geldende regeling van 1859 is nog in behandeling bij het De partement van Koloniën. Eerst nadat do behandeling van het concept geheel zal zijn beëindigd, zal kunnen worden beslist of en hoe het aan de Kamer ter kennisneming zal worden overgelegd. Door de thans voorgestelde regeling wordt geenszins vooruitgeloopen op de kwestie van fusie der Nederl. ©n Indische officierskorpsen. Trouwens, deze zou c.q. toch niet tot stand kunnen komen zonder oen speciale wettelijke regeling. De tekst van het nader gewijzigd art. 42 van het Regeeringsreglement wordt, bij de gewijzigde redactie, thans als volgt aan de Kamer voorgelegd. „Do Gouverneur-Generaal is opperbevel hebber van de in Nederlandsch-Indië aan wezige landmacht. „De bevelhebber der landmacht wordt1 door den Koning benoemd. Wanneer bij heb openvallen van do plaats van den bevel- hebber do benoeming van zijn opvolger niob geschied of in Nod.-Indië niet bekend is, of wanneer de benoemd© in de spoedige aanvaarding zijner betrekking verhinderd wordt, voorziet de Gouverneur-Generaal in de tijdelijke waarneming. „De officieren worden door den Koning of door den Gouverneur-Generaal benoemd, al naar gelang hij, die aldus benoemd wordt, verblijf houdt buiten dan wel bin nen Nederl.-Indië. „Op den voet, Lij algemeene verordening te bepalen, worden do rangen van opper- officier verleend door den Koning en ge schieden allo overige bevorderingen van de officieren door den Gouverneur-Generaal. „Do opperofficieren en allo buiten Ncd.- Indië vertoevende officieren worden ont slagen door den Koning, alle overige offi cieren door den Gouverneur-Generaal, een en ander op den voet bij algemeene veror dening te bepalen. De regelen omtrent het toekennen van pensioenen en gagementen worden bij alge meene verordening gesteld." BEVALLEN: M. M. A. A. Coebergh g»b. Van Craoeuburgh Z. J. van Kuger g«b. Van Boot hoven D. S. AI. Marck geb. Koorde» Z. A. birnous geb. Tetteroo D. L). C. v. d. Reek geb. r. d. Brotk Z. I. van Vliet geb. De Jong Z. tl. YV. AI. Koet geb. Verscbragen Z. H. Paal vast geb. Zwart Z. Cb. YV. F. A. Philippo geb. Dozy Z. A. van Duuren geb. Gorró D. Qr. Ju geb. Nieuwenhugsen Z. 3. Beekman geb. Klinkhamer Z. J. Jansen geb. Araoldua Z. E. ldeek geb Vos Z. J. H. Brit geb. Boezaart Z. Uh. AI. Kriek geb. Gijbeis Z. N. Sollie geb. De Koode Z. A. C. de YVskker -geb. de Kok D. Ai- J. Franse geb- Goddgu Z. A. Uarte- velt geb. Van Oosten D. Jd. Jongachaap geb. YYiegereina Z. S. C. Brugman geb. Bos D. GKHUYVD: J. Fakkel jm. en J. Dee jd. J, Tierolt jm. en Af. van der Linden id. H. Loebe* jm. en J. Flippo jd. L, Ouwerkerk jm. #n E. Eradus )d. OVERLEDEN; B. J. Staphorst AL 63 j. H. Akerboom Z. 45 j. N. M. Broekbaijzea YV. 78 j. T. Zirkzee Al. 04 j. P. Jansen YV. 73 j. T, Aluuoik AI. 48 j. A. AI. v. d. Kaag geb. Da Graaf AV. 90 j. A. SckJagwein Z. 18 d. Af. E. van der Leek D. 46 j. D. Hoekstra geb, Veldman YV. 75 j. C. Desraet geb. Dahrs V. 35 j. Be commandant van het veldleger. Bcnioejming offioieren In- disohleger. De minister van koloniën heeft het af- deelingsverslag beantwoord over het wets ontwerp tot wijziging van art. 42 van het Indisoh Regeer i-ngsreglcment. De Minister erkent dc wenschelijkheid om het artikel zóó te redigeeren, dat alle mogelijke twijfel wordt voorkomen. Hij Ls daarom bereid gevonden de redactie ter vermijding va/n onduidelijkheid nog na der aan te vullen. Ernstig heeft de Minis ter overwogen, of van deze gelegenheid ge bruik zou moeten worden gemaakt, om ten aanzien van de benoeming, de bevordering en het ontslag van de Indische officieren van stelsel te veranderen. Maar hij heeft daartoe geen vrijheid kunnen vinden. Bo- lioud van het bestaande stelsel strijdt geenszins met het bestaande streven om In dië in de regeling van zuiver Indische aan gelegenheden meer en meer zelfstandig tc maken. Welke zelfstandigheid men ook aan Indië moge willen toekennen, dc bedoeling kan toch nooit zijn om den band, die tusschen het moederland en de kolonie bestaat, te verbreken. Waarom zou dus niet, evenals ten aanzien van de hoogste civiele betrek kingen het geval is, ook niet dc benoeming voor de hoogste militaire rang., i aan do Regeering hier te lande blijven voorbehou den? Dezelfde mate van onafhankelijkheid, die dc Koninklijke benoeming aan do hoog ste civiele ambtenaren waarborgt, moet ook aan dc militairen van de hoogste ran gen worden verzekerd. Togen de benoeming en het ontslag door den Koning van de officieren, die buiten Nederl.-Indië vertoeven, kan voorts geen bezwaar bestaanhet is zoowel in het be lang van de betrokken personen, als van do vereenvoudiging der administratie, dat do benoeming en het ontslag van die offi cieren niet bij den Gouverneur-Generaal worden overgebracht. De vraag of de regeling van de positie der officieren bij de wet, dan wel bij Kon. besluit behoort to worden vastgesteld is los van dit wetsontwerp. Zij kan behandeld gen het ook do strooraen. Do van het ijs ontketende beek verbelt het aan do zon nige gouwen, dc donkere bosschen; van uit den top van den eik roept de koekoek hot uit in het dal en dc zwaluwen schet teren het van het dak. Het vergeot-m ij- nietje doet de blauwe oogen open en dc gouden primula ontwaakt uit den winter slaap alles kijkt verwonderd in het rond, hoe alles zoo schoon geworden is. De gan- scho natuur viert vroolijlk het wonder barer opstanding. Door het hooge geboomte echter schrijdt eon man, dio niets weet van de algemeene vreugde. Het woud is zijn woning, hij kent de eenzaamst© plekken en slingerendst© paden. Daar ontkiemt geen grassoort, welker naam hij niet kent, dc stemmen der vogelen zijn hem bekend, als zijn eigen. Vroeger had hij er zoo gaarne naar. ge luisterd cn met die kweelers om het hardst gezongen maar thans zijn zijn lippen stom. Wat is er, dat hem drukt? De armoede niet, want hij had het loven niet anders gokend ook niet ziekte, dat zegt ons zijn geheele krachtig© verschijning. Alaar het gewicht, dat hij dragen moet, komt uit zijn hart »>n dat hart is zwak en aan druk ongewoon. Nu wendt zich zijn pad en hij staat voor een hem zoo bekend tooneel. Omzoomd door hooge beukenstammen, ligt daar een malsch© groene weide, ©n daarop staat een klein huis. Het is zijn huis, dat Kom van het grootste geluk vertelt en van het diepste leed. Zijn stap wordt talmend, zijn voor hoofd meer ©n meer bewolkt; het is, als vreest hij voor wat liij daar binnen ver wacht. Nu is hij aan de huisdeur gekomen: den arm op het kozijn van het klein© ven ster geleund, kijkt hij zijn huis in. Zijn oog Bij Kon. besluit van 16 dozer is, met in gang van 1 Oct. benoemd tot comm&ndanC van het veldleger, do adjudant in buiten- gewonen dienst van H. M. d© Koningin^ de iuit.-goneraal A. Kool, chef van den generalen staf, on zulks onder eervolle ont heffing uit zijn tegenwoordige functie. Kamerverkiezing Schiedam. Door afgevaardigden der R-K., L.-H. en A.-R. kiesvereenigingen in het dictricf) Schiedam is gisteravond besloten hun kiesr vereenigingen voor het lidmaatschap der Tweede Kamer do candidatuur ap.n t© be velen van jhr. Do Geer. ziet vaag een gestalte, welke daar iu des ouden leunstoel van grootvader rust. Tegen het kussen van donker leder leunt het hoofd van een jonge vrouw met goudglanzend haar. De prachtige vlechten welke eens als een gouden kroon het hoofd sierden, vallen nu aan weerszijden langs de schouders neer; het moedo hoofd vermag dien last niet meer te dragen. De gesloten oogleden met de donkero wimpers rusten zwaar over ver moeide blauwe oogen. Het stille, blceko gelaat draagt zelfs in deze rust nog do uit drukking van smart. De man staart op het droevige beeld; een eigenaardig gevoel be sluipt hem bij dezen aanblik. Waaraan herinnerde het hem toch? Is die blecke vrouw daar in den leunstoel dan werkelijk zijn vrouw, zijn Anne-Marie? Ha, nu door vaart hem plotseling een huivering; een ijzige hand schijnt hem het hart te zamen to persen. „Die steenen gravinkwam over zijn lippen. Dio „steenen gravin" wa3 het schrikbeeld zijner jeugd geweest, dat nu in manncnleeftijd nog niet het akelig grauwe voor hem verloren had. Hij was nog ccn zeer klein© jongen, toen zijn moeder hem eens naar de nabijgelegen slotkapel had medegenomen, .waar men ieder jaar een rouwdienst hield voor de ziel der ontslapen vrijvrouwe van Gülden- aforten. Op het licht ontvankelijk gemoed van het kind maakten dc lijkbaar met het zwarte kleed, de brandend© waskaarsen cn liet vrouwengezang een diepen indruk. (Wordt vervolg I). niet uit. Hoe lang haar gebed geduurd had, eer deze kwam opdagen, kon zij la ter niet heggen. Maar plotseling spitste de trouwe wachter do ooren cn luid als te voren klonk zijn gehuil door do stilte. Anne-Marie geloofde in d© verte eenig geluid t© hooren als van menechenstem- men. Het kwam nader en nader. Door het hout stoven tweo honden en bij het zien van dez© zeldzame groep sloegen zij aan. Des jagers vrouw deed een poging om haar hulpgeroep to laten klinken, maar geen geluid kwam over haar lippen. Maar het was ook niet noodig, want het schijn sel van lantaarns viel op den bodem en na een wijle stond de houtvester, door eenige mannen vergezeld, vóór haar. Deze wakkere man werd niet spoedig aangedaan, maar meer dan eens kon men -hem later hooren zeggen: „Nog nooit heb ik iets zóó roerends gezien. Mijn le ven lang zal ik dat niet vergeten." Anne-Mario, di© nog altijd niet bij macht© was een woord uit to brengen, toen haar redders vóór haar stonden, zag hen met ontzettend smartelijke uitdruk king aan en wees met stom gebaar op haar gewonden man. „Leecft hij nog?" was do eorsto vraag van don houtvester. Toen verkreeg cle vrouw d© spraak weer cn riep onder stroomendo tranen„God dank, hij leeft." „Goddank, Goddank," klonk het ook van de lippen der cmstaanden. II. Heb is lente. Op haar zacht© vleugelen draagt d© lauwe lucht deze boodschap door het wijde land: ruischend verkondi-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 6