Dames-smokkelaarsters. Dames hebben den naam bijzonder han dig te zijn in het smok celen. Eenige staaltjes daarvan vertelt een da me, die zulke smokkelarij van nabij heelt gezien. Eenigc jaren geleden reisde zij vsn Konstantinopel naar Sofia in een dames- afdeeling te gelijk met een voorname Turk- sche dame. Met een wonderbaarlijk Fransch, met Turksche en met Griekscho woorden, die zij kenden, begonnen .'j een gesprek, waarbij zij vernam, dat de dame naar een getrouwde zuster ging, die in Bulgarije woonde. Om een idee te geven van haar voornaamheid, haalde zij uit haar koffers allerlei mooie dingen, die ik bewonderen moest. Doekjes met breede, met de hand gestikte ramden, zakdoeken met soortge lijke handwerkjes, sluiers en groote kant werken van Brussazijde en dergelijks. Yol belangstelling bekeek de dame de prachtige geschenken, toen de Turksche nog op een dikken zak wees, die haar als vostenba/nk diende. Koffie 1 Ongeveer 2025 pond. De dame gaf haar verwondering er over te kennen door den uitroep: Duane (kommae- zen) 1 Zij moestem tooh de Belgische gren zen passeer en en ik .wist, dat de komruie- zen op zulke dingen en op koffie en siga retten vooral scherp toekeken. De Turksche maakte een karakteristieke afwerende be weging met het hoofd, trok smalend met den mond en zeide: ,,Yetsch, (nein) Ma dame, ne vient pas ici,^ waarmee ze blijk - baan de kommiezen bedoelde. Den volgenden morgen kwamen ze aan de grenzen m Herma-nli aam Een kom mies kwam ook hij haar af deeling, keek ■na^ir binnen, zag de Turksche dame, die onderwijl haar Feridsehi (Turksche hoofd doek) oven het hoofd had geworpen en ver dween om de Mohammedaanse he gevoelig heid niet te kwetsen, zoo gauw1 hij kon bij het zien van de Turksche dame. Na enkele oogenblikfeen kwaan een oude vrouw bh>- men. „Hapcm (mevrouw)-/' zeide zij tot de Turksche dame, „de Duantschi (douane) zendt mij om u te vragen of u ook behtst- bare zaken bij u hebt,1" „Zeg don beambte," zei ze op geërgerdèn toon, „dat ik niets bij mij had d.tn wat ik op de reis moet gebruiken," antwoordde as waardig. „Een beertje «.c Efie voor de reis." Tegelijk daarop nam ze een sierlik reis- koffiepotje met een prachtig spiritushcht- je en begon koffie te zetten. Tegelijk diaar mee wierp zij de oud© vrouw onverschil lig eenige nakketen muntstukken en siga retten voor de voeten. Zegenwenschon murmelend verliet de oude met een vriendelijken grijns de af- deeMng. De douanen waTen ze voorbg. Een anderen keer reisde dezelfde dame, die dit verhaal doet, van Berlijn naar Wee- nen, ook met een dame in een apparte ment voor dames. In Tetechen opende zij als gedisciplineerd staatsbur^eres haar koffers voor de douanen. De dame naast haar liet dat alle® koud. Zjj kreeg niet eens den sleutel. De douane kwam bannen, onderzocht de goederen van de verhaal ster zeer nauwgezet en kwam toen bij haar medepassagier. „Ik verzoek u," zeide deze in onberispe lijk Weensch, „het is volstrekt niet noodig mijn koffers na te zien. Als men naar Ween en gaat, waJt zal men dan nog mee nemen Deze opwekking van het nationale gevoel werkte. De douane plakte de etiquetten op de ongeopende koffers. Vier weken later ontmoetten beide dames elkaar in Weenen en spraken af te ramen weer naar Berlijn te keèren. „Maar dezen keer zult u onge twijfeld nw koffers moeten openen," meende de vertelster. „Afwachten en thee drinken," antwoord de de andere. Weer in Tetschen. Dezen :keer hield de vertelster haar koffers weer Haar, maar de smokkelaarster stoort zich aan nieste, ligt gemakkelijk op de bank en toean de douane, komt, zegt ze thans rn hot onberispelijkste Hoogduitsch: „Mag ik u verzoeken op de gesloten koffers wij zend die een groot aantal Weensche mode toiletten hervatten aJle9 zaken voor de reis. Waf; zou men kunnen meenemen als men naar Berlijn gaat? En ook de brave Sakser liep er. in. Ameriicaansche focde'aars. De Amerikaanscho millionnair Johan Scott is bezig een vereeuiging van vermo gende menschen op te richten, die zioh ten doel stelt maatregelen te beramen tegen de tallooze bedelbriefven, waarmee ze eiken dag lastig gevallen worden. Het moet enorm zijn, zooveel bedelbrieven er dage lijks inkomen: Duizenden menschen honden er zich spe ciaal mee bezig rijke erfgenamen of prijs- winners in de loterij regelmatig met ver zoeken lastig te vallen. Soott zegt, dat er lieden onder loepen, die het niet eens noo dig hebben en in vrij goeden doen yerkee- ren, doch gaarne nog eens een .weinig zware poging wagen, om in nog betere condities te komen. Yoor eenige jaren, zoo verhaalt deze rijkaard, kreeg ik een erfe nis van twintig mülioen. Nauwelijks had i!k het bericht ontvangen, of ik kreeg een waren zondvloed van bedelbrieven in mijn huis. Honderden mij totaal onbekende menschen boden mij hun. diensten aan- In het begin hield ik mij er zelf mee bezig die brieven te lezen, doch spoedig zag ik mij verplicht een secretaris aan te stellen, wien ik last gaf mij op brieven te atten dee ren, die een stempel van waarheid droegen. Wat heb ik böerbij een ondervin ding opgedaan 1 Een ongelukkige vader, die mij in helle kleuren het ongelukkig lot van rijn zieke dochter acfoflderde, die zou kunnen genezen door eeöigen tijd ergens buiten te vertoeven, bleek onderzoek eSn .welgesteld man te rijn met een acade mischer titel, die in de stad een groot bu reau had ingericht, van waar uit dagelijks de noodige bedelbrieven de wereld werden mgesonden. De arme weduwe möfc veertien kinderen, die allen te zamen van een dollar per dag moesten leven, dien rij met groote moeite verdiende, ontpopte rich, als een eb lendigen dronkaard. Ondervinding deed ik veel op, zóóveel, dat ik den secretaris ont sloeg en dageBjks een ferm vuurtje deed aanleggen. Miss Helen Gould, misschien de vaeidar digs te Amerikaanscho, ontvangt wekeEjka gemiddeld een 200-tal bedelbrieven. In een week tijds -zou ze, als ze de klagers allemaal had wéllen helpen, vee müüoen en in een jaar tijds over -de 300 mSSoem armer geweert rijn. Is dansen gezond? Deze vraag kan zelfs door „De Dams- lceraar", orgaan van de Nedexkradsche Dansondeiranjeersvereemging, niet met ccn absoluut en voor iedereen geldend „jaP* worden1 beantwoord. Yoorop wordt gesteld, dat de dans in bet algemeen gunstig werkt op de harmonische ontwikkeling der, verschillende spiergroe pen en ons een zekeren eleganten gang versohaft. Maar zwakke personen, vooral zij, die hanfcgebreken hebben, of wier ademhalings organen niet in, orde rijn, zoo ook jonge meisjes, die aan bleekzucht lijden, moeten in het geheel niet of weinig dansen. Of rnen gezond of niet gezond is, steeds moet men met dansen ophouden, als men hartkloppingen voelt of duizelig wordt. Yóór alles rafig de eerste wals nijfc te lang duren; men moet rich eerst een weinig gewennen aan do veranderde lichaamsbe weging. Een bijzonder gewichtig punt uit bal- hygiënisch oogpunt is de kleeding, minde; misschien bij do hceren dan bij het schoojie geslacht, dat' helaas, maar al te vaak, de mode ter wille, de eenvoudigste hygiëni sche voorschriften verwaarloost. De Hee ding moet licht zijn en zoo, dat de bewe ging van het lichaam en bovenal de adem haling op geen wijze worden verhinderd. Daarom, voor alles, niet te nauw rijgen. Ook de laarzen, die bij het dansen wor den gedragen, laten veel, zoo niet alles te .wenschen over. In plaats van lage, gemak kelijke dansschoenen, zooals vroeger wer den gedragen, beeft men nu nauwe laars, jes, waarin de voet geknepen wordt, met spitse teenen en hooge hakken zoo wil het nu eenmaal de lieve ijdelbeid al branden dan ook de voeten als vuur, en veroorzaakt ten slotte elke schrede pijn. Wat op deze wijze wordt gezondigd, wil men op een andere wijze weer goed maken. Wanneer men zeer verhit .ra, heeft eea koude dronk vaak ernstige gevolgen, dat weet men, en daarom ontzegt men rich eiken verkoelenden drfamlk. Een teug bóer of limonade kan geen kwaad, ten minste als men daarna voorfcdanst. Mee/dero spierbeweging bij het dansen m vereeuiging met de hooge temperatuur van de balzaal leidt tot een 'hoogone w-arm- te-uitstraling in het bijzonder door water verdamping aan de oppervlakte van het lichaam. Onder normale omstandigheden verliest de menscfa per dag 300 gram wa ter, bq meer lichaannrinspanning tot 2500 gr am, en dot heeft natanrriijk uit droging van ons organisch weefsel ten gevolge, die zich in een meer of minder sterk gewei van dorst openbaart. Het is dos een na tuurlijke aandrift, het gevolg geven aan een natuurwet, die ons beveelt te drinken. Alie-s nsat mate, naknoudijk. Mpd moet steeds een enlkele teug drinken en er op letten, dat wat mem. gebruikt, niet koud is ais ijs. Verder 'moet men, zooais reeds gezegd, na bot drinken het dansen voort zetten, en het in eik geval vermijden era rich dadahjk naad een minder warme plaote te begeven.: B© seficoeEng van bénnen door koud drinken en de intensieve warmte-bnttrëk- Ikmg van de huid uit docrr de plotselinge inwerking der koudere buiterdnebt werken te zamen en een verkoudheid is het gevolg der oirvooirichtógheiid. Hefc is beter, dat men- de balzaal niet eer verlaat, dan waarneer men voldoeaie is afgekoeld; nog beter is het, dat men in bet geheel niet dsüsb kort voor het veiflaten van het bal, terwijl meestal juist tegsn het eindö <fo paartjes rich het harte- tcdhteiQksfc bewegetu. Dit is een verkeerde gewoonte,, cfie uit hygiënisch oogpunt de scherpste vercocdeeling verdient. De pompadoaps des* Engel» 9obe damesS Do griften der mode zgn onuitputtelijk; de handtaEcbje3 deer voorname dines, -lie do taschjec! uit zacht leder of met bloemen versierd brokaat kunstvol vervaar digde pompadours, waarin de echoonen haar beurs, fijn batisten zakdoekje, haar kleine göbeimen, poedeff-doosrjes, paafum- ftesöhjea, zakspieöeltj.as en andere beschei den faripariddalen voor haar schoonheid meenemen, verliezen ham bekoorlijke vor men, werpen him onschuldig uiterlijk af en veranderen zich. in vroesolïjke roofdieren- koppen. Ondier de glazen vurige oogen ziet men de scherpe tanden van een tijger of het grijnzend gezicht van een aap. Aan mooi be werkte gouden of zilveren kettingen hangen deze on gedierten aan de ceintuur der En gelse he misses. Een Hein zijden kwastje hangt uit den bek van'bet vreeselijke beest,; wanneer men er aan trekt, opent zich de bek en de beframdachoende damesvingers duiken zonder vrees af in den muil van het beest, om een kaarten zakdoekje, een porte- monnaie of kalender er nit te halen. De Londenscho winkeliers zijn door deze nieuwe mode een weinig verbouwereerd, maar zij schikken zich toch naar de grillige invallen hunner schoone klanten. Zelfs zijn rattentascbjes modern gewonden en juist deze schijnen een groote aantrekkings kracht op de dames uit te oefenensteed< verlangen de klanten deze dieren, die zij toch levend zoo verafschuwen De ratten- taschjes zijn natuurlijk klein en bieden hoog stens voot een zakdoek-en oen paar hand schoenen plaat*.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 15