ZONDAG5BIAD*
IÉID5CH DAGB1AD
N£. 14595.
Derde Bfed.
21 September 1907.
v.ff.1 if i IT ïïïiipTi j ii ïl; i 7ifit ;i i n
VAN MET -r
ill a«08êeoscö©öOd*« lil
m.
ERIKA.
"FT-ajw Werner hield, onder den vlierstruik
in het s-"8 liggend, zijn middagslaapje en
rookte .laarbij zijn pijpstompje. Met oogen
en ooren spiedde cn luisterde hij in zijns
buurmans tuin, waar in de takken van een
appelboom zijn liefste zat en in een boek las.
Nu en dan hield het meisje daarmede op;
als Hans de een of andere opmerking maak
te, gaf zij eea snibb-ig antwoord of brak een
der takjes van den boom af en wierp dit
haar speelkameraad, die door een lage heg
van den tuin zijns vaders van haar geschei
den was, in het gezicht.
Erika had -em nooit goed mogen lijden.
Hij was zoo zwaarwichtig, geestelijk en
lichamelijk,, altijd zoo in zichzelf gekeerd en
ten overvloede kon hij ook niet op schoon
heid van gelaatstrekken roemen. De goede,
warme, trouwhartige blik van zijn oogen
kwam bij haar niet in aanmerking. Zij zelf
was van eén vroolijkon, luchthartigen aard.
Zij zong en lachte gaarne en was bij regen
weer oven opgeruimd als bij zonneschijn.
Nog leefde zij onder d© zorg van trouwe,
liefhebbende ouders, die een grooten winket
op het dorp hielden en voor welgésteld
doorgingen. Waarom dus zou rij het leven
zwaar opnemen 1
Hans Werner was de erfgenaam van een
boerderij. Op school had hij wel niet veel
geleerd, maar hij was toch op weg, onder
leiding zijns vaders, een flink landbouw-
tRindige te worden. Hij hield veel van het
vlugge, blonde ding, Erika, bijna zoolang
als hij denken kon; altijd was hij bereid
geweest, de guitenstreken, die zij bedacht,
tot uitvoering te brengen. En wanneer hij
ook, nu hij man was geworden, haar licht
zinniger! aard dikwijls berispte, zoo bleef
hij toch haar trouwe vriend en zorgde er
voor, als het hem eenigszins mogelijk was,
haar kleine wenschen te vervullen.
En Erika vermoedde wel de diepere ge
voelens, die zich onder zijn handelingen
verborgen, maar zij hechtte er geen waarde
aan. Zij geloofde zeker, dat zij wel een
schitterender lot van de toekomst had te
verwachten, dan in een boerenhuishouden
de meesteres to spelen.
„Geef mij toch eens een kus, Erika!"
had hij haar op een Pinksterdag gesmeekt,
toen zij 'a avonds laat, door haar ouderg
begeleid, van de herberg terugkeerden.
Onder de ra acht. van haar lieftalligheid en
onder de blijde stemming, die haar goede
luim op hem uitgeoefend had, vond hij
eensklaps moed om het verlangen zijns
harten in woorden te openbaren.
Maar Erika had zich van hem afgewend.
,,Neen, Hans," zeide zij, „ik wil je niet
kussen. Kom met zoo'n vraag niet weer bij
mij aan
„Als ik je om een kus vraag, dan doe
ik het, omdat ik je liefheb en gaarne wou,
„Dat kan niet zijn, Hanal Wij passen
niet bij elkaar."
„Je bent nog jong, Erika," hervatte
Hans ernstig en kalm, ,,en je kunt nog
van besluit veranderen. Ik wacht en hoop.''
Maar Erika weerde hem heftig van zich
af.
„Ik ben niet voor je te krijgen.- Zoo
lang ik leef is er geen hoop voor jou."
Erika's ouders waren gestorven; de va
der ten gevolge van een noodlottigen val,
de moeder uit verdriet hierover.
Huis en tuin werden verkocht en Erika
kwam bij een tante in de stad inwonen.
Zij leefde er op haar oude manier, zorge
loos en vroolijk, maar bleef zeer moeilijk
in haar keuze tusschen de talrijke dingers
om haar hand. Zij versmaadde den een om
deze, den ander om die reden.
Nog nooit was zij in het diepste van
haar ziel getroffen, noch door smart, noch
door vreugde; anders had zij zich welde
liefde van een emstigen man kunnen ver
zekeren.
Nu gingen de jaren voor haar bij do be
jaarde tante doelloos voorbij, en toen deze
stierf, was haar eigen bloeitijd geweken.
Toen eerst begon zij zich eenzaam te voe
len en de ledigheid en nietigheid van haar
bestaan haar te drukken. Zij dacht aan
dezen of genen jongen man, die haar vroe
ger genegen wa© geweest, maar zij waren
allen sedert lang getrouwd.
Ook aan Hans Werner dacht zij, dien
zij nog slechts eenige malen had terugge
zien en die altijd nog vrij was; maar neen,
voor een echtgenoot deugde hij toch niet!
Zij had zich sfceedsche manieren en ziens
wijzen aangewend, waa een dame gewor
den. Hans Werner was gebleven wat hij
was: een eenvoudige landman.
Zij kende nog maar één, die, vol
gens haar meening, bij haar paste. Hij
was bij het leven van haar tante dikwijls
gast bij de beide dames geweest. Op een
buitenpartij" was zij aan hem voorgesteld
geworden..
Hij had zich als een ge pension neer d of
ficier bekend gemaakt, was een man van
omstreeks veertig jaren, ging steeds goed
gekleed en maakte, met zijn kalme,Ivoor-
name manieren, den indruk van een zeer
so lied mensch, die in goeden doen verkeer
de.
Erika zag in, dat het met haar zoo niet
kon voortgaan. Yan de tante, die van een
lijfrente geleefd had, bad zij slechts een
geringe som geërfd. Zij teerde bereids van
haar kapitaal en het zou niet lang duren,
of zij zou verplicht zijn naar een betrek
king om te zien. Zij dacht na wat haar te
doen viel en kwam tot het besluit, dat,
wanneer zij een man trouwde van 'deftig
voorkomen, met een geregeld, alhoewel
gering inkomen, zij met het overschot van
haar kapitaal nog een gelukkige vrouw
kon worden.
I Bah waa lecr-^BraJc^
kwam; zij had steeds bet geluk Sn uiter
lijkheden gezocht, al was zij ook verplicht
geweest haar aanspraken met de jaren wat
te laten zakken. En het duurde niet lang
of zij vierde bruiloft met den man van
htt-ir keuze. Werner kreeg de aankondi
ging, maar. een gehikwensch zond. hij haar
niet.
Yïer jaren slechts; boen had het lijden
haar onderricht over de waarde der lief eb
van haar speelkameraad. Zij had zich in
ieder opzicht in haar man bedrogen.
Wel was hij gepensionneerd officier,
maar zijn pensioen, dat nauwelijks voor
hem alleen voldoende was geweest, kon
geen twee menschen onderhouden. Bij-in
komsten, die hij uit trots ongaarne zocht,
konden hun toestand slechts weinig ver
beteren.
Haar man had zijn hoop op haar ver
mogen gesteld, en te laat erkend, dat hij
zich in zijn voorstelling over dp grootte
daarvan had bedrogen. De teleurstelling
maakte hem ontevreden; hij verliet zijn
rol van beleefd cavalier, die hij tot nu
toe met zooveel vaardigheid had gespeeld,
en ontwikkelde, eigenschappen, die Erika
beangstigden en ergerden.
Haar kapitaal, dat zij ter wille van
haar kind had aangesproken, nader do zijn
einde, hoe onvermoeid zij ook haar best
bad gedaan het door rusteloozen arbeid
en spaarzaamheid te behouden.
Wei had zij in haar barteleed Hans Wer
ner geschreven, te laat erkennend waar
geluk en liefde haar hadden gewachr.
Toen had zij hem den dood van haar
eerstgeboren kind bericht. Maar antwoord
wa© ©r nooit gekomen. Was het hem dan
onmogelijk te vergeven 2
Nu lag zij doodziek neer, een zuigeling
naast haar op het met versleten linnen
bekleede kussen. Zij voelde, dat haar eind®
naderde. Toen schreef zij nog eens
met sidderende hand aan den vriend
van haar jeugd en verzocht hem ter wille
van haar jongstgeberrene te komen, en dit
maal niet tevergeefs.
Toen zij na een hevigen koortsaanval
de oogen opsloeg en zich van haar toe
stand bewust was, staarde zij in Werners
gebruind en gebaard gelaat en op de uit
drukking van smart, die er op lag. Een
gevoel van geluk en liefde doorgloeide
haar op dit oogenblik, zooals zij het nog
niet eer in haar leven had ondervonden.
Een zoete vrede kwam over haar. Met
zacht, weemoedig glimlachen sloot zij
haar slanke, bleek© vingers om zijn krach
tige, bruine hand, en op haar kind wij
zend, spraik zij:
„Neem hot, Hanrt**
Toen sloot rij de oogen voor eten eeuwi
gen slaap. En Hans Werner boog zich
over haar fijn, door lijden doorgroefd ge
zichtje, en kuste voor de eerste en laat
ste maal de blceke en niet meer w eerst re-
veadnjtoat -