BERLITZSCHOOL. Privaat- en Klaslessen Zwarte PIANINO TE HUSJÜ. 8 TURFMARKT 8. LEBDSGHE BESTUURDERSBOND. HE GRACIEUSE f I.371/. pes* kwartaal. Gemengd Nieuws. EXQUISE Wed.J.S'MSUAÜKR&Zn., Leidsche Fabrieksschool. Prospectus franco. Proefles gratis. ^GfarencU rfmur/ffo \n?iiü FEUILLETON. Beproefd© liefde. Vragen en Antwoorden. Vraag. Mijn zuster heeft 6 jaar gele don voor haar verjaardag een gouden ring vau haar moeder gehad, die moeder zelf heeft gedragen. Nu zijn moeder en vader gestorven; hebben nu broers en zus ters het recht dien ring terug te eischen en te verkoopen, om dan het geld te deo- len Antwoord. Neen, dan zouden allo giften, die de ouders bij hun leven aan hun kinderen doen, weer in den boedel moeten worden teruggebracht. Dit is al leen het geval, wanneer het eene kind zoo danig boven het andere bevoordeeld is, dat daardoor aan het wettelijk erfdeel van dat andere kind wordt to kort gedaan. Vraag. Een jonge doohter van 19 jaar is ouderloos, maar heeft een tweede moe der. Dio moeder wil dat meisje gaarne houden en het meisje wil ook gaarne Dij haar blijven. Kunnen voogden daaraan iets doeD Antwoord. Ja, het meisje is nog minderjarig, en kan nog niet zelfstandig haar verblijf bepalen. Vraag. Waarom houdt de collecteur een loterijbriefje in van een arm koopman, als hij een dag te laat komt? Antwoord. Omdat hij anders in strijd zou handelen met art. 0 van de Wet op do Nederlandsche Staatsloterij. CORRESPONDENTIE. In ons num mer van Dinsdag is een fout geslopen in het antwoord op de vraag omtrent het examen voor de universiteit. Er staat: „Om een getuigschrift te schrijven"; dit had moeten zijn: ver krijgen. Faillissement te Par^g. Zooals gemeld, wordt uit Parijs bericht, dat de bankiersfirma Maurice Gallet en Co. insolvent is. Volgens een nader bericht in de „Coto Européenne" zoude dit faillissement van joeer beteekenis zijn dan aanvankelijk werd pndersteld. Men spreekt thans van een passief van verscheidene millioenen, waar tegenover in het geheel geen actief staat. Het Buis in kwestie heeft in Augustus 1904 te Londen een Engelschc maatschap bij opgericht onder den naam „North Witwatersand Góld Mines Ltd.", met een kapitaal van 700,000 pd. stf) verdeeld in aandeelen van 1 pd. st.elk. De ontsporing van den s n o 1- trein uit Rusland, bij Straussberg in de nabijheid van Berlijn, herinnert aan een soortgelijk misdadig opzet kort geleden bij Küstrin. Ook daar waren over eonigen afstand do staven losgewerkt; toen word echter het boos bedrijf intijds opgemerkt en kon een onheil voorkomen worden. Thans is 'de toeleg gelukt. De omstan digheden wijzen voldoende aan, dat de ontsporing bij Straussberg niet aan een ongelukkig toeval te wijten kan zijn. De voordat sneltrein 0 ontspoorde, was ccn andere trein over het traject gekomen, zonder dat er iets bijzonders was waarge nomen. De spoorweg ligt op do plaats van het ongeluk belangrijk lager dan het omgeven de terrein en is aan weerszijden door boo- mon omgeven. Daardoor konden do mis dadigers zioh achter de boomen schuil houden, wanneer do baanwachter aan kwam. Dat het deskundigon zijn, die de rails los legden, blijkt voldoende uit de wijze, waarop zij hun schandelijk werk hebben verricht. De trein'had op het oogenblik der ont- lijn was nog kort geleden vernieuwd en nagezien; de regelmaat waarmede over een afstand van vijftien meter alle schroeven zijn losgemaakt on uitgehaald, moet het gevolg zijn van het werk van schurken, die zioh niet hebben ontzien om het le ven van honderden te wagen, ten einde hun wraak aan één persoon te koelen. De geheele trein op de beide achterste wagens na is ontspoord. Een gasreservoir ontplofte, cc iter .werd daardoor niemand gewond. Van do daders is, hoewel dadelijk met ijver een onderzoek werd ingesteld, nog geen spoor govojiden. Volgens nadere berichten is bij het on derzoek gebleken, dat do rails des avonds volgens hot voorschrift waren geïnspec teerd en in orde bevonden. Een half uur, sporing een snelheid van 85 K. M. De groote sneltrein-locomotief sprong uit de rails, sukkelde nog 135 M. voort over de leggers en boorde zich toen tot over de buffers in den grond. De postwagen werd tusschcn den tender en een goederenwa gen geheel en al verbrijzeld. Daarop volgde een waggon 3do klasse, die zoo ver op zijde ging liggen, dat de reizigers aan de bovenzijde er uit moesten worden ge haald. De volgende wagen, die uit com- par truien tem 2de èn ,3de klasse bestond, geraakte in brand. De restauratiewagen, die daarop volgde, brandde geheel uit. De andere waggons bleven staan, zoodat do reizigers konden uitstappen. Het ongeluikkigste van alle reizigers kwam er een zekere ingenieur Hofmanu af, die op reis was naar zijn aanstaande, cn dio niet alleen eon belangrijk bedrag aan contanten en een portefeuille met be- langrijko papieren verloor, maar boven dien zware wonden opliep. Vroolijk en wel zat luj in den restauratiewagen, toen hij plotseling meende to bemerken, dat cr op zeer eigenaardige wijze werd geremd, en onmiddellijk een hevigen schok kreeg Hij werd tegen de zoldering van den waggr-n geslingerd en vloog daarop eenige meters ver over den grond; glazen, stoelen en allerlei tafelgoed rolde over hem heen Daardoor kwam het, dat een aantal vluch tende passagiers uit den omgekantci Jen en intusschen in brand geraakten restau ratiewagen bij hun wanhopige pogiagen om de door den schok vastgeklemde deuren en vensters te openen en zich te lédden over den ongelukkige heenliepen c-n zijn toestand nog verergerden. Terwijl het den anderen gelukte naar buiten te komen, kon Hofmann, die vast geklemd lag onder een tafelblad, mets doen tot zijn redding. Maar zijn wanho pig gegil werd buiten gehoord en de bijlen der brandweermannen brachten hem be vrijding, juist, toen de vlammen reeds aan zijn klccren begonnen te lekken en hij door den walm en de pijn haast bewusteloos .was. Eerst toen hij buiten was gebracht op den doorgeregenden akker kwam hij weer tot bewustzijn en bemerkte men, dat zijn linker handgewrioht vermoedelijk was gebroken en dat hij builen had aan het hoofd en over het geheelo lichaam; de grootendeels verschroeide klccren hingen hem als lappen langs hot lijf. Toen hij des ochtends te half vijf in he huis zijner aan staande schoonouders was aangekomen, constateerde dc geneesheer hersenschud ding, een gebroken hand en tallooze won- den. Zijn toestand is echter niet hopeloos. Ook een andere reiziger, een veehande laar uit Berlijn, kreeg een hersenschud ding. Een der passagiers, een bankdirec teur uit Oost-Pruisen, die zich in den trein bevond, is nog steeds zoek. Landgenoofen in de Kaapkolonla. Men weet, liet is een bitter slechte tijd in Zuid-Afrika. Duizenden lijden er gebrek, in den volsfcen zin van het woord; velen met vrouw en kinderen. Zoo gaat het een groot aantal landgenooten in de Kaapkolonie. Het Nederlandsche Ondersteuningsfonds to Kaapstad doet wat het kan, maar het geld is op. Het gaat nu in het begin van Novem ber op het landgoed van den heer J. Barcn- drecht, wd. oonsul-generaal der Nederlanden en éerc-voorzitter van de vereeniging een fancy-fair houden, maar het vraagt ook met aandrang steun uit het moederland. Het doet dat met vrijmoedigheid, denken, de zoo schrijft l\et bestuur, gevormd door volbloed-Nederlanders -— aan do mildheid van Nederland, toen het een paar jaar ge-- leden de belangen van de Boeren gold. Nu geldt het „de nooden en het lijden van menscheni die ons nader, veel nader staan dan otize Zuidafrikaansche stamgenooten Nederlanders zelf, en, voor het meerendeel, slachtoffers van de hier hcerschende malai se; Nederlanders, die hier broodeloos rond dolen, tevergeefs uitziende naar werk, dat er niet is> en naar eten voor vrouw en kinderen. Die landgenooten moeten gehol pen worden, zullen ze niet omkomen in dit vreemde, zelfzuchtige land, zes duizend mij len van den vaderlandschen bodem 1 Als we maar een honderdste uit Holland mogen ontvangen van hetgeen indertijd met voor beeldige mildheid werd bijeengebracht voor de Boeren, dan zouden we dankbaar en meer dan voldaan zijn. De heer M. Maas, die tijdelijk in Neder land vertoeft en lid is van de rcgelingseom- missio voor de fancy-fair, zal zich gaarne belasten met het ontvangen der postwissels, p.a. den heer P. Loopuyt, Schiedam. Het bestuur der Vereeniging bestaat uit de heeren R. D. Nauta, lector aan het Zuid- Afrikaanschc Athenaeum, voorzitter; E. A. de Bruyne, secretaris, Jacob Loopuyt, pen ningmeester enz. Java's bevolking. Volgens de laatste tt- nog steeds niet zeer betrouwbare volkstelling, van uit. 1905, wordt het zielental dér inlandscho bevolking van Java en Madoera thans ge raamd op 29,969,005 (1) bijna dertig m i 11 i o e n 1 In alle residenties, op drie na, Semarang, Kedoe en Madoera, werd weder vermeerde ring geconstateerdover geheel Java oi£ Madoera bedroeg deze gemiddeld 5.6 pCt*. bij vergelijking met de uitkomsten der volkstelling van 1900. (1) Hierbij moeten nog worden geteld 9502, zijnde hot bevolkingscijfer van eenigö particuliere landen in de afdeeling Demak, ros. Semarang, Het jaarverslag over 1906 van de Eerste Ned. Verzekering- maatschappij op het Feven en tegen Invaliditeit, gevestigd te 's-Gravonhage, ligt ter inzage en la op aanvraag, evenals de Tarieven en Inlichtingen, kosteloos verkiyg- baar -by den Inspecteur Jhr. A. C. VAN HAEFTEN, Breestraat No. 134, te Leiden. 160 II Tafelperen 5 K.G. br°. en fr° f 2.50 Jutteperen2. Blauwo Pruimen1.35 Dubbele witte Pruimen. 1.50 Reine Claudes1.50 Oranje-Abrikozen 50 en 100 f 1.75 en f 2.75 J. GEK RITS EN, Andelst. Hofleverancier van H.M. de Koningin. 2080 11 te koop aangeboden, wegens plaatsgebrek 2308 6 Te zien: Eapeubnrg 54. fVtïïndeiiiiiakerssteey 4, bij de Waay. PRIMA ADRES voor zuivere Kattuurbofei-, (ioüdsche, Leidoche en vette Edammer Kaas. Ü83b 8 By akte op 17 Juli 1907, voorden Notaris A. J. TERLAAK, te 's-Gra- venhage verleden, naar een ontwerp waarop de Koninklyke bewilliging werd verleend by Harer Majesteits besluit van 6 Juni 1907, No. 48, zyn eenige wyzigingen gebracht in de Statuten van de te Lolden ge vestigde Naamlooze Vennootschap „Biscuitfabriek Nutrix"; gemelde akte, zoomede een uittreksel uit het boven aangehaald Koninkiyk besluit voor zooveel dat op de gezegde Vennoot schap betrekking heelt, zyn sub No. 542 opgenomen In het byvoeg- sel tot de Ne4erlandscbe Staatscou rant van Dinsdag 6 Augustus 1907, No. 182. 2317- 18 Wegens aanstaand vertrek naar elders zyn by huur van het perceel Rembrandtstraat 25 gunstige voorwaarden van den tegenwoordigen huurdtff te bediogen. 2286 7 De inschryving van Leerlingen, voor den aanstaanden Wintercursus, zal plaats hebben op maandag September c.k., des avonds van hallacht tot halfncgen in het Slöjdlokaal Langegracht B9. Jon gens, die do Lessen reeds gevolgd hebben en dit weer wenschen te doeD, moeten zich opnieuw aanmelden. 2312 18 De Secretaris, A. VAN DER HARST. &■-). «W: 'i Wij maken hieityj bekend, dat, nu na het eind van de vacanties ook aan onze school het ge regelde onderricht weer is begonnen. Dagelijks kan met worden begonnen. Van af 's morgens zal iemand aanwezig zijn om aan belanghebbenden iedere gewenschte inlichting te geven en contracten af te sluiten, flet onderricht wordt door leeraren uit de betrokken landen gegeven en hoort de leerling uitsluitend de taal, die hij wenscht te leeren. 2200 70 V- f' - 7' '1 'V- 7"< :X '3 v^-V - - Tot deelnam o aan de Groote BetoogiiJg voor Alg. Kiesrecht, op 15 September to Rotterdam to houden, woTöen alle voorstanders van Algemeen Kiesrecht mat aandrang uitgenoodigd. Allen moeten ditmaal in 't geweer voor het eerste bur gerrecht, waar alles er op wyst dat deze meeting alle vorige nog zal overtreffen. Deelnemers aan do goodkoopo reisgelegenheid (gezolschapkaarten) kunnen uiteriyk tot 11 September, tegen -betaling van'den prys f 1.—een plaatsbowys afhalen aan de Coöperatie Vooruit" on Zaterdagavond aan do 2Saal. 2181 28 Alle deelnemers worden dringend rcütgcnoodigd 's morgens om 8£uur aan de Zaal te zyn, daar gezamentiyk naar 't station getrokken zal worden. Op voor het Alg. Kiesrecht. Het Bestuur E. B.-B. 6G99 40 65) Ten prooi aan de grootste verslagenheid, stond Johann daar vóór haar. „Het komt, omdat hij niet goed meen bij zijn verstand is," beweerde hij eindelijk on ten laatste; „omdat zijn uiterlijk zoo ten eencnmale in tegenstelling is mot zjjn gezegden. Hij waant zichzelf wcor een jongen man en meent, dat hij eerst sedert een jaar of wat getrouwd is en in zijn oude woning in Rus land vertoeft. Het is die tegenstelling, het zonderlinge van die tegenstelling waardoor je zoo geïmpressionneferd wordt. Geloof me, Anna". In zijn ijver om haar gerust te stellen stootte hij haastig haar naam uit. Zij maakte een afwerend gebaar, waarin haar opgewondenheid duidelijk doorstraalde. „Ik d rzic zijn toestand volkomen; maar al to duidelijk doorzie ilk de ontzettende waarheid voor mij. Ik moet terstond naar hem toe." Johann deed een stap vooruit, als om haar tegen te houden. „Maar denk toch aan dort schok, zoowel voor hem als voor jou", zeide hij. „Je bent zoo veranderd". Hij wierp een blik vol stomme bewondering op haar. „Je ben zoo onuitsprekelijk veel veranderd." Zij drong hem voorbij. „Hij zal en moet me borkennen, Johann. Hij is immers mijn vader/' „Maar jo kleeding, je gelaat?" „Mijn kleeding? Ik ben immers in het. «wart, de rest zal hem niet opvallen. Eu wat mijn gelaat betreft, ik kan immerg mijn hoed afzetten; het is mijn hoed, die mij zoo anders doet schijnen." Met bevende vingers trok zij do pennen uit haar hoed. Johann schraapte zich de keel. „Maar als hij je nu eens niet herkent?" „Hij herkent me zeker." „Maar als hij het nu eens niet deed?" „Wel, wat kan het dan nog voor kwaad?" Zij wierp haar hoed ter zijde. „Maar jo zult toch niet? Je wilt toch niet?" In zijn aDgst en bezorgdheid voor haar trad hij ietwat dichter op haar too. Zij had zich reeds in beweging gezet, doch keerde zich bij deze woorden nog even vluch tig om. „O, aan mijzelf denk ik in het go- heel niet", zeide zij. Er was een oogenblik van hevige span ning; toen trad zij vooruit en even daarna kraakte de deur van het slaapvertrek. Gedurende een kleine spanne tijds bleven Johann en Anna naast elkaar in de open dour staan. Even sloot Johann de oogen; even echter ook maar. De angst voor het geen hij to zien zoukrijgen, werd overvleu geld door den angst, dat er wat zm gebeu ren zonder dat hij het zag. Langzaam sloeg hij de oogen op en met ingehouden adem wachtc hij het verdere verloop af. Helder bescheen do morgenzon het ver trek. Nergens donkere of overschaduwde hoekjes, die iemand in twijfel brachten. Zelfs het minst scherp ziende oog moest hier alles duidelijk en helder, geheel zooals het was, voor zioh zien. Anna draalde nog een oogenblik". Met 'hoog opgeheven hoofd stond zij daar, In haar vastberadenheid om zoo te zeggoji alles trotseer end. Eenmaal boorde Johann haar zwaar ademhalen; even daarna trad zij haastig vooruit, en bleef toen zwijgend aan het voeteneind van het bed staan. Belangwekkend was hetgeen er thans volgde. SoLny hief zich overeind en staarde vaag om zich heen. Er heerschte een doodc- lijke stilte. Do nog op het bed liggende kaarten vielen één voor één op den grond, hierbij telkens een geluid makend als van regendroppels, die op een zinken dak neer- kemon. Johann had de lippen half geopend en hield het oog onafgewend op Anna ge richt. In haar volle lengte stond zij daar met haar blik strak op het gelaat baars vaders gevestigd. Solny hief zich nog wat verder op; zijn uitgeteerd gelaat zag vaalbleekhij beefde over al zijn leden; in zijn blik lag een vra gende uitdrukking; iets vragends, maar ook niets meer. Anna's lippen opendon zich als om iets te gaan zeggen; opeens echter, gelijk ijs, dat plotseling doorbreekt, verhelderde het gelaat van den ouden man; even soheen er óen licht voor hem op te gaan en kwam er eenige ontspanning in do vage, strakke uit drukking van zijn gelaat. Onder het slaken van oen gedempen kreet, die zoowel smar telijk als smeekend klonk, breidde hij zijn armen uit. „Zenial" zeide hij, „mijn vrouw 1" Johann kon zijn gevoel niet langer be dwingen en prevelde een onverstaanbaar woord. Over Anna's lippen kwam geen ge luid. Andermaal verhief de oude Solny zij" riem. „Mijn vrouw 1" zeide hij. „Zenial" Er was een geheel andere klank in zijn stem, iets helder^ iets buigzaams, hetwelk' geen zijner beide toehoorders nog ooit er in gehoord had. Nog altijd zonder een woord to spreken, trad Anna al nader cd nader. Haar gelaat stond strak, doch r«ij schreed moedig vooruit; het was haar aan te zien, dat zij zich met moeite voortsleepte, maar zij beefde niet voor haar taak terug, lang zaam, maar vastberaden trad zij nader. Johann, dio bij de deur was blijven staan, had een gevoel als word hem de keel dichtgeknepenn. Solny hield do armen nog altijd uitge breid en zijn gelaat droeg nog steeds de zelfde verhelderde uitdrukking. „Mjjn vrouw l" bracht hij andermaal uit. Even was er een korte tusschenpoos, een oogenblik van aarzeling, als hing alles af van hetgeen nu zou volgen. Boven het bed hoorde men een in een spinneweb ver strikte vlieg klagend gonzen; van buiten de straat klonk door het geopende ven ster hot geluid van verwijderde stemmen, van de over de keien van „Enbury Street'' voorthobbelendo wagens. Anna wankelde en viel toen voorover in haars vaders armen. Niemand sprak, want woorden waren hier niet op hun plaats; doodstil, als door een schroomvalligen eerbied bevangen, verwijderde Johann zich, terwijl hij de deur achter zich sloot. Op hetzelfde oogenblik weerklonk krach tig en forsch de winkelbel. XXXVIII. Langzaam daalde Johann de trappen af. Hoe groot ook de spanning geweest was, waarin hij verkeerd had; hoe aangrijpend do indruk, dien het tooneel boven op hem gemaakt had, zoodra hij het niet meer voor oogen had, werden zijn gedachten ah ras afgeleid. Solny's zonderlinge halluci natie beschouwde hij als op de een of an* dere wijze to zijn voorbeschikt; als eea soort van vergoeding,, van deai beginne af aan beraamd door het Lot, waaraan het vchdorc verloop der zaak nu ook veilig kon overgelaten worden. Wat hem per* soonlijk betrok, er is éón feit, één ge* wichtig, alles beheerschend, al heb ander* verdringend feit het feit, dat Anna te ruggekomen was. Toen zij nog een kind was, had hij haar liefgehad met al de vage, bespiegelende vereering van een ro mantisch gemoed; als een wezen uit an dere sfeHcn, door de wereldlijke omstandig' heden ver van hem verwijderd en toch dcef uitmakend van zijn bestaan; als een hci-J lige had hij haar vereerd; thans had bij haar teruggezien als vrouw, en liet dui zelde hem voor den geest. Zij was het, die hij beschermen, voor wie mj zorjf dragen, voor wie liij zich uitsloven moeatf zij was het, voor wie hij ten allen tijd* tegenover iedereen moest opkomen. Zijn! Mofdo voor haar werd al groote r, ul die^ per, al overweldigender. Voor het ccr*l sedert jaren be&ag hij het leven van wd persoonlijk standpunt. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 6