Be Maan en bet Weder. tooawan dienst v*n onbesproken vrouwelijke dienstboden in één en denzelfden dienst. OSes voorstel was gedaan om na tien jarigen dienst naar keuze een zilveren broche met heft stadswapen of een spaarbankboekje van 3b Mark» na twintigjarigen dienst een gou- broche of een spaarbankboekje van 50 Vark en voor nog vijf jaren langere dienst betrekking ©en gouden horloge of 75 Mark loe te kennen. De gemeenteraad keurde het heginoel goed, maar wijzigde do bedragen •n 25, 75 en 100 Mark., Vermoedelijk zal de stadskas door deze j*omie op bet goede gedrag der dienstboden feet niet aJ te sterk aangesproken worden. (Eten slechte dienstbode zal door dit lokaas niet in een goede dienstbode veranderd wor den. Evenmin zal een dienstbode door de in uitzicht gestelde belooning zich laten ver leiden om het jarenlang uit tc houden in een dienst, waar de behandeling van den kant der ,,Herrschaft" te wenschen laat. Ook zal zij, ais een huwelijk haar toelacht, rich door het vooruitzicht op een zilveren of gouden broche daarvan wel niet laten te rughouden. Deze uitloving van gemeentelijke broches ttan brave dienstboden is bepaald niet af komstig van de heeren der Essener vroed schap, maar van hun vrouwen. Cader de volksoverleveringen, die op de weersgesteldheid betrekking hebben, be kleedt het volksgeloof, dat de maan bij baar verschillende schijngestalten grooten invloed op het weder zou uitoefenen, wel een eerste plaats. Iedere weervoorspelling zelfs de onbetrouwbaarste, vindt dan ook nog ingang bij velen, zooclra de maan or maar bij te pas Komt. Die arme maan krijgt, onder meer, ook nogal eens de schuld van onweders of van veel neerslag. Nu hebben, zooals de bekende autoriteit op dit gebied, Flammarion, dienaangaande mededeelt, de meest nauwkeurige waarne mingen met volkomen zekerheid gelèerd: ,,dat het op een bepaalden dag der maand niet meer regent dan op een anderen dag." Gegevens van het laatste achttiental jaren, flan een bewerking onderworpen ten opzichte ^an den invloed, dien de maan, volgens het Volksgeloof, ook op den neerslag zoude uitoefenen, leerden het volgende: De dagen met neerslag werden, na rang schikking volgens maansouderdom, jaar lijks in viar gelijke groepen samengevoegd. Eet midden van iedere groep is daarbij: nieuwe maan, volle maan, of do beide kwartierstan den, een en ander in verband tot den synodischen omloop der maan, ge steld op 2^- dag. Ook werd rekening ge bonden met alles, wat van invloed zou kunnen zijn op een zoo nauwkeurig moge lijk resultaat, dat, uit den aard der zaak voortvloeit uit de onderlinge verhouding van de percentage der groepen van de vier schijngestalten der maan. Nu is deze, wat het achttienjarig tijdvak L? treft, vrij wel gelijk, het grootst© verschil toch is niet meer dan een half percent op de 0392 dagen roet neerslag. Daar het echter uit de bewerking blijkt, dat het aantal jaren, waarover de bereke ning loopt, van meerderen of minderen invloed is op het eindresultaat, legt dit niet zooveel gewicht in de schaal. De zoo beduidenue afwisseling en tegenstelling van de cijfers der gToepen in de elkander op volgende jaren, valt echter dadelijk in het oog. Voegt men deze, bijv. wat de beide negenjarige tijdvakken betreft, te zamen, ten opzichte van nieuwe maan en eerste kwartier, en volle maan en laatste kwar tier, dan geeft zulks een geheel tegen ge stelde verdeeling. Voor acht van de acht tien jaren is de percentage van de eerste helft der lunatie dan ook het grootst, voor tien is zulks het geval, wat de laatste helft der lunatie betreft. Ook de onweersdagen in Nederland, vol gen* de jaarverslagen van het Kon. Ned. Meteorologisch Instituut (1883 1904) wer- fd^n op dezelfde wijze bewerkt. Ook dit geeft een uitkomst in denzelfden geest. Er kan dan ook volgens de bewering, zoowel w den neerslag als wat de onweders be treft, geen sprake zijn van invloed der maan. Het schijnt, dat de mcening: ,,Het blijkt bij een bewerking der gegevens over een vol doend aantal jaren, dat weervoorspellingen C grond op de schijngestalten der maan, niet het minst© vertrouwen verdienen", de juiste is. Wekelijksehe Kalender. Zondag. Al ziet ge op aarde niet het volle licht der waarheid, elke lichtstraal brengt een zegen. Geen goed wers wordt ooit tever geefs gedaan. Maandag. Hoe meer liefde van i a moederhart ge vraagd wordt, des te meer, schijnt het te kunnen geven. Dinsdag. Aan de bruid, die de man zich koos, kan men ontdekken of hij zijn eigen waarde gevoelt en welke geest hem bezielt. Woensdag. Onverdiende lof is gevaarlijk voor zwak ke karaktersonverdiende blaam is dat zelfs voor sterke. Donderdag. Het zwaarste lijden is niet wat medelij den ons helpt dragen; maar wat wij voor onszelf alleen lijden. Onze zwaarste strijd wordt in eenzaamheid gestreden. Vrijdag. Eerst als beleefdheid geen vorm is mag men haar een deugd noemen. Zaterdag. De sterkste menschel, in de wereld zijn zij, die veel alleen hebben gestaan. RECEPT. Beschnitkoek met jam. Klop zes eierdooiers en meng daarin naar volgorde een half ons gestampte sui ker, een half ons gepelde amandelpitten, die eerst moeten woiden fijngestampt, en een diep bord fijngestampte beschuit; ein delijk het tot sneeuw geklopte wit van drie eieren. Men besmeert een vuurvasten scho tel goed met boter cn bestrooit hem met fijngestajnptc beschuit. Nu doet men een laag van het bovenstaande doeg in den schotel, besmeert dien met een dikke laag jam en bedekt die met de andere helft van het deeg. Men legt weer eenige stukjes bo ter bovenop, besmeert den koek met eiwit en zet den schotel in den oven, zonder hem al tc bruin te doen worden. STOFGOUD. Do grootste vijand van het goede is niet de liefde tot het kwade, maar de valsche schaamte voor het goede. Nicolaas Beets. Het talent, dat succes heeft, bestaat al leen hierin, dat men doet wat men goed kan, en goed doet wat men kan zonder te denken aan roem. Longfel low. Een vermogen uil de stalen pen. Pannen schijnen met pillen en cacao in zooverre overeen te komen, dat zij hun vervaardigers een onbezorgden ouden dag, hun kroost, dat wil zeggen het kroofet der fabrikanten, een zorgenvrij leven verschaf fen; althans is dit de bijzondere gemeen schappelijke eigen aardigheid van Engelsche producten van die söort. Kort geJeden is in den gezegenden ouder dom van twee en tachtig jaar komen te overlijden miss Ellen Perry, de eenige o\erlevend© oudste dochter van den we reldbekenden pennenfabrikant Perry en tevens de grootste aandeelhoudsfcer in de firma Perry and Sou. De overledene liet een fortuin na van driehonderd duizend pond sterling, meer dan drie en een half millioen gulden, waarvan zij de helft ver maakte aan liefdadige instellingen. De „moderne vrouw" zag op straat een jongetje spelen en iets in zijn voorkomen deed haar hem aanspreken. „Jongetje, heb jy geen tehuis en geen goede oudere; wordt er niet voor je ge zorgd V' „Jawel." „Maar je ziet er, dunkt mij, net uit, alsof je moeder niet weet, wat moederlij ke liefde en zorg voor haar kinderen betee- kenen. Weet je wat, je moet je moeder eens vragen om Zaterdagavond op do vergade ring te komen in de Zaal, daar zal ik spreken over „waar de plicht van eetn, moeder tegenover haar kind begint." Het jongetje: „Moesie, wat doet u vreemd, kent u me niet meer? Ik ben uw eigen Jan I" Principaal (zijn bediende betrap pende, die gedurende den kantoortijd zijn dochter het hof maakt)„Maar, mijnheer Van Dorselen, wat moet ik zien? Betaal ik u daarvoor?" Bediende: „Neen, dat do- ik gra tis. Koningin Christina van Zweden weiger de a-an haar onderdanen de vergunning om vreemde ridderorden te dragen. ,,Ik ben gewoon, mijn eigen schapen zelf to merken 1" zei zij. Do vrtouw van den waard uit ,Het Gouden Kalf" had haar man bij een hui selijker twist duchtig toegetakeld. De waard had een blauw o- g en een platge slagen neus, maar het ergste waren nog de krabben, die over rijn met een haarnaald doorploegd gezicht liepen. De dokter, die er bijgehaald werd, meen de goed te doen met de- vrouw eens even te onderhouden over haar gewelddaden. „Schaam je jezelf niet, juffrouw, je man zoo te behandelen Denk eens aan, de man i9 het hoofd van het gezin, is ook jouw hoofd, juffrouw." „Nou, wat klets je dan nog," viel de furie uit, „zou ik mijn eigen hoofd niet eens magge krabbe Een vrek zat 's avonds met zijn vrouw in de serre van zijn woning. 'Plotseling breekt een hevig onweder loe. Snel vluchten zij de aangrenzende kamer binnen. In do haast laat de vrouw een breinaald vallen. Zij wil een lucifer aansteken, om ze te zoeken, doch haar man hondt haar terug met de opmerking: „Wacht toch even, tot het weerlicht!" Kapitein: „Wat verstaat gij uit stra tegie in den oorlog? Geef mij een voor beeld". Sergeant: „Strategie bijvoorbeeld is, wanneer je den vijand niet laat merkon, dat je geen ammunitie meer hebt en maar' blijft doorvoren." A-: Dat meisje is verbonden met de voor naamste famiKën der stad." B.: „Hé, zoo aristocratisch ziet ze cc toch anders niet nit." A.„Dat is ze ook niet. Ze is namelijk telefoonj nffrouv»PT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 14