I Nieuwe Baadssls. Oplossingen der Raadsels. Goede oplossingen ontvangen van: Ingez. door Pieter Ober te Leiden. Bezoekear: „Dokter, ik (kwam a even spre ken over mijn broeder. Dokter: „Wel, wat is er met hem?" Bezoeker: „Zijn eeüe been is korter dan het andere en daarom loopt hij mank. Wat zou u doen in dit geval?" Dokter: „Ook mank loopen, denk ik. Ingez. door Betsie v. d. Broek te Leiden. Jansje: „Je moet eens hooren de spre kende pop, die Sint-Nicolaas me gebracht heeft". Fietje: „Je moest eens hooren de gillen de pop, die hij Mama gebracht heeft 1" Ingezonden door Piet en Lucas Leemans, te Leiden. I. 1, 3, 5, 4 is een kleedingstuk. 8, 3, 4 ia een vogel. 4, 6, lis een rivier in Nederland. 7,. 3, 6, 9 is een drank. 10, 3, 5, 1 ia een vaartuig. 7, 9, 2, 10, 5, 6 legt men over grachten* Müjn geheel is een plaats in Gelderland* Ingefconden doo(r Johan Terburgh, te Leiden* Eenmaal i en eenmaal h; Eenmaal r en tweemaal i Eenmaal a en eenmaal m. Eenmaal n en tweemaal d, En dan nog eenmaal een s. Deze letters vormen den ns-am van een "gemeente op de eilanden van Zuid-Holland hij had daaromtrent al heel wat vermanin gen van den Zondagsschool-leeraar en den predikant ontvangen. Maar terwijl hij zich nu op de bank naast zijn moeder nederzette, prevelde hij binnens monds: „Twintig soldaten tegenover mij; twintig geweren op mij- gericht; ik zal als epu rots blijven staan, de tanden opeen klemmen, en zelfs niet met de oogen knip pen Op dat oogenblik ontving zijn levendige geest een schok. Daar van de overzijde, hem vlak in het gelaat ziende, zat Nancy tus- schen haar moeder en den ouden Sol in. Ook thans droeg zij een matrozenpakje en haar donkere, guitige oogen waren strak op hem gevestigd. Teddy kon niet lang stilblijven onder dien ondeugenden blik- Zijn kleine hand from melde krampachtig in de zakken van zijn overjasje. Waarom behoefde zij hem zoo aan te staren? Nu, hij zou niet voor haar onder- doen en daarop kruisten 'de blauwe en de 1 bruine oogen elkander enkele minutep ach tereen met een uitdagende uitdrukking. Ten slotte verloor de knaap zijn geduld en trok i ten leelijk gezioht fceg-n zijn vijandin. Onmiddellijk kwam er een kleine roode tong te voorschijn en, bij het zien van zulk leen vermetele daad, vergat Teddy zichzelf geheel en al en riep hardop uit: „Ik haat je 1" Dit had natuurlijk ten gevolge ,dat alle iieden uit de omringende banken vol ver- j bazing het hoofd naar hem omwendden. Zijn moeder zag hem ontsteld aan en de knaaLp werd vuurrood en nam een grooten bijbel op, die hij heel het verdere gedeelte *an den dienst gebruikte als scherm fcusschen hem en zijn tegenstandster. Toen de gemeen te de kerk verliet, voegde de predikant Ingez. door Pieter Coffrie te Leiden*. IIL Het hoofd van hemel. De hals van kemel, Het middel van Jet, De staart van muis En dan ben je thuis. Dit alles vormt saam Een korten naam Van een dorp in Gelderland Aan den Nijmeegschen kant.. Ingez. door H., M. en Johan Tcepolf to Leiden. IV. Verborgen plaatsen- Hoe blij is Margo u daarmee van dienst te kunnen zijn. Papa bent u dien mijnheer nüefc? Om de koude geef ik geen zier, ik zeep me eiken dag toch lekker in. Loot er om Eduarid, dat is het beste., Zij plukte een bloem en daalde toen van den berg af. Ingez. door Martha en Catberma van Klaveren, te Leiden. V. 1, 2, 3,-5, 6 is de naam van een land voogd tijdens den 80-jarigen oorlog. 1, 2 en 5, 6 moeten door de kinderen ge- eerd worden. 3, 2, 4, 5 heeft men aan ieder huis. 7, 6, 5 is de naam van een schaap. 7, 8, 9 heeft ieder mensch. 10, 1 is het tegenovergestelde van neer. Mijn geheel is de naam van een plaats in West-Indië. L Pap pad pak. II. Maassluis.. HL Lijm Nïjl.. IV. Schop. V- De letter E. zich bij de jonge weduwe ,die met een harer kennisen stond te praten. Hij was een grijs aard- met vriendelijk gelaat en vroeg op zachten toon: „Wat was er toch gebeurd, juffrouw Patt, dat uw zoontje zich zoo onbehoorlijk aanstelde?" „Dat zou ik u waarlijk niet weten te zeggen, dominee. Ik geloofde juist, dat hij vandaag goed zou oppassen 1" „Hij moest vanmiddag eens thee bij mij komen drinlben; dan zullen wij samen praten." Teddp blikte verschrikt naar hem op. Hij wist zeer goed, dat zulk een uitnoodiging aan jonge boosdoeners ten deel viel; maar tot nog boe was hij zelf ec altijd voor ge spaard gebleven. De lieden beweerden, dat dominee Upton er een eigenaardige manier op nahield met zondaars om te gaan en geloofde, dat het meer haatte met ze te redeneeuen dan ze te bestraffen, onverschil lig of zij volwassen of nog slechte kinde ren waren. Hij was al sedert lang gekweld geworden door Teddy's ongedurigheid in de kerk en hij gevoelde, dat het, na het voorgevallene, niet langer zoo voortduren kon. Do moeder nam de uitnoodiging voor haar zoontje aan en Teddy vergezelde haar geheel venslagen huiswaarts. Om half vijf werd hij met luid kloppend hart de studeer kamer der pastorie binnengeleid. :Do dominee ontving hem heel vriendelijk. „Wij houden nog een half uur vóór de thee over, om eens samen te praten, mijn jongen. Ga zitten en vertel mij wat je van middag op de Zondagsschool hebt geleerd." „De leeraar vertelde van dé^Tsi'aëlieten in Egypte, domineemaar ik weet niet goed meer wat hij zeide, want ik dacht Hermine Huntelman, Sneeuwklokje, „Geertruida", Alletta, Hendrik en PhiRp- pua do Nie, Piet Bik, Martha Stroebei, Martha Kwaadgras, Jeanne Ppeel, Anna Rijnboutt, Marie, Annie en Betsy v. d. Broek, Anna van Santen, Helena Verhoog, Bertha Stolwijk, Anna van Kampen, Corrie en Rika de Bolster, Coba Stijger, Johanna! cn Gerrit van den Nieuwendijk, Ida Dirkse,- Gerard BrummelkampHendrik Heus, He-, lena, Margaretha en Johan Tierolf, Dina: v. d. Post, Cornelia v. d. Veer, W. van Wei zen, Abram Galjaard, Dina Verbeggen,' Truus v. d. iüpwich, Israel Slager, Truns en Willem do Graaff, Betsy en Marie de Nie, Frans Streeflandt, Cecilia en Geraxdj Paulides, Geertruida, Abram en Johanna Owel, Jacoba Stephaniïs, Dora Boom, Johan Jansen, Andró Kriek, Betsy Snel, Piet en, Lucas Leemans, Toos, Hendrik en Frans Boom, Truus Broekhuizen, „Lelietje der Dalen", Jan en Mario Klesser, Martha en Cathriena van Klaveren, Marinns Planjé W. en, O. Vink, I. en F. Wempe, Clasina van Dorp, Anna, Wibo en Gerard Joustra, Jan G. Wakka, Willem Gnyken, „Klaproosje", Adolf v. d- Linden, G. Warring, „Viooltje", M. exï A. Loozen, M. Lautenbach, Jacobus v. d. Velden, Johan Beekma, Heintje Vano-1 veld, Wilhelmina Stoeke, Willem de Jongh, G. Wakka, Pieter Coffrie, Suzc Tegelaar, Annie Zwitser, te Leiden. Dina Hüpscher, to Doeti no hem., Betsy, Marietje, Annie en Jootje1 Boers, te 's-G ravenhage. Hazina, Mientje en Johanna Lemmerzaïfl, te Kaag. ML V- d. Gugteif en W. Verloop Jzn., 5e Katwijk. „Narcis' te LisaeL Nelly en Jan nie Timmers, te Oe gs t- lg e e s t.i A nna vari Delft eri ,3oschvTooïïje''( 'te Rij n sburg. Anna en: Neflly, Binnenkade, te -Saa-, sen he im. Do prijzen vielen ten 'deei aan: Annie Zwitser, te L e i do n en Jamue TftnmerB. te Oe gst ge est. over mijn komen bij u". De predikant glimhaJchbe en begon mét den knaap volkómen op zijn gemak te stellen- Daarna gaf hij hem een bijbel. „Lees mij eens het vijftiende vers voor van den Eersten Zendbrief van Johannes, het derde Hoofdstuk. Kan je het opzoe ken V' „Ja, dominee;" en meti grooten ijver keerde Teddy de bladzijden om. „Al wie zijn broeder haat is een moor denaar," 'las hij plechtig; .voor* „Dat is genoeg. Denk daar nu eens vijf minuten in stilte over na en zeg mij dan je gedachten daaromtrent". Teddy boog beschaamd het hoofd en boen verlegen: „Ik zou geen broeder haten. Ik wilde, dat ik er een had, maar denkt u, dat het even erg is als het een meisje geldt?" „Geheel en al even erg; broeder befcee- kont hier alle menschen en kinderen". „Dus zon ik verdienen opgehangen te woriden I" Er lag veel zelfbeklag in den toon van den knaap. De grijsaard glimlachte in het geheel niet. Hij keek het venster uit en sprak langzaam: „De eerste oorsprong van moord is toorn, is haat. Maar vertel mij nu de heele geschiedenis $n tot wie je dat in de kerk zeidet." Teddy was maar al te zeer bereid zich zelf te verdedigen en hij deelde zijn toe hoorder op zoo onstuimigs wijze het gehee- le verhaal mee, dat det&e hem verbaasd aanzag. „Het is vaders knoop, waar i!k niets van kan hooren," voegde de knaap er bij; „en zij wil er niets van gelooven en stak dr tong uit zoo ver als zij maar kou." (Wordt vervolgd)*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 11