LEIDSCH DAGBLAD, ZATERDAG 13 JULI.
Brieven van een Leidenaar.
OE PRUIK.
TWEEDE Bl^o.
No. 14535.
clxxxviii.
„De schoonmaak cn de verkiezingen rijn
!dc lastigste tijden van het jaar," plaott
tliiin voder te zeggen, die van een rustig le
ven hield en liefst een vergeten burger
wa*
Ik houd het er voor, dat het „Leidsch
Dagblad er ook zoo over denkt, althans
wat dc verkiezingen betreft, want het be
moeit er zich in het geheel niet mee.
Op deze manier zorgt het ten minste, dat
er veel, wat de gemoederen van de lezers
in onrust zou kunnen brengen, uit zijn ko
lommen blijft.
Als de voormannen van de verschillende
partijen eens dc gelegenheid kregen om in
den tijd van de verkiezingen hun meening
in dc krant tc zetten, dan zou men wat lo-
zen 1
Er is met de laatste Raadsverkiezingen
ook al weer heel wat te doen geweest cn
door het groot getal gegadigden, kon het
niet met één keer afloopcn en hebben wij
"ook nog van de herstemmingen kunnen pro
fiteered
Mijn vrouw, die enkel uit vrouwelijke
nieuwsgierigheid, denk ik, de verkiezings-
blaadjes ook las, kon zich niet begrijpen of
wo zulke knappe, mannen in Leiden in den
Raad hadden of in den Raad zouden krij
gen.
En het leek haar zoo vreemd, dat men
lederen candidaat zoo netjes wist aan te
bevelen, veel beter daD de beste koopman
zijn waar!
Was de candidaat flink van de tongriem
gesneden, dan heette het: die man moet je
hebben, die weet zijn woorden te
ihebben, hij is een flink spreker, die den
besten redenaar weet te staan
Gold het iemand, die in de vergadering
meestal met den mond vol tanden zit, dan
heette het: die man weet op zijn pas te
zwijgen: praten is zilver en zwijgen is goud,
er praters zijn er in den Raad genoeg 1
Nu in zooverre heeft dat aanbevelen zijn
goede zijde, dat het beter en aangenamer
is de lichtzijden op te zoeken en aan to
wijzen, dan den schaduwkant.
En, zoover ik nagaan kan, is er althans
In het openbaar geen kwaad van elkanders
oandidaten gezegd.
Mocht men aan weerskanten wat scherp
zijn geweest en, in de hitte van den strijd
woorden hebben gebezigd, die bij kalm
overwegen niet door den bengel kon
den, dan zou ik raden dit te vergeten en te
vergeven.
Alleen indien er in het geheim met on-
edelb wapens mocht zijn gestreden, indien
er mocht zijn gelasterd en gekonkeld, wat
ik niet wil hopen omdat zulke wapens hem
die zo gebruikt zelf hebben ontcerd, dan
mag er een krachtig protest tegen uitgaan
en alle weidenkenden zullen dit ongetwij
feld ondersteunen.
Het was als een onweersslag öp het einde
van een mooien zomerdag de familie 'oor-
gevlogen, de familie, die knus wachtte op de
erfenis: tante Annemie ging trouwen 1 De
hcelc familie van nichtjes en neefjes had al
gespeculeerd op, geleefd op tante Annemie
haar huisjes, haar effectjes, en nu ging al
les hoogstwaarschijnlijk hun neus voorbij;
zij ging trouwen met een weduwnaar met
vier volwassen kinderen I Heel leuk, zooalb
zij dikwijls zijn kon, had zij het medegedeeld
's Zondagsmiddags, toen zij bij de Heinsen
gegeten had 's Zondags at tante altijd
bij een van de neefjes, bij elk op do beurt
en de familie rustig aan het puddinkje
zat:
,,En wil ik jelui nu eens wat nieuws ver
tellen V'
Nu, natuurlijk, hadden zij zich erg nieuws
gierig betoond; zij waren altijd heel belang
stellend tegenover tante, ofschoon zij in
zichzelf dachten: ,,'t Zal me weer wat zijn 1''
Het nieuws had niemand kunnen raden
En tante, inwendig grinnikend, doch
uiterlijk heel ernstig, het gold hier immers
een levonsstap:
„Mijnheer Blauw en ijl: hebben samen
besloten nog eens een kansje te wagen."
„In de loterij, tante?" vroeg hot bak-
vischac.h ternicht je naïef.
„In de loterij des huwelijks, ja", klonk hei
antwoord.
Eerst zaten zij stom van verbazing en ont
steltenis. Heins kwam het snelst weer tot
zijn positieven.
„Dan willen wo hopen, tante, dat u en
mijnheer Blauw nooit spijt van den stap
zult hebben", zei- hij, opstaand en haar ver
do tafel heen de hand reikend En allen
dronken nog ccn glas wijn op tantes huwe
lijk.
Mijnheer Blauw was de commensaal met
huiselijk verkeer bij Snakker, den zwager van
Heins en een ander neefje van tante. Daar
zij vijf eigen of aangetrouwde neven had,
waarvan er één jongmenseh was gebleven,
at ze één Zondag in de vier weken bij de
Snakkers. En het had de laatst© kecren de
familie al wel bevreemd, dat tante bij de
Snakkers, wanneer zij daar at, altijd veel
vroeger kwam dan bij de andere snakkers;
ook was h£t niet geheel onopgemerkt geble
ven, dat de commensaal-met-huisolijk-tver-
kecr betalende logé" zei mevrouw Snak
ier een bijzondere attentie aan den dag
legde jegens befc oude mensch, zelfs begon
Eorlijk duurt het langst, ook in de poli
tiek, dat is mijn vaste overtuiging.
Onze Leid&cho raadsleden, die ditmaal
aftraden, kunnen op een enkele uitzonde
ring na over de uitspraak van de stembus
tevreden zijn. Hun mandaat is door den
wil der kiezers weer voor den tijd van zes
jaren verniepwd, (jen bowijs dat do meerder
heid van dezen over hun doen en laten in de
Raadzaal tevreden is.
Eén man, de 72-jarige heer Hasselbaoh, is
niet weder herkozen, maar vervangen door
den heer Pera, een in Leiden populair man,
die reeds 2 jaar geleden zitting, en in wien
de heer Hasselbacli nu een zware partij te
gen zich had.
En als men het niet herkozen worden
als gemeenteraadslid wenscht to vergelij
ken bij het sneuvelen op een slagveld, dan
mag er daarom van Hasselbaoh gezegd
worden, dat hij met cere gevallen is.
Ik zou mij dan ook als Leidsoh brief
schrijver niet verantwoord achten als ik de
zen man, Leidenaar op en top, die 23 Febru
ari 1887 voor het eerst werd benoemd en
sinds onafgebroken zitting had, met stille
trom liet heengaan. Twintig jaren heeft hij
als raadslid de gemeente gediend. Een veel
prater is hij nooit geweest, doch zijn prac-
ti&ohü kennis, aangepast nan zijn grooto be
kendheid met de Leidsche toestanden, de
den, naar ik dikwijls heb gehoord, in de
Commissie voor Fabricage, zijn adviezen zeer
waardeeren en ook in andere zaken werd
zijn oordeel meermalen gevraagd, en als hij
zich over iets uitsprak, dan geloofde men
liet: Hasselbach wist het wel.
Een gemeenteraad wordt een achtbare vor
gadcring gonoemd en heeft dien naam al
leen te danken aan figuren als den heer
Hasselbach, die daaraan juist het cachet
van waardigheid geven.
Graag breng ik uit naam van vele Leide-
naars den heer Hasselbach dank voor het
geen hij in het belang der gemeente gedu
rende dc twintig jaren, die hij er in zitting
had, heeft gedaan en getracht te doen in
het belang der gemeente en spreek ik den
wcnsch uit dat hij nog vele jaren in ge
zondheid van zijn rustige kamer aan der
Ouden Singel uit, het werken en streven en
strijden van den Leidschen Raad mag gade
slaan Overigens komt er in den Raad wei
nig verandering. Met den opvolger van den
heer Paul doet weer een ander bouwkundige
zijn intrede in den Raad, die er misschien
op aangewezen is den heer Hasselbach als
lid der Commissie voor Fabricage tc ver
vangen.
Over de aftredenden en weder herkozenen
eD over de anderen der 31 behoef ik niet te
spreken. Een raadslid woont voor zoover
hij raadslid is, in een glazen huisje, ieder
een kent hem of leert hem kennen.
Laten wij hopen dat geen van allen de
verwachting, die van hem gekoesterd wordt,
oolc in do komende periode beschaamd
maakt.
Pjovlnolals Slaign van Mr-Tiollani
De betrekkelijke ooromlgsisn bebben aan
de Staten in overweging gegeven: do aan-
neming van de voorstellen van Gedoputeer
do Staten tot het verleenen van de volgen
de subsidiën: lo. aan de Ambachtsschool
to Alblasserdam met ingang van 1908 en tot
wederopzegging 260 gulden per jaatf; 2o.
aan de gemeente Delit ten behoeve van een
aan de Burgeravondschool te verbinden
driejaarlijkschcn ourBus voor voortgezet
onderwijs 650 gulden per jaar, onder voor
waarde o. a. dat het Rijk eveneens subsi
die zal verleonen3o. aan de Academie van
Beeldende Kunsten en' Technisch© Weten
schappen te Rotterdam 3500 gulden per
jaar, in het vortrouwen, dat het bestuur
der Academie haar reglement in dien zin
zal wijzigen, dat wondt voldaan aan de
voorwaarde, dat do school op voet van ge
lijkheid voor allo ingezetenen der provin
cie toegankelijk zij.
Het voorstel van Gedeputeerden om het
subsidie voor de Ambachtsschool te Rotter
dam van 3000 te verhoogen tot 6000 gulden
werd door de commissie met sympathie ont
vangen. De commissie adviseert echter het
subsidie voorLoopig slechts vjoor één iaar
te verleenen, om inmiddels voor Gedepu
teerde Staten de gelegenheid te laten be
staan, het bestuur te wijzen op een be
zwaar, getfezen bij de commiesie, die de
bouwkosten voor de nieuwe school wel wat
hoog oordeelt en ook nadere inlichtingen
wenscht omtrent het schoolgeld, dat op 5
gulden per jaar is bepaald, terwijl het op
andere ambachtsscholen hooger is.
Geadviseerd is voorts tot aanneming van
het voorstel van Gedeputeerden omtrent
de subsidie-aanvrage van de Nederlanoscho
commissie voor de tuinbouwtentoonstelling
te Mannheim.
Behoudens oen kleine wijziging adviseert
de betrekkelijke commissie tot vaststelling
van de ontworp-besluiten betreffende de
kaden langs het Aarkanaal, ten doel heb
bende het beheer en liet onderhoud van
alle kaden langs het Aarkanaal bij do
provincie to brengen en het onderhoud van
de wegen en voetpaden van die kaden mede
op de provincie te doen overgaan.
Betreffende de wijze van reconstructie
van de oevervoorzieningen laDgs het Aar
kanaal meent de commissie, dat die recon-
tructie onverwijld moet worden ter hand
genomen en dat daanmee de voorgestelde
verbrccdingen moeten samengaan, wil hot
kanaal aan redelijke eischcn beantwoorden.
Gaarne zoude dan ook dc oommissio zien,
dat voor de vaart hinderlijke bochten ook
dan werden afgerond, wanneer, dat niet
noodig is, om aan de vaart do vereischte
breedte van minstens 20 M. in den bodem
ea 26 M. op den waterspiegel te geven.
Met betrekking tot het verzoek van den
Alg. Ned. Wielrijdersbond en andoren tot
opheffing der tollen op de brug aan de
Haags^o Schouw en op den Rijnsburgcr
vtég, is de commissie nagenoeg eenstemmig
van oordeel, dat juist is het standpunt in
genomen door Gedeputeerde Staten, die
meen en, dat het tot-atand-komen van do
door de Staatscommissie voor de Water
staatswetgeving ontworpen wet op de veer-
rechten en overzetveeren moet worden afgo-
wacht alvorens stappen kunnen worden
gedaan om bot de op"heffing van den tol
aan de Haagsche Schouw te geraken; en
voorts, dat de gemeenten Leiden en Ocgst-
geest bereid moeten worden bevonden het
onderhoud van den Rijnsbirrgerweg op zich
te nemen, wil de beëindiging van de conces
sie tot tolheffing in overweging kunnen
worden genomen.
Wat betreft ten aanzien van den tol op
den Rijnsburgeilweg, het denkbeeld van Ge
deputeerde Staten, dat het in de toekomst
geraden zal zijn het onderhoud van de
grootc verkcorswegen met uitzondering
van de deolen in de bebouwde kommen der
gemeenten, bij de provincie te brengen, om
dat de nieuwe vervo er middelen een kost
baarder en meer uniform wegsonderhoud
eisehen, wil het der commissie voorkomen,
dat dit denkbeeld der overweging ten
zeerste waardig is, doch dat de voorzichtig
heid gebiedt zich van het uitspreken van
een oordeel daarover te onthouden, zoolang
de gegevens ontbreken om te beoordeelen
met welke taak zich do provincie bij de
verwezenlijking van dat denuoceld zoude
belasten.
Do commissie 6telt zich voor met dc con
clusie van Gedeputeerde Staten zich te ver
eenigen en wijdora Gedep, Staten uit te
noodigen aan de Staten een rapport te
doen toekomen, waaruit blijkt welke wegen
als grooto verkeerswegen voor de overname
in aanmerking zouden moeten of kunnen
komen.
Aan het afdeelingsverslag omtrent de
provinciale bcgrooting voor het dienstjaar
1908 is het volgende ontleend:
In vier afdeelingen werd van gedachten
gewisseld over de subsidieering van het
vakonderwijs, waarbij werd geklaagd, dat
voor verscheidene scholen to weinig door
particulieren wëïld bijgedragen, ook wie
den sommigen, dat geen gemeentescholen,
doch alleen scholen uit het particulier ini
tiatief ontstaan, zouden worden gesubsidi
eerd.
Gevraagd werd naar den stand van do
vaartverbeteiang tusschen Katwijk en
IJmuiden.
De wensch naar een mooi, groot gebouw
voor de provinciale griffie werd uitgespro
ken; eveneens die naar een uitgifte van
do voornaamste provinciale reglementen
in den vorm ah voor Scluiurman's editie
der Nederlandsche staatswetten bestaat.
De vaartverbetcring van den Rijn op
verschillende punten werd bepleit.
Toegejuicht werd het voorgestelde subsi
die aan de Heidemaatschappij.
1 De provinciale ondersteuning aan vee
Anno 1207
artsen «d 5000 gulden vond men te hoog,
in vergelijking van 1100 gulden, die voor
geneeskundigen wordt gegeven.
Op het bovenstaande werd door Gede
puteerde Staten in hun memorie o. a. go-
antwoord: dat ook door het subsidieereu
van gemeente-instellingen goed vakonder
wijs kan worden bevorderd, dat omtrent do
vaart KatwijkIJmuiden inlichtingen in-
gowacht worden, dat de uitgifte van het
provinciaal blad als is aangegeven, aan
het particulier initiatief moet worden over
gelaten, dat men omtrent het onderhoud
van den Rijn heeft te wachten op de Sta
ten van Utrecht.
Op een vraag naar de plannen van do
Regecring met de onvoltooide lijn Gouda
Schoonhoven, kunnen G' deputeerde Sta
ten niets meedeelen; een klacht wcgeDs do
veelvuldige afwezigheid van den directeur
van het gesubsidieerde conservatorium
voor muziek te 's-Gravenbago verwijzen Ge
deputeerde Staten naar een antwoord ten
deze het vorig jaar gegeven.
PARK-COHCERT.
Dinsdag16 Juli, te 8 uren.
No. 1. „Werder". Marscli. Skalla; 2. Luattpiol-
Ouverlure, Kóler-Béla; 3. ,Down Soutli". Kantiiisie,
Myddleton; 4. „Uobor den Wellen", VVkÏs Uo3ft3;
5. o „Das eiste Uerzklopfen", Lilenbergb. „La
Czmina", Unone; 6. Dotpourri No. 8, Kenaud;
7. „Leid8ch-D.igblad"-Alarscb, Loyp.
Tdaalschappij tol bevordering der Pharmacie.
Do Nederl. Maatschappij ter bevordcriug
der, pharmaoie zal op 23 en 24 Juli e.k.
haar 56ste algec*eene vergadering houden
to Amsterdam in de Koningszaal van
„Natura Artis Magistra". Iu deze vergade
ring zal o m. rapport woiden uitgebracht
door de commissie voor spccialité's, door
de commissie voor maatschappelijke be
langen, door de commissio voor voedings-
middel-scheikunde, door de ziekenfonds-
commissio, door do commissie voor. het sa
menstellen van een bundel „Formulae mc-
dicamcntorium". Laatstgenoemde commis
sie, bestaande uit de heeren J. J. Hofman,
dn P. A Yos en P. van der Wielen, kwam
met haar arbeid gereed en zond het door
haar en de heeren dr. A. A. Hymans vat.
den Berg en prof. dr. E. C. van Leersurr
samcngesttld „Formularium medicamento-
rium Neorlandioum" ter goedkeuring aan
het Hoofdbestuur der Maatschappij tot
Bevordering der Geneeskunst.
De rapporten over de Yoedingsmiddelen-
chemie loopen over: „de beteekenis der
physische chemische methoden van onder
zoek voor de beoordeeling van melk", uit
gebracht door de heeren dr. H. Schoor!,
dr. A. Lam, benevens over „houdbaarheid,
vervoer, bewaren en conserveeren van
vlcesch en van melk", respectie
velijk uitgebracht door de heeren dr.
D A. de Jong en W. O. de Graaff.
nen was haar thuis tc brengen 's avonds, als
ze bij haar neef gegeten had, Dooh hoogstens
vreesde men voor een legaatje. Ik kan met
de hand op het hart verklarenaan een
echtverbintenis tusschen die twee had geen
mensch in de familie een seconde gedacht 1
En nu kwam me daar, bij helderen hemel,
en juist terwijl alles een goed gangetje
scheen tc gaan, nu kwam me daar opeens
oic ramp uit dc lucht vallen, niet te be
zweren I
Nog dienzelfden avond gingen de Hein
sen, toen tante weg was behalve bij do
Snakkers ging zij altijd tegen tien uren naar
huis naar hun zwager, waar zij reeds alle
neefjes en nichtjes bijeen vonden in een ver
gadering, waarbij de Hongaarsche Kamor
een b grafenisplcchtigheid was. Mijnheer
Blauw had, klaarblijkelijk bij afspraak met
zijn aanstaande, dien middag het grootc
niouws aan de Snakkers verteld, er niet aan
twijfelend of dezen zouden wel voor de ver
de re verspreiding er van zorg dragen. Het
geen zij dan ook conscientieuzelijk gedaan
hadden, gebruik makend van het uurtje,
dat hij op zijn kamer zijn na-'t-eten-dutje
ging doen. Toen de Heinsen tegen kwart
over elven bij de Snakkers kwamen, was do
heer Blauw naar bed, „voorgoed" naar
bed, zooals mevrouw Snakker zei in de
vestibule hoorden ze hem al snorken; en
in het salon was het een Poolsche landdag,
„Kunnen we baar niet onder curateele la
ten zetten?" riep Snakker, toen de Heinsen
binnenkwamen.
„Onder curateele niet; maar je laat haar
gek verklaren 1" repliceerde een andere neef,
die al8 jongen een paar jaar bij een nota
ris op kantoor gewerkt bad en dus voor
den rechtsgeleerden adviseur der familie
doorging. Het aangegeven middel leek dit
maal echter zelfs den Snakkers en den an-
deien snakkers te radicaal.
Ec-n afkeurend gemompel ging op uit de
vergadering. Die goeie tante gek, en zo
was zoo bij de pinken I
„O, dat gaat tegenwoordig heel gemakke
lijk I" hield de ex-adspirant-notaris aan.
,,0f i s iemand dan niet gek, die op twee-
en-zeven tig-jarigen leeftijd nog met een ar
men drommel van een weduwnaar van zes
tig wil trouwen?"
„En met vier kinderen 1" riep er een,
net of ze ook met de kinderen trouwde 1''
„En terwijl haar eigen familie het zoo
goed gebruiken kan 1" riep éen ander.
,,De Heinsen waren nu „au grand com
plet" „au grand complot", zei mevrouw
Snakker in de kamer, en na de deur
zorgvuldig tc hebben gesloten, kwam mijn
heer Heins, die den tredn sloot, op de tecnen
sluipend naar voren, en zich stellend te
genover zijn zwager, met de handen op de
heupen, vroeg hij, wat die er nu wel van
zei.
„Dat het een mooie boel is," antwoordde
do heer des huizes.
„Zeg maar, dat tante ze achter den el
leboog heeft I" vulde zijn eega liefelijk aan.
Mevrouw Snakker hoorde wat „stand"
betreft, eigenlijk niet in de familie thuis;
dat Y/as nog te merken aan een eigenaardi-
gen platten tongval, die een voortdurende
ergernis was vooral voor den ex-adspirant-
candidaat-notaris, en aan sommige van die
vteemde uitvallen, die ze nu en dan kon
hebben.
„Mensch, schreeuw toch niet zoo, hij hoort
het!" waarschuwde haar man.
Een luid gesnork van boven was het ant
woord, dat de heer Blauw het u i e t
boorde.
„Nou, hij mag het hooren 1" verzekerde
mevrouw Snakker overigens. „Dan weet ie
meteen wat-ie an d'r heit 1 Ze heit ze achter
den elleboog, altijd gehad, wat ik je zeg. Dat
zie je nou toch wel 1"
En zij wees met haar rechterband het
punt aan, waar haar linkerbovenarm zich
vleezig omboog naar het benedengedeelte.
„Laten wo nu kalm blijven, en laat hij nu
niets merken 1" drong Yan Huizerveen, die
tot dusver nog gezwegen had. Hij had vijf
duizend pop opgenomen bij een klein woo-
keraartje, in voorschot op de erfcn; dus
had hij er wel het meeste belang bij, dat het
'huwelijk zou afspringen. „Als hij 't
hoort, dan kunnen we heelemaal een streep
door alles halen. We moeten in de eerste
plaats het engagement zien te rekken. Wie
weet of dan een van beiden niet er van te
rugkomt of er tusschen uit gaat I Tante is
toch twee cn zeventig 1 Dat moet je Diet
uitvlakken 1"
„Doe een beetje rattekruit in haar koffie I"
ried er een.
„Zeg, Piet, vieren jelui het eind va.» het
volgend jaar niet je zilveren bruiloft?"
vroeg Heins aan Snakker. „Zouden wc haar
er niet too kunnen krijgen op dien dag te
trouwen 1"
„Ze zal je bedanken 1 Neen hoor, bij tan
te is het zoo gewonnen zoo geronnen, dab
weet jelui wel 1" zei mevrouw Snakker.
„Heet van de naald 1'"
„Nu, wat dan? Wat dan?"
Ja, wat dan? Dat wa3 de algemeene
vraag.
„Halt! Ik weet wafcl'' riep de ex-adsoi-
rant-klerk-op-een-notariskantoor eensklaps
uit, te midden van 't algemeen getier. En
onmiddellijk hingen allen aan zijn lippen.
„Wat dan?"
„Zeg op 1"
Van Huizerveen hield zijn adem in van
spanning.
„Hebben jelui nooit iets bijzonders, iets
eigenaardigs, meen ik, ontdekt aan mijn
heer Blauws haar?"
„Mooi haar heeft-ie 1" zei mevrouw Snak
ker.
,,'t Is kastanjebruin 1" merkte haar
schoonzuster Heins op.
„En erg langl" sprak mevrouw Van
Huizerveen.
„Halt, daar heb ik je T' vervolgde de vroe
gere schellenjongen bij een notaris, thans
commies ter gemeente secretarie cn rechts
geleerd raadsman zijner familie. „Het ia
lang 1 Merkwaardig lang I"
Niemand snapte nog waar hij heen wou.
„Het is o n w e z e n 1 ij k lang cn fraai
van tint. Heb jelui mijnheer Blauw wel
eons gezien met k o rt e r of met langer
haar?"
Neen, dat hadden ze geen van allen I
„Heb jelui wel eens aandachtig ge-
leb op de rcchto, nimmer afwijkende lijn
zijner scheiding, en op de heel eigenaardi
ge inplanting der nekhaarcjcsH Neen dat
hebben jelui niet, omdat jelui nooit voor
notaris hebt gestudeerd. Maar ik zeg jelui
„Die man draagt een pruik"
De woorden vielen gelijk bommen vallen
in een gevulde kera 1
Tante, die meer dan eens gezegd had.
dat zij een afkeer had van menschen met
een pruik I En haar aanstaande zou zulk
een voorwerp gebruiken 1 Het was een open
baring. meer dan dat: een verlossing 1
Doch nu kwam eigenlijk eerst recht de
grooto moeilijkheid.
Hoe moest men tante het feit
bewijzen Want b e w ij z e n moest men liet
haar, anders zou zij het toch niet gelooven.
en, zoo ooit, het pas ontdekken wanneer
het tc laat was.
Mevrouw Snakker gai de oplossing, die
ieder op de tong luw, maar die niemand
durfde uitspreken.
„Het is heel eenvoudig. Man, jij gaat
morgen voorzichtig naar boven, als Blauw
z'n middagdutje doet en bij ongeluk stoot
jo 't haar hem van 't hoofd. Je begrijpt me!
Laat dan de rest maar aan mij over."
Allen juichten. Alleen Snakker verweerde
zich flauw.
„Niet netjes!" mompelde hij.
Boven antwoordde gesnork.
een inval. „Je zou hot even go. 1 nu dade
lijk kunnen doen I Och, waarom ook niet?
Hier, die brief is n hem gebracht! Dien
ga je hem brengen 1 Misschien hoef jo het
niet eena te doen. MisschicD ligt hij zoo
wel met zijn kalen knikker. Toe, ga nou
even 1"
Ook dc anderen drongen aan. net was een
groot moment: ieder was in spanning hoe
dit zou afloopcn.
Ten slotte bezweer de ongelukkige, in
het bijzonder onder don zachten drang van
zijn betere helft, en ging naar boven. Het
heele gezelschap sloop hem op dc teenen
achterna.
Boven klonk gesnork.
Onhoorbaar opende Snakker do kamer
deur en kroop, klein, naar binnen. De
anderen wachtten, popelend, voc een kier.
Sna)kke>r kroop op het bed toe en
Opeens kwam hij terug.
„Ik durf niet!" fluisterde hij.
„Toe nou, wees nou niet zoo flauw," zei
zijn vrouw, cn zij duwde hem weer naar
binnen.
En weer kroop hij hurkend naar den ach
terwand, waar de heer Blauw 1. j in zaligo
onbewustheid, droomend misschien van zijn
„meisje". En, in de linker krampachtig den
brief gekneld, greep Snater mco de rechter
een handvol van de lango lokken en Een
stevige ruk Een doordringende gil En
een kernachtige verwensching. De pru-x
liet niet losl
„Wat drommel doe jo too'n? Ben jo ot,
kerel?"
Dc familie, in do gang, stormde de trap
af, op de teeneri.
„Ik oI pardon! heb ik u pijn ge
daan? Het is hier zoo donker Ik had
een brief voor u, waar haast was!"
De heer Blauw was uit het bed gevlogen
en liep, zich Diet storend aan zijn primi
tief gewaad, met beide handen aan bet
hoofd de kamer op en neer. De tranen
stonden hem in de oogen.
De ander wierp den brief op een kastje
en redde zich het vertrek uit.
Beneden zaten zo te brullen van het
Lachen.
„Lach niet!" dreigde hij. „Want anders
bega ik een ongeluk 1"
De ex-adspirant-loopjongen was dc eer
ste, die zich bedwong.
„Snakker heeft gelijk", beaamde h j gre
tig. „Do zaak is te ernstig."'
En nu was het Yan Huizerveen, di - kleun
de: „Wij zijn onze duiten kwijt I"
Ik ben er wel bang voö%.