A«. 1907. feze ourant wordt dagelijks, met uitzondering van (Zonen feestdagen, uitgegeven. Qeze <£c var Dit nommer bestaat uit VIER Bladen. Eerste Blad. Offieieele Kennisgeving. .Vettelijke bepalingen FEUILLETON. tT eugd-geiuls. ftZool" Hij keek haar verbaasd aan. Zalcnlag O .J&iLi. ||0 1 O 9 PRIJS DHR ADVERTENTIENl Van 16 regel» 71-06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettere Daar plaatsruimte. - Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Gents contant i elk tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het Incaeseeren wordt70.05 berokend. Voorhout; 3o. mej. M. E. Grevenbroeck, voornoemd. In de gemeente raadsvergadering van 12 Juli 1906 werd mej. E. O. M. Aewcr- donk tot leeraren in de handwerken en bij Raadsbesluit van 16 Augustus daaraanvol gende mej. M. H. Nederburgh tot leerares in handteekenen en kunstgeschiedenis aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, be noemd, beiden echter voor den tijd van één jaar, alzoo tot 1 September 1907. Thans geeft de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs in overwe ging tot de vaste aanstelling van genoem de dames over te gaan, aangezien bot on derwijs van beiden goed voldoet. En do Inspecteur van hot M. O. kan zicb met" dit voorstel der commissie zeer goed vereenigen. Tevens geven B. en We. in overweging den pensioensgrondslag voor mej. Aewer- donk te bepalen op 400 gulden en dien voor mej. Nederburgh op 700 gulden. Door de Hollandscho IJzeren Spoor weg-Mij. werd B. en Ws. de wensch tc kennen gegeven do voorwaarden te mogon vernemen, waaronder haar zou worden toege staan de voor de helft aan de gemeente en voor de andere helft aan de maatschappij toebehoorende sloot vóór het koffiehuis ,,Zo- nierzorg" aan den Stationsweg, te dempen. Aangezien tegen deze demping uit den aard der zaak noch bij de oommissio van fa bricage, noch bij B. en Ws. bezwaar bestaat, integendeel deze ten zeerste door B. en Ws. wordt toegejuicht, mits slecht8 door het op leggen der vereischte voorwaarden cr voor worde gezorgd, dat na do demping een goede toestand wordt verkregen, geven B. en Ws. in overweging aan de Hollandscho IJzeren- Spoorweg-Maatschappij, b houdens rechten van derden, vergunning to verleenen tot het dempen, over een lengte van 41 Meter, van cle vóór genoemd koffiehuis gelegen sloot. Tot do voorwaarden behooren o. a. dat aan het noordelijk einde van de gedempte sloot geplaatst worde een schociing met ijzeren hek, waarvan teekenitig cn con structie vooraf door B. en Ws. moeten zijn goedgekeurd; dat daags voordat met de werkzaamheden een aanvang zal wor den gemaakt, daarvan kennis worde gege- ven op het bureau van gemeentewerken dat de uitvoering van alle voorgeschreven werken en het onderhoud van die, welke niet het eigendom van de gemeento worden, geschieden ten genoegen van B. en Ws. dat do vergunning vervalt, wanneer daar van niet vóór don lsten Nov. 1907 is ge bruik gemaakt; ©n dat geen begin met de uitvoering der werkzaamheden mag worden gemaakt, alsvorcns door do Maatschappij een waarborgsom van 400 trui de ten kan tore van den gemeent/vontvanger zal zijn gestort, welke som geheel of p/vWTbelijk kan worden ingehouden, indien do voor- waadden niet behoorlijk worden nagekomen. Nog voordat hot verzoik van de ver een iging ,,Leidens Belang"om bij ver ordening d© Hooglandsehe Kerkgracht als algemeen© staanplaats voor do boden en vraohtrijders aan to wijzen, don gemeen teraad bereikt©, waren de adressen van bo den, vrachtrijders en winkeliers ingekomen, die, vernomen hebbende van het door de vereeniging ,,Leidens Belang" in to die nen verzoek, reeds bij voorbaat daartegen meenden te moeten opkomen. Ook B. en Wa. komt het met de commit sic voor het marktwezen voor, dat voot inwilliging van het verzoek van Leiden! Belang" geen termen aanwezig zijn. Terwijl toch derzo Vereeniging het doet voorkomen, als zouden de vrachtrijders zelf zeer op cofc verplaatsing naar de Hooglandsehe Kerk gracht gesteld zijn, blijlkt uit do iogekomon adressen, dat dit met de overgroot© meor derheid van hen juist niet het geval Slechts een achttal vrachtrijders, waar van er zeven tot dusver op het koude oê tochtige Hooglandsehe Kerkplein on op de Hoogstraat gestationneerd waren, gaven B. en Ws. hun wensch tc kennen nu! naar de Hooglandsehe Kerkgracht te wof den verplaatst. En hun werd dan ook ree<ll bijwijze van proef voor den tijd van coJ jaar een plaats op die straat aangeweziii Maar overigons bestaan, nog afgiEcheidfi van het feit, dat de vrachtrijders haar zei niet wcnschen, tegen een algemeene ver» plaatsing den boden ernstige bezwaren. Niet alleen toch zou dit voor tal van wi» keiiors een groot ongemak opleveren, mafil ook de bestaando bestelhuizen zouden daar van een niet onbelangrijke geldelijke s*>ha dé ondervinden, terwijl eindelijk ook trref het ongerief, dat den bewoners van do Hooglandsehe Kerkgra ht zou worden aangedaan, indien alle, d. i. meer dan 30 boden en vrachtrijders, daarheen wenftw overgebracht, niet do gering mag worden gedacht. En nog te mir *cr red^n kan er voor de inwilliging van het verzoek be staan, nu tegenover al d<v.e nadeelen geen bepaalde voondeelcn staan. B. en Wa. geven dan ook in overweging afwij-7.cnd op het verzoek v°n de vereeni ging „Leidfms Belang" te beschikken. En wat ten slotte het verzoek betreft, door den bode A. van Tienen c. s. inge diend, om do boden cn vrachtrijders ook gediiTTwde do kenniswerk hun gewone standnla"tsen te doen behouden, ook hieraan kan uit den aard der zaak niét worden voldaan, zoodat ook op dit verbonk een afwijzende beschikking zal moeten volgen. B én Ws. stellen dus voor in dim zin te beslissen. Naar aanleiding van do uekend© tel kens weer terugkeèrende klachten over de< onhoudbaren toestand, waai in vooral ia het najaar, maar ook overigens bij si< cht weer, de Houge Rijndijk verkeert, kiaih- ten, welke teia^ns weer door B un Wa. moesten wordon teruggewezen omdat in den toestand van den Hoog ra Rijndijk, nis rijksstraatweg bij het Rijk beheer en onderhoud, van gemeentewege geen vo?be- tering kon worden gebracht, hebben B. ©n Ws. zich ten slotte bij BcLrijven van 10 Ja nuari 11. tot don Minister van Water ssaac gewend, mot de vraag of niet do Hooge» Rijndijk, voor zoover binnen dezo gemeen te gelegen, aan do gemeente in beheer ©n ondenhoud kon worden overgedragen, ©n zoo ja, onder welke voorwaarden die over* dracht zou kunnen plaats hebben. Zij ontvingen daarop den 20sten Juni 11. een schrijven van den Hoofdingenieur-Di recteur van den Waterstaat in de tiendo directie, ten geleide van een concept-over eenkomst, aangevende do voorwaarden, waaronder do Minister van Waterstaat zich bereid verklaard had tot de overdracht mee to werken, met verzoek, tc willen me- dedeelen of do gemeente tot overneming PUIJB DEZE It COURANTS foot Leidei» pet vee! 9 0ent»i pei 8 meenden 2 MO. Bulten Lelden, pet looper va»» agenten gevestigd i(jn l l 1.30. Franco pet post 1-65. Attestatiën de Vifa. De Burgemeester van Leiden, Gezien de circulaire van den Heer Commis saris der Koningin ln de provincie Zuid- Holland, dd. 11 Juni 1907, A. No. 1963 (1ste afd) Prov. blad No. 49, betreffende de «Jglfte *an Attestatiën de Vita, Brengt ter kennis van belanghebbenden: dat" aan gegageerden geen Ailestatie de Vila mag worden verstrekt „zonder ver toon van de gagements-akte of van de door liet Departement van Koloniën in de plaats van een dus danige akte afgegeven verklaring." De Burgemeester van Leiden, DE RIDDER. Burgemeester en Wethouders der ge beente Leiden brengen ter algemeene ken- dat het IJkkantoor alhier gedurende het Jaar 1907 op de navolgende dagen geopend Eal Z(jii lo. Van 1 Januari tot 10 Mpart: op eiken Vrudag en Zaterdag van des vooi middags negen men tot des namiddags een uur; 2e Van 11 Maart (begin hei (jk reis) tot 31 Juli (einde her(Jk-rei8)29 en 30 Maart, 2, 3, 16 17, 26, 27, 29 en 30 April, 11, 18, 21 en 22 llei, 7, 8, 21 en 22 Juui en 1, 2, 12, 13, 19, 20, 26 en 27 Juli, telkens van des vooi mid dags negen tot twaall uren en van des namid dags een tot vier uren. 3e Gedurende de maand Augustus: (inge volge hol bepaalde sub 3b van het besluit van Gedeputeerde Stalen dezer Provincie, van 2? Bof. 1906 No. 83 (Provinciaal blad No. 121), op alle werkdagen van des voormiddaga negen tot twaali uren en van des namiddags een tot drie uren, en 4e. BA 1 Septemberop eiken "Vrijdag en Zaterdag van des voormiddags- negeu uren tot des namiddags een uur. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DE RIDDER, Burgemeester. VAN HE VlST, (Secretaris. Leiden, 29 December 1906. betrefieude loterijen. Wij beloofden onlangs over deze betrek kelijk nog nieuwe bepalingen eena het een mi meier te zeggen, ten erade te trachten iota het recht begrip daarvan bij te dr; gen. Herhaaldelijk toch bleek ons, dat het aan zuik een juist begrip vaak ontbreekt, maar wij haasten ons er bij te voegen, dat een deel van de schold bij de wet zelvo ligt. Een oude wot, dio van het jaar 1814, re gelde vroeger liet onderwerp der loterijen. Bij dio wet werden in het algemeen alle .vreemde en particulicro loterijen verboden en in do Code Pénal (het toenmaals hier geldende Fransche wetboek van strafrecht), waren tegen de overtreding der loterijwet versohillendc straffen bedreigd. Toen nu dat strafwetboek door een nationaal wet boek vervangen werd, vervielen die strafbe palingen. Slechts één strafbepaling (in do loterijwet zélve opgenomen en betrekking hebbende op het collccteeren hier te lande van vreemde loterijen) bleef bestaan. Het gevolg wae dat men zioh aan de ver bodsbepalingen niet meer stoorde; immers, vrees voor straf behoefde niet meer to be staan. Er bestond dus alle aanleiding tot het maken eener nieuwe loterijwet, in zooverre ten minste als men van oordeel was, dat 't tot de roeping van den Staat behoort om het spelen tegen te gaan. Uitgaande van de overweging, dat do exploitatie van den speelhartstocht zooveel mogelijk t© beteugelen, een openbaar volks belang is, keerde het ontwerp van de minis ters Loeff en Harte van Tecklenburg, dat later wet geworden is, zich tegen hen, die, uit particulier winstbejag, gelegenheid ver schaffen tot-het deelnemen in loterijen. Daarom werd verboden een andere loterij aan te loggen of te houden dan de zoodanige waartoo de bij de wet vereischte toestem ming is verleend. Wat nu is een loterij Ziedaar het groot© struikelblok. Een loterij is een gelegenheid, door iemand opengesteld om mede te dingen naar prijzen of premiën in geld of goed. Op w.elkewijze dit mededingen plaats beeft, is onverschillig. Hoe die mededinging ook geschiedde, altijd is er een loterij zoo- dra do toewijzing der prijzen of premiën geschiedt door het lot of door eene andere kansbopaling, waarop do deelnemers zelf geen invloed kunnen oefenen. Om deel te nemen of mode tc dir""^ zal men wel meestal ..an zekere voorwaar den moeten voldoen. Mocht dit niet het geval wezen, dan kan van een loterij geen sprake vezen. Zoo kunnen b. v. op de ver gadering eener vereeniging voor plantkunde cenige beschikbaar gestelde planten onder de aanwezigen worden verloot, wanneer dat geschiedt zonder dat iemand iets behoeft te betalen of iets anders te doen. De regel echter zal wol wezen, dat men een inleg te .jetalen heeft, een lot of «een bepaalde hoeveelheid winkelwaren- moet koopen, enz., enz. Aan welke voor waarde men voldaan moet hebben om als deelnemer in een loterij te worden be schouwd, laat de wet geheel in het midden, zoodat er volstrekt niet bepaald van een inleg sprake behoeft t© wezen. Het trekken van een prijs behoeft niet be paald afhankelijk t© worden gesteld van het „lot", zooals men dab woord in den en- geren zin opvat. Dc gewonnen prijzen kun nen bijv. ook worden aangegeven door mid del van dobbel steen en of door een andere toevallige gebeurtenis. Door alleen als lo terij aan te merken zulke ondernemingen, waarbij het trekken van een prijs afhanke lijk wordt gesteld van het lot of van ge beurtenissen, waarop het lot invloed heeft gehad, zou men de grenzen te eng liebbt.n genomen en aanleiding gegeven tot ont duiking. Verboden is dientengevolge ook bet hou den van verlotingen, waarin de deelneming zoogenaamd gratis wordt verstrekt, dus zonder inleg, zooals door winkeliers rneir- malcn ten behoeve hunner klanten placht Slot) Dat ééne woordje „vroeger" maaikte bei den weer vrijer. „Waar gaan we Keen, Hilda 1 Vroeger gingen wo daar in dien wink.l choco lade en taartjes of in een restaurant j£ „Wacht, ik weet het al 1 Och, wat was dat heerlijk l Hier den hoek om. Is daar het oude wijnhuis nog met dio gezellige hoekjes? Waar wij eens champagne dron ken Dat was voor het eerst in mijn leven." „Voor mij ook", zeide de jonge vrouw lachend. „En het smaakte zoo lekker. Ik had ro zen meegebracht." „Twee witte en twee noode. Die lagen op tafel. Gij liadt toen juisteen teokening verkocht, geloof ik." „Ja; en dan twistten wij er over of we wat eten zouden, en ik nam do witte rozen ©n gij do roode. Daarmee wilden wij elkaar n bet gezicht slaan. De witt© wag verwelkt, en alle hart-blaadjcs vielen over je donike- ?e japen. Heb jjc dat kostuum nog, Hilda?" geef me, ik... ik... dacht werkelijk... en Maar plotseling bleef hij staan. „Vcr- daar heb ik zoo juist „je" g< jd. Zijt ge boos" „Och, ja. waar kan dat kostuum nu njn I" viel zij hem snol in de rede. ,,'t Was toen reeds heel oud, toen ik in den rozen- tegen zat." Het scheen hem toe, dat het veel fijner en duizend maal mooier geweest was dan dat. hetwelk zij nu droeg. Alleen als een gewaar wording kwam dat in hem op. „Die strijd was echter spoedig voorbij, ging hij voort. „En dan kwam met die ro zen, de drie bloeiende en de eeno verwelkte, de verzoening." „Toe, daar-niet van I" weerde zij zich af, als wilde zij de herinnering ontvlieden. Hij zog haar aan, verzocht om vergiffenis en ging een bloemenwinkel binnen. Met vier ïozen, twee witte, twee roode, kwam hij bij baar terug. „Laten die er ook ditmaal bij zijn." Zij zochten en vonden in het Eleine wijn huis het bekende hoekje. Het was scheme rig daarbinnen en de kellner kwam half- slaporig naar hen toe. Toen ueo electrischo licht achter het roode schermpje gloeide, en van de tafel af een kleinen kring be lichtte, nam Hilda de rozen en hield ze voor naar gezicht. Hij bladerde ïntusschen in de wijnkaart en bemerkte niet hoe zij hem aanzag. Haar handen beefden en dat trillen deelde zich aan de bloemen mede. „De champagne heeft den vorigen «.eer zoo goed gesmaakt, ik heb nooit betere ge- di" aken." Zij knikte slechts, maar toen het vocht bruisend over de gla9randen liep, legae zij de rozen dadelijk neër. Zij l 'elden de oudierwetsche puntig© kelkglazen tegen elkaar, maar stieten niet aan, als moest geen geluid het stilzwijgen storen. Toen dronken zij op de herinnering, de jeugd, op hun harten. Alles was door het leven be zoedel 1, alleen aan hun vroeg geluk was Ce hoogste vervulling ontzegd gebleven, dat ging rein door hun droom. te worden gedaan. De waarde der prijzen zit hier toch in de winst, de qualiteit der waar is slechter, of de grootere omzet stelt den winkelier schadeloos. Verboden zijn daarom ook dio onderne mingen, waarbij men geen gevaar loopt zijn inleg kwijt te raken. Al komt dio iüleg te rug, 't is soms na een groot aantal jaren- Het gemis van de rente is zeker Do uit te betalen winst wordt gevonden uit de door den ondernemer ten eigen bate gekweekte rente van de inleggelden. Wanneer intusschen op de kansbepaling invloed kan worden geoefend door de deel nemers zelf, ia de onderneming geen lote rij meer in den zin der wet. Dit is het ge val bij prijswedstrijden door middel van spelen, waarbij het winnen geheel of ten deele afhankelijk is van persoonlijke kracht of behendigheid. Tot het houden van enkele verlotingen kan toestemming worden vorkregen. De Koningin kan namelijk, op voordracht van den minister van justitie, toesteranvng verleenen tot het aanleggen on houden eener lotefij, ten behoeve van een vereeniging die rechtspersoonlijkheid bezit, of van een stich ting; zoomede van een loterij strekkende tot een liefdadig doel of ter bevordering van wetenschap, kunst of andere algemeen© be langen. Verder kan tot het aanleggen of houden eener loterij, strekkende tot een liefdadig doel of tot bevordering van wetenschap, kunst of andere algemeene belangen, en waarin de prijzen of premiën niet in geld of geldswaardig papier bestaan en gezamen- lijk geen grootere waarde dan honderd gul den hebben, ook toestemming worden gege ven door burgemeester cn wethouders der gemeente, binnen welke do verloting zal worden gehouden. Leide», 6 JuSs. Voordracht voor do benoeming van een onderwijzer aan do openbare school der derde klasse No. 4, ter vorvanging van den heer G. Beun, die benoemd ïb tot onderwij zer aan do Jongensschool 2de klasse: lo. W. Prins, onderwijzer te Leiderdorp 2o. J. F. P. Kalkman, onderwijzer te Haar lem; 3o. E. Scheenstra, onderwijzer te De venter. Voordrachten voor de benoeming van drie onderwijzeressen aan de openbare scholen der derde klasse Nos. 1 en 5 en die aan de Heerenstraat, ter vervulling van de vaca tures, ontstaan door de benoeming van mej- W. J. Eyndhoven tot onderwijzeres met verplichte hoofdakte aan de openbare school der 4de klasse No. 1 en door hot verleend eervol ontslag aan de dames H. Blankenberg en O. O. van Keulen: School derde kl. No. 1. lo. Mej. O. P. Gesink, tijdelijk onderwijzeres aan do open bare school der derde kl. No. 1; 2o. mej. A. Roeloffs, tijdelijk onderwijzeres aan de openbare school der derde kl. No. 5; 3o. mej. A. J. P. van der Laaken, tijdelijk on derwijzeres aan de openbare school aan do Heerenstraafcr. Scbool derde klasse No. 5. lo. Mej. A. Roeloffs, voornoemd; 2o. mej. A. J, P. van der Laaken, voornoemd3o. mej. M. A. Grcvenbrocck, tijdelijk onderwijzeres aan de openbare school der derde kl. No. 7. School aan dc Heerenstraat, lo. mej. A. J. P. van der Laaken, voornoemd; 2o. mej. H M. Landzaat, onderwijzeres t© De schilder zette .et eerst zijn glas ueer. Hij vertrok zijn mond, als on te spreken, maar toen hij zag, hoe Hilda langzaam on bijna met aandaolit 'ronk, zeide hij aieifl Doch hij schonk zijn glas niet meer vol. Zoozeide hij toen, en streek met zijn hand zacht over ^et witte tafelkleed, „nu is alles weer als toen. Je bont zestien, en komt van jo werk. Als je lieve collega 8 dat wisten, Hilda I En ik, ach ja, mij kom; geen sterveling; maar ik ben er zekci van, dat ik nog eens een Rafaël en een Alichei- Angelo te gelijk zal worden. Een goudsbui£ heb ik verdiend; dat is het inkom i» v&n een week. Wat kost de wereld? En nu zeg ik je weer aan je oor, hoe mooi jo bens, kom steeds nader en nader -ra oloas aan je krulletjes do hoogte in 1 Je weet het al. En jij? Hoe spreek je dan steeds, Hilda? Toe, zeg het toch eens. Ik i\\ jo helpen. Dus: „Haal goen „Neen", weerde zij ai, „dat kan ik niet meer zeggen." Maar plotseling buigt zij zich naar vo ren en fluistert: „Haal geen onzin uit, Conzl" Oonzl Als een verrukking was het, toen hij dion naam weer hoorde. Als had die, door de stem van vroeger uitgesproken, al het veirzonken geluk, alle jeugd uit d© diep te weer omhoog gebracht. „Hilda 1" riep hij zacht, doch alsof het woord uit een stormachtigen drang, uit ju bel goboren was. Dicht schoof hij bij haar. Haar schouders en armen raakten licht de zijne. Zij was hoog rood geworden. Hij zag dat, evenals vroeger. Vooral haar ooren gloeiden. Maar toen zij zich wilde afwenden en naar achteren buigen, greep hij haar hajid ©n vroeg: „Doo het niet®" Toen bleef zij, zonder iets te zeggen, stil zitten. Ieder hield seconden lang do oegen gesloten. Nu was het werkelijk ais vóór tien jaar. Toen hadden zij in hun schuch terheid en hun jonge liefde, in den jeug dig-bruisenden overvloed, die hun hart overstelpte, dikwijls uren lang „onder een woord te sproken, naast elkaar gezeten, te vreden, wanneer hun handen elkaar von den. Do kellnor ging voorbij. Hilda aderaio diep. En plotseling maakte zij zich bijkans heftig los. „Wat scheelt je?"- Toen begon zij opeens te huilen, te hui len, zonder dat er eigenlijk tranen vloei den. Het was meer een droog brikken ©n steunen. Het ging spoedig voorbij. Zij schaamde zich er over, dronk wat en zeide: „Ik weet niet, wat mij scheelt. Waarom spreek j'e dan niet, Conz?" „Maar ik spreek toch I" Haar plotseling snikken had hem wonderbaar ontroerd. Is zij niet gelukkig? dacht hij. Maar hij be vond, dat haar weenen niets met het geluk te maken had; want opeens was het hem, als moest hij het hoofd laten hangen in die pe treurnis. Hij schudde het van zich af en begon haastig te spreken: Ik herinner me nu juist, HildaDat was wel het schoon ste, hoe wij op een middag, toen jij vrij hadt, naar Steglitz reden. Als je het niet vergeten bent: je moest naar je zuster. Wij ©chtcr wandelden eerst den straatweg af naar eenzame wegen, en gingen hand in hand. Toen geen mensch meer te zien "'as, begonnen wij te zingen: „In einem kühlen Grunde", „Acli, wie iat 's möglich", en steeds maar door, het eene liedje na 'i andere. Alleen droevige; maar wij waren rustig en moedig en vroolijk. Dan, vóó* Liehtcrfelde, kwamen we aan een kleine her berg. Er was alleen melk cn schraal bier te krijgenmaar wij zaten er dichtbij liet bosch en dronken. Mijn hoed had ik afgenomcu ea op de bank gelogd. „Conz, wat ben jij eeil Piet do Smeerpoets 1" heb jo toen opeen! gezegd, 't Was mijn artisten-haar nu, en toen haalde je je zakkammetje te voorschijn,1 ging voor me staan en maakte een reheiding in mijn haar. Ik moest heel stil zitten en mocht niet praten. Toen mijn haar in. do war zat, riep ik, „aul" en kneep je in den arm. Ik keek je echter steeds maar aan, ioo- als je voor stond, zoo heel dicht bij me en zoo slank en lief cn steeds mn- ijverig met je hand over mijn hoi>.j ging. Daarna hieldt je me het spiegeltje voor, maar daar langs keek ik in je oogen, cn eer je er op voorbereid was, had u jo beetgepakt, omge draaid en op mijn knie gezet. Met je arr en weerde jo je meer dan met je mond, die zioh niet zoo heel ver en niet zoo heel ernstig* gemeend terugtrok. Ik zie je nog, zooals je plosteling heel ongewoon zeide: „Haal toch geen onzin uit, Conzl" Wij gingen tamelijk stilzwijgen verder, tot wij aan Steglitz kwa» men. „Heb ik het goed onthouden?" Zij knikte toestemmend, met op elkaar ge klemde lippen. De wijn verschraalde de glazen. De lampekap wierp op haar voor* overgebogen gelaat een warmen, roodoö schijn. f Nu kan ik vragen: „Waarom spreek jfc niet?" zeide hij. „Jij. Jij 1" En plagend sloeg hij haar, voorzichtig «4 zacht met don witten roztknop in het goj zicht. Maar geen regen van blöeBemblp.n-'ic< viel op haar neer„

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 1