A«. 1907.
feze ourant wordt dagelijks, met uitzondering
van (Zonen feestdagen, uitgegeven.
Qeze <£c
var
Dit nommer bestaat uit
VIER Bladen.
Eerste Blad.
Offieieele Kennisgeving.
.Vettelijke bepalingen
FEUILLETON.
tT eugd-geiuls.
ftZool" Hij keek haar verbaasd aan.
Zalcnlag O .J&iLi.
||0 1 O 9
PRIJS DHR ADVERTENTIENl
Van 16 regel» 71-06. Iedere regel meer f 0.17$. Grootere lettere Daar
plaatsruimte. - Kleine advertentiën ran 30 woorden 40 Gents contant i elk
tiental woorden meer 10 Gents.-Voor het Incaeseeren wordt70.05 berokend.
Voorhout; 3o. mej. M. E. Grevenbroeck,
voornoemd.
In de gemeente raadsvergadering van
12 Juli 1906 werd mej. E. O. M. Aewcr-
donk tot leeraren in de handwerken en bij
Raadsbesluit van 16 Augustus daaraanvol
gende mej. M. H. Nederburgh tot leerares
in handteekenen en kunstgeschiedenis aan
de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, be
noemd, beiden echter voor den tijd van één
jaar, alzoo tot 1 September 1907.
Thans geeft de Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs in overwe
ging tot de vaste aanstelling van genoem
de dames over te gaan, aangezien bot on
derwijs van beiden goed voldoet.
En do Inspecteur van hot M. O. kan zicb
met" dit voorstel der commissie zeer goed
vereenigen.
Tevens geven B. en We. in overweging
den pensioensgrondslag voor mej. Aewer-
donk te bepalen op 400 gulden en dien voor
mej. Nederburgh op 700 gulden.
Door de Hollandscho IJzeren Spoor
weg-Mij. werd B. en Ws. de wensch
tc kennen gegeven do voorwaarden te mogon
vernemen, waaronder haar zou worden toege
staan de voor de helft aan de gemeente en
voor de andere helft aan de maatschappij
toebehoorende sloot vóór het koffiehuis ,,Zo-
nierzorg" aan den Stationsweg, te dempen.
Aangezien tegen deze demping uit den
aard der zaak noch bij de oommissio van fa
bricage, noch bij B. en Ws. bezwaar bestaat,
integendeel deze ten zeerste door B. en Ws.
wordt toegejuicht, mits slecht8 door het op
leggen der vereischte voorwaarden cr voor
worde gezorgd, dat na do demping een goede
toestand wordt verkregen, geven B. en Ws.
in overweging aan de Hollandscho IJzeren-
Spoorweg-Maatschappij, b houdens rechten
van derden, vergunning to verleenen tot het
dempen, over een lengte van 41 Meter, van
cle vóór genoemd koffiehuis gelegen sloot.
Tot do voorwaarden behooren o. a. dat
aan het noordelijk einde van de gedempte
sloot geplaatst worde een schociing met
ijzeren hek, waarvan teekenitig cn con
structie vooraf door B. en Ws. moeten
zijn goedgekeurd; dat daags voordat met
de werkzaamheden een aanvang zal wor
den gemaakt, daarvan kennis worde gege-
ven op het bureau van gemeentewerken
dat de uitvoering van alle voorgeschreven
werken en het onderhoud van die, welke
niet het eigendom van de gemeento worden,
geschieden ten genoegen van B. en Ws.
dat do vergunning vervalt, wanneer daar
van niet vóór don lsten Nov. 1907 is ge
bruik gemaakt; ©n dat geen begin met de
uitvoering der werkzaamheden mag worden
gemaakt, alsvorcns door do Maatschappij
een waarborgsom van 400 trui de ten kan
tore van den gemeent/vontvanger zal zijn
gestort, welke som geheel of p/vWTbelijk
kan worden ingehouden, indien do voor-
waadden niet behoorlijk worden nagekomen.
Nog voordat hot verzoik van de ver
een iging ,,Leidens Belang"om bij ver
ordening d© Hooglandsehe Kerkgracht als
algemeen© staanplaats voor do boden en
vraohtrijders aan to wijzen, don gemeen
teraad bereikt©, waren de adressen van bo
den, vrachtrijders en winkeliers ingekomen,
die, vernomen hebbende van het door de
vereeniging ,,Leidens Belang" in to die
nen verzoek, reeds bij voorbaat daartegen
meenden te moeten opkomen.
Ook B. en Wa. komt het met de commit
sic voor het marktwezen voor, dat voot
inwilliging van het verzoek van Leiden!
Belang" geen termen aanwezig zijn. Terwijl
toch derzo Vereeniging het doet voorkomen,
als zouden de vrachtrijders zelf zeer op cofc
verplaatsing naar de Hooglandsehe Kerk
gracht gesteld zijn, blijlkt uit do iogekomon
adressen, dat dit met de overgroot© meor
derheid van hen juist niet het geval
Slechts een achttal vrachtrijders, waar
van er zeven tot dusver op het koude oê
tochtige Hooglandsehe Kerkplein on
op de Hoogstraat gestationneerd waren,
gaven B. en Ws. hun wensch tc kennen nu!
naar de Hooglandsehe Kerkgracht te wof
den verplaatst. En hun werd dan ook ree<ll
bijwijze van proef voor den tijd van coJ
jaar een plaats op die straat aangeweziii
Maar overigons bestaan, nog afgiEcheidfi
van het feit, dat de vrachtrijders haar zei
niet wcnschen, tegen een algemeene ver»
plaatsing den boden ernstige bezwaren.
Niet alleen toch zou dit voor tal van wi»
keiiors een groot ongemak opleveren, mafil
ook de bestaando bestelhuizen zouden daar
van een niet onbelangrijke geldelijke s*>ha
dé ondervinden, terwijl eindelijk ook trref
het ongerief, dat den bewoners van do
Hooglandsehe Kerkgra ht zou worden
aangedaan, indien alle, d. i. meer dan 30
boden en vrachtrijders, daarheen wenftw
overgebracht, niet do gering mag worden
gedacht. En nog te mir *cr red^n kan er
voor de inwilliging van het verzoek be
staan, nu tegenover al d<v.e nadeelen geen
bepaalde voondeelcn staan.
B. en Wa. geven dan ook in overweging
afwij-7.cnd op het verzoek v°n de vereeni
ging „Leidfms Belang" te beschikken.
En wat ten slotte het verzoek betreft,
door den bode A. van Tienen c. s. inge
diend, om do boden cn vrachtrijders ook
gediiTTwde do kenniswerk hun gewone
standnla"tsen te doen behouden, ook
hieraan kan uit den aard der zaak niét
worden voldaan, zoodat ook op dit verbonk
een afwijzende beschikking zal moeten
volgen. B én Ws. stellen dus voor in dim
zin te beslissen.
Naar aanleiding van do uekend© tel
kens weer terugkeèrende klachten over de<
onhoudbaren toestand, waai in vooral ia
het najaar, maar ook overigens bij si< cht
weer, de Houge Rijndijk verkeert, kiaih-
ten, welke teia^ns weer door B un Wa.
moesten wordon teruggewezen omdat in
den toestand van den Hoog ra Rijndijk, nis
rijksstraatweg bij het Rijk beheer en
onderhoud, van gemeentewege geen vo?be-
tering kon worden gebracht, hebben B. ©n
Ws. zich ten slotte bij BcLrijven van 10 Ja
nuari 11. tot don Minister van Water ssaac
gewend, mot de vraag of niet do Hooge»
Rijndijk, voor zoover binnen dezo gemeen
te gelegen, aan do gemeente in beheer ©n
ondenhoud kon worden overgedragen, ©n
zoo ja, onder welke voorwaarden die over*
dracht zou kunnen plaats hebben.
Zij ontvingen daarop den 20sten Juni 11.
een schrijven van den Hoofdingenieur-Di
recteur van den Waterstaat in de tiendo
directie, ten geleide van een concept-over
eenkomst, aangevende do voorwaarden,
waaronder do Minister van Waterstaat zich
bereid verklaard had tot de overdracht
mee to werken, met verzoek, tc willen me-
dedeelen of do gemeente tot overneming
PUIJB DEZE It COURANTS
foot Leidei» pet vee! 9 0ent»i pei 8 meenden 2 MO.
Bulten Lelden, pet looper va»» agenten gevestigd i(jn l l 1.30.
Franco pet post 1-65.
Attestatiën de Vifa.
De Burgemeester van Leiden,
Gezien de circulaire van den Heer Commis
saris der Koningin ln de provincie Zuid-
Holland, dd. 11 Juni 1907, A. No. 1963
(1ste afd) Prov. blad No. 49, betreffende de
«Jglfte *an Attestatiën de Vita,
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat" aan gegageerden geen Ailestatie de
Vila mag worden verstrekt „zonder ver
toon van de gagements-akte of van
de door liet Departement van
Koloniën in de plaats van een dus
danige akte afgegeven verklaring."
De Burgemeester van Leiden,
DE RIDDER.
Burgemeester en Wethouders der ge
beente Leiden brengen ter algemeene ken-
dat het IJkkantoor alhier gedurende het
Jaar 1907 op de navolgende dagen geopend
Eal Z(jii
lo. Van 1 Januari tot 10 Mpart: op eiken
Vrudag en Zaterdag van des vooi middags
negen men tot des namiddags een uur;
2e Van 11 Maart (begin hei (jk reis) tot 31
Juli (einde her(Jk-rei8)29 en 30 Maart, 2, 3, 16
17, 26, 27, 29 en 30 April, 11, 18, 21 en 22
llei, 7, 8, 21 en 22 Juui en 1, 2, 12, 13, 19,
20, 26 en 27 Juli, telkens van des vooi mid
dags negen tot twaall uren en van des namid
dags een tot vier uren.
3e Gedurende de maand Augustus: (inge
volge hol bepaalde sub 3b van het besluit
van Gedeputeerde Stalen dezer Provincie, van
2? Bof. 1906 No. 83 (Provinciaal blad No.
121), op alle werkdagen van des voormiddaga
negen tot twaali uren en van des namiddags
een tot drie uren, en
4e. BA 1 Septemberop eiken "Vrijdag en
Zaterdag van des voormiddags- negeu uren
tot des namiddags een uur.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
DE RIDDER, Burgemeester.
VAN HE VlST, (Secretaris.
Leiden, 29 December 1906.
betrefieude loterijen.
Wij beloofden onlangs over deze betrek
kelijk nog nieuwe bepalingen eena het een
mi meier te zeggen, ten erade te trachten
iota het recht begrip daarvan bij te
dr; gen.
Herhaaldelijk toch bleek ons, dat het aan
zuik een juist begrip vaak ontbreekt, maar
wij haasten ons er bij te voegen, dat een deel
van de schold bij de wet zelvo ligt.
Een oude wot, dio van het jaar 1814, re
gelde vroeger liet onderwerp der loterijen.
Bij dio wet werden in het algemeen alle
.vreemde en particulicro loterijen verboden
en in do Code Pénal (het toenmaals hier
geldende Fransche wetboek van strafrecht),
waren tegen de overtreding der loterijwet
versohillendc straffen bedreigd. Toen nu
dat strafwetboek door een nationaal wet
boek vervangen werd, vervielen die strafbe
palingen. Slechts één strafbepaling (in do
loterijwet zélve opgenomen en betrekking
hebbende op het collccteeren hier te lande
van vreemde loterijen) bleef bestaan.
Het gevolg wae dat men zioh aan de ver
bodsbepalingen niet meer stoorde; immers,
vrees voor straf behoefde niet meer to be
staan.
Er bestond dus alle aanleiding tot het
maken eener nieuwe loterijwet, in zooverre
ten minste als men van oordeel was, dat 't
tot de roeping van den Staat behoort om
het spelen tegen te gaan.
Uitgaande van de overweging, dat do
exploitatie van den speelhartstocht zooveel
mogelijk t© beteugelen, een openbaar volks
belang is, keerde het ontwerp van de minis
ters Loeff en Harte van Tecklenburg, dat
later wet geworden is, zich tegen hen, die,
uit particulier winstbejag, gelegenheid ver
schaffen tot-het deelnemen in loterijen.
Daarom werd verboden een andere loterij
aan te loggen of te houden dan de zoodanige
waartoo de bij de wet vereischte toestem
ming is verleend.
Wat nu is een loterij Ziedaar het groot©
struikelblok.
Een loterij is een gelegenheid, door iemand
opengesteld om mede te dingen naar prijzen
of premiën in geld of goed.
Op w.elkewijze dit mededingen plaats
beeft, is onverschillig. Hoe die mededinging
ook geschiedde, altijd is er een loterij zoo-
dra do toewijzing der prijzen of premiën
geschiedt door het lot of door eene andere
kansbopaling, waarop do deelnemers zelf
geen invloed kunnen oefenen.
Om deel te nemen of mode tc dir""^ zal
men wel meestal ..an zekere voorwaar
den moeten voldoen. Mocht dit niet het
geval wezen, dan kan van een loterij geen
sprake vezen. Zoo kunnen b. v. op de ver
gadering eener vereeniging voor plantkunde
cenige beschikbaar gestelde planten onder
de aanwezigen worden verloot, wanneer dat
geschiedt zonder dat iemand iets behoeft te
betalen of iets anders te doen.
De regel echter zal wol wezen, dat
men een inleg te .jetalen heeft, een lot of
«een bepaalde hoeveelheid winkelwaren-
moet koopen, enz., enz. Aan welke voor
waarde men voldaan moet hebben om als
deelnemer in een loterij te worden be
schouwd, laat de wet geheel in het midden,
zoodat er volstrekt niet bepaald van een
inleg sprake behoeft t© wezen.
Het trekken van een prijs behoeft niet be
paald afhankelijk t© worden gesteld van
het „lot", zooals men dab woord in den en-
geren zin opvat. Dc gewonnen prijzen kun
nen bijv. ook worden aangegeven door mid
del van dobbel steen en of door een andere
toevallige gebeurtenis. Door alleen als lo
terij aan te merken zulke ondernemingen,
waarbij het trekken van een prijs afhanke
lijk wordt gesteld van het lot of van ge
beurtenissen, waarop het lot invloed heeft
gehad, zou men de grenzen te eng liebbt.n
genomen en aanleiding gegeven tot ont
duiking.
Verboden is dientengevolge ook bet hou
den van verlotingen, waarin de deelneming
zoogenaamd gratis wordt verstrekt, dus
zonder inleg, zooals door winkeliers rneir-
malcn ten behoeve hunner klanten placht
Slot)
Dat ééne woordje „vroeger" maaikte bei
den weer vrijer.
„Waar gaan we Keen, Hilda 1 Vroeger
gingen wo daar in dien wink.l choco
lade en taartjes of in een restaurant
j£
„Wacht, ik weet het al 1 Och, wat was
dat heerlijk l Hier den hoek om. Is daar
het oude wijnhuis nog met dio gezellige
hoekjes? Waar wij eens champagne dron
ken Dat was voor het eerst in mijn leven."
„Voor mij ook", zeide de jonge vrouw
lachend.
„En het smaakte zoo lekker. Ik had ro
zen meegebracht."
„Twee witte en twee noode. Die lagen op
tafel. Gij liadt toen juisteen teokening
verkocht, geloof ik."
„Ja; en dan twistten wij er over of we
wat eten zouden, en ik nam do witte rozen
©n gij do roode. Daarmee wilden wij elkaar
n bet gezicht slaan. De witt© wag verwelkt,
en alle hart-blaadjcs vielen over je donike-
?e japen. Heb jjc dat kostuum nog, Hilda?"
geef me, ik... ik... dacht werkelijk... en
Maar plotseling bleef hij staan. „Vcr-
daar heb ik zoo juist „je" g< jd. Zijt ge
boos"
„Och, ja. waar kan dat kostuum nu
njn I" viel zij hem snol in de rede. ,,'t Was
toen reeds heel oud, toen ik in den rozen-
tegen zat."
Het scheen hem toe, dat het veel fijner en
duizend maal mooier geweest was dan dat.
hetwelk zij nu droeg. Alleen als een gewaar
wording kwam dat in hem op.
„Die strijd was echter spoedig voorbij,
ging hij voort. „En dan kwam met die ro
zen, de drie bloeiende en de eeno verwelkte,
de verzoening."
„Toe, daar-niet van I" weerde zij zich af,
als wilde zij de herinnering ontvlieden.
Hij zog haar aan, verzocht om vergiffenis
en ging een bloemenwinkel binnen. Met
vier ïozen, twee witte, twee roode, kwam
hij bij baar terug.
„Laten die er ook ditmaal bij zijn."
Zij zochten en vonden in het Eleine wijn
huis het bekende hoekje. Het was scheme
rig daarbinnen en de kellner kwam half-
slaporig naar hen toe. Toen ueo electrischo
licht achter het roode schermpje gloeide,
en van de tafel af een kleinen kring be
lichtte, nam Hilda de rozen en hield ze
voor naar gezicht. Hij bladerde ïntusschen
in de wijnkaart en bemerkte niet hoe zij
hem aanzag. Haar handen beefden en dat
trillen deelde zich aan de bloemen mede.
„De champagne heeft den vorigen «.eer
zoo goed gesmaakt, ik heb nooit betere ge-
di" aken."
Zij knikte slechts, maar toen het vocht
bruisend over de gla9randen liep, legae zij
de rozen dadelijk neër. Zij l 'elden de
oudierwetsche puntig© kelkglazen tegen
elkaar, maar stieten niet aan, als moest
geen geluid het stilzwijgen storen. Toen
dronken zij op de herinnering, de jeugd, op
hun harten. Alles was door het leven be
zoedel 1, alleen aan hun vroeg geluk was
Ce hoogste vervulling ontzegd gebleven,
dat ging rein door hun droom.
te worden gedaan. De waarde der prijzen
zit hier toch in de winst, de qualiteit der
waar is slechter, of de grootere omzet stelt
den winkelier schadeloos.
Verboden zijn daarom ook dio onderne
mingen, waarbij men geen gevaar loopt zijn
inleg kwijt te raken. Al komt dio iüleg te
rug, 't is soms na een groot aantal jaren-
Het gemis van de rente is zeker Do uit te
betalen winst wordt gevonden uit de door
den ondernemer ten eigen bate gekweekte
rente van de inleggelden.
Wanneer intusschen op de kansbepaling
invloed kan worden geoefend door de deel
nemers zelf, ia de onderneming geen lote
rij meer in den zin der wet. Dit is het ge
val bij prijswedstrijden door middel van
spelen, waarbij het winnen geheel of ten
deele afhankelijk is van persoonlijke kracht
of behendigheid.
Tot het houden van enkele verlotingen
kan toestemming worden vorkregen.
De Koningin kan namelijk, op voordracht
van den minister van justitie, toesteranvng
verleenen tot het aanleggen on houden eener
lotefij, ten behoeve van een vereeniging die
rechtspersoonlijkheid bezit, of van een stich
ting; zoomede van een loterij strekkende tot
een liefdadig doel of ter bevordering van
wetenschap, kunst of andere algemeen© be
langen.
Verder kan tot het aanleggen of houden
eener loterij, strekkende tot een liefdadig
doel of tot bevordering van wetenschap,
kunst of andere algemeene belangen, en
waarin de prijzen of premiën niet in geld
of geldswaardig papier bestaan en gezamen-
lijk geen grootere waarde dan honderd gul
den hebben, ook toestemming worden gege
ven door burgemeester cn wethouders der
gemeente, binnen welke do verloting zal
worden gehouden.
Leide», 6 JuSs.
Voordracht voor do benoeming van
een onderwijzer aan do openbare school der
derde klasse No. 4, ter vorvanging van den
heer G. Beun, die benoemd ïb tot onderwij
zer aan do Jongensschool 2de klasse:
lo. W. Prins, onderwijzer te Leiderdorp
2o. J. F. P. Kalkman, onderwijzer te Haar
lem; 3o. E. Scheenstra, onderwijzer te De
venter.
Voordrachten voor de benoeming van drie
onderwijzeressen aan de openbare scholen
der derde klasse Nos. 1 en 5 en die aan de
Heerenstraat, ter vervulling van de vaca
tures, ontstaan door de benoeming van mej-
W. J. Eyndhoven tot onderwijzeres met
verplichte hoofdakte aan de openbare
school der 4de klasse No. 1 en door hot
verleend eervol ontslag aan de dames H.
Blankenberg en O. O. van Keulen:
School derde kl. No. 1. lo. Mej. O. P.
Gesink, tijdelijk onderwijzeres aan do open
bare school der derde kl. No. 1; 2o. mej.
A. Roeloffs, tijdelijk onderwijzeres aan de
openbare school der derde kl. No. 5; 3o.
mej. A. J. P. van der Laaken, tijdelijk on
derwijzeres aan de openbare school aan do
Heerenstraafcr.
Scbool derde klasse No. 5. lo. Mej. A.
Roeloffs, voornoemd; 2o. mej. A. J, P. van
der Laaken, voornoemd3o. mej. M. A.
Grcvenbrocck, tijdelijk onderwijzeres aan de
openbare school der derde kl. No. 7.
School aan dc Heerenstraat, lo. mej. A.
J. P. van der Laaken, voornoemd; 2o.
mej. H M. Landzaat, onderwijzeres t©
De schilder zette .et eerst zijn glas ueer.
Hij vertrok zijn mond, als on te spreken,
maar toen hij zag, hoe Hilda langzaam on
bijna met aandaolit 'ronk, zeide hij aieifl
Doch hij schonk zijn glas niet meer vol.
Zoozeide hij toen, en streek met
zijn hand zacht over ^et witte tafelkleed,
„nu is alles weer als toen. Je bont zestien,
en komt van jo werk. Als je lieve collega 8
dat wisten, Hilda I En ik, ach ja, mij kom;
geen sterveling; maar ik ben er zekci van,
dat ik nog eens een Rafaël en een Alichei-
Angelo te gelijk zal worden. Een goudsbui£
heb ik verdiend; dat is het inkom i» v&n
een week. Wat kost de wereld? En nu zeg
ik je weer aan je oor, hoe mooi jo bens,
kom steeds nader en nader -ra oloas aan
je krulletjes do hoogte in 1 Je weet het al.
En jij? Hoe spreek je dan steeds, Hilda?
Toe, zeg het toch eens. Ik i\\ jo helpen.
Dus: „Haal goen
„Neen", weerde zij ai, „dat kan ik niet
meer zeggen."
Maar plotseling buigt zij zich naar vo
ren en fluistert:
„Haal geen onzin uit, Conzl"
Oonzl Als een verrukking was het, toen
hij dion naam weer hoorde. Als had die,
door de stem van vroeger uitgesproken, al
het veirzonken geluk, alle jeugd uit d© diep
te weer omhoog gebracht.
„Hilda 1" riep hij zacht, doch alsof het
woord uit een stormachtigen drang, uit ju
bel goboren was. Dicht schoof hij bij haar.
Haar schouders en armen raakten licht
de zijne. Zij was hoog rood geworden.
Hij zag dat, evenals vroeger. Vooral haar
ooren gloeiden. Maar toen zij zich wilde
afwenden en naar achteren buigen, greep
hij haar hajid ©n vroeg: „Doo het niet®"
Toen bleef zij, zonder iets te zeggen, stil
zitten. Ieder hield seconden lang do oegen
gesloten. Nu was het werkelijk ais vóór
tien jaar. Toen hadden zij in hun schuch
terheid en hun jonge liefde, in den jeug
dig-bruisenden overvloed, die hun hart
overstelpte, dikwijls uren lang „onder een
woord te sproken, naast elkaar gezeten, te
vreden, wanneer hun handen elkaar von
den.
Do kellnor ging voorbij. Hilda aderaio
diep. En plotseling maakte zij zich bijkans
heftig los.
„Wat scheelt je?"-
Toen begon zij opeens te huilen, te hui
len, zonder dat er eigenlijk tranen vloei
den. Het was meer een droog brikken ©n
steunen.
Het ging spoedig voorbij. Zij schaamde
zich er over, dronk wat en zeide: „Ik weet
niet, wat mij scheelt. Waarom spreek j'e
dan niet, Conz?"
„Maar ik spreek toch I" Haar plotseling
snikken had hem wonderbaar ontroerd. Is
zij niet gelukkig? dacht hij. Maar hij be
vond, dat haar weenen niets met het geluk
te maken had; want opeens was het hem,
als moest hij het hoofd laten hangen in die
pe treurnis. Hij schudde het van zich af en
begon haastig te spreken: Ik herinner me
nu juist, HildaDat was wel het schoon
ste, hoe wij op een middag, toen jij vrij
hadt, naar Steglitz reden. Als je het niet
vergeten bent: je moest naar je zuster. Wij
©chtcr wandelden eerst den straatweg af
naar eenzame wegen, en gingen hand in
hand. Toen geen mensch meer te zien "'as,
begonnen wij te zingen: „In einem kühlen
Grunde", „Acli, wie iat 's möglich", en
steeds maar door, het eene liedje na 'i
andere. Alleen droevige; maar wij waren
rustig en moedig en vroolijk. Dan, vóó*
Liehtcrfelde, kwamen we aan een kleine her
berg. Er was alleen melk cn schraal bier te
krijgenmaar wij zaten er dichtbij liet bosch
en dronken. Mijn hoed had ik afgenomcu ea
op de bank gelogd. „Conz, wat ben jij eeil
Piet do Smeerpoets 1" heb jo toen opeen!
gezegd, 't Was mijn artisten-haar nu, en
toen haalde je je zakkammetje te voorschijn,1
ging voor me staan en maakte een reheiding
in mijn haar. Ik moest heel stil zitten en
mocht niet praten. Toen mijn haar in. do
war zat, riep ik, „aul" en kneep je in den
arm. Ik keek je echter steeds maar aan, ioo-
als je voor stond, zoo heel dicht bij me
en zoo slank en lief cn steeds mn- ijverig
met je hand over mijn hoi>.j ging. Daarna
hieldt je me het spiegeltje voor, maar daar
langs keek ik in je oogen, cn eer je er op
voorbereid was, had u jo beetgepakt, omge
draaid en op mijn knie gezet. Met je arr en
weerde jo je meer dan met je mond, die zioh
niet zoo heel ver en niet zoo heel ernstig*
gemeend terugtrok. Ik zie je nog, zooals je
plosteling heel ongewoon zeide: „Haal toch
geen onzin uit, Conzl" Wij gingen tamelijk
stilzwijgen verder, tot wij aan Steglitz kwa»
men. „Heb ik het goed onthouden?"
Zij knikte toestemmend, met op elkaar ge
klemde lippen. De wijn verschraalde de
glazen. De lampekap wierp op haar voor*
overgebogen gelaat een warmen, roodoö
schijn. f
Nu kan ik vragen: „Waarom spreek jfc
niet?" zeide hij. „Jij. Jij 1"
En plagend sloeg hij haar, voorzichtig «4
zacht met don witten roztknop in het goj
zicht. Maar geen regen van blöeBemblp.n-'ic<
viel op haar neer„