Een Prinses van Oranje. dienste, nl. vriendschap sluiten, dan dron ken maken en vervolgens 's nachts naar het Duitsche schip brengen. Wel schreeuwden dan enkele bladen eeni- ge dagen over deze grove onrechtvaardig heid, maar de voortvluchtige kwam er niet door terug. Nu de uitleveringsverdragen met ver schillende groote Staten, geteekend zijn, be ginnen dergelijke trucs tot de zeldzaamhe den te behooren. De uitleveringsverdragen zullen intus- schen steeds maar half kunnen werken, en vluchtelingen voor kleinere vergrijpen zul len zich toch in Griekenland tamelijk vei lig kunnen ophouden. Dit vindt zijn oor zaak hoofdzakelijk daarin, dat de burger lijke stand in Griekenland hoegenaamd niet in orde is en het volstrekt niet verplichtend is, zich bij aankomst in Griekenland aan een of ander gemeentehuis op te geven; ver huisbiljetten bestaan ook niet. Verschei dene Belgen, Italianen of Duitschers wo nen in do kleinere plaatsen, als Corinthe, Kiffissia, enz., onder valsche namen of zich uitgevende voor Amerikanener zijn er meer zoo dan men zou vermoeden. En dit zal, door de gebrekkige inrichting van het politiewezen, door de onbetrouw baarheid van vele Grieksche ambtenaren en de onvoldoende grensbewaking, die door de lange gebroken en rotsige kusten met vele kreken en inhammen natuurlijk zeer oc- moeilijkt wordt, nog wel ettelijke tiental len jaren zoo blijven. Louise Henriëtte, dochter van Stadhou der Frederik Hendrik, werd op 27 Novem ber 1627 te 's-Gravenhage geboren. De jeugd van deze Prinses viel in het meest ^roemrijke tijdperk der regeering van haar vader. Wat haar verhaald werd van de dappere daden der Oranje-Vorsten en niet minder de godsvrucht en de Christelijke liefde barer moeder oefenden op haar jeugdig gemoed een dienen en blijvenden invloed uit. Naast een godsdienstige en we tenschappelijke opvoeding zorgde do aan alles denkende moeder ook voor het onder richt dér Prinses in huiselijke bezigheden. Ook v^rd de zorg voor het lichaam niet ver %uachtzaamd, hetwelk door zwemmen, rijden en jagen moest worden gesterkt. Veel heeft Louise Hen. ëtte in haar jeugd moe ten leeren, en het goede, in later jaren door haar verricht, en de schoone -eigenschap pen, die daarbij door haar werden tentoon gespreid, dit alles voert ons naar haar gul den kindertijd terug. Toen de Prinses negentien jaren was ge worden, vroeg Keurvorst Friedrich Wil helm van Brandenburg om haar hand. Ge durende een verblijf in Holland had hij haar leeren kennen. Met koninklijke pracht werd 7 November 1646 het huwelijk ge sloten. Zelden is tusschen twee vorstelijke perso den een huwelijk gesloten, hetwelk tot zulk een zegen is geweest als dit. Levende aan de zijde van den begaafden Keurvorst werd Louise Henriëtte geheeten: de kroon Ier vrouwen van haar tijd. Haar loven kan in waarheid een leven des geloofs worden geheeten. Een geloof, ootmoedig in dagen ran geluk, geheel aan God overgegeven in die van tegenspoed en beproeving. Beproe vingen toch zijn haar, gedurende haar ruim twintigjarig huwel iksleven, niet bespaard gebleven. Na haar huwelijk bleef? zij nog eenige maanden te 's-Gravenhage en het is gedu rende dezen tijd gewest, dat haar reeds sinds langen tijd zieke vader zijn roemrij ke loopbaan den 14den Maart 1647 moest eindigen. Doch de voor haar zoo zware slag werd in stille onderwerping gedragen. Groote vreugde heerschte in het vorstelijk huis, toen in Mei 1648 den Keurvorst een zoon werd geboren, die de namen Wilhelm Heinr ch' kA.eg. Doch reeds in het volgen de jaar stierf deze, tot groote smart zijner ouders. In dezeD tijd van diepe droefheid vestigde de jeugdige Vorstin haar woon plaats te Berlijn. Van alle zijden werden aan de nieuwe Landsmoeder bewijzen van liefde en vereericg gebracht en de hoop uitgesproken, dat haar komst tot zégen zou zijn voor land en volk. En die hoopvol le verwachtingen heeft de Vorstin niet te schande gemaakt. In 1650 kwam zij te Bötzow, een klein dorp. Toen zij "uit de vensters van het jachtslot haar blik liet gaan over de omge ving, werd zij r.an menige schoone plek van haar vaderland herinnerd en gevoelde zij zich hoe langer hoe meer tot dit oord aangetrokken^ Hier is het geweest, dat Louise Henrotte, ver verwijderd van al de pracht van het Hof, zich geschapen heeft een wereld van Btillen en zegenrijken ar beid. Zij had toch het plan opgevat hier een landbouwkolonie te stichten, geheel .naar Hollandsch model. Om dit doel te be reiken, .iet zij-uit Nederland tuinlieden en landbouwers komen, ook vlijtige en geschik te arbeiders, "wien zij gelegenheid schonk in de nabijheid van de vorstelijke bezitting woningen te bouwen. In de lente van 1651 stichtte zijop de plaats van het mi de slot een nieuw, en kort daarna ontvingen slot en omgevibg haar de afkomst van de be zitster den" h'aarn van Oranjebrug. Groote vreugde heerschte allerwegen, toen op 16 Februari 1655, den geboortedag van den Keurvorst, weder een zoon geboren werd, Karl Emil geheeten. Ter herinnering aan deze gebeurtenis werd door de Vorstin gestlrht het nu nog in Oranjeburg bestaan de weesbuis. Twee jaren later volgde weder de geboorte van een zoon, die, na den plot- selingen dood van den 12-jarigen Karl Emil, als Friedrich III zijn vader is op gevolgd. Ondanks den grooten zegen, die van het bestuur der Vorstin voor haar omgeving uitging, bleef zij steeds bescheiden en nede- rig. Geregeld hield zij met haar kinderen en ondergeschikten huiselijke godsdienstoefe ning en op haar bevel moest elk soldaat stee Is een Nieuw Testament bij zich hebben. Het schoone lied, hetwelk de Ned.-Her- vormden bezitten in het aanhangsel van den vervolgbundel hunner Evangelische Ge-, zangen: „Jezus is mijn toeverlaat!" (Gez. 269) is mede door haar vervaardigd. och ook do donkere dagen van den oor log bleven haar niet bespaard, toen de Keurvorst in den Zweedsch-Poolschen oor log gewikkeld werd. Gedurende dien strijd stond zij hem moedig ter zijde door hem menigen goeden en nuttigen raad te geven, en toen deze oorlog geëindigd was, deed zij al het mogelijke om de noodlottige gevol gen zooveel mogeli^ te verminderen en te verzachten. Zij zelve plantte den eersten aardappel, stichtte het dorp Nieuw-Hol- land en voerde aldaar de Hollandsche vee teelt in. Ook bouwde zij te Berlijn een pa- p ie. molen, om daardoor voor haar onder danen een nieuwen tak van nijverheid te openen. Een lange levensduur werd der Vor- stin niet gegeven. Ernstige ziekten en zwa re zorgen hadden haar gezondheid onder- n ijnd. Gedurende de staatkundige verwik kelingen van het jaar 1666 bevond zij zich met haar gemaal en haar beide zonen in Kleef, alwaar zich toen bij haar een ernstig borstlijden openbaarde. Op raad van de geneeshecren besloot zij den winter bij haar moeder te 's-Gravenhage door te brengen. De reis werd ondernomen, doch haar toe stand gaf voortdurend reden tot ernstige bezorgdheid. Duidelijk voelde zij haar einde naderen. Met de aanbrekende lente ondernam zij de moeilijke terugreis naar Berlijn. Daar aai gekomen gevoelde, zij, dat haar ure ge komen was. Zij dankte God voor het geluk kig einde harer reis naar Berlijn, ,,en", zoo sprak zij, „wat nu de tweede reis be treft, ondernomen moet worden, deze stel ik in Zijn banden." Geen ongeduldig woord werd van haar lippen vernomen, -nel namen haar krachten af. Op 17 Juni 16C. ontving zij het Heilig Avondmaal. In den namiudag van den volgenden dag voel de zij haar eïnde naderen. Zij greep de hand van den Keurvorst en zonk in haar kussens terug. Zac.'^ en kalm sluimerde zij in. Niet slechts de Keurvorst en diens fami* lie, maar het geheele volk treurde over het groote verlies. Eerst 26 November had de bijzetting van het stoffelijk overschot plaats in den Dom te Berlijn, bij welke gelegen heid de hofprediker Stock de lijkrede hield •naar aanleiding van het door de gestorvene zeh'2 gekozen woord: „Zoo de Heer 'mij, doodde, zal ik toch op Hem hopen", Job 13 15. De vrouw in Amerika, j Het arbeidsveld voor de vrouw lijkt iri, Amerika onbegrensd. Dagelijks hoort mei», van nieuwe veroveringen en sedert kort vormt ze een aanzienlijk deel van de reclae me in de ^etalagekasten der magazijnen- Men is niet meer tevreden met de waren eenvoudig uit te stallen. Een mantelma gazijn heeft de étalagekast als het ware in een stortbad veranderd. Een jongedame in een smaakvol gezelschapstoilet trekt een waterdichten mantel aan, de kranen worden opengezet en tien minuten lang plast het water op haar neep. Dan doet zij den mantel af en iedereen kan zich komen overtuigen, dat rij niet "nat geworden is. Iedereen koopt nu dezen pr achtman tel. In een étalagekast te Bos ton ziet men een jong meisje op een sofa zitten; zij leest een roman, haar prachtig, bruin haar valt haar tot over het middel, het is niets meer of minder dan reclame voor Smithsons haarwater, dat ieder zich! voor een dollar kan koopen. In New-York zag men eenige weken geleden een jonge dfl.me aan een touwladder van de zeven tiende verdieping van een gebouw naar be>, neden klauteren; zij deed dit niet voor haar pleizier, maar een fabrikant van red dingsmiddelen had dit middel bedacht als reclame voor zijn nieuw soort touwladder. In Montreal, in Canada, liet een slim za kenman onlangs zijn étalagekast geheel alfi, trouwaltaar inrichten. Duizenden nieuwsgier rigen verdrongen zich voor de ruiten, om, de twee menschen te zien, die zich op zulk een vreemde wijze ten aan schouwe van, iedereen in den echt lieten verbinden. AHea was even prachtig om te zien; men had natuurlijk niet vergeten, om bij alle stof-i fen, die ter versiering waren aangebracht,, met groote rij fiers de prijzen per meter td zetten. Den volgenden dag had in dezelfde étalagekast het familiefeestmaal plaats en een nieuwsgierige menigte amuseerde zich kostelijk over den flinken eetlust van allfl deelnemers aan feest. WEDDEN. Reeds van het midden "der 19de eeuw af is in Engeland het wedden bij de paard- rennen in gebruik geweest en steeds zijn de inzetten in dezelfde mate toegenomen als de renprijzen werden verhoogd. Menig edelman werd bij de paardensport volkomen geruïneerd, ongehoorde vermo gens werden door den hartstocht van het, hazardspel in het wedden verloren. Te Newmarket leden vele families financieel, schipbreuk. In het begin der vorige eeuw reeds waren de inzetten zoo hoog, dat ia 1816 te Epsom bijv. niet minder dan 30,000 pond sterling in de kas van Ta-tter» sail's 'wedbureau vloeide. Voor de „book makers" was than8 een gouden tijd geko men. In 1832 moeten twee beoefenaars dezer edele kunst, die een compagnonschap hadden aangegaan, het niet te versmaden sommetje van 80,000 pond hebben verdiend, zuivere winst. Dat wekte tot navolging ia het groot en in het klein. Het aantal dei wedbureaux nam schrikbarend toe, allo standen en kringen der maatschappij wa ren door do „wedkoorts" aangetast. Meestal waren het winkeliers, in de eerste plaats tabakshandelaars, die het voorde©-', lige bijzaakje dreven. Ouden en jongen, menschen uit de verschillendste lagen iep samenleving lieten zich verlokken aan hen hun shillings o£ halve en heele kronen voofj de aanstaande wedrennejj toe te vertrost*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1907 | | pagina 15